De beschikbare budgettaire ruimte 2022-2025 op basis van besluiten en raadsvoorstellen tot en met september 2021 bedraagt (x € 1.000):
|
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
Budgettaire ruimte |
1.181 |
1.145 |
1.821 |
1.985 |
In deze budgettaire ruimte houden wij rekening met een korting op de algemene uitkering als gevolg van de herverdeling van het gemeentefonds. De korting is, wegens de toen beschikbare informatie, in onze meerjarenbegroting 2021-2024 negatief ingeschat. U besloot te anticiperen op deze ontwikkeling door uit te gaan van een mogelijke structurele verlaging van de algemene uitkering met € 59 euro per inwoner. In het in augustus 2021 gepubliceerde (inmiddels tweede) herverdelingsvoorstel wordt voor onze gemeente een positief herverdeeleffect verwacht. De richtlijn van de provincie over de verwerking in de begroting van het tweede herverdelingsvoorstel is dat we voordelen niet mogen ramen en rekening moeten houden met nadelen. Op grond van de voor ons verwachte uitkomst van het herverdeelvoorstel stellen wij voor in deze programmabegroting de korting per inwoner op nihil te ramen. Dit verhoogt de beschikbare budgettaire ruimte.
Daarnaast verwachten wij op basis van de uitspraak van de arbitragecommissie een structurele compensatie in het gemeentefonds voor de voor de medebewindstaak Jeugdwet. In 2022 wordt incidenteel € 1,8 miljoen toegevoegd. Een nieuw kabinet beslist over structurele compensatie, waarbij de uitspraak van de arbitragecommissie niet vrijblijvend is. Vooruitlopend op de besluitvorming van het nieuwe kabinet staat de provincie Zeeland toe vanaf 2023 structureel maximaal 75% van de € 1,8 miljoen als dekkingsmiddel aan te wenden. In de voorliggende begroting stellen wij voor rekening te houden met deze structurele compensatie en daarvan 50% toe te voegen aan de budgettaire ruimte. Dit vanwege het feit dat de tekorten op de jeugdzorg in het verleden uit de budgettaire ruimte zijn gedekt. De overige 50% stellen wij voor vooralsnog te reserveren voor de risico's van de uitvoering Jeugdwet, omdat het Rijk de aanvulling mogelijk gaat gebruiken voor reeds bestaande afspraken, zoals bijvoorbeeld verrekening residentiële zorg, afbakenen reikwijdte jeugdwet en standaardisatie uitvoering inkomensafhankelijke ouderbijdrage. Via een separate raadsbrief wordt u hierover dit najaar geïnformeerd.
Hiermee rekening houdend bedraagt de voor integrale afweging beschikbare budgettaire ruimte 2022-2025 in de programmabegroting (x € 1.000):
|
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
Budgettaire ruimte in programmabegroting |
1.181 |
1.145 |
1.821 |
1.985 |
Herverdeling gemeentefonds van -/- € 59 naar € 0 per inwoner |
|
468 |
978 |
1.488 |
Compensatie middelen Jeugdwet |
1.800 |
1.350 |
1.350 |
1.350 |
50% compensatie middelen Jeugdwet naar egalisatiepost maatwerkvoorzieningen WMO/Jeugd |
-900 |
-675 |
-675 |
-675 |
Budgettaire ruimte voor integrale afweging |
2.081 |
2.288 |
3.474 |
4.148 |
Voor de voorgestelde te honoreren prioriteiten 2022-2025 doen wij het onderstaande dekkingsvoorstel (x € 1.000):
Prioriteiten |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
Ten laste van de budgettaire ruimte |
3.151 |
3.374 |
3.410 |
2.940 |
Ten laste van de reserve Strategische Visie |
20 |
|
|
|
Ten laste van de reserve bovenwijkse voorzieningen |
70 |
17 |
16 |
16 |
Ten laste van het coronaherstelfonds |
400 |
40 |
80 |
80 |
Ten laste van gereserveerde gelden Interbestuurlijk programma (IBP) |
95 |
115 |
190 |
30 |
In de te honoreren prioriteiten hebben wij de financiële gevolgen van de beleidsvoornemens en nodige investeringen voor de komende vier jaar opgenomen. Verder namen wij waar nodig de financiële gevolgen van de door de raad aangenomen amendementen bij de behandeling van de Kadernota 2022 op. Een forse post die we moeten meenemen zijn de financiële afspraken rondom de gebiedsontwikkeling Noorderpolder II. Daarnaast zien wij door het toenemend aantal taken, de klimaatdoelstellingen en de risico’s als gevolg van de digitale ontwikkelingen een druk ontstaan op onze ambtelijke capaciteit. Dit vraagt om voldoende en kwalitatief personeel.
Honorering van de ten laste van de budgettaire ruimte komende prioriteiten 2022-2025 geeft het volgende resultaat (x € 1.000):
|
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
Beschikbare budgettaire ruimte voor integrale afweging |
2.081 |
2.288 |
3.474 |
4.148 |
Prioriteiten ten laste van de budgettaire ruimte |
-3.151 |
-3.374 |
-3.410 |
-2.940 |
Budgettaire ruimte na prioritering |
-1.070 |
-1.086 |
64 |
1.208 |
Uit bovenstaande tabel blijkt dat er in 2021 en 2022 sprake is van een negatief saldo. Voorgesteld wordt deze bedragen te dekken uit de algemene reserve. Gezien onze inspanningen op het gebied van het Sociaal Domein en het klimaat, achten wij dit ook gerechtvaardigd. Onze financiële positie blijft hiermee, mede gezien ook de inspanningen om de algemene reserve bij de programmabegroting 2021-2024 te verhogen, matig gezond. Met de auditcommissie en de accountant zijn wij inmiddels met een evaluatie gestart van de kaders rondom de bepaling van onze financiële positie die u heeft vastgelegd in de Kadernota risicomanagement.
De jaren 2024 en 2025 geven een positief saldo. Een doorkijk na 2025 laat zien dat onze budgettaire ruimte positief blijft, maar wel afneemt onder andere als gevolg van oplopende kapitaallasten voor het Integraal Huisvestingsprogramma.
Na het onttrekken van de negatieve saldi in 2022 en 2023 uit de algemene reserve is de budgettaire ruimte als volgt (x € 1.000):
|
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
Budgettaire ruimte na prioritering |
-1.070 |
-1.086 |
64 |
1.208 |
Onttrekking algemene reserve |
1.070 |
1.086 |
|
|
Budgettaire ruimte na verwerking saldo via de algemene reserve |
0 |
0 |
64 |
1.208 |