Paragrafen

Paragraaf 1 Lokale heffingen

1.1 ALGEMEEN

Terug naar navigatie - 1.1 ALGEMEEN

In de paragraaf lokale heffingen geven we inzicht in de opbrengsten die met heffingen worden gegenereerd en de lastendruk die wordt veroorzaakt door deze heffingen. 

1.2 GEMEENTELIJK BELEID 2025-2028

Terug naar navigatie - 1.2 GEMEENTELIJK BELEID 2025-2028

Jaarlijks stelt de raad via de Kadernota programmabegroting vast met welk indexeringspercentage de tarieven voor de belastingen worden verhoogd. Op grond van de door u op 4 juli 2024 vastgestelde Kadernota programmabegroting 2025-2028 is de stijging van de tarieven voor belastingen en rechten bepaald op 3,3%. De indexatie van de tarieven rioolheffingen volgen uit het Gemeentelijk rioleringsplan (vGRP) 2022 – 2026 (1,9%). 

1.3 GERAAMDE INKOMSTEN

Terug naar navigatie - 1.3 GERAAMDE INKOMSTEN

In meerjarig perspectief zien de geraamde belastingopbrengsten er als volgt uit.

Belastingopbrengsten (in €) Realisatie 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028
Onroerende-zaakbelastingen 10.973.337 11.590.426 12.098.748 12.461.710 12.897.870 13.297.704
Afvalstoffenheffing/ Reinigingsrecht 4.644.079 4.880.254 5.522.276 5.687.944 5.887.022 6.069.520
Rioolheffing 7.306.570 7.421.495 7.565.694 7.712.696 7.862.553 8.015.323
Landtoeristenbelasting 9.783.795 9.692.716 10.047.403 10.348.825 10.711.034 11.043.076
Watertoeristen-belasting 299.119 283.384 355.749 366.421 379.246 391.003
Forensenbelasting 3.545.064 3.508.669 3.819.692 3.934.283 4.071.983 4.198.214
Parkeerbelasting 316.649 2.292.641 2.421.265 2.484.455 2.560.388 2.629.998
Bedrijfsinvesteringszone (BIZ) 299.990 304.000 116.063 116.063 62.605 0
Precariobelasting 83.201 162.778 162.704 167.585 173.451 178.828
Totaal: 37.251.805 40.136.363 42.109.594 43.279.983 44.606.152 45.823.866

1.4 BELEIDSVOORNEMENS PER HEFFING

Terug naar navigatie - 1.4 BELEIDSVOORNEMENS PER HEFFING

In dit onderdeel geven wij een toelichting op de belangrijkste (tarief)aanpassingen voor de begrotingscyclus 2025-2028. De lokale lasten worden in 2025 in basis met 3,3 % verhoogd. Hierop zijn een aantal uitzonderingen,  te weten de tarieven afvalstoffenheffing en reinigingsrechten, de tarieven rioolheffing gebruiker en de tarieven parkeerbelasting.  De tarieven (water)toeristenbelasting zijn bij de behandeling van de Kadernota 2025-2028 vastgesteld. Voor de tarieven van de OZB en de forensenbelasting geldt dat deze afhankelijk zijn van de WOZ waarde. Na het gereedkomen van de herwaardering WOZ stelt de raad de tarieven in de raadsvergadering van 12 december 2024 definitief vast. 

Hieronder een tabel met de ontwikkeling van de belangrijkste belastingtarieven.

Afvalstoffenheffing
Tarieven (in €) 2022 2023 2024 2025
Eenpersoonshuishouden 188,61 188,61 197,19 225,50
Meerpersoonshuishouden 239,82 239,82 250,73 286,70
Bedrag per lediging van de rolcontainer 6,37 6,37 6,66 7,62
Bedrag per aanbieding ondergrondse container 1,59 1,59 1,66 1,89
Rioolheffing
Tarieven (in €) 2022 2023 2024 2025
Zakelijk recht (per eigendom) 184,25 184,25 187,75 191,32
Gebruiker 72,54 72,54 73,92 73,92
+ per m3 boven 200m3 2,54 2,54 2,59 2,59
Onroerende-zaakbelastingen
Tarieven (in % van de WOZ-waarde) 2022 2023 2024 2025
Zakelijk recht woningen 0,1187 0,1050 0,0985 0,1018
Zakelijk recht niet-woningen 0,2386 0,2375 0,2443 0,2524
Gebruik niet-woningen 0,1922 0,1913 0,1967 0,2032
Forensenbelasting
Tarieven (in €) 2022 2023 2024 2025
Tarief 0,3037% 0,3242% 0,3072% 0,3173%
(Water)toeristenbelasting
Tarieven (in € ) 2022 2023 2024 2025
Per persoon per nacht hoogseizoen 1,95 2,04 2,04 2,02
Per persoon per nacht laagseizoen 1,75 1,83 1,83 2,02
Per persoon per nacht minicamping 1,50 1,57 1,57 1,79
Vaste jaar- of seizoenplaats 347,80 363,81 363,81 371,68
Vaste jaar- of seizoenplaats minicamping 276,00 288,88 288,88 329,36
Voorseizoenarrangement 151,70 158,67 158,67 165,64
Voorseizoenarrangement minicamping 123,00 128,74 128,74 146,78
Verlengd voorseizoenarrangement 187,95 196,59 nvt nvt
Verlengd voorseizoenarrangement minicamping 151,50 158,57 nvt nvt
Naseizoenarrangement 112,00 117,12 117,12 129,28
Naseizoenarrangement minicamping 96,00 100,48 100,48 114,56
Maandarrangement juni 49,14 51,41 51,41 50,90
Maandarrangement september 44,10 46,12 46,12 50,90
Maandarrangement juni minicamping 37,80 39,56 39,56 45,11
Maandarrangement september minicamping 37,80 39,56 39,56 45,11
Winterarrangement 1 35,00 36,60 nvt nvt
Winterarrangement 2 24,50 25,62 nvt nvt
Winterarrangement 1 minicamping 30,00 31,40 nvt nvt
Winterarrangement 2 minicamping 21,00 21,98 nvt nvt
Vaartuig 4 - 7 meter op vaste ligplaats 65,22 65,22 65,22 77,56
Vaartuig 7,01 - 12 meter op vaste ligplaats 98,85 98,85 98,85 104,00
Vaartuig langer dan 12 meter op vaste ligplaats 150,21 150,21 150,21 129,68
Parkeerbelasting
Tarieven (in €) 2022 2023 2024 2025
Tarief 1 2,65 2,65 2,65 2,85
Tarief 2 2,00 2,00 2,00 2,15
Bezoekersvergunning 30,6 32,05 33,50 35,00

Onroerende-zaakbelastingen (OZB) 
Evenals voorgaande jaren houden wij rekening met € 65.000 per jaar aan extra belastingopbrengsten vanuit areaaluitbreiding.  Uitgangspunt voor de OZB is dat alleen de tarieven worden geïndexeerd.  De definitieve tarieven zijn pas eind dit jaar bekend vanwege de herwaardering WOZ. Daarbij is bestendig beleid dat de tarieven worden bijgesteld aan de hand van de uitkomsten ervan.

Toeristenbelasting 
Bij de behandeling van de Kadernota 2025-2028 zijn de verordeningen toeristenbelasting en watertoeristenbelasting reeds vastgesteld. Daarbij is het eerder besluit tot het hanteren van gedifferentieerde tarieven teruggedraaid, vanaf 2025 wordt geen onderscheid in de tarieven meer gemaakt tussen verblijf in hoog- en laagseizoen. Daarbij wordt binnen twee jaar (2025 en 2026) stapsgewijs toegegroeid naar een en hetzelfde tarief voor alle sectoren. Vanuit een stijging van het aantal overnachtingen de afgelopen jaren, houden we in deze begroting rekening met een structruele meeropbrengst van € 91.000. 

Forensenbelasting 
Uitgangspunt voor deze heffing is dat alleen een indexatie van het tarief plaatsvindt. Dit op basis van de per 2024 aangepaste tarievenstructuur. Ook hiervoor geldt dat het definitieve tarief zijn pas eind dit jaar bekend is vanwege de herwaardering WOZ. En ook hiervoor geldt dat bestendig beleid is dat dit tarief wordt  bijgesteld aan de hand van de uitkomsten ervan.  Vanuit een stijging van het aantal woningen dat in de forensenbelasting wordt betrokken, houden we in deze begroting rekening met een structurele meeropbrengst van € 189.000. 

Parkeerbelasting 
Het is niet gebruikelijk om de parkeertarieven jaarlijks te indexeren. Het laatste jaar van indexatie was 2022. In deze begroting gaan voor 2025 uit van een indexatie van 7,8%.  Dit percentage is gebaseerd op het reguliere indexatiepercentage voor belastingen van 2024 (4,4%) en het percentage voor 2025 (3,3%). Voor de parkeervergunningen volgen we de reguliere indexatie van 3,3%. Ook in 2025 worden de tarieven voor de parkeervignetten niet geindexeerd. 

Precariobelasting 
Geen bijzonderheden.

Rioolheffing
Op basis van het vigerende vGRP met een indexatie van de tarieven van 1,9% zou de geraamde opbrengst voor 2025 € 90.000 hoger uitkomen dan benodigd is. We laten voor 2025 de indexatie voor de gebruikersheffingen (zowel het vastrecht als het tarief per kubieke meter) hierdoor achterwege, voor de eigenarenheffing gaat we wel uit van een indexatie van 1,9%. Reden voor deze keuze is dat de gebruikers van onroerende zaken al te maken krijgen met een extra lastenstijging bij de afvalstoffenheffing, door het hanteren van de nullijn voor de rioolheffing gebruik vastrecht wordt deze stijging enigszins gedempt. Ten aanzien van de rioolheffing gebruik per kubieke meter ontvangt de Belastingsamenwerking steeds meer klachten en bezwaren over het niet meer proportioneel zijn van het tarief. Ook hiervoor hanteren we voor 2025 de nullijn. De signalen over de hoge tarieven nemen we mee bij de komende herziening van het vGRP.

Afvalstoffenheffing / reinigingsrechten
Op basis van de reguliere indexatie constateren we dat de egalisatievoorziening vuilverwerking meerjarig negatief zou lopen. Op grond van het bepaalde in het BBV is dat niet toegestaan. Dit wordt aan de één kant veroorzaakt door lagere belastingopbrengsten bij de afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten. Bij de behandeling van de 2e Financiele rapportage 2023 gaven aan dat het succes van het Diftar-systeem dit neveneffect veroorzaakt. Daarbij gaven we u al een signaal dat bij ongewijzigd beleid maatregelen nodig zouden zijn om de voorziening op lange termijn weer op niveau te krijgen. Ondertussen zien we ook de lasten verder toenemen, deels veroorzaakt door vervangingsinvesteringen die de komende jaren gepland staan. Effect van dit al is dat we genoodzaakt zijn in deze begroting boven op de reguliere inflatiecorrectie een extra verhoging van de tarieven toe te passen van gemiddeld 10,7%. Dit zowel voor de afvalstoffenheffing als de reinigingsrechten.

Wel wijzen we u nog op het volgende. Uw raad behandelde op 26 september jl. het voorstel 'Programma Van Huishoudelijk Afval Naar Grondstof (VHANG)'. Ten tijde van het opstellen van deze begroting was uw besluit daarover nog niet bekend. In het voorstel is aangegeven dat we de financiele consequenties ervan zouden betrekken bij het opstellen van de Programmabegroting 2025-2028. Dat was echter op basis van de oorspronkelijke planning (raad juni). De agendacommissie besloot het voorstel echter te agenderen na de zomer waardoor we de consequenties van uw besluitvorming niet meer mee konden betrekken in deze begroting.  We werken er nu naar toe om u een voorstel voor te leggen in dezelfde raad als waarin u de belastingverordeningen vaststelt (raad december). Op voorhand kunnen we wel aangeven niet te verwachten dat beleidsaanpassingen ter zake een substantieel effect zullen hebben op de hierboven aangegeven noodzakelijke extra tariefstijgingen. 

1.5 KOSTENONDERBOUWING HEFFINGEN

Terug naar navigatie - 1.5 KOSTENONDERBOUWING HEFFINGEN

Op grond van het bepaalde in het Besluit begroting en verantwoording (Bbv) is het verplicht in de paragraaf lokale heffingen een overzicht op hoofdlijnen op te nemen van de diverse heffingen.  Hierin dient inzichtelijk te worden gemaakt hoe bij de berekening van tarieven van heffingen, die hoogstens kostendekkend mogen zijn, wordt bewerkstelligd dat de geraamde baten de ter zake geraamde lasten niet overschrijden ( de toets aan de opbrengstlimiet van artikel 229b  Gemeentewet), wat de beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekeningen en hoe deze uitgangspunten bij de tariefstelling worden gehanteerd.  Bij onze gemeente gaat het om de volgende heffingen: 

•    Scheepvaartrechten 
•    Rioolheffingen 
•    Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 
•    Lijkbezorgingsrechten
•    Leges

Hieronder vindt u per heffing een kostenonderbouwing. Waar wij dit noodzakelijk achten, geven wij u een korte tekstuele toelichting.  

Scheepvaartrechten

De gemeente Schouwen-Duiveland beheert een aantal havens. Dit brengt een veelheid aan kosten met zich mee. De voornaamste zijn de salarissen van de havenmeesters, onderhoudskosten en kapitaallasten. Daartegenover staan vooral baten uit scheepvaartrechten en vergoedingen voor nutsvoorzieningen.

De opbrengsten zijn exclusief de privaatrechtelijke baten. Als we deze meerekenen komt het dekkingspercentage uit op 86%, uitgaande van een positieve besluitvorming rond het voorstel Kostendekkendheid Havens (raad oktober) . Daarnaast maken verhuurde en verpachte gedeelten van havens geen onderdeel uit van de fiscale kostendekkendheid. Daarom zijn deze cijfers onvergelijkbaar met overzichten die bijvoorbeeld te relateren zijn aan de Wet Markt en Overheid.

Kostenonderbouwing scheepvaartrechten 2025 Bedragen in €
Baten heffingen 543.915
Lasten taakvelden
2.3 Recreatieve havens 688.321
2.4 Economische havens en waterwegen 223.996
5.7 Openbaar groen-(openlucht) recreatie 296.094
Netto lasten taakvelden 1.208.411
Toe te rekenen kosten:
Overhead 60.563
Totale lasten 1.268.974
Dekkingspercentage 43%

Rioolheffingen

Op grond van het vGRP worden de lasten en baten voor riolering budgettair neutraal verwerkt. Dit betekent dat sprake is van een kostendekkendheid van 100%. 

Kostenonderbouwing rioolheffingen 2025 Bedragen in €
Baten heffingen 7.565.694
Lasten taakvelden:
2.1 Verkeer en vervoer 304.644
6.3 Inkomensregelingen 40.690
7.2 Riolering 6.018.769
Netto lasten taakvelden 6.364.103
Toe te rekenen kosten:
Overhead 245.006
BTW 1.246.972
Dotatie voorziening -290.387
Totale lasten 7.565.694
Dekkingspercentage 100%

Afvalstoffenheffing / reinigingsrechten

De lasten en baten voor gemeentereiniging verwerken we budgettair neutraal via de voorziening vuilverwerking. 

Kostenonderbouwing afvalstoffenheffing 2025 Bedragen in €
Baten heffingen 5.318.169
Lasten taakvelden:
6.3 Inkomensregelingen 138.116
7.3 Afval 4.195.682
Netto lasten taakvelden 4.333.798
Toe te rekenen kosten:
Overhead 476.300
BTW 475.684
Dotatie voorziening 32.387
Totale lasten 5.318.169
Dekkingspercentage 100% 100%
Kostenonderbouwing reinigingsrechten 2025 Bedragen in €
Baten heffingen 204.107
Lasten taakvelden:
7.3 Afval 187.807
Netto lasten taakvelden 182.388
Toe te rekenen kosten:
Overhead 15.957
BTW 0
Dotatie voorziening 343
Totale lasten 204.107
Dekkingspercentage 100%

Lijkbezorgingsrechten

In 2016 stelde de raad het begraafplaatsenbeleid vast. Als onderdeel daarvan werd ingestemd met een jaarlijkse verhoging van de leges van 1,0% over een periode van 10 jaar, boven op de inflatiecorrectie om over 10 jaar een kostendekking van tenminste 70% te hebben. Uit onderstaande berekening blijkt een kostendekkendheidspercentage van 68% voor 2025.

Kostenonderbouwing lijkbezorgingsrechten 2025 Bedragen in €
Baten heffingen 584.642
Lasten taakvelden:
7.5 Begraafplaatsen en crematoria 692.279
Netto lasten taakvelden 685.982
Toe te rekenen kosten:
Overhead 170.569
Totale lasten 828.920
Dekkingspercentage 68%

Leges 
Leges worden over tal van producten geheven. In onderstaande tabel presenteren wij de kostendekking per paragraaf in de legesverordening. In de daaropvolgende tabel is het gemiddelde kostendekkingspercentage aangegeven. We hanteren bij de leges de toegestane regels van kruissubsidiëring, Daarmee wordt bedoeld dat voor het berekenen van de opbrengstlimiet de leges tezamen mogen worden genomen. Dit wordt ook wel kruissubsidiëring genoemd. Alleen bij de vergunningstelsels genoemd in hoofdstuk 3 van de tarieventabel kan door werking van de Europese dienstenrichtlijn geen kruissubsidiëring plaatsvinden in die zin dat de tarieven in hoofdstuk 3 per paragraaf meer dan kostendekkend mogen worden vastgesteld ter compensatie van andere, niet-kostendekkende tarieven in de verordening. Voor de toets aan de opbrengstlimiet blijven de op basis van alle vastgestelde tarieven de totaal geraamde baten en lasten van belang (toets op verordeningniveau). Vigerend beleid is het uitgangspunt van 100% kostendekking bij de leges. Dit volgt uit uw besluit 21 september 2020. 

Voor 2025 wijzen wij u in het bijzonder op de inwerkingtreding van de nieuwe Omgevingswet per 1 januari 2024 en het daarmee samenhangende nieuwe VNG-model van de legesverordening. In uw vergadering van 21 december 2023 stelde u op basis daarvan de legesverordening 2024 vast die qua indeling substantieel afwijkt van de voorgaande legesverordening. In verband daarmee is de opzet en presentatie van de kostenbouwing leges ook totaal anders van opzet dat in de begroting 2024.  Voor deze opzet is gebruik gemaakt van de ramingen ter zake zoals opgenomen in deze begroting. Belangrijk deel daarvan zijn de capaciteitsramingen van de interne organisatie. Met andere woorden, aan welke taken denken we welke uren te besteden. En voor de kostenonderbouwing leges is daarbij van belang of de kosten die uit deze uren volgen toerekenbaar aan legesproducten. Het toerekenen van kosten is een zeer complexe aangelegenheid, zeker omdat vanuit fiscale wetgeving en jurisprudentie specifieke vereisten zijn gesteld welke kosten mogen worden toegerekend. 

Aan de inventarisatie van de capaciteitsramingen gaven we extra aandacht. De uitkomsten daarvan  en daarmee de toerekening van kosten aan de diverse legesproducten wijkt substantieel af van de begroting van vorig jaar. Waar het uitgangspunt dus is 100% kostendekking van de leges, concluderen we op basis van alle onderliggende berekeningen een kostendekking van 78% op verordeningniveau. Dat impliceert dat de kosten in ruime mate de baten overstijgen, het gaat hierbij om een  indicatief bedrag van ongeveer € 830.000. Vanwege dit substantiele verschil gaan we tussen nu en het moment dat wij u de Legesverordening 2025 voorleggen (raad december) nogmaals kritisch de toerekening van kosten doorlopen. Onjuistheden in de kostentoerekening kunnen namelijk verstrekkende financiele gevolgen voor de gemeente met zich meebrengen.  Daarbij speelt dat uit uw besluit van 21 september 2020 volgt dat de 'knop om aan te draaien' om tot 100% kostendekking van de leges te komen het tarief leges omgevingsvergunning is. Zonder nu direct waarde te willen hechten aan het genoemde bedrag van € 830.000,  geven wij u toch alvast mee dat dit een tariefstijging van bijna 44% met zich meebrengt. Wij kunnen ons zeker voorstellen dat u hierover eerst een politieke discussie wil voeren dan dat we bij voorbaat een substantiele bijraming van de baten meenemen in deze begroting en daarmee het geprognosticeerde tekort op de budgettaire ruimte verlagen. 

 

Kostendekkendheid leges 2025
Hoofdstuk Naam hoofdstuk Lasten in € Baten in € Percentage
Totaal 3.721.635 2.891.899 78%
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening 830.908 674.365 81%
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand 87.175 93.402 107%
Paragraaf 1.1 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart 415.566 284.530 68%
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen 166.734 167.532 100%
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens 19.889 9.434 47%
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken -
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken 16.913 18.361 109%
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten 111.821 92.231 82%
Paragraaf 1.10 Diversen 12.810 8.875 69%
Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet 2.573.545 2.127.218 83%
Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2 317.181 90.316 28%
Paragraaf 3.1 Horeca 73.734 27.119 37%
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt 243.447 63.197 26%
Paragraaf 3.5 Standplaatsen
Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014
Paragraaf 3.8 Niet benoemd besluit op aanvraag
Kostenonderbouwing leges 2025 Bedragen in €
Baten 2.891.899
Lasten taakvelden:
Uren 2.148.629
Overige kosten 606.123
Netto kosten taakvelden 2.754.752
Toe te rekenen kosten:
Overhead 966.883
Dotatie voorziening 0
Totale lasten 3.721.635
Dekkingspercentage 78%

1.6 VERGELIJKEND OVERZICHT WOONLASTEN

Terug naar navigatie - 1.6 VERGELIJKEND OVERZICHT WOONLASTEN

De gemiddelde woonlasten van een éénpersoonshuishouden met een eigen woning:

De gemiddelde woonlasten van een meerpersoonshuishouden met een eigen woning:

De gemiddelde woonlasten van een éénpersoonshuishouden met een huurwoning:

De gemiddelde woonlasten van een meerpersoonshuishoudens met een huurwoning:

Bovenstaande belastingtarieven zijn op basis van de huidige opbrengsten in deze begroting tot stand gekomen. 

1.7 KWIJTSCHELDINGSBELEID

Terug naar navigatie - 1.7 KWIJTSCHELDINGSBELEID

Op grond van de Invorderingswet 1990 kunnen gemeenten kwijtschelding verlenen voor gemeentelijke heffingen. Zij kunnen zelf beslissen voor welke heffingen kwijtschelding mogelijk is. De voorwaarden waarbinnen dat mag zijn echter door het Rijk nauw omschreven. 

Kwijtschelding kan voor de volgende belastingen worden verleend: 
•    Afvalstoffenheffing, behoudens op extra aangevraagde emmers;
•    Rioolheffing gebruikersdeel, behoudens op extra afgenomen kubieke meters water.

Een deel van de kwijtscheldingsaanvragen worden geautomatiseerd beoordeeld. Dit gebeurt bij de Stichting Inlichtingenbureau, opgericht door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De overige verzoeken worden handmatig beoordeeld 

De uitgaven als gevolg van kwijtschelding zijn voor onze gemeente begroot op € 178.806 . 

Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

2.1 BEGRIPPEN, PROVINCIAAL TOEZICHT EN REGELGEVING

Terug naar navigatie - 2.1 BEGRIPPEN, PROVINCIAAL TOEZICHT EN REGELGEVING

De paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing bestaat uit:

  • Het gemeentelijke beleid over de weerstandscapaciteit en de risico’s;
  • Een overzicht van reserves en voorzieningen om risico’s af te wenden;
  • een inventarisatie van de weerstandscapaciteit;
  • een inventarisatie van de risico’s.

In deze paragraaf van de begroting gaan we in op de ontwikkelingen over deze vier punten.

2.2 ONS BELEID

Terug naar navigatie - 2.2 ONS BELEID

In juli 2019 stelde de raad de Kadernota 2019-2023 Risicomanagement & Rechtmatigheidsverantwoording (hierna genoemd Kadernota) vast. Deze Kadernota beperkt zich niet tot financiële risico’s, maar gaat ook over niet-financiële risico’s zoals bestuurlijke en juridische risico’s, imago- en frauderisico’s en risico’s in de bedrijfsvoering op het gebied van personeel en informatie- en communicatietechnologie.  In de Kadernota ligt het gemeentelijk risicoprofiel vast, als ook de normen voor de weerstandsratio en streefwaarden voor financiële kengetallen, aan de hand waarvan wij kunnen monitoren dat we als gemeente financieel gezond blijven.  

Uitgangspunt voor de ontwikkeling en invoering van risicomanagement is om niet alleen de mogelijke risico’s te analyseren en in kaart te brengen, maar om tevens de methodiek van risicomanagement in te voeren. Hierbij betrekken wij ook de adviezen van de accountant en de auditcommissie.

De raad evalueerde in februari 2022 de streefwaarden voor de financiële kengetallen en concludeerde dat de bestaande normen de organisatie, het college en de raad scherp houdt op de ontwikkeling van de financiële positie en daarom niet behoeven te worden aangepast.

2.3 VOORZIENING OM RISICO’S AF TE WENDEN

Terug naar navigatie - 2.3 VOORZIENING OM RISICO’S AF TE WENDEN

We voorzien risico’s in het niet ontvangen van betalingen voor geleverde diensten, belastingen en andere baten of terugbetalingen van uitkeringen voor bijvoorbeeld levensonderhoud. Hiervoor zijn twee financiële voorzieningen gevormd die gezamenlijk rond de € 400.000 zijn. Op basis van vaste rekenmethodieken wordt de omvang bepaald en gevoed uit de exploitatie. Tevens is een reserve gevormd voor tekorten bij de Zuidhoek.
Verder is er een voorziening gevormd ter dekking van kwantificeerbare financiële risico’s binnen de bouwgrondexploitatie.

2.4 ONZE RISICO’S

Terug naar navigatie - 2.4 ONZE RISICO’S

Een risico is een mogelijke gebeurtenis met een gevolg voor de organisatie. Met behulp van een risicomanagementinformatiesysteem prioriteert, analyseert en beoordeelt de gemeentelijke organisatie risico's op systematische wijze. Op basis van de inventarisatie is een risicoprofiel opgesteld. Het onderstaande overzicht toont de tien grootste financiële risico's en de som van de overige risico’s. Onderaan de tabel is het totaalbedrag voor deze overige risico’s opgenomen.

Al ons bekende relevante risico's zijn opgetekend. Wij onderzochten wat de beheersmaatregelen zijn en wat vervolgens de restrisico's zijn (impact). De restrisico's zijn qua hoogte gecategoriseerd in vijf rubrieken:
5   > € 500.000
4    € 250.000 - ≤ € 500.000
3    € 100.000 -≤ € 250.000
2    € 25.000 -≤ € 100.000
1    < € 25.000
We hebben ons ook de vraag gesteld: hoe vaak kan zich het risico voordoen in een bepaalde periode (kans).

Verwachte frequentie dat het risico zich voordoet Kans
Risico doet zich minder dan 1 maal per 10 jaar voor 1
Risico doet zich 1 maal per 5-10 jaar voor 2
Risico doet zich 1 maal per 2-5 jaar voor 3
Risico doet zich 1 maal per 1-2 jaar voor 4
Risico doet zich 1 maal per jaar voor 5

Met deze twee parameters is de kans maal impact te berekenen en dus ook de hoogte van de totale risico's dat afgedekt moet worden met eigen vermogen. Om meer inzicht te krijgen in de spreiding van de risico’s naar kans, optreden en gevolg, gebruiken we de risicokaart (zie hieronder). De nummers geven de aantallen risico’s weer die zich in het desbetreffende vak van de risicokaart bevinden. Dit maakt inzichtelijk hoe de risico’s zijn verdeeld over het groene, oranje en rode gebied.

Risicomatrix
Risico Impact 5 - > € 500.000 4 2 1
4 - € 250.000 - = € 500.000 2 3
3 - € 100.000 - = € 250.000 1 2
2 - € 25.000 - = € 100.000 1 1
1 - < € 25.000 6 1
1 - Onwaarschijnlijk 2 - Mogelijk 3 - Aannemelijk 4 - Waarschijnlijk 5 - Zeker
Risico Waarschijnlijkheid

Een risicoscore in het groene gebied vormt geen direct gevaar voor de continuïteit van de organisatie. Risico’s die in het oranje gebied zitten vragen om aandacht. Ze vormen individueel nog geen reëel gevaar voor de continuïteit van de organisatie, maar naarmate de tijd vordert, kan het risico wel een bedreiging gaan vormen.  Risico's in het rode gebied hebben door de financiële omvang een grote impact.  Door beheersmaatregelen te treffen houden we zoveel als mogelijk grip op de risico's. 

Risico Waarschijnlijkheid Financieel gevolg in € Financieel gevolg weging in €
1 Schadeclaims nvt nvt 1.110.000
2 Als gevolg van incidenten zoals branden,ernstige ongelukken en infectieziekten is de kans dat de economische impact groot is doordat toeristen het eiland mijden en/of onze bedrijvigheid staakt. Als gevolg hiervan bestaat het risico dat de inkomsten van toeristenbelasting en parkeerheffingen dalen en de lasten van sociale uitkeringen in verband langdurige werkloosheid verhogen. 50% - Aannemelijk 1.750.000 875.000
3 Als gevolg van de uit- en/of afstel renovatie van de Oude Haven te Zierikzee lopen we kans dat we niet kunnen voldoen aan voorwaarden van de verkregen rijkssubsidie, waardoor die subsidie mislopen. 50% - Aannemelijk 1.700.000 850.000
4 Als gevolg van het niet betalen van rente en aflossing door woningeigenaren bestaat de kans dat de geldverstrekker ons aanspreekt uit hoofde van de garantstelling, waardoor wij gehouden zijn voor de betaling. 10% - Onwaarschijnlijk 6.400.000 640.000
5 Als gevolg van onvoldoende goede technische en organisatorische maatregelen, bestaat de kans dat een inbreuk op de bescherming van persoonsgegevens (datalek) (risico) ontstaat, waardoor schade onstaat voor de organisatie en betrokkenen. 70% - Waarschijnlijk 800.000 560.000
6 Als gevolg van het instorten/doorzakken van rioolbuizen bestaat de kans dat het riool niet kan doorstromen én schade ontstaat aan de bovengrond (terrein, gebouwen e.d.), waardoor er herstelwerkzaamheden moeten gebeuren aan het riool en verplichting tot schadeherstel. 30% - Mogelijk 1.000.000 300.000
7 Als gevolg van de uitval van ICT, of het door onbevoegden kennisnemen of manipuleren van bepaalde informatie, is het risico dat wij gegevens verliezen. 10% - Onwaarschijnlijk 2.000.000 200.000
8 Als gevolg van het niet meer hebben van het vertrouwen van de raad bestaat de kans een burgemeester, één of meerdere wethouders of het gehele college moet aftreden, waardoor er een een wachtgeldverplichting ontstaat. 10% - Onwaarschijnlijk 1.543.000 154.000
9 Als gevolg conjunctuurwisselingen bestaat de kans dat opdrachten bij de Zuidhoek wegvallen, waardoor er een omzetverlies volgt met doorlopende kosten. Het gevolg is een negatief bedrijfsresultaat. 10% - Onwaarschijnlijk 1.000.000 100.000
10 Rest 1.796.000 335.000
 Totaal 5.124.000

Toelichting

1. Schadeclaims
Betreft verwachte en/of neergelegde schadeclaims.

2. Rampen en incidenten
Elk incident kan zich elk moment voltrekken. Maatregelen zijn taken op het gebied van preventie, waaronder vergunningverlening en handhaving alsook bestrijding van infectieziekten (preventie/opsporing/inenten). Daarnaast is er planvorming crisisbeheersing en oefening.

3. Onderhoud oude haven Zierikzee
Door uit- en/of afstel renovatie van de Oude Haven kunnen we de rijkssubsidie voor het onderhoud mislopen omdat we niet voldoen aan de voorwaarden. We zijn in overleg met het Rijk om de voorwaarden in ons voordeel te veranderen.

4. Borg- en garantstellingen rente en aflossing leningen van woningeigenaren
De gemeente staat garant voor geldleningen van woningeigenaren ter bevordering van het eigen woningbezit. Het risico dat wij worden aangesproken is miniem, doordat eerst het Nationaal Hypotheek Garantie fonds worden aangesproken en pas daarna de gemeente.  

5. Datalekken
Het is niet uit te sluiten dat bijvoorbeeld met ransomware onze gegevens worden gegijzeld of dat informatie bij onbevoegden terecht komt of toegang geven tot informatiedragers. De schade kan materieel, immaterieel, juridisch, financieel zijn of betrekking hebben op imagoschade.
Een inbreuk op de bescherming van persoonsgegevens kan zijn: het onbedoeld inzien, het verwijderen, het verlies, het versturen en wijzigen van persoonsgegevens. Wij proberen het risico steeds meer te verkleinen met technische maatregelen en organisatorische maatregelen, waaronder beschreven werkprocessen, beleidsdocumenten, administratie, scholing, bewustwording en de procedures over het melden van incidenten en datalekken (met alle vervolgacties die dat met zich meebrengt).

6. Onderhoud rioleringen
Ondanks preventie-onderzoeken, die om de 8 jaar plaatshebben,  kunnen er inzakkingen ontstaan. Deze extra lasten zijn niet voorzien in de gevormde financiële voorziening en vormt een financieel risico. De gemeente is verantwoordelijk voor een goed functionerend gemeentelijk riool. Als zij het onderhoud daarvan laat afweten, of als de riolering beschadigd raakt door bijvoorbeeld werkzaamheden of verzakkingen, dan kan de gemeente aansprakelijk gesteld worden voor gevolgschade.  Deze laatste schade is niet verzekerd.

7.  Bescherming gegevens
Het is niet uit te sluiten dat bijvoorbeeld met ransomware onze gegevens worden gegijzeld. De kosten van een soortgelijke aanval en werking van ransomware kunnen oplopen tot € 2 miljoen. We nemen maatregelen die volgen uit de zelfevaluatie Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) en door opvolging van de aanbevelingen van de externe audits volgens de Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENSIA) op de informatie-uitwisseling DigiD, Suwinet, BRP en reisdocumenten en Geobasisadministraties.

8. Wachtgeldverplichtingen dagelijks bestuur
De kans dat het hele bestuur door de raad wordt weggestuurd of op eigen initiatief opstapt, is klein. Naast een wachtgeldverplichting verlamt dit wel de voortgang van de werkzaamheden van de gemeente door een bestuursvacuüm. 

9. Orderportefeuille De Zuidhoek 
We vermijden dit risico door een continue acquisitie plus het ophogen re-integratie-activiteiten om het volume-verlies (verminderd aantal SW-medewerkers) te compenseren.  De Zuidhoek houdt een risicoreserve aan van € 1 miljoen om schommelingen in de omzet op te vangen.

10. Overige risico's  
Onder deze categorie zijn het veelal risico's van ondergeschikte aard, die we wel monitoren en maatregelen voor treffen om het risico te verkleinen.

Ten opzichte van de meest recente risico-inventarisatie (jaarrekening 2023) is de totale impact van de financiële risico's licht gestegen met € 360.000. 

Als alle risico's zich gelijktijdig in hun volle omvang zouden voordoen zou een nadeel optreden van € 5,1 miljoen. Het reserveren van een dergelijk groot bedrag als buffer voor alle risico's is echter ongewenst, omdat het niet waarschijnlijk is dat alle risico's zich in 2025 en verder gelijktijdig en in hun maximale omvang voordoen. Daarom is op basis van de ingevoerde risico's een extra weging gedaan op 90%. Het resultaat is dat met een benodigde weerstandscapaciteit van € 4,6 miljoen het voor 90% zeker is dat alle risico's die in 2025-2028 zouden kunnen optreden kunnen worden afgedekt. De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald door alle risico's waarvoor geen of onvoldoende beheersmaatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn.

2.5 BESCHIKBARE WEERSTANDSCAPACITEIT

Terug naar navigatie - 2.5 BESCHIKBARE WEERSTANDSCAPACITEIT

De beschikbare weerstandscapaciteit is de verzamelterm van alle middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om financiële tegenvallers te dekken. Het gaat om buffers in het eigen vermogen respectievelijk in de exploitatie. Buffers die we vrij kunnen maken dan wel beschikbaar laten komen om niet-begrote kosten die substantieel zijn te dekken, zonder dat dit gevolgen heeft voor het beleid en de uitvoering van taken.

De weerstandscapaciteit is eind 2025 als volgt:

Weerstandscapaciteit Bedragen in €
Resterende belastingcapaciteit:
·         Onroerende-zaakbelastingen 2.787.000
·         (Water)toeristenbelasting 0
·         Forensenbelasting 0
·         Lijkbezorgingsrechten 244.000
·         Parkeerbelasting 0
·         Scheepvaartrechten 725.000
·         Leges 830.000
Totale resterende belastingcapaciteit 4.586.000
Vrij aanwendbare reserves:
·         Algemene reserve 24.074.000
·         Uitvoering strategische visie 15.521.000
·         Algemene reserve De Zuidhoek 1.191.000
·         Egalisatiereserve algemene uitkering 2.139.000
·         Algemene reserve Ontwikkelingsbedrijf 2.136.000
Totaal weerstandscapaciteit vermogen 45.061.000
Totale weerstandscapaciteit 49.647.000

Toelichting weerstandscapaciteit
Resterende belastingcapaciteit
Belastingcapaciteit is de ruimte om de belastingen en heffingen te verhogen of in te voeren. Voor de heffingen gelden regels: de tarieven mogen maximaal kostendekkend zijn.

Voor de onroerende-zaakbelastingen (OZB) hanteert het Rijk de zogenaamde artikel 12-norm (voor financieel armlastige gemeenten). Dit is het tarief dat een gemeente moet hanteren als zij voor een eventuele aanvullende uitkering uit het gemeentefonds in aanmerking wil komen. 

Voor de (water-)toeristenbelasting en forensenbelasting gelden geen maximum- of normtarieven. Voor de overige heffingen verwijzen wij u naar de Paragraaf lokale heffingen, onderdeel 1.5 (Kostenonderbouwing heffingen).

Vrij aanwendbare reserves
Algemene reserve
De algemene reserve dient primair als buffer om in jaren waarin een sluitende begroting niet mogelijk is bij te springen en ter opvanging voor negatieve jaarresultaten. Hiervoor geldt een minimumbedrag van € 4 miljoen. Alles boven dit bedrag (inclusief het geoormerkte deel voor het uitvoeringsprogramma strategische visie) is in principe vrij aanwendbaar en beschikbaar voor de weerstandscapaciteit. 

Op 11 november 2011 besloot de raad bij amendement € 12 miljoen in de algemene reserve te oormerken voor uitvoering van de Strategische Visie. De komende jaren staan voor de uitvoering van de strategische visie nog diverse plannen met uit deze reserve beschikbaar gestelde budgetten op de agenda. Ultimo 2028 is het verwachte saldo van de reserve strategische visie € 39,7 miljoen.

Egalisatiereserve algemene uitkering
Deze reserve zetten we in om mutaties vanuit het gemeentefonds op te vangen. De reserve bedraagt eind 2025 € 2,1 miljoen. 

Reserves Ontwikkelingsbedrijf
De algemene reserve van het ontwikkelingsbedrijf, waarbij onze grondexploitatie is ondergebracht, is betrokken bij het weerstandsvermogen.

2.6 WEERSTANDSVERMOGEN

Terug naar navigatie - 2.6 WEERSTANDSVERMOGEN

Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, moet de relatie worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij horende benodigde weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide componenten wordt in onderstaande figuur weergegeven.

      Ratio weerstandsvermogen          =      Beschikbare weerstandscapaciteit        =         49.647.000                    =     10,8

                                                                                         Benodigde weerstandscapaciteit                        4.600.000

Wij streven een weerstandsvermogen na dat tenminste ruim voldoende is. Dit vereist een ratio weerstandsvermogen dat gelijk is aan of hoger is dan 1,5.

2.7 RATIO’S EN KENGETALLEN

Terug naar navigatie - 2.7 RATIO’S EN KENGETALLEN

Deze paragraaf bevat op basis van wettelijke verantwoordingsregels de eerste vijf financiële kengetallen. Het zesde kengetal is geen verplicht kengetal, maar vloeit voort uit de eigen Kadernota risicomanagement. De kengetallen geven inzicht in de financiële positie van de gemeente.

Kengetallen Realisatie 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028
1a Netto schuldquote 31,8% 60,1% 37,8% 44,8% 52,0% 52,3%
1b Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 28,9% 51,5% 34,0% 40,7% 47,8% 48,1%
2 Solvabiliteitsratio 29,5% 27,1% 40,4% 43,0% 42,0% 42,3%
3 Structurele exploitatieruimte 12,5% 4,3% 6,1% 2,9% 1,1% 1,0%
4 Grondexploitatie 1,2% 0,9% 0,1% 1,1% 1,6% 1,5%
5 Belastingcapaciteit 109,0% 106,9% 107,8% 106,4% 106,5% 105,8%
6 Weerstandsratio 10,2 2,8 10,8 10,8 10,8 10,8

Netto schuldquote
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast ten opzichte van baten. Het geeft een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Op deze manier wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en ook wat dat betekent voor de schuldenlast. 

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Dit kengetal geeft inzicht in hoeverre er sprake is van doorlenen en geeft de netto schuldquote, zowel in- als exclusief doorgeleende gelden, weer. Hieruit blijkt het aandeel van de verstrekte leningen en wat dit betekent voor de schuldenlast.

Solvabiliteitsrisico
Dit is de verhouding tussen het eigen vermogen en het totale vermogen. Het zegt iets over het vermogen om zowel de kortlopende alsook de langlopende schulden te kunnen terugbetalen en is daarmee een indicator over “de financiële gezondheid” van de gemeente. Hoe hoger de verhouding eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen (solvabiliteitsratio), hoe financieel gezonder de gemeente.

Structurele exploitatieruimte
Dit percentage dient ter beoordeling welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. De structurele exploitatieruimte wordt berekend door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves te delen door de totale baten. Vanwege afwijkende definities is dit percentage onvergelijkbaar met het structureel begrotingssaldo zoals opgenomen in de toelichting op het overzicht van baten en lasten.

Grondexploitatie
Dit is de verhouding van de grondwaarde tot de totale baten. De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van onze gemeente. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend. De gronden zijn tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs dan wel lagere marktwaarde opgenomen. Dit kengetal geeft aan hoe groot de grondpositie (boekwaarde) is ten opzichte van de jaarlijkse baten. Hoe lager de ratio is, hoe beter.

Belastingcapaciteit
Dit geeft inzicht in de belastingdruk ten opzichte van het landelijk gemiddelde. De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk van de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Hierbij is een percentage van 100% precies gelijk aan het landelijk gemiddelde. Bij gemeenten zijn hierin de OZB-lasten, rioolheffing, afvalstoffenheffing en een eventuele heffingskorting betrokken.

Weerstandsratio
Dit geeft de verhouding aan tussen het bedrag waarover we risico’s lopen en de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet-voorziene financiële tegenvallers te bekostigen. Het gaat om buffers in het eigen vermogen en exploitatie. 

Beoordeling van de kengetallen
Bij de beoordeling van de waarde van de financiële kengetallen sluiten we aan bij de zogeheten ‘signaleringswaarden’ die afkomstig zijn uit onder meer de stresstest voor 100.000+ gemeenten en die zijn afgesproken door alle provinciale toezichthouders in het Vakberaad Gemeentefinanciën. Daarnaast heeft de raad met de vaststelling van de Kadernota risicomanagement bepaald dat de minimale omvang van het weerstandsvermogen 1,5 moet zijn.

In de tabel hieronder is te zien welke waarden bij welke categorie (A, B of C) behoren, waarbij categorie A het meest financieel gezond is en categorie C het minst.

Kengetal Waarde kengetal Categorie A Waarde kengetal Categorie B Waarde kengetal Categorie C
1.   Netto schuldquote <90% 90-130% >130%
2.   Solvabiliteitsratio >50% 20-50% <20%
3.   Structurele exploitatieruimte Begroting èn meerjarenbegroting Begroting of meerjarenbegroting Begroting en meerjarenbegroting
> 0% > 0% < 0%
4.   Grondexploitatie <20% 20-35% >35%
5.   Belastingcapaciteit <95% 95-105% >105%
6.   Weerstandsratio >1,5 <1,5 <1,5

In de Kadernota Risicomanagement heeft de raad voor de bepaling van de financiële gezondheid van onze gemeenten de volgende kaders vastgelegd:

Onze gemeente is financieel gezond als:
•    Kengetal structurele exploitatieruimte (meerjaren-)begroting in categorie A zit, en 
•    Drie van de overige kengetallen zitten in categorie A, of 
•    Twee kengetallen zitten in categorie A en twee in categorie B.

Onze gemeente is matig financieel gezond als:
•    Drie kengetallen in categorie A gecombineerd met structurele exploitatieruimte (begroting en meerjarenraming) en weerstandsvermogen beide in B of 
•    Drie kengetallen zitten in categorie B of 
•    Eén kengetal in categorie B en één in categorie C.

Onze gemeente is financieel ongezond als:
•    Twee of meer kengetallen zitten in categorie C.

De volgende tabel geeft weer in welke categorie onze kengetallen vallen:

Kengetallen Realisatie 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028
Netto schuldquote A A A A A A
Solvabiliteitsratio B B B B B B
Structurele exploitatieruimte A A A A A A
Grondexploitatie A A A A A A
Belastingcapaciteit C C C C C C
Weerstandsratio A A A A A A

2.8 CONCLUSIES

Terug naar navigatie - 2.8 CONCLUSIES

De paragraaf weerstandsvermogen is direct verbonden met alle programma’s en de gehele bedrijfsvoering van de gemeente. Feitelijk is deze paragraaf hiervan een dwarsdoorsnede. De confrontatie tussen het weerstandsvermogen en de risico’s geeft een positief getal, in die zin dat de weerstandsratio boven de 1,5 ligt. Omdat van de financiële kengetallen er een score is in de categorie B en in de categorie C, is de gemeente Schouwen-Duiveland, conform de Kadernota risicomanagement, matig financieel gezond. Om financieel gezond te worden is inzet nodig om de vaste schulden en de belastingdruk te verlagen. 

Naast de genoemde gekwantificeerde risico's die de normale bedrijfsvoering kunnen beïnvloeden,  is ook van belang te noemen dat het behalen van onze doelen afhankelijk zijn van voldoende beschikbare menskracht (intern als extern) en grondstoffen. Daarbij speelt dat schaarste op deze fronten en op energie de prijzen opdrijven. 

Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen

3.1 OVERZICHT BEHEERPLANNEN

Terug naar navigatie - 3.1 OVERZICHT BEHEERPLANNEN

Onderstaand overzicht geeft een beeld van de wijze waarop onze kapitaalgoederen zijn ondergebracht in beheerplannen en zijn vertaald in de begroting.

Beheerplannen/MJOP Door de raad vastgesteld in/vast te stellen Looptijd Financiële vertaling in de begroting Achterstallig onderhoud
Wegen 2023 Tot en met 2027 Ja Ja
Riolering 2022 Tot en met 2026 Ja Nee
Groen Eerste kwartaal 2024 tot en met 2028 Ja Nee
Speeltoestellen 2017 Tot en met 2026 Ja Nee
Gebouwen 2024 Tot en met 2033 Ja Nee
Openbare verlichting 2024 Tot en met 2029 Ja Nee
Kunstwerken en overige elementen 2024/2025 Tot en met 2030 Ja Ja
Havens en waterwegen 2019 Tot en met 2028 Ja Nee
Baggerbeheerplan 2024 Tot en met 2033 Ja Nee

Samenvatting
De wereld om ons heen is continue in beweging, veranderingen kunnen soms snel gaan. Om hier op in te spelen is samenwerken essentieel. Met dat in ons achterhoofd leggen we de focus op integrale  processen. Zowel binnen als buiten het ingenieursbureau is het belangrijk om alert te blijven in  de onderlinge samenwerking. Dat resulteert in de zogenaamde wijkgerichte of kerngerichte aanpak in de openbare ruimte,  waarin per gebied of kern alle aspecten van ondergrondse en bovengrondse infrastructuur, waterbeheer, groenbeheer tot en met klimaatadaptieve maatregelen een plaatst hebben. Ook hergebruik van materiaal voor een meer duurzame en circulaire inzet bij restauratie of aanleg maakt hier onderdeel van uit.

De integrale aanpak zorgt voor een toekomstbestendige en meest kosteneffectieve buitenruimte. Dit resulteert in beheer- en beleidsplannen waarin we breder kijken naar ons areaal en waar we andere beleidsvelden raken de integraliteit bewaken. In het groenbeleid en -beheerplan dat we in 2024 hebben vastgesteld vastgesteld is hier een goed voorbeeld van. Het plan omvat alle onderdelen, waarbij ook biodiversiteit en klimaatveranderingen een plaats hebben gekregen.

We werken al samen met dertien Zeeuwse gemeenten en met nutsbedrijven, maar we gaan de samenwerking verder intensiveren.  Dit om de overlast voor burgers bij het aanleggen van kabels en leidingen zo veel mogelijk te beperken (doel is een straat zo min mogelijk open te breken). De afspraken zijn  overeengekomen in AZON (Afstemming Zeeuwse Overheden en Nutsbedrijven). Het resultaat van deze afspraken moet zorgdragen voor een betere afstemming bij uitvoeringsprojecten in de openbare ruimte. 

De nutsbedrijven hebben vanuit de  samenwerking AZON voorgesteld om kern- of wijkgericht te gaan werken. Invulling geven aan de grote opgaves aan de ondergrondse infra is alleen mogelijk wanneer een totaal plan per wijk of kern wordt opgesteld. Hiermee sluiten we ook aan op de programmalijn 3 van de Samenwerking afvalketen Zeeland (SAZ+) van Toekomstbestendige Openbare Ruimte. Schouwen-Duiveland is ambtelijk trekker van deze programmalijn. De doelstelling is om faalkansen te verkleinen, efficiënt te werken in de uitvoering in de openbare ruimte en een integrale aanpak. In 2025 starten we met een nieuw Gemeentelijk Rioleringsplan dat in 2026 bestuurlijk vastgesteld dient te worden.

In de periode 2024-2027 gaat de uitrol van glasvezel voor snel internet door. We sloten hiervoor zowel met KPN als DeltaFiber overeenkomsten af. Naast het aanleggen van glasvezel in de woonkernen, kijken we ook hoe we het buitengebied kunnen voorzien van een glasvezelnetwerk. 

Onze aandacht blijft gevestigd op het op orde krijgen en houden van de areaalgegevens. We werken steeds meer datagestuurd en cruciaal is dan uiteraard accurate data. Ook dit zal zich vertalen naar nog hogere kostenefficiëntie.

In 2024 herijken we voor onze gemeentelijke gebouwen de meerjarige onderhoudsprogramma's  (MJOP's), zodat deze weer actueel zijn. Hierin nemen we verduurzamingsopgave mee.
 
Voor onze kunstwerken zoals duikers en bruggen stellen we de komende periode een beheerplan op. Dit beheerplan moet naast de huidige kwaliteit van de kustwerken ook inzicht geven in de benodigde middelen in relatie tot de gewenste kwaliteit. De financiële consequenties betrekken we bij de begroting 2026-2029.

Onze openbare verlichting geeft ons licht in de duisternis en is belangrijk voor de veiligheid van onze inwoners. Van ons areaal lichtmasten is al meer de 80% voorzien van energiezuinige led-verlichting. Deze trend zet zich de komende periode voort. 

Al met al zijn er genoeg uitdagingen waar we gezamenlijk onze schouders onder moeten zetten om zo te voldoen aan de klimaatdoelstellingen en een bijdrage te leveren aan het verantwoord doorgeven van onze gemeente aan de volgende generatie.

3.2 WEGEN

Terug naar navigatie - 3.2 WEGEN

Algemeen 
De Wegenverkeerswet  verwacht dat de wegbeheerder (lees de gemeente) streeft naar maatregelen die de veiligheid van de weggebruiker en de functionaliteit van de wegen waarborgen. De wet doet een beroep op de publiekrechtelijke zorg van de wegbeheerder voor de veiligheid van de weggebruiker, maar schrijft geen maatregelen voor. Het gaat hierbij vooral om functioneel beheer. Met de inwerkingtreding van het nieuwe Burgerlijk Wetboek is ten opzichte van het oude Burgerlijk Wetboek de bewijslast omgedraaid. De beheerder kan nu aansprakelijk worden gesteld voor schade die iemand lijdt als gevolg van gebreken aan de weg. Dit betekent dat een preventief onderhoudsbeleid, een goede klachtenregistratie, regelmatige inspecties volgens de landelijk geaccepteerde methode en een goed werkend systeem van rationeel wegbeheer onontbeerlijk zijn. Zoals eerder omschreven houdt het nieuwe beleidsplan Wegen hier rekening mee. De wijkgerichte aanpak houdt rekening met klimaat, inclusie en de netbeheerders. 

De verkeersinfrastructuur in de gemeente Schouwen-Duiveland is belangrijk voor onder andere het toerisme. Onderdeel van deze infrastructuur is het wegennet. Een goed inzicht in de samenstelling en de kwaliteit hiervan is van belang om de juiste beleidskeuzes te kunnen maken en goed beheer te kunnen waarborgen.  De  wijkgerichte aanpak, die wij vanaf 2024 willen toepassen, maakt dat we de grote opgaven integraal in de kern of wijk oppakken. Acute reparaties pakken we onmiddellijk op. 

Kwaliteit
Het wegbeheer voeren we uit volgens de CROW-methodiek (Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek). Het huidige door CROW bepaalde minimale niveau voor verantwoord wegbeheer “B” is op een aantal plaatsen lager. Dit zijn momenteel (3e kwartaal 2023) de Van der Havestraat en de Nieuwstraat te Oosterland en de Margrietstraat en Noordstraat te Bruinisse.  Door te indeling van de wegvakken te wijzigen kan er een beter beeld gevormd worden van de kwaliteit o.b.v. de weginspectie. Deze weginspectie zal in 3e kwartaal van 2024 worden uitgevoerd. Opvolgend zullen de maatregelen voor 2025 en verder worden bepaald.

Speerpunten
Omgevingswet
Het nieuwe beheerplan Wegen is opgezet in lijn met de omgevingswet die per 1 januari 2024 in werking is getreden.

Duurzaamheid en circulariteit
Duurzaamheid is het zorgen voor evenwicht tussen mens, milieu en economie om de aarde niet uit te putten. Voor nu en voor de komende generaties. Dit vraagt ook om een milieu verantwoord wegbeheer. We hebben als doelstelling een toekomstbestendige gemeente te worden en de landelijke klimaatdoelen, welke doelmatig zijn voor ons areaal, te bereiken. Bij uitwerking van duurzaamheid in beleid en plannen sluiten we aan bij de duurzaamheidsdoelen van de Verenigde Naties (Global Goals), welke doelmatig zijn voor ons areaal. Waar we de mogelijkheid hebben en het in balans is met de middelen, gaan we voor duurzame keuzes. Dat geldt ook voor het beheer en onderhoud van de wegen, waarbij veel materiaal nodig is en ook vrij komt. We streven daarbij naar duurzame inkoop, waarbij wij niet alleen naar de prijs kijken maar bijvoorbeeld ook naar hergebruik van materiaal. Daarnaast passen we duurzame materialen toe (bijvoorbeeld gebakken stenen in plaats van betonnen stenen) en verwijderen we teerhoudend asfalt uit de keten.

Wijkgerichte aanpak
Omdat onderhoud en/of rehabilitatie van ons wegennetwerk samenhangt met opgaven vanuit o.a.:
•    klimaat (we passen de labelsystematiek toe, dat wil zeggen we bepalen wat voor ons voldoende klimaatbestendig en waterrobuust is);
•    inclusie (Platform Toegankelijk Schouwen Duiveland ) en
•    netbeheerders (AZON, Afstemming Zeeuwse Ondergrondse Netwerken)
bekijken we integraal hoe we dit wijkgericht aan kunnen  pakken. 

Pilot afvlakken kinderkoppen
In 2024 is bij wijze van pilot in een proefvak het afvlakken van kinderkoppen uitgevoerd. Dit is gebeurt met een soort grote schuurmachine, waardoor de kinderkoppen kunnen blijven liggen en de overlast beperkt blijft. Wanneer er in de toekomst alsnog 'herstraat' wordt, hoeven de kinderkoppen niet meer vervoerd te worden naar de steenzagerij en terug. De uitkomsten van de uitgevoerde pilot zullen worden geëvalueerd in Q4 2024. Op basis van deze evaluatie zal worden besloten of er alternatieven zijn. Deze alternatieven zullen in 2025 worden verkend op financiële en technische haalbaarheid. Bij een negatief resultaat gaan we op de gebruikelijke manier door met het afvlakken van de kinderkoppen, wat betekent dat we ze eruit halen op locatie waar hinder wordt ervaren, in de werkplaats van de aannemer worden vlakgezaagd en daarna terug naar de projectlocatie worden gebracht en worden verwerkt in de straat.

Financiën 
In het beheer- en beleidsplan wegen 2023-2027 is ervoor gekozen om voornamelijk met exploitatiebudgetten te werken. Herinrichtingsprojecten verwerken we via integrale afweging bij de begroting of bieden we aan via separate voorstellen.  In het nieuwe plan is een voorziening gevormd voor achterstallig onderhoud. 

Voorziening achterstallig onderhoud wegen
Bij de jaarrekening 2022 hebben we een voorziening achterstallig onderhoud wegen gevormd ter hoogte van € 375.000.  De verwachte uitgaven van de voorziening waren gepland in 2023 en 2024. Door capaciteitstekorten in personeel in het team Projecten van het Ingenieursbureau is het niet gelukt om deze voorziening in te zetten om de achterstand in te lopen. Hierdoor  is de planning bijgesteld om de achterstand weg te werken in de periode 2025 en 2026. Financieel verwerken we dit via de tweede financiële rapportage 2024. Na deze periode heffen we deze voorziening op.

Risico’s 
Er blijft altijd een risico dat door niet tijdig gesignaleerde gebreken aan de weg schade of ongevallen kunnen ontstaan. Dit neemt de afgelopen jaren sterk toe als gevolg van de klimaatverandering. Door klimaatverandering ontstaan er hevigere regenbuien en langere periodes van droogte die de kwaliteit van de wegen aantasten.  Het risico op schade en ongevallen door gebreken aan de verhardingen ondervangen we zoveel mogelijk door het uitvoeren van jaarlijkse weginspecties, waarbij schadebeelden worden vastgelegd. Gebreken van ernstige aard verhelpen we uiteraard direct. 

3.3 RIOLERING

Terug naar navigatie - 3.3 RIOLERING

Algemeen
Aandacht voor water hoort bij het inrichten van de fysieke leefomgeving en het borgen ervan draagt bij aan de gezondheid van de inwoners van Schouwen-Duiveland. De zorgplicht voor stedelijk afvalwater is een gemeentelijke taak, vastgelegd in artikel 2.16, lid 1 van de Omgevingswet (voorheen de Wet milieubeheer). Vanuit de Wet milieubeheer lag de verplichting voor gemeenten om een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) op te stellen, waarin zij hun beleid voor de rioleringszorg vaststellen. Voor de gemeente Schouwen-Duiveland is deze in 2022 opgesteld voor de periode 2022 t/m 2026. In dit (verbreed) GRP beschrijft de gemeente hoe ze van 2022 t/m 2026 invulling geeft aan haar watertaken en een  onderbouwing van de rioolheffing.

Speerpunten
Voor de komende jaren zijn de volgende thema's onze speerpunten:

Zoetwatervoorziening in relatie tot droogte
In de ruimtelijke planvorming dragen ontwikkelingen positief bij aan de hoeveelheid zoet water in het gebied. Droogte willen we bestrijden door het vasthouden van water binnen het gebied. Dat gaat uiteindelijk ook de verzilting van de grond tegen. Met het tot stand komen van het omgevingsplan, wordt met de hemelwaterverordening er ook meer verantwoording bij de burger gelegd om bij (nieuwe/her) ontwikkelingen zelf water te verwerken of te hergebruiken.

Extreme neerslag
Door klimaatverandering is naast droogte ook extreme neerslag een steeds vaker voorkomend probleem. Het riool kan de plotselinge extreme hoeveelheid water dan vaak niet meer aan. In het bebouwde gebied moet de komende 30 jaar stevig worden geïnvesteerd om Zeeland klimaatbestendig in te richten. Door aan te haken bij natuurlijke momenten zoals herstructurering, groot onderhoud en de wijkgerichte aanpak, blijven de kosten en inspanning zo laag mogelijk.
Uit de klimaatenquête van 2023 zijn een (beperkt) aantal urgente locaties naar boven gekomen in o.a. Nieuwerkerk waar in praktijk schade ontstaat door extreme neerslag en waar uitvoering van maatregelen op korte termijn prioriteit krijgt. 

Waterkwaliteit
Waar van toepassing houden wij samen met waterbeheerder waterschap Scheldestromen, bij ruimtelijke ontwikkelingen en planvorming rekening met de ecologische- en fysische waterkwaliteit, zodat deze bij voorkeur verbetert, maar minimaal gelijk blijft aan de bestaande situatie. We streven gezamenlijk naar een goede waternatuur in daarvoor aangewezen wateren en een goede waterbeleving in de stad en het rondom aangewezen zwemwater.

Oude rioolgewelven Zierikzee
De oude gewelf-riolen in de binnenstad van Zierikzee liggen vaak onder de tuinen van particulieren en zijn daardoor moeilijk toegankelijk. Desondanks behoeven ze komende jaren onze bijzondere aandacht om de kwaliteit te kunnen waarborgen. In 2023 is aangevangen met lokale onderzoeken in samenspraak met bewoners om de situaties in kaart te brengen. In 2024 hebben de eerste voorbereidingen voor maatregelen vorm gekregen en is een civiele projectleider hiermee aan de slag gegaan. Deze werken vergen de nodige afstemming met bewoners waarbij goede communicatie cruciaal is. 

Klimaatadaptatie
Het proces van het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie (DPRA) omvat een aantal stappen die gemeenten cyclisch doorlopen om te komen tot een water-robuuste en klimaatbestendige inrichting van Nederland in 2050. Bij ieder project in de komende jaren beoordeelt de gemeente deze via een risicodialoog op de thema’s wateroverlast, hittestress, droogte en overstroming als ook of er klimaatadaptieve maatregelen noodzakelijk zijn. In het vGRP is hiervoor budget opgenomen. Indien dit het geval is nemen we deze maatregelen, mits doelmatig, mee in het project.

Samenwerking Afvalwaterketen Zeeland + (SAZ+)
Hemel- en grondwater kennen geen (bestuurlijke) grenzen. Bij de gemeentelijke watertaken zijn vele partijen betrokken. Een voorwaarde voor effectief beheer is samenwerking met de partners in de waterketen. Dit wordt vormgegeven in de SAZ+ (Samenwerking Afvalwaterketen Zeeland, de plus staat voor Evides drinkwaterbedrijf). Hierin zijn alle Zeeuwse gemeenten, het waterschap Scheldestromen, de provincie Zeeland en Evides vertegenwoordigd. De visie van het SAZ+ is vastgelegd in de ‘Visie Waterketen Zeeland’ en gaat over het erbij betrekken van burgers, klimaat, duurzaamheid, demografie, kosten en kennis & capaciteit. ‘Water in Zeeland: betrouwbaar voor iedereen en overal’, is de missie die bij deze visie hoort. Schouwen-Duiveland is bestuurlijk en ambtelijk vertegenwoordigd in diverse gremia van SAZ+, omdat wij zien dat uitwisselen van data en kennis uiteindelijk leidt naar een kostenefficiëntere en toekomstbestendige aanpak van het omgaan met water in de gehele waterketen. 

Financiën 
Voorziening groot onderhoud riolering
Binnen de voorziening groot onderhoud riolering ramen we voor de begrotingsjaren de volgende mutaties:

Bedragen in € 2025 2026 2027 2028
Toevoeging 519.063 529.185 539.504 550.024
Geraamde lasten binnen voorziening 767.674 778.324 789.181 702.249

Voorziening riool vervangingsinvesteringen
Binnen de voorziening vervangingsinvesteringen riolering ramen we voor de begrotingsjaren de volgende mutaties:

Bedragen in € 2025 2026 2027 2028
Toevoeging 3.298.850 3.363.178 3.428.760 3.495.621
Geraamde lasten binnen voorziening 3.206.337 3.181.518 3.182.147 2.453.392

Deze cijfers komen uit de kostenopstelling van het vGRP 2022-2027 dat is vastgesteld in de raad van 23 december 2021.

Beide voorzieningen zijn meerjarig toereikend. 

Risico’s 
De risico’s zijn te overzien. Zoals bij de speerpunten aangegeven, vragen de oude gewelf-riolen in de binnenstad van Zierikzee de nodige aandacht. De kwaliteit moet immers geborgd blijven, de riolen zijn honderden jaren oud en moeten extra in de gaten gehouden worden worden.   

Een andere onzekerheid is de klimatologische ontwikkeling. Hierbij bestaat het risico op extreme wateroverlast, ondanks de theoretische berekeningen met neerslagintensiteiten op grond waarvan het stelsel in theorie voldoende afvoercapaciteit moet hebben. 

3.4 GROEN EN SPEELTOESTELLEN

Terug naar navigatie - 3.4 GROEN EN SPEELTOESTELLEN

Algemeen
Het openbaar groen is ons natuurlijk kapitaal. Groen kleedt de buitenruimte aan en zorgt ervoor dat we ons buiten prettig voelen. Wetenschappelijk is aangetoond dat groen in de openbare ruimte effect heeft op het welbevinden en de gezondheid van mensen. Ook is groen een belangrijk instrument in de klimaatadaptatie, bijvoorbeeld in wateropvang en –berging en het tegengaan van hittestress. Openbaar groen speelt ook een rol in het streven naar een grotere biodiversiteit, wat noodzakelijk is om een evenwichtige en veerkrachtige leefomgeving voor mens en dier te realiseren.

Kwaliteit
Vanuit de visie Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR) werken we aan een duurzame en veilige omgeving. We werken volgens de gouden driehoek inrichting, beheer en gebruik. Voor het openbaar groen betekent dit, dat we het onderhoud in centra op kwaliteitsniveau A uitvoeren (volgens de CROW-kwaliteitscatalogus). In de woon- en verblijfsgebieden hanteren we kwaliteitsniveau B.  In nauw overleg met onze groenpartners en met behulp van intensieve kwaliteitsmetingen houden we de vinger aan de pols wat betreft beeldkwaliteit en bepalen we of we ons ambitieniveau halen.  

Speerpunten

Groenbeleids & groenbeheerplan
In 2024 is het  groenbeleids & groenbeheerplan vastgesteld.  In dit plan hebben we onze visie, doelen en ambities voor het openbaar groen uitgewerkt.  Welk groen (inclusief onze bomen) willen we beschermen en hoe we ons groen (inclusief onze bomen) duurzaam in stand houden. Hiermee zijn ook kaders voor nieuwe inrichtingen bepaald. We hebben afgesproken hoe bewoners kunnen participeren, hoe we kwaliteit van het groen borgen en hoe we participatie projecten/gebieden met elkaar vastleggen.  Helder is wat de kosten zijn van het onderhoud en ook de structurele vervangingen om het groen duurzaam in stand te houden op het gewenste kwaliteitsniveau. De benodigde budgetten nemen we via de lijst te honoreren prioriteiten 2025-2028 structureel op in de begroting.  In 2024 voeren we een 0-meting "technische staat van de beplanting" over heel het eiland. Hierbij worden de volgende beheergroepen beoordeeld: heesters, rozen, vaste planten en hagen. Op basis hiervan weten we de kwaliteit en wat we de komende jaren moeten vervangen. Dit kan ook worden afgestemd op de renovaties vanuit riolering en bestrating, om zoveel mogelijk integraal te werken. Bij vervangen en renovatie van beplantingen gaan we ook kritisch kijken naar de soortkeuze  (dragen ze bij aan de biodiversiteit) en dat het doelmatig en effectief te beheren is door het uitvoeringsbedrijf.  Bij het toepassen van nieuwe bomen is de norm diversiteit. Dus niet meer 20 bomen van dezelfde soort in een laan, maar meerdere soorten wat beter is voor spreiding van ziektes en monoculturen worden voorkomen. Ook kijken we steeds of het soort een bijdrage levert een de ecosysteemdiensten (bv nectarbron voor insecten).

Groen integreren
Zoals verwoord in de visie Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR) werken we zoveel mogelijk integraal. Werkzaamheden in de openbare ruimte stemmen we op elkaar af. Hiermee voorkomen we overlast voor de inwoners en gaan we efficiënt om met de beschikbare middelen. We werken aan een efficiënt te beheren areaal, door een evenwicht te zoeken in dagelijks onderhoud en groot onderhoud. Wanneer regulier onderhoud niet langer effectief is, vervangen we het groen of vormen we het groen om, met als uitgangspunt kwaliteitsverbetering (groenactieplannen). Aanleiding kan zijn gebieds- en/of interdisciplinaire projecten of vervanging/renovatie in verband met niet functioneren, ziektes en plagen of leeftijd van de beplanting.

In vrijwel alle projecten die Openbare Werken oppakt zit een onderdeel 'groen'. De aanleiding voor de gebiedsprojecten is in veel gevallen civiel (riolering en/of verharding). In deze projecten loopt groen mee in de onder Wegen en Riolering geplande projecten. Ook kan herinrichting onderdeel vormen van de uitvoering van een masterplan stad- of dorpsvisie.

Biodiversiteit 

Een van de doelen uit het nieuwe beleid is om de biodiversiteit te vergroten. In 2024 ligt de focus op het uitvoeren van twee nulmetingen.  De eerste meting wordt gedaan op vegetatiebeheer. Dit zijn alle grassen in de gemeente, van zowel gazons tot bermen en alles wat daar tussen zit. Op basis van deze nulmeting kunnen we het maaibeheer gaan aanpassen. Ook kunnen we monitoren of in de loop van de jaren de samenstelling veranderd. Kort samengevat: krijgen we meer diversiteit aan planten in de gemeente wat weer kansen biedt voor de fauna. Voor 2025 ligt de focus om het maaibeheer in de Westhoek aan te passen.  Belangrijk onderdeel van het nieuwe maaibeleid is de communicatie richting de burgers. Dit onderdeel wordt uitgewerkt met de afdeling communicatie. Ook worden de stads- en dorpsraden hierbij betrokken.

De tweede biodiversiteitsnulmeting wordt gedaan bij de beplanting,  houtige beplanting (bosplantsoen) en oever- en moerasvegetatie.  Om de biodiversiteit te vergroten is het van belang om eerst te weten wat we hebben.  Vanaf dat nulpunt kan verder worden geanalyseerd waar de kansen liggen en waar naartoe gestreefd moet en kan worden. 

Bewegen en ontmoeten 
Ontmoetingsplekken met beweegvoorzieningen zijn vaak burgerinitiatieven, die een plek kunnen krijgen in de buitenruimte. Jeu de boules banen, fitnesstoestellen of beweegtoestellen voor ouderen vragen een zorgvuldige inpassing en goede afspraken over gebruik en beheer. We focussen op heldere afspraken in het beoordelen en realiseren van burgerinitiatieven. Dit wordt in samenwerking uitgewerkt met de afdeling wonen, werken en leven.

Speelruimtes 
Het speelruimtebeleid vormt het toetsingskader voor renovaties en burgerinitiatieven. Vanuit de wettelijke zorgplicht en voor een veilig gebruik van onze speelvoorzieningen voeren we jaarlijks twee keer een inspectie uit aan de speeltoestellen. Op basis hiervan worden reparaties of vervangingen uitgevoerd. In 2024 is een nieuwe natuurspeelplaats aangelegd in Burgh-Haamstede. Dit is een voorbeeld van een centraal gelegen plek voor diverse leeftijdsgroepen. Dit ligt ook in de visie van het speelruimtebeleid.

Klimaatadaptatie 
Groene ontwikkelingen in de buitenruimte hebben een rol in de klimaatadaptatie. Bomen en groen hebben een positief effect op de leefomgeving. Ze verbeteren de waterhuishouding, beperken opwarming en hittestress en dragen bij aan een betere luchtkwaliteit. Opvang en slim omgaan met regenwater vraagt minder verharding en meer groen. Onder andere met de actie tegelwippen spelen we hierop in. Waar mogelijk kiezen we voor waterdoorlaatbare verharding, zoals op parkeerplaatsen. Met het strategisch planten van bomen kunnen we schaduwplekken of -routes creëren. Een meer robuuste groenstructuur met meer variatie is positief in het kader van klimaatadaptatie en biodiversiteit.
Droogte en hevige buien hebben ook invloed op het groenbeheer. Door het veranderende klimaat kost het veel tijd en geld om water te geven in droge periodes. Ook is de beschikbaarheid van zoetwater beperkt. Het beregenen van natuurgrasvelden in droge periodes is gezien duurzaamheid en de hoge kosten niet meer verkoopbaar. Inmiddels hebben ook vier van de negen verenigingen een kunstgrasveld. Hierdoor kunnen deze clubs jaarrond voetballen en trainen. In 2025 gaan we nog twee nieuwe kunstgrasvelden aanleggen. Te weten bij Wik'57 in Kerkwerve en  een extra veld bij MZC'11 in Zierikzee. Bij Zierikzee leggen we ook een waterberging onder het veld aan. Dit water kunnen we gebruiken voor het beregenen van de natuurgrasvelden bij deze club maar ook kan het uitvoeringsbedrijf hier water kan "tappen" voor het watergeven van nieuw aangeplant groen. Hierover moeten wel schriftelijk afspraken worden gemaakt met de vereniging, zodat duidelijk is wie het eerste recht heeft.  In 2024 heeft het college ook de nieuwe beleidslijn kunstgrasvelden vastgesteld. Alle nieuwe aanvragen worden aan dit beleid getoetst. Hierbij hebben we een duidelijk instrument om tot een goed besluit te komen of een vereniging wel of niet in aanmerking komt voor een kunstgrasveld.  

Financiën
Groen
We werken voor het groenonderhoud met exploitatiebudgetten. De verdere vertaling vanuit het IBOR voor de benodigde budgetten op het gebied van groen hebben we definitief vastgesteld met het nieuwe beleids- en beheerplan Groen 2024-2028. Op de lijst te honoreren prioriteiten 2025 - 2028 hebben we naar aanleiding van de vaststelling van het beleids- en beheerplan  een jaarlijks budget op van € 568.031 opgenomen.

Speelruimtes 
Binnen de voorziening speelruimtes zijn voor de begrotingsjaren de volgende mutaties geraamd:

Bedragen in € 2025 2026 2027 2028
Toevoeging 111.290 111.290 111.290 111.290
Geraamde lasten binnen voorziening 123.508 123.508 123.508 123.508

Dit zijn mutaties op basis van het vastgestelde beleid. De voorziening is meerjarig toereikend. 

Risico’s 
Risico’s in de openbare ruimte bestaan hoofdzakelijk uit aansprakelijkheid bij schade door gebreken aan elementen of objecten. Van belang is dat de gemeente voldoet aan haar wettelijke zorgplicht. Om hieraan te voldoen, inspecteren we de speeltoestellen en inspecteren we de bomen (BVC). Door het uitvoeren van inspecties en keuringen en het nemen van adequate maatregelen blijven de risico’s beperkt.

3.5 GEBOUWEN

Terug naar navigatie - 3.5 GEBOUWEN

Algemeen
Wij bezitten een relatief groot aantal gebouwen. Deze gebouwen moeten op een adequate manier worden beheerd, geëxploiteerd en onderhouden. Het onderdeel Centrale Beheersorganisatie Gebouwen (CBG), onderdeel van het ingenieursbureau, is hiervoor verantwoordelijk. Voor het onderhoud werken we met een meerjarenonderhoudsplan (MJOP) per gebouw. Deze onderhoudsplannen gaan wij in 2024 actualiseren.

Kwaliteit
De raad bepaalde met het vaststellen van de meerjarige onderhoudsplanning 2019-2028 het kwaliteitsniveau van het uit te voeren onderhoud. Het uitgangspunt hierbij is vervanging van het bestaande, sober en doelmatig. Dit houdt in dat we per gebouw bekijken welke onderhoudsactiviteiten uitgevoerd moeten worden om het huidige gebruik ongehinderd voortgang te laten vinden en geen achterstallig onderhoud te laten ontstaan. Uiteraard doen we dat binnen deze kaders zo duurzaam mogelijk en kijken we bij geplande vervangingen naar de meest duurzame en energiezuinige oplossing die binnen de beschikbare financiële middelen mogelijk is. Ook voeren we zo veel mogelijk gecombineerd uit door onderdelen door te schuiven of juist naar voren te halen. 

Speerpunten

In 2019 is ingestemd met de actualisering van de meerjarige onderhoudsplanning 2019-2028 en zijn de financiële consequenties daarvan betrokken bij de integrale begrotingsvoorbereiding 2020. Deze actualisering dient om de vijf jaar plaats te vinden en staat voor 2024 wederom op de planning.  In 2023 hebben we het gemeentelijke gebouwenonderhoud opnieuw aanbesteed, deze aanbesteding is gewonnen door bouwbedrijf Boogert. Dit houd in dat we de komende jaren het reguliere onderhoud uitvoeren met bouwbedrijf Boogert en zijn vaste contractpartners voor, installaties, schilderwerk en daken en goten. Onderdeel van deze aanbesteding is dat de winnende inschrijver met de ingang van het contract op 1 april 2024 aanvangt met het herzien van onze meerjaren onderhoudsplanningen (mjop`s) per gebouw. Naast het herzien van de mjop`s worden deze ook conform de routekaart verduurzaming gemeentelijk vastgoed uitgebreid naar duurzame meerjarenonderhoudplannen (dmjop`s) waardoor verduurzamen “geen aparte” opdracht meer is. Voordeel hiervan is dat verduurzaming vanaf dat moment niet meer via de begroting gefinancierd dient te worden.
Naast de actualisering van de jaarschijf 2025 van de voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen maken we separaat alvast een doorkijk en brengen we de consequenties in beeld voor de actualisatie van de meerjarige onderhoudsplanning 2025-2033, inclusief verduurzamen. Gezien de prijsstijgingen van de laatste jaren en het implementeren van het verduurzamen in het regulier gemeentelijk vastgoedonderhoud zullen de huidige opgenomen toevoegingen aan de voorziening gemeenlijk gebouwenonderhoud naar verwachting daarvoor niet meer toereikend zijn. 

Financiën
Binnen de voorziening Onderhoud gemeentelijke gebouwen zijn voor de begrotingsjaren de volgende mutaties geraamd:

Bedragen in € 2025 2026 2027 2028
Toevoeging 390.170 390.170 438.170 438.170
Geraamde lasten binnen voorziening 490.997 825.824 613.765 613.765

Deze cijfers zijn gebaseerd op de actualisatie van het gebouwenonderhoud over de periode 2019-2028.

Binnen de voorziening onderhoud gebouwen Reiniging zijn voor de begrotingsjaren de volgende mutaties geraamd:

Bedragen in € 2025 2026 2027 2028
Toevoeging 32.111 32.111 32.111 32.111
Geraamde lasten binnen voorziening 40.438 33.687 15.367 15.367

Beide voorzieningen zijn meerjarig toereikend. Zoals hiervoor gemeld komen we eind 2024 nog met een actualisatie voor de periode 2025-2033.

Risico’s
In afwachting van plannen voor toekomstig gebruik voeren we voor sommige gebouwen alleen het hoogstnoodzakelijke onderhoud uit. Niets doen verhoogt het risico op achterstallig onderhoud en een verpauperd uiterlijk. Dit kan vandalisme in de hand werken. 

3.6 OPENBARE VERLICHTING

Terug naar navigatie - 3.6 OPENBARE VERLICHTING

Algemeen
De openbare verlichting heeft een belangrijke functie in de gemeente Schouwen-Duiveland. Wanneer de duisternis valt gaat de verlichting aan om de verkeersveiligheid en sociale veiligheid van de openbare ruimte te waarborgen. De gemeente draagt als wegbeheerder de verantwoordelijkheid voor de openbare ruimte en heeft hier een zorgplicht voor. Hiermee is de gemeente tegelijkertijd aansprakelijk voor een gebrek aan de openbare weg wanneer het mis gaat met personen of schades.

Kwaliteit
De huidige openbare verlichtingsinstallaties houden we bij op kwaliteitsniveau B, conform publicatie 380 van het CROW. Eventuele vervanging vindt plaats op basis van inspectie. Masten die de technische levensduur hebben bereikt maar nog in goede staat verkeren, vervangen we niet. Energie-onzuinige armaturen vervangen we door led. Deze leveren weer een energiebesparing op. De beschikbare middelen zijn afgestemd op het vastgelegde kwaliteitsniveau.

Speerpunten 
Monumenten verlichting
Uitvoering van onderhoud en aanpassingen gebeurt conform het vastgestelde beleid. In 2024 voorzien we kerken van Burgh, Haamstede, Zonnemaire en in Zierikzee het Stadhuismuseum aan de Meelstraat en de Noord- en Zuidhavenpoort van monumentenverlichting. Naar verwachting voorzien we de laatste monumenten binnen onze gemeente in 2025 van monumentenverlichting. Di is wel erg afhankelijk van ecologisch onderzoek wat we moeten doen naar vleermuizen. Met deze verlichting accentueren we de status van de gebouwen.

Openbare verlichting
Het aantal lampstoringen, vaak veroorzaakt in de oude conventionele lampen, is beduidend minder dan in de voorgaande jaren. Dit is te verklaren door het feit dat het grootste gedeelte van ons areaal is vervangen door nieuwe led-verlichting. In het voorbereidingstraject van projecten krijgen kabel- en leidingbeheerders de mogelijkheid om mee te liften om zo hun kabels en leidingen tijdens de uitvoering van het project te vervangen. In 2023 zijn we begonnen met opstellen het nieuwe Beheer- en Beleidsplan Openbare Verlichting 2024 - 2033 , in 2024 is deze bestuurlijk vastgesteld. In dit plan zoeken we onder andere aansluiting met de uitgangspunten van de Lokale Inclusie Agenda "Schouwen-Duiveland Inclusief", die in 2022 is vastgesteld.

Verlichting sportvelden
De bestaande sportveldverlichting is verouderd en binnen een aantal jaren niet meer in de huidige vorm leverbaar. In het kader van verduurzaming zijn we in 2023 gestart met het vervangen van de bestaande verlichtingsinstallaties door energiezuinige led-verlichting voor de trainingsvelden. Bij de wedstrijdvelden zijn de masten en armaturen in beheer en onderhoud bij de verenigingen zelf. 
 
Financiën
Binnen het Beheer- en Beleidsplan Openbare Verlichting 2024-2033 is de verwachting dat we uitkomen met de huidige budgetten. Dit is afhankelijk van eventuele prijsstijgingen voor zowel arbeid als materiaal. In 2020 zijn we gestart met het vervangen van conventionele lampen door energiezuinige led-verlichting. Dit heeft er in geresulteerd dat we sinds 2020 al bijna 90.000kwh hebben bespaard op het energieverbruik. Door de stijgende kwh-prijs heeft dit niet geresulteerd in een daling van de kosten. Sterker nog, in 2019 bedroegen onze energiekosten voor openbare verlichting € 144.000,- tegen € 250.000,- in 2022. Naar verwachting zet deze trend zich de komende jaren door. 

Risico’s
Op plaatsen waar geen openbare verlichting staat zijn altijd zekere risico’s ten aanzien van verkeersveiligheid en sociale veiligheid. In het beheer- en beleidsplan openbare verlichting is hier voldoende aandacht voor.

3.7 KUNSTWERKEN EN OVERIGE ELEMENTEN

Terug naar navigatie - 3.7 KUNSTWERKEN EN OVERIGE ELEMENTEN

Algemeen

Civiele kunstwerken zijn objecten in de openbare ruimte die niet onder de havens vallen, zoals bruggen en steigers in binnenwateren, muren, trappen, schanskorven en hekwerken.

Deze objecten worden structureel geïnspecteerd en onderhouden.  Daar waar geen kwaliteitsniveau is vastgelegd, betreft het feitelijk het schoon, heel en veilig houden van de objecten. Alle (elektrische- en hydraulische) installaties moeten voldoen aan de geldende NEN-normen.

Speerpunten
Op basis van jaarlijkse inspecties vindt onderhoud plaats. Hierbij vervangen we bij diverse bruggen en steigers de slijtlagen, leuningen, dekplanken en dergelijke en voeren we schilderwerkzaamheden uit. Wanneer uit inspecties blijkt dat ingrijpende maatregelen noodzakelijk zijn, bedden we dat projectmatig in.
In 2022 begonnen we met een actualisatie van alle objecten in de openbare ruimte (vissteigers, bruggen, trappen, hekwerken, schanskorven en muren). Deze actualisatie is in het 2e kwartaal in 2024 afgerond. Het resultaat is dat er ca. 250 objecten zijn toegevoegd.  Na het afronden van deze fase volgt in de tweede helft van 2024 en eerste helft van 2025 een beleids- en uitvoeringsplan Civiele Kunstwerken. Met dit plan maken we het kwaliteitsniveau en bijbehorende financiële middelen inzichtelijk en dit betrekken we, indien nodig, bij de begroting 2026.

Financiën
Vooruitlopend op het nog vast te stellen beleids- en uitvoeringsplan  hebben we op de lijst te honoreren prioriteiten 2028-2028, op basis van de inventarisatie, een jaarlijkse toevoeging van € 118.000 opgenomen aan de nieuw te vormen voorziening onderhoud civiele kunstwerken.

Voorziening achterstallig onderhoud
Momenteel hebben we een voorziening achterstallig onderhoud objecten openbare ruimte. De verwachting is dat de laatste werkzaamheden van ongeveer €138.000 zullen plaatsvinden in 2025, waarna de voorziening zal worden opgeheven.  Omdat de raming aan de lastenkant nu nog geraamd staat in 2024 verwerken we de afwikkeling richting 2025 in de tweede financiële rapportage 2024.

Risico’s 
De kwaliteit van de kunstwerken is inmiddels in beeld. Hieruit is gebleken dat er een grote achterstand is op de toegevoegde objecten. Deze achterstand is te verklaren door de actualisatie van het areaal. Om risico’s te beheersen voeren we periodiek inventarisaties en inspecties uit en volgen we het advies. Het is echter zo dat de inspecties op een non destructieve manier (dat wil  zeggen visueel materiaalkundig onderzoek, waarbij de kwaliteit van een object wordt onderzocht zonder het te beschadigen) worden uitgevoerd en dat daarom verrassingen hiermee niet zijn uitgesloten. Het blijft van belang, zeker bij oude kunstwerken, de juiste onderzoeken tijdig uit te voeren.

3.8 HAVENS EN WATERWEGEN (ONDERHOUD EN BAGGEREN)

Terug naar navigatie - 3.8 HAVENS EN WATERWEGEN (ONDERHOUD EN BAGGEREN)

Algemeen
De basis voor het onderhoud om de havens op een adequaat niveau te houden, is de meerjarenonderhoudsplanning (MJOP) voor de periode 2020 tot en met 2040.
Het dagelijks beheer van de havens berust bij de gemeentelijke havenmeesters, het reguliere onderhoud wordt uitgevoerd door een gespecialiseerde aannemer in opdracht van het cluster Infra.

Speerpunten
Regulier onderhoud
Het regulier onderhoud voeren we met onze partner Aquavia uit op basis van het beginsel en de resultaatafspraak schoon, heel en veilig.
In 2025 vinden de volgende projecten plaats:

•    Het verwijderen van een steiger in de Vluchthaven.
•    Werkzaamheden aan de loswal haven Zierikzee.
•    Restauratie van de kademuren van de Oude Haven.

Kathodische bescherming
We participeren als gemeente in een project inzake de kansen van het toepassen van kathodische bescherming op stalen damwanden. Het doel is de levensduur van de stalen damwanden te verlengen en deze ervaringen in ons eigen areaal toe te passen.

Glooiingen

Voor de te onderhouden glooiingsconstructies is een herstelplan opgesteld.  Om de prioriteit van de te herstellen glooiingsconstructies te bepalen zijn de kaders voor de prioritering gedefinieerd. Aan elke glooiing is onderbouwd een score toegekend. Deze scores zijn vervolgens bij elkaar opgeteld om tot een totaalscore te komen. Deze totaalscores per glooiingsconstructie zijn vervolgens gesorteerd van hoog naar laag. Hiermee is de prioriteit vastgesteld. Hieruit volgt een locatie specifiek hersteladvies per (gebundelde) glooiingsconstructie. 

Deze hersteladviezen zijn geprioriteerd en getoetst aan vastgesteld beleid. Tevens is een koppeling gemaakt met korte en lange termijn ontwikkelingen op basis van bijvoorbeeld masterplannen of andere ruimtelijke ontwikkelingen. De uitvoeringsplanning wordt beheerd door het cluster Beheer.

De totale investering voor de periode 2024-2033 is geraamd op € 6.748.377. Uitgaande van een afschrijftermijn van 40 jaar en een rente van 4,4 %, geeft dit een gemiddelde kapitaallast van €320.885 per jaar. 

Daarnaast zijn er kosten voor inspectie en onderhoud. Deze zijn gemiddeld € 32.750 per jaar. 
De totale kosten komen hiermee uit op gemiddeld € 353.635 per jaar.

In 2025 wordt de glooiing van de Nieuwe Haven in Zierikzee en de noordelijke strekdam in de Vluchthaven uitgevoerd.

Baggeren

In het baggerbeheerplan is opgenomen dat het raadzaam is om eens per 3 jaar de havens te meten. Dat advies is gegeven om de baggeraanwas nauwkeurig te kunnen bepalen en wanneer nodig het baggerbeheerplan hiermee bij te stellen. In de vastgestelde herziening van het baggerbeheerplan is daarom onderscheid gemaakt tussen binnen- en buitenhavens.

Met deze nieuwe informatie is de dotatie voor de komende planperiode aan de voorziening baggeren herberekend. De totale dotatie komt fors lager uit, omdat door de lagere aanwas voor een aantal havens het baggeren op een later moment uitgevoerd kan worden. 

Om te bepalen welk deel van de dotatie aan de havenexploitaties toegerekend kan worden, is het wateroppervlak waarvoor de gemeente verantwoordelijk is gesplitst in ligplaatsen en vaarweg. Het aandeel ligplaatsen wordt toegerekend aan de havenexploitaties, en wordt daarmee betrokken in de berekening van de kostendekkendheid. Het aandeel vaarweg is openbare ruimte haven. 

Naast deze dotatie wordt ook rekening gehouden met de kosten voor de periodieke metingen. Per haven komen deze kosten uit op € 4.500 per 3 jaar. Dat betekent jaarlijks een extra dotatie van € 1.500.

In 2025 wordt de monding van de haven van Brouwershaven gebaggerd.

Financiën 
Havens
In 2019 stelde de raad het investeringsplan vast en stelde investeringskredieten beschikbaar voor een periode van tien jaar.  

Baggeren 
Binnen de voorziening baggerbeheerplan zijn voor de begrotingsjaren , als gevolg van de hiervoor genoemde actualisatie, de volgende bedragen geraamd:

Bedragen in € 2025 2026 2027 2028
Toevoeging 226.100 226.100 226.100 226.100
Geraamde lasten binnen voorziening 293.575 247.503 247.503 247.503

De voorziening is meerjarig toereikend. De actualisatie heeft plaatsgevonden via het advies Kostendekkendheid havens waarmee de raad in maart 2024 deels heeft ingestemd. 

Risico’s
Er blijft altijd een klein risico dat door niet tijdig gesignaleerde gebreken in de havens schades of ongevallen kunnen ontstaan. Het risico op schades en ongevallen door gebreken in de havens wordt zoveel mogelijk ondervangen door controle van de havenmeesters en Aquavia op eventuele calamiteiten. 

Conclusie

Terug naar navigatie - Conclusie

We zijn gestart met meer integraal werken, met als doel een wijk- of kerngerichte aanpak in de openbare ruimte. Dat  houdt in dat we steeds per wijk of kern de gehele opgave in de buitenruimte in één keer aanpakken. Van ondergrondse infrastructuur (riool, kabels- en leidingen) tot en met groenaanleg, klimaatadaptieve maatregelen en waterbeheer.  Deze aanpak vraagt de nodige gezamenlijke aanpak van beheerders, nutsbedrijven en civiele en groene projectleiders, maar heeft wat ons betreft de toekomst.  
Daarnaast actualiseren we waar nodig de beleidsplannen en actualiseren de areaaldata die steeds belangrijker worden voor een goed onderhoud van de buitenruimte. 

Paragraaf 4 Financiering

4.1 RENTERISICOBEHEER

Terug naar navigatie - 4.1 RENTERISICOBEHEER

Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet is ingesteld als instrument om de renterisico’s bij de vlottende schuld te beheersen. Het Rijk stelt een maximum bij het gebruik van korte financiering (looptijd maximaal één jaar). De wettelijke toegestane omvang bedraagt 8,5% van de jaarbegroting bij aanvang van het dienstjaar.

Berekening van de kasgeldlimiet begrotingsjaar 2025 (x € 1.000):

Toegestane kasgeldlimiet
a) Begrotingstotaal 2025 159.245
b) Vastgestelde percentage 8,5%
c) Kasgeldlimiet a x b 13.536

Renterisiconorm

Het uitgangspunt van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico’s op langlopende schulden. Dit gebeurt door het aanbrengen van spreiding in de looptijden van de leningen. Hiermee wordt voorkomen dat een groot deel van de leningen tegelijk opnieuw moeten worden afgesloten met het risico van snel oplopende rentelasten.

De renterisiconorm houdt in dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Binnen de Wet Financiering decentrale overheden (Fido) is een bindend kader vastgesteld om bij een overschrijding van de renterisiconorm maatregelen te treffen.

Onderstaande tabel geeft aan dat de renterisiconorm in de periode 2025 tot en met 2028 niet wordt overschreden. Bedragen x € 1.000:

Stap Variabelen 2025 2026 2027 2028
1 Renteherzieningen - - - -
2 Aflossingen 6.763 6.770 5.734 5.741
3 Renterisico (1+2) 6.763 6.770 5.734 5.741
4 Bepaling renterisiconorm:
4a Begrotingstotaal 159.245 151.812 147.828 146.811
4b % in de regeling 20 20 20 20
4 = (4ax4b/100) Renterisiconorm 31.849 30.362 29.566 29.362
5a=(4>3) Ruimte onder renterisiconorm 25.086 23.592 23.832 23.621

4.2 KOERSRISICOBEHEER

Terug naar navigatie - 4.2 KOERSRISICOBEHEER

Koersrisico is het risico dat de financiële vaste activa (aandelen en obligaties) van de gemeente in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen. Op basis van artikel 6 van het Treasurystatuut van onze gemeente wordt dit risico beperkt doordat alle uitzettingen een hoofdsomgarantie aan het einde van de looptijd en vastrentende waarde hebben.

4.3 KREDIETRISICOBEHEER

Terug naar navigatie - 4.3 KREDIETRISICOBEHEER

Kredietrisico is het risico op een waardedaling van een vordering door het niet (tijdig) na komen van de verplichtingen door financiële instellingen. Op basis van artikel 7 van het Treasurystatuut wordt dit risico beperkt doordat alle financiële instellingen zijn gevestigd in een lidstaat met ten minste een AA-rating en doordat alle uitzettingen ten minste AA-minus rating hebben. De leningen uit de huidige portefeuille zijn volledig afgesloten bij instellingen in Nederland.

4.4 FINANCIERINGSPOSITIE

Terug naar navigatie - 4.4 FINANCIERINGSPOSITIE

De financieringspositie geeft inzicht in de ontwikkeling van de financieringsbehoefte, rekening houdend met de investeringen en beschikbare interne en externe middelen. Voor het bepalen van de werkelijke financieringsbehoefte gaat het om de verwachte toekomstige investeringen en de omvang van de eigen beschikbare liquide middelen en ontvangsten vanuit het Rijk.

In 2025 verwachten wij € 33 miljoen aan investeringsuitgaven.  Hierin zijn voor een groot deel de investeringen in de Masterplannen, groot onderhoud en de investeringen uit de te honoreren prioriteiten opgenomen. Wij verwijzen u hiervoor verder naar het 'overzicht vervangingsinvesteringen 2025-2028', het 'overzicht reeds lopende uitbreidingsinvesteringen 2025-2028' en de het overzicht 'te honoreren prioriteiten 2025-2028'. Mede door de extra lening van € 16 miljoen die in 2022 vanwege de oplopende rentestand vooruitlopend op de investeringen van 2023 en verder is aangetrokken heeft de gemeente momenteel een ruime liquiditeitspositie. Wanneer de investeringsplanning volledig gehaald wordt verwachten wij op z’n vroegst in 2026 weer financiering te moeten aantrekken. 

Leningenportefeuille

De onderhandse leningen vormen een belangrijk deel van het totale vreemd vermogen van de gemeente. Bedragen x € 1.000:

Mutaties in de leningenportefeuille (*) Bedrag Gemiddelde rente
Stand per 1 januari 2025 92.485 1,78%
Nieuwe lening
Reguliere aflossingen -6.763
Vervroegde aflossingen
Renteaanpassingen (oud %)
Renteaanpassingen (nieuw %)
Stand per 31 december 2025 * inclusief lening Zuidhoek 85.722 1,76%

4.5 RENTESCHEMA

Terug naar navigatie - 4.5 RENTESCHEMA

Conform de vereisten in het BBV nemen we het onderstaand renteschema op. Hiermee geven we inzicht in de rentelasten, de financieringsbehoefte en de wijze waarop rente aan investeringen, grondexploitaties en taakvelden wordt toegerekend. Tevens is het verplicht, dat de rentekosten aan de desbetreffende taakvelden moeten worden toegerekend met behulp van een (rente) omslagpercentage. Bedragen x € 1.000:

Renteschema Bedrag Bedrag
a. Rentelasten korte en lange financiering 1.562
b. Externe rentebaten -611
Totaal door te rekenen externe rente 951
c1. Rente die aan de grondexploitatie wordt doorgerekend -14
c2. Rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld wordt toegerekend -739
Saldo totaal door te rekenen externe rente 198
d1. Rente over eigen vermogen en voorzieningen 1.654
Aan taakvelden toe te rekenen rente 1.852
e. Werkelijk aan taakvelden toegerekende rente 1.852
Renteresultaat op taakveld Treasury 0

Ad c1 en c2.
Er mag geen rente over het eigen vermogen en voorzieningen worden toegerekend aan grondexploitaties en investeringen waarbij sprake is van projectfinanciering.

Ad d1.
Het rentepercentage over het eigen vermogen en de voorzieningen is in de kadernota 2025- 2028 vastgesteld op 1,8 %.

Ad e.
De boekwaarde van de totale activa per 1 januari 2025 is € 153 miljoen. Hiervan belasten we € 31 miljoen met een vast rentepercentage door aan taakvelden. Voor de overige activa die aan de taakvelden worden toegerekend, is gerekend met een renteomslag van 1,25%.

De notitie rente van de BBV stelt dat het niet is toegestaan om op taakvelden te differentiëren in het toe te rekenen rentepercentage (behalve aan bouwgronden en investeringen die met projectfinanciering zijn gefinancierd). Aan deze uitspraak voldoen wij.

4.7 INFORMATIEVOORZIENING

Terug naar navigatie - 4.7 INFORMATIEVOORZIENING

Aan de toezichthouder (provincie Zeeland) wordt verantwoordingsinformatie over de treasuryactiviteiten verstrekt:

  1. Bij overschrijding van de kasgeldlimiet in drie achtereenvolgende kwartaalrapportages (Staat A)
  2. jaarlijks bij de begroting en de jaarstukken via de paragraaf Financiering.

Paragraaf 5 Bedrijfsvoering

Wat houdt de paragraaf in?

Terug naar navigatie - Wat houdt de paragraaf in?

INLEIDING
Strategische bedrijfsvoering is een een belangrijke factor om de doelen op het gebied van Werken, Wonen en Verblijven te realiseren die in de subprogramma’s van de programmabegroting zijn uitgewerkt. Met een sterke bedrijfsvoering en goede dienstverlening zijn we een gemeente die maatschappelijk opgaven realiseert, die presteert, beloftes nakomt en in verbinding staat met de samenleving. 

We hebben als gemeente te maken met veel en grote uitdagingen waaraan we niet allemaal tegelijk kunnen voldoen vanwege fysieke ruimte, capaciteit en financiële middelen, zijn om aan alle tegelijk te voldoen. 

We hebben als gemeente te maken met veel, grote en complexe uitdagingen. Die kunnen spanning geven omdat we geen onberkte (fysieke) ruimte, capaciteit en financiële middelen hebben. Dit vraagt doorontwikkeling naar een wendbare en slagvaardige gemeente. Deze veranderopgave vraagt van ons: . Dit vraagt van ons:

•    focus aanbrengen, prioriteiten stellen en bestuurskracht vergroten, 
•    het doorontwikkelen naar  een  wendbare en slagvaardige organisatie 
•    de dienstverlening op een hoger plan te brengen
•    samenwerking met inwoners, ondernemers en SDW-raden
•    het zijn van een aantrekkelijke organisatie .

Om deze veranderopgave te ondersteunen stelden we in een Organisatieprogramma 2022-2026 op. Hierin staan 5 ambities centraal:

1.    Sterke teams
2.    Sterke bedrijfsvoering
3.    Ruimte voor participatie
4.    Aantrekkelijke organisatie
5.    Goed bestuurlijk-ambtelijk samenspel

In deze paragraaf nemen wij u mee in hoe in 2025 uitvoering aan geven aan deze ambities.

Wat gaan de inwoners, ondernemers en de raad hiervan merken?

Dat is in de eerste plaats de goede dienstverlening, waardoor inwoners en ondernemers zich gehoord en gezien voelen en zich door de gemeente betrokken voelen bij wat er in hun stad, dorp of wijk wordt aangepakt.  De raad merkt dat het besluitvormingsproces van hoge kwaliteit is, de stukken betrouwbaar zijn en de jaaragenda van de raad overzichtelijk is. Daarnaast zorgen regelmatige rapportages en wederzijdse uitwisseling ervoor dat de raad goed geïnformeerd blijft over de stand van zaken in de strategische bedrijfsvoering. 

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

P.5.1 Ambitie Sterke teams: We verbeteren de resultaten en kwaliteit van de dienstverlening aan inwoners, bestuur en interne klant door het functioneren van de teams verder te versterken.

Terug naar navigatie - P.5.1 Ambitie Sterke teams: We verbeteren de resultaten en kwaliteit van de dienstverlening aan inwoners, bestuur en interne klant door het functioneren van de teams verder te versterken.

Wat gaan we daarvoor doen?

P.5.2 Ambitie Sterke bedrijfsvoering: We zijn aantoonbaar in control vanuit een datagedreven manier van werken en continue monitoring.

Terug naar navigatie - P.5.2 Ambitie Sterke bedrijfsvoering: We zijn aantoonbaar in control vanuit een datagedreven manier van werken en continue monitoring.

Wat gaan we daarvoor doen?

P.5.4 Ambitie Aantrekkelijke organisatie: We zijn een aantrekkelijke organisatie waar potentiële medewerkers willen werken en bestaande medewerkers willen blijven werken.

Terug naar navigatie - P.5.4 Ambitie Aantrekkelijke organisatie: We zijn een aantrekkelijke organisatie waar potentiële medewerkers willen werken en bestaande medewerkers willen blijven werken.

Wat gaan we daarvoor doen?

P.5.5 Ambitie Goed bestuurlijk-ambtelijk samenspel: We ervaren een goed afgestemde sturing op het realiseren van bestuurlijke prioriteiten.

Terug naar navigatie - P.5.5 Ambitie Goed bestuurlijk-ambtelijk samenspel: We ervaren een goed afgestemde sturing op het realiseren van bestuurlijke prioriteiten.

Wat gaan we daarvoor doen?

Kengetallen Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Kengetallen Bedrijfsvoering
Naam indicator Eenheid Waarde begroting 2024 Waarde begroting 2025
Formatie Aantal fte per 1000 inwoners 10,24 fte 10,8
Bezetting Aantal fte per 1000 inwoners 8,89 fte 10,2
Apparaatskosten Kosten per inwoner 1.107,0 1.222,1
Externe inhuur Kosten als % van de totale loonsom 0,1 0,1
Externe inhuur Totale kosten inhuur externen 1.616.000 1.966.087

Paragraaf 6 Verbonden partijen

6.1 ALGEMEEN

Terug naar navigatie - 6.1 ALGEMEEN

Een verbonden partij is een instelling buiten de eigen organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft.  Het is één van de vormen voor de gemeente om haar taken uit te (laten) voeren: eigen activiteiten, door een commerciële partij of door een verbonden partij.

Verbonden partijen zijn in elk geval alle gemeenschappelijke regelingen waaraan wij  deelnemen en alle naamloze en besloten vennootschappen waarvan we aandeelhouder zijn. 

Verbonden partijen leveren soms bestuurlijk complexe verhoudingen op, omdat de gemeente bestuurder én klant is. Bovendien doen meestal meerdere partijen mee aan de verbonden partij. Wij  zijn dan niet de enige bestuurder en niet de enige klant. Wij moeten onze bestuurlijke doelen en wensen afstemmen met die van de andere deelnemers. Dit maakt de aansturing soms complex.

Voordelen van verbonden partijen zijn de grotere schaal en de regionale aanpak van een regionaal onderwerp. In deze paragraaf leest u het totaaloverzicht van de verbonden partijen.

In deze paragraaf benoemen we ook de risico’s die wij lopen, mits er risico's zijn. Indien de risico’s substantieel en financieel van belang zijn, benoemen we die ook de Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.

6.2 VISIE EN BELEID GEMEENTE

Terug naar navigatie - 6.2 VISIE EN BELEID GEMEENTE

De Wet gemeenschappelijke regelingen is per 1 juli 2022 gewijzigd. De wijziging beoogt de democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen te versterken. Het gaat daarbij om de kaderstellende en controlerende rol van gemeenteraden, provinciale staten en algemene besturen van waterschappen bij de uitvoering van taken in gemeenschappelijke regelingen. Om de versterking te bereiken, wordt een aantal bestaande instrumenten van de volksvertegenwoordiging aangepast en aangevuld. Daarnaast richt de wijziging op het vergroten van participatiemogelijkheden van burgers en belanghebbenden bij de besluitvorming in gemeenschappelijke regelingen. 

De Vereniging Zeeuwse Gemeenten (VZG) heeft een provinciale juridische werkgroep samengesteld, die de gemeenschappelijke regelingen en de deelnemende partijen (gemeenten, provincie en waterschap) ondersteunt bij het aanpassen van de regelingen aan de eisen van de wet. De implementatie zou uiterlijk 1 juli 2024 afgerond moeten zijn.  We constateren dat nog niet alle regelingen zijn aangepast.

6.3 OVERZICHT VERBONDEN PARTIJEN

Terug naar navigatie - 6.3 OVERZICHT VERBONDEN PARTIJEN

Er zijn vier categorieën om verbonden partijen te onderscheiden: gemeenschappelijke regelingen, vennootschappen en coöperaties, stichtingen en verenigingen en overige verbonden partijen. Per partij geven we het publieke, bestuurlijke en financiële belang aan.

Terug naar navigatie - 01 Regionaal bureau leerplicht (RBL)
Regionaal Bureau Leerplicht (RBL)
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam)
Vestigingsplaats Goes
Doelstelling en openbaar belang Jongeren maximale kansen bieden op een zelfstandige positie op de arbeidsmarkt en een zelfredzame toekomst in de maatschappij door uitvoering van de Leerplichtwet en de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC) om zo voortijdige schooluitval terug te dringen en te voorkomen.
Sub-Programma 2.1 Goed en realistisch voorzieningenniveau.
Deelnemende partijen Gemeenten Goes, Borsele, Kapelle, Noord-Beveland, Schouwen-Duiveland en Tholen.
Bestuurlijk belang De wethouder onderwijs is lid van het algemeen bestuur.
Financieel belang De gemeente betaalt jaarlijks een bijdrage.
Bijdragen

Werkelijk jaarrekening 2023: € 113.895
Begroot begroting 2024: €  143.591
Begroot begroting 2025: € 149.625

Eigen vermogen Per 01-01-2025: € 0 
Per 31-12-2025: € 0
Vreemd vermogen 

Per 01-01-2025: € 0

Per 31-12-2024: € 0

Financieel resultaat Begroting 2025: € 0
Risico’s Het RBL heeft twee begrotingsposten: Leerplicht en Doorstroompunt. De opbrengsten van de rijksbijdragen kwalificatieplicht vallen volledig op de begroting van het Doorstroompunt. Een nieuwe wetsvoorstel voorziet in de toekomst deze bijdrage niet. Hierop is met deze begroting voorgesorteerd.  Door een hogere gemeentelijke bijdrage ontstaat geen tekort en komt het financiële resultaat op nihil. Het Algemeen Bestuuur (AB)  stemde in met een incidentele verhoging. Voor een structurele verhoging wenst het AB een onderzoek.
Ontwikkelingen

Vanaf augustus 2025 krijgt het Doorstroompunt een nieuwe taakstelling. Vanaf deze datum treedt het nieuwe wetsvoorstel ‘Van school naar duurzaam werk’ in werking. De doelgroep wordt hiermee uitgebreid van 23 naar 27 jaar. Daarnaast wordt de VSV-definitie herijkt, waarmee ook een verhoging van de doelgroep wordt verwacht. Onduidelijk is of de verhoging van de middelen voldoende is om de uitbreiding van de werkzaamheden te dekken. De financiele scenario's worden daarom in opdracht van het AB onderzocht. 

Terug naar navigatie - 02 GR de Zeeuwse Muziekschool (ZMS)
De Zeeuwse Muziekschool (ZMS)
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam)
Vestigingsplaats Middelburg
Doelstelling en openbaar belang Bevordering van de kunstzinnige vorming in de ruimste zin.
Sub-Programma 2.1 Goed en realistisch voorzieningenniveau.
Deelnemende partijen Alle Zeeuwse gemeenten, behalve Sluis, Terneuzen en Vlissingen.
Bestuurlijk belang De wethouder cultuur heeft zitting in het algemeen bestuur.
Financieel belang Deels een bedrag per inwoner en deels variabel in verband met overeengekomen budget (aantal leseenheden).
Bijdragen

Werkelijk jaarrekening 2023: € 332.240
Begroot begroting 2024: € 267.929
Begroot begroting 2025: €335.723

Eigen vermogen

Per 01-01-2025: € onbekend
Per 31-12-2025: € onbekend

Vreemd vermogen 

Per 01-01-2025: € onbekend
Per 31-12-2025: € onbekend

Financieel resultaat Begroting 2025: € onbekend
Risico’s

De ZSM verkeert in financieel zwaar weer.

Ontwikkelingen

Van de 13 Zeeuwse gemeenten nemen er anno 2024 nog 10 deel aan deze regeling. Op korte termijn worden dat er 9 en wellicht 8. De ZSM verkeert al langer in financieel zwaar weer en het is de vraag welk effect nieuwe uitredingen zullen hebben. Eerder zijn er zowel gemeentelijk als provinciaal al zorgen geuit over de toekomst van het Zeeuwse muziekonderwijs. Dat varieert van vragen over de borging tot de organisatievorm en de aansluiting op de behoefte van gemeenten. Toch is iedereen het roerend heen met elkaar over het belang van het muziekonderwijs.

Het voorstel is om met de 10 deelnemende of 13 Zeeuwse gemeente een onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren de organisatie van het muziekonderwijs in Zeeland. Daarbij maken we expliciet onderscheid tussen de inrichting van het muziekonderwijs en de ZMS. Dit onderzoek wordt in december 2024 afgerond.

Terug naar navigatie - 03 GR Gemeenschappelijke gezondheidsdienst Zeeland (GGD)
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zeeland (GGD)
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam)
Vestigingsplaats Goes
Doelstelling en openbaar belang De GGD voert taken uit die de Wet publieke gezondheid, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet aan de gemeente opdragen. Het gaat om de volgende taken:
a.  Publieke gezondheid: het bevorderen en beschermen van de gezondheid van de burgers van Zeeland door middel van het verkrijgen van inzicht in de gezondheidssituatie en het voorkomen van ziekten (waaronder infectie- en welvaartsziekten), het treffen van maatregelen om uitbreiding te voorkomen en het bevorderen van een gezonde levensstijl.
b.  Jeugdgezondheidszorg: het bevorderen en veiligstellen van een gezonde lichamelijke, geestelijke en sociale ontwikkeling van 0- tot 19-jarigen zodat het kind een optimaal niveau van individueel en maatschappelijk functioneren kan bereiken. Hierbij wordt uitgegaan van de eigen verantwoordelijkheid van de ouders of verzorgers van het kind.
c.  Veilig Thuis: de integrale aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling door één meldpunt te hebben voor burgers en professionals en waarbij wordt uitgegaan van één gezin, één plan.
d.  Inkoop Jeugdhulp Zeeland: het contracteren en subsidiëren van aanbieders van jeugdhulp, -reclassering en –beschermingsmaatregelen, de monitoring en advisering.
Sub-Programma 2.4 Goed en betaalbaar aanbod zorg en welzijn.
Deelnemende partijen Alle Zeeuwse gemeenten.
Bestuurlijk belang De wethouder welzijn en volksgezondheid is lid van het algemeen bestuur.
Financieel belang

Een bijdrage in de exploitatielasten voor gezondheidsdiensten op basis van het inwoneraantal (totaal & 0-19-jarigen).

De lasten van de (inkoop) jeugdhulp worden vanaf 2024 niet meer in de programmabegroting en jaarrekening van de GGD opgenomen. De GGD doet enkel de inkoop. De verantwoording komt rechtstreeks in de jaarrekening van de deelnemende gemeenten. In de begroting van de GGD worden wel de apparaatskosten van IJZ opgevoerd.

Bijdragen

Werkelijk jaarrekening 2023: € 9.924.999
Begroot begroting 2024: € 9.853.851
Begroot begroting 2025: € 2.213.813

Eigen vermogen Per 01-01-2025: €  6.667.000
Per 31-12-2025: €  6.667.000
Vreemd vermogen  Per 01-01-2025: € 18.604.000
Per 31-12-2025: €  18.604.000
Financieel resultaat Begroting 2025: € nihil
Risico’s

 

Ontwikkelingen

Het onderdeel GGD draagt bij aan ons gezondheidspreventiebeleid, dat zich richt op een gezonde leefomgeving, het verkleinen van gezondheidsachterstanden, mentale gezondheid voor jeugdigen en jongvolwassenen en vitaal ouder worden.

De GGD krijgt in de periode 2024-2026 een belangrijke rol toebedeeld in het Integraal Zorgakkoord (IZA) en Gezond en Actief Leven Akkoord, met name wat betreft coördinatie en ondersteuning van gemeenten op de zgn. 'ketenaanpakken' en andere gemeentelijke opdrachten uit het IZA. De GGD ontvangt hiervoor uit het regionale IZA-budget extra middelen om personeel te kunnen aanwerven. 

Het huisartsentekort in Zeeland blijft een aandachtspunt, evenals de dalende vaccinatiegraad. 

De praktische en inhoudelijke samenwerking  tussen GGD, VRZ en RUD wordt verder geconcretiseerd. Stand van zaken medio 2024 is het voornemen tot gezamenlijke directievoering en huisvesting van GGD en VRZ in Goes-West, waarbij de RUD op moverende redenen het proces op wat grotere afstand blijft volgen.  

 

Terug naar navigatie - 04 GR Veiligheidsregio Zeeland (VRZ)

Veiligheidsregio Zeeland (VRZ)
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam)
Vestigingsplaats Middelburg
Doelstelling en openbaar belang Het inrichten en in stand houden van een regionale crisisorganisatie en brandweerzorg.
Sub-Programma 2.1 Goed en realistisch voorzieningenniveau.
Deelnemende partijen Alle Zeeuwse gemeenten.
Bestuurlijk belang De burgemeester heeft zitting in het algemeen bestuur.
Financieel belang De belangrijkste inkomstenbron van de Veiligheidsregio is de gemeentelijke bijdrage. 
De verdeelsleutel voor de gemeentelijke bijdrage is gebaseerd op de uitkeringsmaatstaf Veiligheid in het Gemeentefonds.
Bijdragen Werkelijk jaarrekening 2023:  €  4.129.959  
Begroot begroting 2024: €  3.452.046
Begroot begroting 2025: €  3.552.986
Eigen vermogen Per 01-01-2025: € 687.583
Per 31-12-2025: € 462.783
Vreemd vermogen  Per 01-01-2025: € 26.574.871
Per 31-12-2025: € 27.117.910
Financieel resultaat Begroting 2025: € 0
Risico’s  
Ontwikkelingen

In het proces rondom de bouw van de brandweerkazerne Zierikzee wordt het communicatieproces en het ruimtelijke traject doorlopen. We starten met de bouw van de nieuwe brandweerkazerne.

GGD Zeeland en Veiligheidsregio Zeeland maken een implementatieplan voor gezamenlijke bedrijfsvoering. Er wordt een businesscase opgesteld voor gemeenschappelijke huisvesting. 

 

Terug naar navigatie - 05 GR Openbaar Lichaam Afvalstoffenverwijdering Zeeland (OLAZ)

Openbaar Lichaam Afvalstoffenverwijdering Zeeland (OLAZ)
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam)
Vestigingsplaats Borssele
Doelstelling en openbaar belang Behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemers op het gebied van de afvalstoffenverwijdering, waaronder de zorg voor verwijdering van afvalstoffen en het inrichten en beheren van installaties voor inzameling, overslag en transport van afvalstoffen.
Sub-Programma 2.2 Wonen naar wens.
Deelnemende partijen Alle Zeeuwse gemeenten.
Bestuurlijk belang De wethouder afvalstoffen heeft zitting in het dagelijks bestuur.
Financieel belang De kosten worden verdeeld naar rato van het aantal inwoners en verwerking van de afvalstroom in tonnages.
Bijdragen Werkelijk jaarrekening 2023: €1.849.022
Begroot begroting 2024: € 1.902.022
Begroot begroting 2025: €1.994.350
Eigen vermogen Per 01-01-2025: € 638.024
Per 31-12-2025: € 638.024
Vreemd vermogen  Per 01-01-2025: € 13.907835
Per 31-12-2025: € 13.907835
Financieel resultaat Begroting 2025: € 86.386
Risico’s  
Ontwikkelingen
  • Er wordt een circulaire ambachtscentrum gerealiseerd in Goes. Op dit moment worden mogelijkheden onderzocht voor verdere synergie in samenwerking met de gemeente Goes (en daarmee besparing op de investeringskosten). Tevens wordt gekeken of het hoofdkantoor ZRD en de remise voor vuilniswagens op deze locatie kan worden gehuisvest. Er is een concept projectplanning opgesteld die uitgaat van meer concrete besluitvorming begin 2025 met als doel realisatie in 2028.
  • De ambachtscentra zoeken de lokale samenwerking met bestaande kringloopwinkels.
  • Eind 2024 ontvangt elk Zeeuws huishouden een afvalpas om toegang te verkrijgen tot de Zeeuwse milieustraten. De daadwerkelijke invoering van het toegangscontrole- en registratiesysteem zal omstreeks 1 januari 2025 gefaseerd worden in gevoerd.
  • Besprekingen over de voorwaarden voor een nieuwe  ketenovereenkomst verpakkingen word op dit moment gevoerd.

Terug naar navigatie - 06 GR Samenwerkingsverband Welzijnszorg Oosterschelderegio (SWVO)

Samenwerkingsverband Welzijnszorg Oosterschelderegio (SWVO)
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam)
Vestigingsplaats Goes
Doelstelling en openbaar belang Het Samenwerkingsverband Welzijnszorg Oosterschelderegio (SWVO) is een Gemeenschappelijke Regeling en voert beleids- en uitvoeringstaken uit op het terrein van zorg, jeugd, maatschappelijke ondersteuning, cultuur- en volwasseneducatie. Het SWVO heeft bovendien een overleg- en adviesfunctie op andere en nieuwe terreinen van welzijn en zorg.
Sub-Programma 2.4 Goed en betaalbaar aanbod zorg en welzijn.
Deelnemende partijen De gemeenten Borsele, Kapelle, Reimerswaal, Tholen, Goes, Noord-Beveland en Schouwen-Duiveland.
Bestuurlijk belang De wethouder Sociaal Domein heeft zitting in het algemeen bestuur en fungeert als voorzitter van dit Samenwerkingsverband.
Financieel belang Bijdrage in de kosten van het secretariaat, beleidscapaciteit en de kosten van uitvoering van een aantal werksoorten. De lasten van de maatwerkvoorzieningen voor ondersteuning worden voor 100% doorberekend.
Bijdragen Werkelijk jaarrekening 2023: € 9.713.365
Begroot begroting 2024: € 9.526.258
Begroot begroting 2025: € 11.279.225
Eigen vermogen Per 01-01-2025: € 931.000
Per 31-12-2025: € 791.000
Vreemd vermogen  Per 01-01-2025: € 7.520.000
Per 31-12-2025: € 7.598.000
Financieel resultaat Begroting 2025: €  -130.683
Risico’s Voor wat betreft de uitvoering van de inkoop van zorg in het kader van de maatschappelijke ondersteuning is er sprake van een open-einde-regeling.
Ontwikkelingen

Vanaf 1 mei 2024 geldt een nieuw inkoopkader. Onder andere is de overstap gemaakt van resultaatgerichte (lump-sum)financiering naar inspanningsgerichte afrekening (PxQ) en zijn de uurtarieven gestegen. Intern worden maatregelen genomen om de prijsstijging het hoofd te bieden. Wat hiervan de resultaten zullen zijn, zal in de loop van 2025 steeds inzichtelijker worden. Duidelijk is echter wel dat als er geen maatregelen genomen worden, de begroting vanaf 2026 met ca. 20% zal stijgen voor de meest voorkomende vormen van huishoudelijke hulp en 15% voor begeleiding. Deze percentages zijn uitsluitend het gevolg van de nieuwe tarieven die volgen uit de PxQ financiering. Daarbovenop komen nog de volumestijging als gevolg van vergrijzing en de jaarlijkse indexatie.

 

Terug naar navigatie - 07 Bureau College Zorg en Welzijn (CZW-bureau)

Bureau College Zorg en Welzijn (CZW-bureau) 
Rechtsvorm Entiteit  van de gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Goes
Doelstelling en openbaar belang

Het CZW Bureau voert de gezamenlijke beleidsvoorbereiding en -uitvoering uit voor alle 13 Zeeuwse gemeenten. Het gaat om de invulling van: 

  • De gemeentelijke Anti Discriminatie Voorziening: Anti Discriminatie Bureau Zeeland.
  • Huiselijk Geweld/ Huisverbod.
  • Project Laat Ze Niet Verzuipen Zeeland: aanpak jeugd en alcohol.
  • Maatschappelijke Opvang, Beschermd Wonen en Vrouwenopvang (in opdracht van de centrumgemeente Vlissingen).
  • uitvoering van de Zeeuwse organisatie voor fraudebestrijding in Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet.
Sub-Programma 2.4 Goed en betaalbaar aanbod zorg en welzijn.
Deelnemende partijen Alle Zeeuwse gemeenten.
Bestuurlijk belang De gemeente is deelnemer in het Overleg Zeeuwse Overheden, waar de stukken van het CZW-bureau worden behandeld.
Financieel belang Bijdrage in de kosten van het secretariaat en bijdragen in de kosten van uitvoering van de werksoorten.
Bijdragen

Werkelijk jaarrekening 2023: € 118.784
Begroot begroting 2024: €  onbekend
Begroot begroting 2025: € onbekend

Begroting 2024 en jaarrekening 2023 dienen te worden vastgesteld door de gemeente Vlissingen alvorens de stukken aan de overige Zeeuwse gemeenten worden toegezonden. Bij het opstellen van deze update waren de stukken nog niet ontvangen.

Eigen vermogen Per 01-01-2025: €  onbekend
Per 31-12-2025: €  onbekend
Vreemd vermogen  Per 01-01-2025: € onbekend
Per 31-12-2025: € onbekend
Financieel resultaat Begroting 2025: €  onbekend 
Risico’s  
Ontwikkelingen

Inmiddels is duidelijk geworden dat de Zeeuwse gemeenten niet eerder dan 2026 zullen besluiten of en zo ja in welke vorm de governance voor inkoop van jeugdhulp en de centrumgemeentetaken  zal worden gewijzigd.  Vooralsnog blijft daarom CZWbureau naast IJZ (inkoop jeugd) de uitvoeringsorganisatie.  De Zeeuwse gemeenten dragen niet bij in de inkoop (bekostiging) maar wel in kosten van beleidsuitvoering en secretariaat, naar rato van inwoneraantal.

Het contractbeheer voor beschermd wonen namens de Zeeuwse gemeenten wordt sinds 2021 al uitgevoerd bij het CZWbureau. Een contractmanager is hiervoor op detacheringsbasis aangesteld.  Sinds 2024 wordt, in afwachting van een nieuwe uitvoeringsorganisatie, ook de Zeeuwse organisatie voor fraudebestrijding in de Wmo en Jeugdhulp bij het CZWbureau gehuisvest. Het personeel komt (via CZWbureau) bij SWVO in dienst. 

Het CZWbureau zal dus blijven functioneren zoals tot nu toe gebruikelijk, met beleidsadviseurs die op onderdelen de beleidsontwikkeling en -uitvoering voor de Zeeuwse gemeenten ondersteunen, en via het centraal financieren van de onder 'openbaar belang' genoemde activiteiten ten dienste van de Zeeuwse gemeenten. Beleidsontwikkelingen op verschillende terreinen 

 

Terug naar navigatie - 08 GR Regionale Uitvoeringsdienst (RUD)
RUD Zeeland 
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam)
Vestigingsplaats Terneuzen
Doelstelling en openbaar belang

De omgevingsdienst RUD Zeeland voert de wettelijke taken voortvloeiende uit de Wet Vergunningverlening, toezicht en handhaving (Wth) van de milieu-inrichtingen uit.

Sub-Programma

2.2 Wonen naar wens.

Deelnemende partijen

Alle Zeeuwse gemeenten en  de provincie Zeeland.

Bestuurlijk belang

De wethouder milieu heeft zitting in het algemeen bestuur. Daarnaast is deze regiovertegenwoordiger in het dagelijks bestuur.

Financieel belang

Er wordt begroot op P*Q verrekend in uren. 

Bijdragen Werkelijk jaarrekening 2023: € 645.501
Begroot begroting 2024: €  908.000
Begroot begroting 2025: €  916.100
Eigen vermogen Per 01-01-2025: € 890.000
Per 31-12-2025: € 922.000
Vreemd vermogen  Per 01-01-2025: € 4.670.000
Per 31-12-2025: € 4.830.000
Financieel resultaat  Begroting 2025: € 0
Risico’s

De dienst kent een hoog aantal risico’s van structureel ruim € 3 miljoen per jaar. Volgens de VZG-richtlijn mogen zij 5% van de omzet (is € 0,5 miljoen) als algemene reserve aanhouden. 
De dienst is in overleg gegaan met de VZG om een passende norm af te spreken.

Ontwikkelingen
  • De dienst past bij de advisering over handhaving de Landelijke Sanctiestrategie toe en voert taken uit conform de landelijk vastgelegde kwaliteitscriteria.
  • De dienst werkt conform het Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH)-beleid Zeeland en versterken dit op basis van Landelijk beleid en het  Interbestuurlijk Programma  versterking VTH.
  • De dienst gaat aan de slag met het plan van aanpak om te voldoen aan de robuustheidscriteria van het interbestuurlijk Programma.
  • De dienst maakt voor nu pas op de plaats met het uitbreiden van de regionale samenwerking en richt zich op haar eigen opgave om een robuuste omgevingsdienst te worden.   GGD Zeeland en Veiligheidsregio Zeeland  zetten stappen  voor nu samen verder.

 

Terug naar navigatie - 09 N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)

 

N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
Rechtsvorm Vennootschappen/Coöperaties
Vestigingsplaats

Den Haag

Doelstelling en openbaar belang

BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. De gemeente heeft de BNG als huisbankier.

Sub-Programma A.1 Algemene dekkingsmiddelen.
Deelnemende partijen De Rijksoverheid, gemeenten en andere publiekrechtelijke lichamen.
Bestuurlijk belang De gemeente heeft geen zetel in het bestuur van de BNG. De gemeente heeft als aandeelhouder wel stemrecht in de algemene Vergadering van Aandeelhouders.
Financieel belang De gemeente bezit 0,04% van aandelen, zijnde 23.790 aandelen van € 2,50 per aandeel. 
Bijdragen Werkelijk jaarrekening 2023: € 0
Begroot begroting 2024: € 0
Begroot begroting 2025: € 0
Eigen vermogen Per 01-01-2025:  4.615 miljoen
Per 31-12-2025:  4.615 miljoen
Vreemd vermogen  Per 01-01-2025:  107.459 miljoen
Per 31-12-2025:  107.459 miljoen
Financieel resultaat Begroting 2025:  onbekend
Risico’s De bank licht in haar jaarverslag de risico's toe. Daarbij gaat het om kredietrisico, marktrisico, liquiditeits- of herfinancieringsrisico en operationeel risico.
Ontwikkelingen
  • De bank wil haar sterke liquiditeitsprofiel continueren door het aantrekken van funding met relatief lange looptijden.
  • In 2020 heeft BNG Bank gereflecteerd op haar 'purpose' en kernactiviteiten. Hieruit is 'Ons Kompas Naar Impact' ontstaan, de koers die BNG Bank de komende jaren gaat volgen. Het versterken van de klantrelatie vanuit meer focus en het vergroten van klantpartnerschap en de daarvoor benodigde optimale interne organisatie, bepalen de koers van BNG Bank de komende jaren.  BNG Bank is een publieke bank die aantoonbaar bijdraagt aan maatschappelijke impact en wordt door haar klanten en stakeholders gezien als een natuurlijke partner voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken.

 

Terug naar navigatie - 10 De Zeeuwse Energie Houdstermaatschappij N.V.

Zeeuwse Energie Houdster Maatschappij (ZEH) N.V.
Rechtsvorm Vennootschappen/Coöperaties
Vestigingsplaats Middelburg
Doelstelling en openbaar belang Werkzaam zijn op het gebied van de openbare gas-, elektriciteits- en warmtevoorziening.
Sub-Programma 1.1 Economie sterk water gerelateerd.
Deelnemende partijen Alle Zeeuwse gemeenten, gemeente Bergen op Zoom, Woensdrecht, Goeree-Overflakkee en de provincies Zeeland, Noord-Brabant en Zuid-Holland.
Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in de Algemene vergadering van Aandeelhouders.
Financieel belang De gemeente bezit 3,9 van de aandelen. 
Bijdragen Werkelijk jaarrekening 2023: € 0
Begroot begroting 2024: € 0
Begroot begroting 2025: € 0
Eigen vermogen Per 01-01-2025: €  onbekend
Per 31-12-2025: €  onbekend
Vreemd vermogen  Per 01-01-2025: € onbekend
Per 31-12-2025: € onbekend
Financieel resultaat Begroting 2024:  € onbekend (in 2022: € 182 mio)
Risico  
Ontwikkelingen In 2022 is door de aandeelhouders van PZEM NV besloten tot verkoop van de Sloecentrale en Wholesale-activiteiten.  Met de verkoop is tegemoet gekomen aan de aandeelhouderstrategie de voor een belangrijk deel is gericht op risicobeperking. In 2023 is de transactie definitief gemaakt en is ZEH NV opgericht. De zogenoemde final closure van deze transactie vindt in de loop van 2024 plaats. Een beperkt aantal bedrijfsactiviteiten en het aandeel in de kerncentrale zijn in ZEH NV ondergebracht. In de afgelopen jaren is de situatie op de energiemarkt aanzienlijk veranderd. Er vindt onderzoek plaats om de levensduur van de kerncentrale te verlengen. Daarnaast vindt onderzoek plaats naar de bouw van één of twee kleinere kerncentrales om de energieparagraaf van het Regeerakkoord in te vullen. 
Het zogenaamde superdividend dat in 2024 is uitgekeerd,  is aangewend om de lening voor de aankoop van GBE Aqua geheel af te lossen.  

Terug naar navigatie - 11 Gemeenschappelijk Bezit Evides Aqua B.V
B.V. Gemeenschappelijk Bezit Evides 
Rechtsvorm Vennootschap
Vestigingsplaats Rotterdam
Doelstelling en openbaar belang Werkzaam zijn op het gebied van de openbare watervoorziening ten behoeve van drinkwater en industriewater. 
Sub-Programma 1.1 Economie sterk water gerelateerd
Deelnemende partijen Alle Zeeuwse gemeenten en provincie Zeeland
Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. 
Financieel belang De gemeente bezit 3,9% van de volgestorte aandelen. 
Bijdragen

Werkelijk jaarrekening 2023: € 0
Begroot begroting 2024: € 0
Begroot begroting 2025: € 0

Eigen vermogen Per 01-01-2025: €   onbekend
Per 31-12-2025: €   onbekend
Vreemd vermogen  Per 01-01-2025: €  onbekend
Per 31-12-2025: €  onbekend
Financieel resultaat Begroting 2025: €  onbekend (2023: € 25,6 mio)
Risico’s De bedrijfsvoering betreft het leveren van drink- en proceswater. De waterbedrijven hebben voor de toekomst het signaal gegeven nu maatregelen te treffen voor de beschikbaarheid van voldoende water vanwege klimaatverandering. Vooralsnog is de bedrijfsvoering niet echt aan economische invloeden onderhevig.
Ontwikkelingen Er wordt gestreefd naar een zo spoedig mogelijke aflossing van de aangegane lening en een dividenduitkering die zich trendmatig en stabiel ontwikkelt conform de uitgangspunten als vermeld in het rapport "Wind in de zeilen" van 26 juni 2020. De aflossing van de lening heeft in 2024 met de uitkering van het superdividend ZEH plaatsgevonden. 
Terug naar navigatie - 11 Zuidhoek-Flex bv

Zuidhoek-Flex B.V.
Rechtsvorm Vennootschap
Vestigingsplaats Zierikzee
Doelstelling en openbaar belang Het al dan niet tijdelijk inzetten van arbeidskrachten, het aannemen en uitbesteden van werk voor derden, het (laten) uitvoeren van werkzaamheden, het werven en selecteren van arbeidskrachten. 
Sub-Programma 1.4 Arbeidsmarkt in balans.
Deelnemende partijen Gemeente Schouwen-Duiveland.
Bestuurlijk belang Het college van burgemeester en wethouders vormt de Algemene vergadering van aandeelhouders.
Financieel belang De gemeente is enig aandeelhouder.
Bijdragen Werkelijk jaarrekening 2023:  € 0
Begroot begroting 2024: € 0
Begroot begroting 2025: € 0
Eigen vermogen Per 01-01-2025: € 291.000
Per 31-12-2025: € 291.000
Vreemd vermogen  Per 01-01-2025: € 225.000
Per 31-12-2025: € 225.000
Financieel resultaat Begroting 2025: € 0
Risico’s N.v.t.
Ontwikkelingen

Deze B.V. treedt op als formeel werkgever van tijdelijk regulier personeel, welke uitgeleend worden aan De Zuidhoek en/of Zuidhoek Re-integratie B.V. De B.V. maakt deel uit van een groep met Zuidhoek Personeels B.V., waarvan de gemeente Schouwen-Duiveland (het college van B&W)  aan het hoofd staat.

 

Terug naar navigatie - 12 Zuidhoek-Reïntegratie bv

Zuidhoek-Reïntegratie B.V.
Rechtsvorm Vennootschap
Vestigingsplaats Zierikzee
Doelstelling en openbaar belang Het ontwikkelen en bevorderen van de re-integratie van uitkeringsgerechtigden naar zo regulier mogelijk werk en het verrichten van allerlei daarmee verband houdende werkzaamheden, zowel voor publiekrechtelijke als privaatrechtelijke instellingen en ondernemingen.
Sub-Programma 1.4 Arbeidsmarkt in balans.
Deelnemende partijen Gemeente Schouwen-Duiveland.
Bestuurlijk belang Het college van burgemeester en wethouders vormt de Algemene vergadering van aandeelhouders.
Financieel belang De gemeente is enig aandeelhouder.
Bijdragen Werkelijk jaarrekening 2023: €  176.000
Begroot begroting 2024: € 160.000
Begroot begroting 2025: € 160.000
Eigen vermogen Per 01-01-2025: € 311.000
Per 31-12-2025: € 311.000
Vreemd vermogen  Per 01-01-2025: € 296.000
Per 31-12-2025: € 296.000
Financieel resultaat Begroting 2025: € 0
Risico’s N.v.t.
Ontwikkelingen

Met name de activiteiten van Startbloq en het project Werkinnovatie worden door De Zuidhoek in deze B.V. uitgevoerd.

 

Terug naar navigatie - 13 Zuidhoek-Personeels bv

Zuidhoek-Personeels B.V.
Rechtsvorm Vennootschap
Vestigingsplaats Zierikzee
Doelstelling en openbaar belang Activiteiten bestaan voornamelijk uit het ontwikkelen en al dan niet tijdelijk inzetten van arbeidskrachten, welke uitgeleend worden aan de gelieerde maatschappijen De Zuidhoek, Zuidhoek-Reïntegratie B.V., de gemeente Schouwen-Duiveland en bij reguliere bedrijven en instellingen.
Sub-Programma 1.4 Arbeidsmarkt in balans.
Deelnemende partijen Gemeente Schouwen-Duiveland.
Bestuurlijk belang Het college van burgemeester en wethouders vormt de Algemene vergadering van aandeelhouders.
Financieel belang De gemeente is enig aandeelhouder.
Bijdragen

Werkelijk jaarrekening 2023: € 719.000
Begroot begroting 2024: € 772.000
Begroot begroting 2025: € 772.000

Eigen vermogen Per 01-01-2025: € 86.000
Per 31-12-2025: € 86.000
Vreemd vermogen  Per 01-01-2025: € 122.000
Per 31-12-2025: € 122.000
Financieel resultaat Begroting 2025: € 0
Risico’s N.v.t.
Ontwikkelingen

 

Terug naar navigatie - 14 NV Economische Impuls Zeeland (EIZ)

Economische Impuls Zeeland (EIZ)
Rechtsvorm Vennootschappen/Coöperaties
Vestigingsplaats Vlissingen
Doelstelling en openbaar belang Het vergroten van de dynamiek van de Zeeuwse economie, met groei van werkgelegenheid, door uitvoering van concrete structuurversterkende projecten, een betere instroming van de Zeeuwse beroepsbevolking in de kenniseconomie door acquisitie van bedrijven en investeringen van elders.
Sub-Programma 1.3 Florerende kleinschalige bedrijvigheid.
Deelnemende partijen Bemiddelde en gevestigde bedrijven, alle Zeeuwse gemeenten, Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA), provincie Zeeland, de regionale ontwikkelingsmaatschappij REWIN West-Brabant, Zeeland Seaports, dienstverleners, maatschappelijke organisaties, makelaars en ontwikkelaars.
Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in de Algemene vergadering van Aandeelhouders.
Financieel belang De jaarlijkse bijdrage is gerelateerd aan het aantal inwoners.
Bijdragen Werkelijk jaarrekening 2023: € 37.658
Begroot begroting 2024: €  74.000
Begroot begroting 2025: €  74.000
Eigen vermogen Per 01-01-2025: € onbekend
Per 31-12-2025: € onbekend 
Vreemd vermogen  Per 01-01-2025: € onbekend 
Per 31-12-2025: € onbekend 
Financieel resultaat Begroting 2025: € onbekend 
Risico’s onbekend
Ontwikkelingen De Beleidsvoornemens zijn vastgelegd in een uitgebreid jaarprogramma. Impuls voert, vooral samen met het Kenniscentrum Kusttoerisme, Toeristisch Ondernemend Zeeland (TOZ, de provincie en gemeenten (Europese) projecten uit op het gebied van de Vrijetijdseconomie. Daarnaast begeleidt Impuls ondernemers in innovatietrajecten en innovatiefinancieringen, bijvoorbeeld op het gebied van circulaire economie en energieneutraal.

 

Terug naar navigatie - 21 Stichting Sportbedrijf Schouwen-Duiveland

Stichting Sportbedrijf Schouwen-Duiveland
Rechtsvorm Stichting
Vestigingsplaats Zierikzee
Doelstelling en openbaar belang De stichting heeft onder meer ten doel gelegenheid te bieden voor bewegingsonderwijs en tegen maatschappelijk aanvaardbare prijzen, sport te beoefenen en het beheer en de exploitatie van sportfaciliteiten.
Sub-Programma 2.1 Goed en realistisch voorzieningenniveau.
Deelnemende partijen

De gemeente Schouwen-Duiveland en (in eerste instantie) de drie gebruikers van de nieuwe buitensportaccommodatie Lange Blokweg Zierikzee.
Momenteel is de hockeyvereniging nog de enige gebruiker van die accommodatie; korfbal- en handbalvereniging hebben de gebruikersovereenkomst opgezegd. 

Bestuurlijk belang Bestuurders worden benoemd (en geschorst) door burgemeester en wethouders. 
Financieel belang Aan de stichting is een lening verstrekt.
Bijdragen

Werkelijk jaarrekening 2023: € 19.184
Begroot begroting 2024: € 20.000
Begroot begroting 2025: € 20.000

Eigen vermogen Per 01-01-2025: € ntb
Per 31-12-2025: € ntb
Vreemd vermogen  Per 01-01-2025: € ntb
Per 31-12-2025: € ntb
Financieel resultaat Begroting 2025: € ntb
Risico’s De stichting heeft ingeteerd op haar vermogen, omdat twee gebruikers hebben opgezegd, waardoor geen huur meer werd ontvangen. Dit terwijl de lasten van de huur, de aflossing en rente van de lening en de gemeentelijke lasten van het betreffende complex jaarlijks doorgaan. 
Ontwikkelingen  

 

Terug naar navigatie - 25 Regionaal Informatie en Expertise Centrum Zuid-West Nederland (RIEC)

Regionaal Informatie en Expertise Centrum Zeeland-West-Brabant (RIEC)
Rechtsvorm Organisatie met een maatschappelijk of algemeen belang.
Vestigingsplaats Tilburg
Doelstelling en openbaar belang Informatiedeling op gebied van BIBOB-zaken, witwaspraktijken en risicovolle criminele gedragingen voor lokaal bestuur. 
Sub-Programma 2.2 Wonen naar wens
Deelnemende partijen Alle partners in de (deel-) provincies Zeeland en West-Brabant.
Bestuurlijk belang Geen
Financieel belang Een bijdrage per inwoner.
Bijdragen Werkelijk jaarrekening 2023: € 29.180
Begroot begroting 2024: € 30.053
Begroot begroting 2025: € niet bekend
Eigen vermogen Per 01-01-2025: € niet bekend
Per 31-12-2025: € niet bekend
Vreemd vermogen  Per 01-01-2025: € niet bekend
Per 31-12-2025: € niet bekend
Financieel resultaat Begroting 2025: € niet bekend
Risico’s Niet van toepassing
Ontwikkelingen

- Beleidsmatige uitwerking van de aanpak van ondermijnende criminaliteit onder de nieuwe pijlers verstoren, verkennen en voorkomen. 

- Transitie naar RIEC Zeeland-West-Brabant met een herziene samenstelling van de Districtelijke Stuurploeg met vertegenwoordiging uit de drie regio's.  

Terug naar navigatie - 27 Stichting Zorg- en Veiligheidshuis Zeeland

Stichting Zorg- en Veiligheidshuis Zeeland
Rechtsvorm Organisatie met een maatschappelijk of algemeen belang.
Vestigingsplaats

Middelburg

Doelstelling en openbaar belang De stichting koppelt de justitiële keten en de zorg- en welzijnsketen fysiek aan elkaar om op een zo effectief mogelijke wijze criminaliteit, recidive en overlast tegen te gaan en daarmee de (sociale) veiligheid in Zeeland te verhogen.
Sub-Programma 2.2 Wonen naar wens
Deelnemende partijen Alle 13 Zeeuwse gemeenten en andere relevante maatschappelijke partners.
Bestuurlijk belang Het bestuur van de stichting bestaat uit een afgevaardigde van het College Zorg en Welzijn (de twaalf wethouders Zorg van de provincie Zeeland), een afgevaardigde van het bestuurdersoverleg Integrale Veiligheid (de overlegstructuur van de twaalf burgemeesters van de provincie Zeeland), Politie Zeeland-West-Brabant en het Openbaar Ministerie.
Financieel belang

Bijdrage Zorg- en Veiligheidshuis - bedrag per inwoner.

Bijdrage Zorgcoördinatie mensenhandel - bedrag per inwoner.

Bijdrage coördinatie re-integratie (nazorg) ex-gedetineerden op basis van de verdeelsleutel 50% en 50% van de uitstroom detentie.

Bijdragen

Werkelijk jaarrekening 2023: € 40.310
Begroot begroting 2024: € 44.176
Begroot begroting 2025: € niet bekend

Eigen vermogen

Per 01-01-2025: € 393.000
Per 31-12-2025: € niet bekend

Vreemd vermogen  Per 01-01-2025: € niet bekend
Per 31-12-2025: € niet bekend
Financieel resultaat Begroting 2025: € niet bekend
Risico’s Niet van toepassing
Ontwikkelingen

Het Zorg- en Veiligheidshuis Zeeland zet zich in op het verder versterken van de persoonsgerichte aanpak. Waar relevant gecombineerd met een systeem- of gebiedsgerichte benadering met aandacht voor de (lokale) omgeving van dader en slachtoffer(s) en in verbinding met de lokale teams. 

 

Paragraaf 7 Grondbeleid

7.1 AANDUIDING VAN DE WIJZE WAAROP DE GEMEENTE HET GRONDBELEID UITVOERT

Terug naar navigatie - 7.1 AANDUIDING VAN DE WIJZE WAAROP DE GEMEENTE HET GRONDBELEID UITVOERT

In 2018 stelde de raad de nota grondbeleid gemeente Schouwen-Duiveland 2018 vast. Met de nota grondbeleid beoogt de gemeente:

  • Haar strategische ruimtelijke (en maatschappelijke) doelen te realiseren;
  • Het gewenste ruimtegebruik te realiseren;
  • De gewenste ruimtelijke kwaliteit te bevorderen;
  • Te zorgen voor een rechtvaardige verdeling van kosten en opbrengsten (tussen eigenaren, exploitanten, gebruikers en de gemeente);
  • De gemeentelijke financiële risico’s van ruimtelijke ontwikkelingen te beheersen.

Situationeel grondbeleid
Bij ruimtelijke ontwikkelingen ziet de gemeente Schouwen-Duiveland het als haar publieke taak om zoveel mogelijk de regie te voeren, zodat zij haar beleidsdoelstellingen zo goed mogelijk kan realiseren. De uitvoeringspraktijk van de gemeente Schouwen-Duiveland laat zien dat zij bij het voeren van haar grondbeleid kiest voor flexibel maatwerk. Per project zoeken we naar de gewenste vorm van grondbeleid, actief of facilitair, om verantwoord en gecontroleerd te kunnen sturen op de ruimtelijke ambities en beleidsdoelstellingen. Het belang van het doel (prioriteit) en de grondpositie bepalen per situatie welke rol de gemeente inneemt.

Sturende kaders
Grondbeleid is in zowel juridisch als financieel opzicht instrumenteel van aard en is volgend ten aanzien van de doelstellingen, die de gemeente heeft gesteld met betrekking tot sectoraal gerichte beleidsvelden zoals ruimtelijke ontwikkeling, volkshuisvesting, werkgelegenheid en maatschappelijke ontwikkeling. Grondbeleid is ondersteunend aan de (ruimtelijke) ambities en doelstellingen van marktpartijen en particulieren, maar uiteraard ook aan de doelstellingen van de gemeente zoals omschreven in structuurvisies, gebiedsvisies en beleidsnota’s. 

Juridische sturing en beheersing
Wanneer de gemeente facilitair optreedt, wordt het grondexploitatieproces doorlopen door de ontwikkelende partij. Uitgangspunt hierbij is dat de gemeente in dergelijke gevallen overeenkomsten (intentie- en exploitatieovereenkomsten) sluit met ontwikkelende partijen en terugvalt op het kostenverhaal, zoals bepaald in de Omgevingswet. In de leidraad ruimtelijke projecten is vastgelegd op welke wijze en onder welke voorwaarden de gemeente de samenwerking bij de voorbereiding en uitvoering van ruimtelijke plannen vorm en inhoud geeft.

In principe gaat de gemeente terughoudend om met verwerving van (strategische) gronden. Slechts wanneer een vastgestelde ruimtelijke opgave door de markt niet wordt/kan worden gerealiseerd, of wanneer de raad een project aanmerkt als ‘bestuurlijke prioriteit met noodzaak actieve grondpolitiek’ kan daartoe overwogen worden. De gemeente zet dan in eerste instantie in op minnelijke verwerving. In het uiterste geval kan de raad besluiten om de Wet voorkeursrecht gemeenten of onteigening in te zetten. Voordat het college van burgemeester en wethouders een strategische aankoop doet stelt zij de raad in de gelegenheid wensen of bedenkingen in te brengen tegen het voornemen tot aankoop.

Bij verkoop van vastgoed hanteert de gemeente marktconforme prijzen op basis van taxatierapporten. Op basis van taxaties stelt het college van burgemeester en wethouders jaarlijks een grondprijsbrief vast, waarin de grondprijzen staan vermeld.

7.2 EEN PROGNOSE VAN DE TE VERWACHTEN RESULTATEN VAN DE GRONDEXPLOITATIE

Terug naar navigatie - 7.2 EEN PROGNOSE VAN DE TE VERWACHTEN RESULTATEN VAN DE GRONDEXPLOITATIE

Kosten- en opbrengststijging 
In de grondexploitaties houden we rekening met onderstaande kosten- en opbrengstenstijgingen:

  • Kostenstijging 2024: 4% en 2025–2028: 2,0%
  • Opbrengst stijging 2024–2028: 1,0%

Rente 
Voor de rente is zoals bepaald in het Besluit Begroting en Verantwoording de omslagrente gehanteerd van 1,09%. De disconteringsvoet voor de negatief sluitende plannen voor het bepalen van de hoogte van de verliesvoorziening bedraagt 2,0%, volgens de notitie grondbeleid van de Commissie Besluit Begroting en Verantwoording.

Grondprijzen 
De bouwgrondprijzen worden jaarlijks vastgesteld via de grondprijsbrief. De in de grondprijsbrief opgenomen prijzen worden getoetst aan de huidige marktsituatie. Eind 2024 volgt het advies voor het vaststellen van de grondprijsbrief 2025.

Plancapaciteit woningbouw 
De regionale behoefte naar woningen is ten opzichte van 2021 toegenomen. In 2022 maakten we nieuwe woningmarktafspraken met de provincie Zeeland, waarbij de totale ruimte aan te bouwen wooneenheden is vastgesteld op 1.615 eenheden.

De in 2021 gemaakte afspraak voor het toevoegen van extra (235) woningen, boven de regionale behoefte, met een sloopopgave blijft behouden. Hiervoor is in 2022 invulling gegeven aan het transitiefonds. Het transitiefonds zetten we in voor het uitvoeren van een sloopopgave bij eventuele krimp.

In 2022 zijn diverse instrumenten geïntroduceerd in de structuurvisie wonen en de aangepaste huisvestingsverordening om verdringing van (jonge) inwoners op de woningmarkt te voorkomen. Voor het realiseren van woningen zetten we in op structuurversterkende plekken, waarvan de gronden in bezit zijn van de gemeente.

Bedrijventerreinenprogramma 
Het in opdracht van de provincie Zeeland opgestelde rapport ‘prognose bedrijventerreinen Zeeland’ vormt de basis voor de uitgifte van onze bedrijfsgrond.  De prognose geeft een inschatting van de vraag aan bedrijventerreinen per regio en per sector in de periode 2019-2030. De uitbreidingsvraag voor Schouwen-Duiveland in de periode 2019–2030 is geraamd op 10 hectare (scenario laag) tot 19 hectare (scenario hoog) bedrijventerrein.

Voorzichtigheidshalve werd rekening gehouden met het laag berekende scenario van 10 hectare uitgeefbare bouwgrond over de periode 2019–2030.  Deze prognose blijkt te voorzichtig ingeschat. In 2021,  2022 en 2023 verkochten we  beduidend meer grond dan destijds geprognosticeerd.

Prognose bedrijventerreinen 2019 tot en met 2030

Prognose STEC Scenario Laag in hectare Scenario Hoog in hectare
Bouw handel en reparatie 1 2
Consumentendiensten 2 4
ICT zakelijke dienstverlening -2 -1
Industrie Chemie 1 1
Industrie VGM 0 1
Industrie Overig