Op 25 januari 2018 is de nota grondbeleid gemeente Schouwen-Duiveland 2018 door de raad vastgesteld. Met de nota grondbeleid beoogt de gemeente:
- haar strategische ruimtelijke (en maatschappelijke) doelen te realiseren;
- het gewenste ruimtegebruik te realiseren;
- de gewenste ruimtelijke kwaliteit te bevorderen;
- te zorgen voor een rechtvaardige verdeling van kosten en opbrengsten (tussen eigenaren, exploitanten, gebruikers en de gemeente);
- de gemeentelijke financiële risico’s van ruimtelijke ontwikkelingen te beheersen.
Situationeel grondbeleid
Bij ruimtelijke ontwikkelingen ziet de gemeente Schouwen-Duiveland het als haar publieke taak om zoveel mogelijk de regie te voeren, zodat zij haar beleidsdoelstellingen zo goed mogelijk kan realiseren. De uitvoeringspraktijk van de gemeente Schouwen-Duiveland laat zien dat zij bij het voeren van haar grondbeleid kiest voor flexibel maatwerk. Per project wordt gezocht naar de gewenste vorm van grondbeleid, actief of facilitair, om verantwoord en gecontroleerd te kunnen sturen op de ruimtelijke ambities en beleidsdoelstellingen. Het belang van het doel (prioriteit) en de grondpositie bepalen per situatie welke rol de gemeente inneemt.
Sturende kaders
Grondbeleid is in zowel juridisch als financieel opzicht instrumenteel van aard en is volgend ten aanzien van de doelstellingen die de gemeente heeft gesteld met betrekking tot sectoraal gerichte beleidsvelden zoals ruimtelijke ontwikkeling, volkshuisvesting, werkgelegenheid en maatschappelijke ontwikkeling. Grondbeleid is ondersteunend aan de (ruimtelijke) ambities en doelstellingen van marktpartijen en particulieren, maar uiteraard ook aan de doelstellingen van de gemeente zoals omschreven in structuurvisies, gebiedsvisies en beleidsnota’s.
Juridische sturing en beheersing
Wanneer de gemeente facilitair optreedt, wordt het grondexploitatieproces doorlopen door de ontwikkelende partij. Uitgangspunt hierbij is dat de gemeente in dergelijke gevallen overeenkomsten (intentie- en exploitatieovereenkomsten) sluit met ontwikkelende partijen en terugvalt op het kostenverhaal zoals bepaald in de Grondexploitatiewet. In de leidraad ruimtelijke projecten is vastgelegd op welke wijze en onder welke voorwaarden de gemeente de samenwerking bij de voorbereiding en uitvoering van ruimtelijke plannen vorm en inhoud geeft.
In principe gaat de gemeente terughoudend om met verwerving van (strategische) gronden. Slechts wanneer een vastgestelde ruimtelijke opgave door de markt niet wordt/kan worden gerealiseerd, of wanneer de raad een project aanmerkt als ‘bestuurlijke prioriteit met noodzaak actieve grondpolitiek’ kan daartoe overwogen worden. De gemeente zet dan in eerste instantie in op minnelijke verwerving. In het uiterste geval kan de raad besluiten om de Wet voorkeursrecht gemeenten of onteigening in te zetten. Voordat het college van burgemeester en wethouders een strategische aankoop doet stelt zij de raad via de voorhangprocedure in de gelegenheid wensen of bedenkingen in te brengen tegen het voornemen tot aankoop.
Bij verkoop van vastgoed hanteert de gemeente marktconforme prijzen op basis van taxatierapport. Op basis van taxaties wordt jaarlijks een grondprijsbrief door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld waarin de grondprijzen staan vermeld.