In deze financieringsparagraaf lichten we de beleidsuitvoering op het gebied van treasury toe. De onderdelen van deze paragraaf zijn een onderdeel van de rapportage en verantwoording van wettelijke richtlijnen met betrekking tot treasury.
Paragraaf 4 Financiering
4.1 RENTERISICOBEHEER
Terug naar navigatie - 4.1 RENTERISICOBEHEERKasgeldlimiet
De kasgeldlimiet is ingesteld als instrument om de renterisico’s bij de vlottende schuld te beheersen. Het Rijk stelt een maximum bij het gebruik van korte financiering (looptijd maximaal één jaar). De wettelijke toegestane omvang bedraagt 8,5% van de jaarbegroting bij aanvang van het dienstjaar.
In 2023 is per kwartaal de werkelijke omvang van de kasgeldlimiet getoetst aan de wettelijke norm. In 2023 zijn er geen kasgeldleningen afgesloten.
Berekening van de kasgeldlimiet begrotingsjaar 2023 (x € 1.000):
Toegestane kasgeldlimiet 2023 | Bedragen x € 1.000 |
---|---|
a) Begrotingstotaal per 1-1-2023 | 141.736 |
b) Vastgestelde percentage | 8,5% |
c) Kasgeldlimiet a x b | 12.048 |
Renterisiconorm
De renterisiconorm houdt in dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. De renterisiconorm ziet vooruit en is direct gerelateerd aan het budgettaire risico. Het doel van de renterisiconorm is hoe meer de aflossing van de schuld in de tijd wordt gespreid, hoe minder gevoelig de begroting wordt voor renteschokken bij renteherzieningen. Binnen de Wet Financiering decentrale overheid (Fido) is een bindend kader vastgesteld om bij een overschrijding van de renterisiconorm maatregelen te treffen.
Onderstaande tabel geeft aan dat de renterisiconorm in 2023 niet is overschreden.
Stap | Variabelen | Begroting primitief 2023 x € 1.000 | Begroting na wijziging 2023 x € 1.000 | Realisatie 2023 bedragen x € 1.000 |
---|---|---|---|---|
1 | Renteherzieningen | 0 | 0 | 0 |
2 | Aflossingen | 6.479 | 6.479 | 6.479 |
3 | Renterisico (1+2) | 6.479 | 6.479 | 6.479 |
4 | Bepaling renterisiconorm: | |||
4a | Begrotingstotaal | 141.736 | 158.547 | 150.176 |
4b | % in de regeling | 20% | 20% | 20% |
4 = (4ax4b/100) | Renterisiconorm | 28.347 | 31.709 | 30.035 |
5a=(4>3) | Ruimte onder renterisiconorm | 21.868 | 25.230 | 23.556 |
4.2 KOERSRISICOBEHEER
Terug naar navigatie - 4.2 KOERSRISICOBEHEERKoersrisico is het risico dat de financiële vaste activa van de gemeente in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen. Op basis van artikel 6 van het Treasurystatuut van onze gemeente wordt dit risico beperkt, doordat alle uitzettingen een hoofdsomgarantie aan het einde van de looptijd en vastrentende waarde hebben.
4.3 KREDIETRISICOBEHEER
Terug naar navigatie - 4.3 KREDIETRISICOBEHEERKredietrisico is het risico op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door financiële instellingen. Op basis van artikel 7 van het Treasurystatuut van onze gemeente wordt dit risico beperkt, doordat alle financiële instellingen zijn gevestigd in een lidstaat met ten minste een AA-rating en dat alle uitzettingen ten minste een AA-minus rating hebben. De leningen uit de huidige portefeuille zijn volledig afgesloten bij instellingen in Nederland.
4.4 INTERN LIQUIDITEITSRISICOBEHEER
Terug naar navigatie - 4.4 INTERN LIQUIDITEITSRISICOBEHEERZoals verwacht zijn in 2023 geen nieuwe leningen aangetrokken. Uit de analyse van de liquiditeit in 2023 blijkt dat eind 2023 nog € 42 miljoen liquide middelen aanwezig waren (begroot eind 2023 was € 25 miljoen). Dit verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door uitgestelde investeringen ad € 9,9 miljoen, € 4,4 miljoen door lagere exploitatie uitgaven en € 1,6 miljoen hogere rentebaten.
De per eind 2023 beschikbare liquide middelen zijn benodigd om de uitgestelde investeringsplannen in 2024 en daaropvolgende jaren te kunnen uitvoeren.
Rentekosten in 2023
Rentekosten | Raming bedrag rente in 2023 (primitief) | Werkelijk bedrag rente in 2023 | Verschil |
---|---|---|---|
Kortgeld | 0 | 0 | 0 |
Langgeld | 1.851 | 1.831 | -20 |
Totaal | 1.851 | 1.831 | -20 |
Leningenportefeuille
De onderhandse leningen vormen een belangrijk deel van het totale vreemd vermogen van de gemeente. De reguliere aflossingen en de gemiddelde rente in 2023 zijn in onderstaande tabel weergegeven. Alle leningen hebben een vaste rente over de gehele looptijd.
Mutaties in de leningenportefeuille | Bedrag in € | Gemiddelde rente in % |
---|---|---|
Stand per 1 januari 2023 | 105.989.918 | 1,78 |
Nieuwe lening | ||
Reguliere aflossingen | 6.748.972 | |
Vervroegde aflossingen | ||
Stand per 31 december 2023 | 99.240.946 | 1,79 |
Uitzettingen kortgeld
Bij het tijdelijk verstrekken van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen spreekt men van uitzettingen. Wij mogen uitzettingen per kwartaal van kortgeld boven de 2% (met een minimum van € 1 miljoen) van het begrotingstotaal alleen uitzetten bij de schatkist. Om binnen het drempelbedrag te blijven wordt dagelijks het saldo dat boven de norm uitkomt automatisch overgeboekt naar de schatkist.
Uit onderstaande tabel blijkt dat er geen overschrijdingen van het drempelbedrag hebben plaatsgevonden.
Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1.000) inclusief de Zuidhoek
Nr. | Omschrijving, bedragen x €1.000 jaar 2023 | Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 |
---|---|---|---|---|---|
1 | Drempelbedrag | 2.835 | 2.835 | 2.835 | 2.835 |
2 | Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen | 98 | 136 | 161 | 92 |
(3a) = (1) > (2) | Ruimte onder het drempelbedrag | 2.737 | 2.699 | 2.674 | 2.743 |
(3b) = (2) > (1) | Overschrijding van het drempelbedrag | 0 | 0 | 0 | 0 |
Aandelen
Het deelnemen in aandelenkapitalen in 2023 is volgens onderstaande tabel.
In 2023 is in de deelneming in GBE Aqua een bedrag van € 3.474.126 aan kapitaalverstrekking bijgestort. GBE Aqua is opgericht om 50% van de aandelen van Evides te kopen van de PZEM. De aandelen zijn in handen van de provincie Zeeland, de Zeeuwse gemeenten en de gemeenten Woensdrecht, Bergen op Zoom en Goeree-Overflakkee. De andere 50% is in het bezit van (GBE) waar de Zuid-Holland zuid gemeenten aandeelhouder van zijn. Het aandeel van onze gemeente bedraagt 3,914%.
Instantie jaar 2023 | Nominaal bedrag van de deelneming in € | Dividenduitkering of renteopbrengst in € |
---|---|---|
BNG Bank | 59.475 | 59.725 |
ZEH (voorheen PZEM) | 270.907 | 3.907.069 |
Zuidhoek BV’s | 36.302 | |
GBE/Aqua | 6.692.926 | |
Aandelen Economische Impuls Zeeland | 2.310 | |
Totaal | 7.061.920 | 3.966.794 |
Relatiebeheer
Sinds 2019 hebben we op de rekening-courant van de BNG een kredietfaciliteit van € 4 miljoen en een intra-daglimiet van € 10 miljoen. Doelstelling is om de hoogte van de kredietlimiet te verlagen om op het ongebruikte deel van de kredietlimiet kosten te besparen. Daarbij is een intra-daglimiet geïntroduceerd als aanvulling op de kredietlimiet. Deze intra-daglimiet is één kalenderdag beschikbaar ter overbrugging om overstanden op de kredietfaciliteit te voorkomen.
4.5 RENTESCHEMA
Terug naar navigatie - 4.5 RENTESCHEMAConform het Besluit Begroting en Verantwoording maken wij een renteschema op. Deze geeft inzicht in de totale rentelasten en de wijze van toerekening aan de grondexploitaties en taakvelden.
Renteschema 2023 | Bedrag | Bedrag | |
---|---|---|---|
a. | Rentelasten korte en lange financiering | 1.830.976 | |
b. | Externe rentebaten | -1.614.693 | |
Totaal door te rekenen externe rente | 216.283 | ||
c1. | Rente die aan de grondexploitatie wordt doorgerekend | -36.208 | |
c2. | Rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld wordt toegerekend | -796.285 | |
Saldo totaal door te rekenen externe rente | -616.210 | ||
d1. | Rente over eigen vermogen en voorzieningen | 1.414.091 | |
Aan taakvelden toe te rekenen rente | 797.881 | ||
e. | Werkelijk aan taakvelden toegerekende rente | 707.288 | |
Renteresultaat op taakveld Treasury | 90.593 |
Ad b. De externe rentebaten betreffen voornamelijk de ontvangen rente van het Schatkistbankieren. Het gemiddelde saldo in 2023 bedroeg 32,2 miljoen met een gemiddeld rentepercentage van 3,2%.
Ad c1 en c2. Er mag geen rente over het eigen vermogen en voorzieningen worden toegerekend aan grondexploitaties en investeringen, waarbij sprake is van projectfinanciering. Er is sprake van projectfinanciering voor de bouw van het sportcentrum in Zierikzee en de Pontes.
Ad d1. Het rentepercentage over het eigen vermogen en de voorzieningen mag maximaal het rentepercentage zijn dat door ons aan rentelasten over de extern aangetrokken korte en lange financiering wordt betaald (is 1,79 % in 2023, zie onderdeel 4.4). In 2023 rekenden we ook met dit %.
Ad e. De resterende rente wordt via het rente-omslagpercentage toegerekend aan de taakvelden. De notitie rente van het BBV stelt dat het niet is toegestaan om op taakvelden te differentiëren in het toe te rekenen rentepercentage (behalve aan bouwgronden en investeringen die met projectfinanciering zijn gefinancierd). Aan deze uitspraak voldoen wij.
Renteresultaat
De afwijking tussen de werkelijke rentelasten en de toegerekende rentelasten bedraagt 11,3%. Het verschil wordt veroorzaakt doordat de werkelijke rentebaten aanzienlijk hoger waren dan oorspronkelijk begroot en de te laag begrote rentebaten van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting.
Op grond van de notitie rente van het BBV is een correctie verplicht als de afwijking groter is dan 25%. Aan deze eis voldoen wij.
4.6 VALUTARISICOBEHEER
Terug naar navigatie - 4.6 VALUTARISICOBEHEERHet valutarisico is in onze gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in euro’s.
4.7 INFORMATIEVOORZIENING
Terug naar navigatie - 4.7 INFORMATIEVOORZIENINGAan de toezichthouder (provincie Zeeland) verstrekken wij verantwoordingsinformatie over de treasury-activiteiten:
1. bij overschrijding van de kasgeldlimiet in drie achtereenvolgende kwartaalrapportages (Staat A).
2. jaarlijks bij de begroting en de jaarstukken via de paragraaf financiering.
3. de leningsbesluiten bij het aantrekken van leningen.