Prijsstijging prijsgevoelige lasten exclusief gas en elektra
De ramingen in deze programmabegroting zijn geïndexeerd met de in de Kadernota programmabegroting 2023-2026 vastgestelde indexeringspercentages. Via deze kadernota besloot u om het indexeringspercentage voor de prijsgevoelige lasten voor het jaar 2023 te corrigeren met het consumenten-prijs-indexpercentage (cpi) van 5,20%, zoals het Centraal Plan Bureau (CPB) dat in maart 2022 voor het jaar 2022 bekend maakte in het Centraal Economisch Plan (CEP). Inmiddels publiceerde het CPB in augustus jl. de Macro Economische verkenning (cMEV). Hierin stijgt het cpi voor het jaar 2022 naar 9,90%. Wij hebben gekozen voor een reële raming van onze lasten door met het huidige inflatiecijfer rekening te houden. De verhoging levert een structurele meerlast op van € 1 miljoen, die afloopt naar € 900.000 in 2026.
Hogere indexering subsidies
Ook de organisaties waaraan wij subsidies verstrekken worden geconfronteerd met stijging van hun lasten als gevolg van de inflatie en de stijging van tarieven voor elektra en gas. Om hen tegemoet te komen nemen we in 2023 en 2024 incidenteel een stelpost op voor een extra indexatie van de subsidies. De verhoging van het cpi van 5,2% naar 9,9% werkt in onze berekeningssystematiek voor 50% door in de indexering van de subsidies. Het percentage prijsstijging van de subsidies is namelijk gebaseerd op 50% van de verhoging van de loonkosten en 50% van de verhoging van de prijsgevoelige lasten. Dit betekent dat de subsidies extra worden verhoogd met 50% van 4,70%, ofwel 2,35%. Hiermee is een bedrag gemoeid van € 100.000 in 2023 en 2024.
Prijsstijging gas en elektra
Voor wat betreft gas en elektra is in deze programmabegroting, conform de Kadernota programmabegroting 2023-2026, rekening gehouden met een prijsstijging van 6,10% in 2023. Onze gemeente heeft een energiecontract dat loopt tot en met eind 2023, maar dit contract kent geen vaste prijzen. Hierdoor worden we geconfronteerd met prijsstijgingen, waardoor de ramingen in de begroting voor gas en elektra te laag zijn. Voor het aanbieden van een reële begroting, verhogen wij de ramingen voor 2023 en 2024 naar de huidige tarieven.
We verwachten dat op enig moment de prijzen dalen als er een oplossing komt voor de huidige energiecrisis, als ook dat het Rijk met maatregelen komt ter compensatie van de hoge prijzen. Daarom hebben we prijsstijging voor een bedrag van € 874.000 alleen doorgevoerd in 2023 en 2024. Voor de jaren daarna nemen we nog geen meerlasten op. Bij het opstellen van de begroting 2024-2027 beoordelen wij de situatie opnieuw en ramen dan – indien nodig – bij.
Compensatie gemeentefonds
Een deel van de meerlasten als gevolg van de hoge inflatie krijgen we naar verwachting gecompenseerd via de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Welk bedrag daarbij hoort, wordt bekend in de septembercirculaire 2022, waarvan de financiële consequenties begin oktober bekend worden. Vooruitlopend hierop boeken we alvast structureel € 250.000 in als compensatie.
Toepassen nullijn gemeentelijke belastingen
In deze programmabegroting houden we, op basis van de Kadernota programmabegroting 2023-2026, voor 2023 rekening met een stijging van de belastingen en overige gemeentelijke heffingen van 4,85%.
Door de positieve uitkomsten van de meicirculaire 2022 is sprake van een fors positieve budgettaire ruimte, waarvan we een deel willen gebruiken om onze inwoners tegemoet te komen in deze financieel zware tijd. We willen ons hierbij richten op de middeninkomens, die zwaar te lijden hebben van de hoge inflatie. De lage inkomens hebben namelijk recht op kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen. Hierbij merken we op dat wij als gemeente geen inkomenspolitiek met onze belastingen mogen voeren. Dat is voorbehouden aan het Rijk.
De beste manier om de middeninkomens te bereiken is het hanteren van de nullijn. Daarom stellen wij voor de tarieven voor de onroerende-zaakbelasting voor eigenaren van woningen, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing in 2023 niet te verhogen. Voor wat betreft de afvalstoffenheffing en de rioolheffing raakt dit de budgettaire ruimte niet.
De lasten en baten voor gemeentereiniging verwerken we budgettair neutraal via de voorziening vuilverwerking. De structureel doorwerkende financiële gevolgen van het niet indexeren van de tarieven afvalstoffenheffing voor 2023 ad € 227.400 kunnen gedekt worden uit deze voorziening. Deze bevat meerjarig een voldoende positief saldo hiervoor.
De structureel doorwerkende financiële gevolgen van het niet indexeren van de tarieven rioolheffing voor 2023 ad € 138.800 kunnen worden gedekt uit de door de Belastingsamenwerking Walcheren Schouwen-Duiveland voorziene hogere ramingen rioolheffingen vanwege een stijging van het areaal.
De gevolgen van de inflatie voor de budgettaire ruimte zijn als volgt (x € 1.000):