Paragrafen

Paragraaf 1 Lokale heffingen

1.1 ALGEMEEN

Terug naar navigatie - 1.1 ALGEMEEN

In de paragraaf lokale heffingen geven we inzicht in de opbrengsten die met heffingen worden gegenereerd en de lastendruk die wordt veroorzaakt door deze heffingen. Dit inzicht is van belang, omdat deze heffingen veelal de enige mogelijkheid vormen om (aanvullende) wensen te kunnen dekken. Daarbij werkt informatie over de hoogte van heffingen in vergelijkbare gemeenten verhelderend. 

1.2 GEMEENTELIJK BELEID 2023-2026

Terug naar navigatie - 1.2 GEMEENTELIJK BELEID 2023-2026

Jaarlijks stelt de raad via de Kadernota programmabegroting vast met welk indexeringspercentage de tarieven voor de belastingen worden verhoogd. Op grond van de door u op 4 juli 2022 vastgestelde Kadernota programmabegroting 2023-2026 was het in eerste instantie voor 2023 de bedoeling voor de stijging van de tarieven voor belastingen en rechten uit te gaan van een index van 4,85%, waarbij de tarieven rioolheffingen volgen uit het Gemeentelijk rioleringsplan (vGRP) 2022 – 2026 (1,9%). Gelet op de fors gestegen inflatie, onder andere veroorzaakt door sterk gestegen energieprijzen en duurdere boodschappen, kiezen wij er echter voor de burger voor 2023 financieel enigszins tegemoet te komen. Dit door de tarieven onroerende-zaakbelastingen voor woningen, rioolheffing en de afvalstoffenheffing niet te indexeren.

1.3 GERAAMDE INKOMSTEN

Terug naar navigatie - 1.3 GERAAMDE INKOMSTEN

In meerjarig perspectief zien de geraamde belastingopbrengsten er als volgt uit.

Belastingopbrengsten (in €) Realisatie 2021 Begroting 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026
Onroerende-zaakbelastingen 10.275.632 10.783.439 11.050.335 11.518.843 12.001.268 12.424.896
Afvalstoffenheffing/reinigingsrecht 4.678.628 4.846.217 4.829.511 4.992.605 5.161.003 5.334.872
Rioolheffing 7.002.613 7.141.287 7.280.043 7.418.364 7.559.313 7.702.940
Landtoeristenbelasting 6.335.948 9.108.933 9.550.716 9.865.890 10.186.531 10.481.940
Watertoeristen-belasting 275.687 270.276 283.384 292.736 302.250 311.015
Forensenbelasting 3.269.257 3.200.736 3.355.972 3.466.719 3.579.387 3.683.190
Parkeergelden/parkeervergunningen 2.416.467 2.468.158 2.591.082 2.591.592 2.591.918 2.592.390
Bedrijfsinvesteringszone (BIZ) 227.245 232.642 243.926 49.498 49.498 49.498
Precariobelasting 1.353.287 155.694 163.245 168.632 174.113 179.162
Totaal: 35.834.764 38.207.382 39.348.214 40.364.877 41.605.280 42.759.903

1.4 BELEIDSVOORNEMENS PER HEFFING

Terug naar navigatie - 1.4 BELEIDSVOORNEMENS PER HEFFING

In dit onderdeel geven wij een toelichting op de belangrijkste (tarief)aanpassingen voor de begrotingscyclus 2023-2026. Hieronder allereerst een tabel met de ontwikkeling van de belangrijkste belastingtarieven.

Afvalstoffenheffing
Tarieven (in €) 2020 2021 2022 2023
Eenpersoonshuishouden 181,20 185,91 188,61 188,61
Meerpersoonshuishouden 230,40 236,39 239,82 239,82
Bedrag per lediging van de rolcontainer 6,12 6,28 6,37 6,37
Bedrag per aanbieding ondergrondse container 1,53 1,57 1,59 1,59
Rioolheffing
Tarieven (in €) 2020 2021 2022 2023
Zakelijk recht (per eigendom) 178,14 180,21 184,25 184,25
Gebruiker 70,14 71,19 72,54 72,54
+ per m3 boven 200m3 2,45 2,49 2,54 2,54
Onroerende-zaakbelastingen
Tarieven (in % van de WOZ-waarde) 2020 2021 2022 2023
Zakelijk recht woningen 0,1351 0,1294 0,1187 0,1187
Zakelijk recht niet-woningen 0,1847 0,2128 0,2386 0,2502
Gebruik niet-woningen 0,1347 0,1643 0,1922 0,2015
Forensenbelasting
Tarieven (in €) 2020 2021 2022 2023
economische waarde <= € 54.425 263,12
economische waarde > € 54.425 101,84 + 0,311%
economische waarde <= € 52.000 263,12
economische waarde > € 52.000 101,84 + 0,331%
economische waarde <= € 56.000 278,00 291,48
economische waarde > € 56.000 110,00 + 0,3037% 110,00 + 0,353%
(Water)toeristenbelasting
Tarieven (in € en evt. % van de WOZ-waarde) 2020 2021 2022 2023
Per persoon per nacht hoogseizoen 1,43 1,46 1,95 2,04
Per persoon per nacht laagseizoen 1,43 1,46 1,75 1,83
Per persoon per nacht minicamping 1,43 1,46 1,50 1,57
Vaste jaar- of seizoenplaats 263,12 268,64 347,80 363,81
Vaste jaar- of seizoenplaats minicamping 263,12 268,64 276,00 288,88
Voorseizoenarrangement 117,26 119,72 151,70 158,67
Voorseizoenarrangement minicamping 117,26 119,72 123,00 128,74
Verlengd voorseizoenarrangement 145,00 148,04 187,95 196,59
Verlengd voorseizoenarrangement minicamping 145,00 148,04 151,50 158,57
Naseizoenarrangement 91,52 93,44 112,00 117,12
Naseizoenarrangement minicamping 91,52 93,44 96,00 100,48
Maandarrangement juni 36,04 36,79 49,14 51,41
Maandarrangement september 36,04 36,79 44,10 46,12
Maandarrangement juni minicamping 36,04 36,79 37,80 39,56
Maandarrangement september minicamping 36,04 36,79 37,80 39,56
Winterarrangement 1 48,05 49,06 35,0 36,60
Winterarrangement 2 48,05 49,06 24,50 25,62
Winterarrangement 1 minicamping 48,05 49,06 30,00 31,40
Winterarrangement 2 minicamping 48,05 49,06 21,00 21,98

Onroerende-zaakbelastingen (OZB) 
Areaaluitbreiding 
Evenals voorgaande jaren houden wij rekening met € 65.000 per jaar aan extra belastingopbrengsten vanuit areaaluitbreiding. 

Herwaardering WOZ 
De OZB is gebaseerd op de taxatiewaarde van een object in het kader van de Wet WOZ. Deze waarde wordt jaarlijks bepaald. Na het gereedkomen van de herwaardering WOZ stelt de raad de tarieven in de raadsvergadering van 22 december 2022 definitief vast. 

De afgelopen jaren was sprake van een uiteenlopende waardeontwikkeling tussen woningen en niet-woningen. Is dat voor 2023 ook het geval, dan stellen wij u voor de OZB-tarieven voor deze categorieën bij te stellen aan de hand van die waardeontwikkeling.

Ontwikkeling aanslag OZB-woningen 
In onderstaande tabel treft u een overzicht, waarin u kunt aflezen hoe de aanslag OZB, voor een woning met een gemiddelde WOZ-waarde, zich de afgelopen 3 jaar heeft ontwikkeld. Hiervoor sluiten we aan bij de CBS-gegevens. 

Jaar Waardeontwikkeling woningen Woning met gemiddelde WOZ-waarde Tarief Aanslag OZB Procentuele stijging aanslag OZB
2021 5,20% € 262.000 0,1294% € 339,03 -1,41%
2022 8,00% € 279.000 0,1187% € 331,17 -2,37%
2023 0,00% € 279.000 0,1187% € 331,17 0,00%

OZB-tarieven
Voor het tarief voor woningen hanteren we de nullijn. Er vindt dus geen verhoging plaats. Voor de tarieven voor niet-woningen wordt een indexatie van 4,85% toegepast.

Toeristenbelasting

De opbrengst van de toeristenbelasting (inclusief watertoeristenbelasting) is belangrijk voor onze gemeente. Wij ramen voor 2023 een opbrengst van ruim € 9,5 miljoen.  
Voor de tarieven wordt een trendmatige verhoging van 4,85% toegepast.

Tarieven 2023
Er wordt sinds 2022 een gedifferentieerd tarief toeristenbelasting gehanteerd. Inmiddels heeft de raad op 4 juli 2022 besloten tot de volgende tarieven:

  • Voor alle accommodaties tijdens het hoogseizoen een tarief van € 2,04 per persoon, per nacht.
  • Voor alle accommodaties tijdens het laagseizoen een tarief van € 1,83 per persoon, per nacht.
  • Voor minicampings en jaarrond tarief van € 1,57 per persoon, per nacht.
  • Voor verblijf op een vaartuig gelden dezelfde tarieven. 

Forensenbelasting

De tarieven worden uitsluitend verhoogd met de index van 4,85%.

Voor de berekening van de definitieve tarieven forensenbelasting zijn we afhankelijk van de WOZ-waarden 2023. Na het gereedkomen van de herwaardering WOZ ontvangt u in de raadsvergadering van 22 december 2022 een voorstel over de tarieven. 

Parkeerbelasting

Dit is een belasting, verschuldigd voor het parkeren van voertuigen op bepaalde plaatsen. Tevens valt het vergunning- / belanghebbenden parkeren hieronder. Belangrijk argument voor de heffing van parkeerbelastingen, met de op Schouwen-Duiveland gehanteerde tariefstructuur, is de regulering van verkeersstromen en het parkeergedrag. De tarieven voor parkeervergunningen worden voor 2023 verhoogd met de indexatie van 4,85%. De met ingang van 2021 verhoogde parkeertarieven blijven ook voor 2023 ongewijzigd. Het kostentarief voor de naheffingsaanslag parkeerbelastingen wordt verhoogd van € 66,50 naar € 72,90.

Precariobelasting

Voor deze heffing geldt dat de tarieven trendmatig worden verhoogd met 4,85%.

Tot en met 2021 was de kabelbelasting onderdeel van de precariobelasting. Omdat de kabelbelasting vanaf 2022 niet meer wordt geheven en omdat de raad besloot per 2022 de hoogste categorie precariobelasting af te schaffen, ligt de geraamde opbrengst voor 2023 aanzienlijk lager dan in 2021. 

Conform het besluit van de raad is de opbrengst van de kabelbelasting van de afgelopen jaren vooralsnog gereserveerd en gestort in een aparte bestemmingsreserve. 

Over het jaar 2016 heeft de gemeente Hulst namens de Zeeuwse gemeenten een beroepsprocedure gevoerd tegen de opgelegde aanslag aan Enduris. Deze procedure is door Enduris gewonnen. Omdat de uitspraak nog een aantal onduidelijkheden bevatte, is door de Zeeuwse gemeenten besloten om ook over de aanslag 2017 van Enduris te procederen.
Inmiddels is er een negatieve uitspraak van de meervoudige kamer geweest op 13 december 2021. De gemeente Hulst heeft op 17 februari 2022 hoger beroep ingediend. Dit heeft tot gevolg dat er nog steeds geen duidelijkheid is over de totale opbrengst.

Rioolheffing

Voor de rioolheffingen geldt dat de tarieven voor 2023 niet geïndexeerd worden.

Afvalstoffenheffing / reinigingsrechten

Ook de tarieven voor de afvalstoffenheffing voor 2023 worden niet verhoogd. Voor de tarieven reinigingsrechten is een indexatie van 4,85% toegepast.

Leges

Voor deze heffingen geldt dat de tarieven trendmatig worden verhoogd met 4,85%. Daarnaast zal de verordening worden aangepast op de Omgevingswet.

1.5 KOSTENONDERBOUWING HEFFINGEN

Terug naar navigatie - 1.5 KOSTENONDERBOUWING HEFFINGEN

Op grond van het bepaalde in het Besluit begroting en verantwoording (Bbv) is het verplicht in de paragraaf lokale heffingen een overzicht op hoofdlijnen op te nemen van de diverse heffingen. Bij onze gemeente gaat het om: 
•    Scheepvaartrechten 
•    Rioolheffingen 
•    Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 
•    Lijkbezorgingsrechten
•    Leges

Hierna maken wij voor de overige heffingen het percentage kostendekkendheid inzichtelijk. Waar wij dit noodzakelijk achten, geven wij u een korte tekstuele toelichting.   

Scheepvaartrechten

De gemeente Schouwen-Duiveland beheert een aantal havens. Dit brengt een veelheid aan kosten met zich mee. De voornaamste zijn de salarissen van de havenmeesters, onderhoudskosten en kapitaallasten. Daartegenover staan vooral baten uit scheepvaartrechten en vergoedingen voor nutsvoorzieningen.

De opbrengsten zijn exclusief de privaatrechtelijke baten. Als we deze meerekenen komt het dekkingspercentage uit op 72%. Daarnaast maken verhuurde en verpachte gedeelten van havens geen onderdeel uit van de fiscale kostendekkendheid. Daarom zijn deze cijfers onvergelijkbaar met overzichten die bijvoorbeeld te relateren zijn aan de Wet Markt en Overheid.

Kostenonderbouwing scheepvaartrechten 2023 Bedragen in €
Baten 525.323
Lasten taakvelden
2.3 Recreatieve havens 665.572
2.4 Economische havens en waterwegen 248.537
5.7 Openbaar groen-(openlucht) recreatie 240.659
Netto lasten taakvelden 1.154.768
Toe te rekenen kosten:
Overhead 72.129
Totale lasten 1.226.897
Dekkingspercentage 43%

Rioolheffingen

Op grond van het vGRP worden de lasten en baten voor riolering budgettair neutraal verwerkt. Dit betekent dat sprake is van een kostendekkendheid van 100%. De structureel doorwerkende financiële gevolgen van het niet indexeren van de tarieven voor 2023 ad € 138.800 worden eenmalig gedekt uit door de Samenwerking belastingen Walcheren en Schouwen-Duiveland voorziene hogere ramingen rioolheffingen vanwege een stijging van het areaal. Daardoor blijft de kostendekkendheid gehandhaafd op 100%. 

Kostenonderbouwing rioolheffingen 2023 Bedragen in €
Opbrengst heffingen 7.280.043
Lasten taakvelden:
2.1 Verkeer en vervoer 239.095
6.3 Inkomensregelingen 37.960
7.2 Riolering 6.088.938
Netto lasten taakvelden 6.365.993
Toe te rekenen kosten:
Overhead 176.096
BTW 1.067.978
Dotatie voorziening -330.024
Totale lasten 7.280.043
Dekkingspercentage 100%

Afvalstoffenheffing / reinigingsrechten

De lasten en baten voor gemeentereiniging verwerken we budgettair neutraal via de voorziening vuilverwerking. De structureel doorwerkende financiele gevolgen van het niet indexeren van de tarieven afvalstoffenheffing voor 2023 ad € 227.400 kunnen gedekt worden uit deze voorziening. Deze bevat meerjarig een voldoende positief saldo hiervoor. Daardoor blijft de kostendekkendheid gehandhaafd op 100%. Mocht in de komende jaren onverhoopt blijken dat de lasten harder stijgen dan de baten, dan stellen wij in eerste instantie voor de dekking hiervoor te zoeken in de budgettaire ruimte. Met als gevolg een lager kostendekkendheidpercentage. Pas wanneer deze stijging het hiervoor genoemde bedrag van € 227.400 overschrijdt, heeft dat gevolgen voor de tarieven. 

Kostenonderbouwing afvalstoffenheffing 2023 Bedragen in €
Opbrengst heffingen 4.616.216
Lasten taakvelden:
6.3 Inkomensregelingen 128.846
7.3 Afval 3.769.363
Netto lasten taakvelden 3.898.209
Toe te rekenen kosten:
Overhead 413.266
BTW 430.145
Dotatie voorziening -125.404
Totale lasten 4.616.216
Dekkingspercentage 100% 100%
Kostenonderbouwing reinigingsrechten 2023 Bedragen in €
Opbrengst heffingen 213.295
Lasten taakvelden:
7.3 Afval 182.388
Netto lasten taakvelden 182.388
Toe te rekenen kosten:
Overhead 13.910
BTW 14.700
Dotatie voorziening 2.297
Totale lasten 213.295
Dekkingspercentage 100%

Lijkbezorgingsrechten

In 2016 stelde de raad het begraafplaatsenbeleid vast. Als onderdeel daarvan werd ingestemd met een jaarlijkse verhoging van de leges van 1,0% over een periode van 10 jaar, boven op de inflatiecorrectie om over 10 jaar een kostendekking van tenminste 70% te hebben. Uit onderstaande berekening blijkt een kostendekkendheidspercentage van 73% voor 2023.

Kostenonderbouwing lijkbezorgingsrechten 2023 Bedragen in €
Baten 541.336
Lasten taakvelden:
7.5 Begraafplaatsen en crematoria 618.356
Netto lasten taakvelden 618.356
Toe te rekenen kosten:
Overhead 119.087
Totale lasten 737.443
Dekkingspercentage 73%

In het eerste kwartaal van 2023 wordt het beleidsplan voor de gemeentelijke begraafplaatsen herzien. Hierin wordt aandacht besteed aan de afspraken uit het coalitieakkoord waarin is opgenomen dat we de tarieven van algemene graven verlagen. Dit vanwege het uitgangspunt dat de tarieven voor begraafrechten (voor een algemeen graf) en de tarieven voor cremeren dichter bij elkaar liggen, zodat de keuze tussen begraven en cremeren niet (enkel) een financiële afweging wordt. In het coalitieakkoord is opgenomen dat deze tariefsverlaging niet wordt doorgerekend naar koopgraven. Daarmee wordt een afname van de dekkingsgraad geaccepteerd, waarbij het tekort wordt gedekt uit de algemene middelen.

 

Leges 
Leges worden over tal van producten geheven. In onderstaande tabel presenteren wij de kostendekking per hoofdstuk in de legesverordening. In de daaropvolgende tabel is het gemiddelde kostendekkingspercentage aangegeven. We hanteren bij de leges de toegestane regels van kruissubsidiëring, waarbij binnen een titel een percentage boven de 100% op hoofdstukniveau is toegestaan onder voorwaarde dat het gemiddelde percentage per titel niet boven de 100% uitkomt. Uitzondering daarop is Titel III. Deze bevat namelijk de leges die onder de Europese Dienstenrichtlijn vallen. Binnen Titel III is kruissubsidiëring mogelijk, doch is deze beperkt binnen een cluster van samenhangende vergunningstelsels. Deze stelsels zijn binnen deze Titel hoofdstuksgewijs opgenomen.

Conform het raadsbesluit van 21 september 2020 hanteren we het uitgangspunt van 100% kostendekking bij de leges. Naar verwachting treedt per 1 januari 2023 de Omgevingswet in werking. Om die reden is de kostendekkendheid voor 2023 binnen Titel II op hoofdlijnen geactualiseerd.

Hierbij merken wij nog op dat wij voor 2023 een zeer fors bouwvolume van € 137 miljoen verwachten. Aan de hand van het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning bouwen verwachten wij daardoor voor 2023 een opbrengst van € 3,5 miljoen bij een gelijkblijvend tarief van 2,6% van de bouwkosten exclusief btw. Dit is fors hoger dan de voor 2022 geraamde € 1,7 miljoen. Hierdoor komt het kostendekkingspercentage over de gehele verordening uit op 180%. Vanuit het kostendekkendheidsprincipe nemen wij daarom in deze begroting in de jaarschijf 2023 eenmalig een dotatie aan de egalisatievoorziening leges van € 1.968.000 mee.   

Hoofdstuk  Naam hoofdstuk Kosten Opbrengsten Percentage
Titel I Algemene dienstverlening 608.127 553.605 91%
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand 92.511 86.484 93%
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten 127.869 124.902 98%
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen incl. eigen verklaringen 208.680 208.132 100%
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Basisregistratie Personen 20.788 8.734 42%
Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister -
Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens -
Hoofdstuk 7 Bestuursstukken 0 -
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie 0 -
Hoofdstuk 8a Milieu -
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken 48.029 38.673 81%
Hoofdstuk 10 Gemeentearchief -
Hoofdstuk 11 Huisvestingswet -
Hoofdstuk 12 Leegstandswet 1.866 2.629 141%
Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie 0 -
Hoofdstuk 14 Marktstandplaatsen -
Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet 0 -
Hoofdstuk 16 Kansspelen 2.178 1.231 56%
Hoofdstuk 17 Kinderopvang -
Hoofdstuk 18 Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren - AVOI 30.040 36.153 120%
Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer 66.321 40.208 61%
Hoofdstuk 20 Diversen 9.844 6.459 66%
Titel II Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving omgevingsvergunning 1.684.356 3.781.660 225%
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen -
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag -
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning 1.503.401 3.736.987 249%
Hoofdstuk 4 Vermindering -
Hoofdstuk 5 Teruggaaf -
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning -
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project 0 -
Hoofdstuk 7a Overdracht omgevingsvergunning 0 -
Hoofdstuk 8 (Principe) uitspraak 119.154 38.196 32%
Hoofdstuk 9 Bestemmingswijzigingen 61.801 6.477 10%
Hoofdstuk 10 Sloopmelding -
Hoofdstuk 11 In deze titel niet benoemde beschikking 0 -
Titel III Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn 169.369 94.995 56%
Hoofdstuk 1 Horeca 39.373 36.379 92%
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten 129.996 58.616 45%
Hoofdstuk 3 Seksbedrijven -
Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte -
Hoofdstuk 5 Leefmilieuverordening -
Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening -
Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking -
Totaal 2.461.852 4.430.261 180%
Kostenonderbouwing leges 2023 Bedragen in €
Baten 4.430.261,00
Lasten:
Uren 1.446.057,00
Overige kosten 437.372,00
Netto lasten 1.883.429,00
Toe te rekenen kosten:
Overhead 578.423,00
Dotatie voorziening 1.968.409,00
Totale lasten 4.430.261,00
Dekkingspercentage 100%

1.6 VERGELIJKEND OVERZICHT WOONLASTEN

Terug naar navigatie - 1.6 VERGELIJKEND OVERZICHT WOONLASTEN

De gemiddelde woonlasten van een één- of tweepersoonshuishouden met een eigen woning:

De gemiddelde woonlasten van een meerpersoonshuishouden met een eigen woning:

De gemiddelde woonlasten van een één- of tweepersoonshuishouden met een huurwoning:

De gemiddelde woonlasten van een meerpersoonshuishoudens met een huurwoning:

Bovenstaande belastingtarieven zijn op basis van de huidige opbrengsten in deze begroting tot stand gekomen. 

1.7 KWIJTSCHELDINGSBELEID

Terug naar navigatie - 1.7 KWIJTSCHELDINGSBELEID

Op grond van de Invorderingswet 1990 kunnen gemeenten kwijtschelding verlenen voor gemeentelijke heffingen. Zij kunnen zelf beslissen voor welke heffingen kwijtschelding mogelijk is. De voorwaarden waarbinnen dat mag zijn echter door het Rijk nauw omschreven. 

Op 17 december 2015 stelde de raad de gewijzigde verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen vast. Het doel hiervan was tweeledig: 
•    Een zo ruim mogelijk kwijtscheldingsbeleid toepassen voor inwoners die door hun inkomenspositie niet of moeilijk in staat zijn de aanslagen gemeentelijke heffingen te voldoen;
•    Een efficiënte toepassing van de afhandeling van kwijtscheldingsverzoeken door conformatie aan de uniforme normen van de deelnemers binnen Sabewa Zeeland.

Kwijtschelding kan voor de volgende belastingen worden verleend: 
•    Afvalstoffenheffing, behoudens op extra aangevraagde emmers;
•    Rioolheffing gebruikersdeel, behoudens op extra afgenomen kubieke meters water.

Op 5 juli 2018 besloot de raad ter zake van de afvalstoffenheffing, aanvullend op het nieuwe afvalinzamelbeleid, in de verordening kwijtschelding de mogelijkheid op te nemen tot het verlenen van kwijtschelding voor het vaste bedrag en om voor de ledigingen de mogelijkheid tot kwijtschelding te beperken tot het vastgestelde gemiddelde per huishouden.

Daarnaast zijn de volgende aanvullende voorwaarden vastgesteld: 
•    Alleen natuurlijke personen komen in aanmerking voor kwijtschelding;
•    De normbedragen voor de kwijtschelding worden gesteld op 100%.

Sabewa Zeeland voert voor ons de toetsing van kwijtscheldingverzoeken uit. Sinds 2010 wordt hieraan deelgenomen. Een deel van de kwijtscheldingsaanvragen worden geautomatiseerd beoordeeld. Dit gebeurt bij de Stichting Inlichtingenbureau, opgericht door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De overige verzoeken worden handmatig beoordeeld door Sabewa Zeeland.

De uitgaven als gevolg van kwijtschelding zijn voor onze gemeente in 2023 en verder jaarlijks begroot op € 166.800. 

Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

2.1 BEGRIPPEN, PROVINCIAAL TOEZICHT EN REGELGEVING

Terug naar navigatie - 2.1 BEGRIPPEN, PROVINCIAAL TOEZICHT EN REGELGEVING

De paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing bestaat uit:

  • Het gemeentelijke beleid over de weerstandscapaciteit en de risico’s;
  • Een overzicht van reserves en voorzieningen om risico’s af te wenden;
  • een inventarisatie van de weerstandscapaciteit;
  • een inventarisatie van de risico’s.

In deze paragraaf van de begroting gaan we in op de ontwikkelingen over deze vier punten.

2.2 ONS BELEID

Terug naar navigatie - 2.2 ONS BELEID

In juli 2019 stelde de raad de Kadernota 2019-2023 Risicomanagement & Rechtmatigheidsverantwoording (hierna genoemd Kadernota) vast. Deze Kadernota beperkt zich niet tot financiële risico’s, maar gaat ook over niet-financiële risico’s zoals bestuurlijke en juridische risico’s, imago- en frauderisico’s en risico’s in de bedrijfsvoering op het gebied van personeel en informatie- en communicatietechnologie.  In de Kadernota ligt het gemeentelijk risicoprofiel vast, als ook de normen voor de weerstandsratio en streefwaarden voor financiële kengetallen, aan de hand waarvan wij kunnen monitoren dat we als gemeente financieel gezond blijven.  

Uitgangspunt voor de ontwikkeling en invoering van risicomanagement is om niet alleen de mogelijke risico’s te analyseren en in kaart te brengen, maar om tevens de methodiek van risicomanagement in te voeren. Hierbij betrekken wij ook de adviezen van de accountant en de auditcommissie.

De raad evalueerde in februari 2022 de streefwaarden voor de financiële kengetallen en concludeerde dat de bestaande normen de organisatie, het college en de raad scherp houdt op de ontwikkeling van de financiële positie en daarom niet behoeven te worden aangepast.

2.3 VOORZIENING OM RISICO’S AF TE WENDEN

Terug naar navigatie - 2.3 VOORZIENING OM RISICO’S AF TE WENDEN

We voorzien risico’s in het niet ontvangen van betalingen voor geleverde diensten, belastingen en andere baten of terugbetalingen van uitkeringen voor bijvoorbeeld levensonderhoud. Hiervoor zijn twee financiële voorzieningen gevormd die gezamenlijk rond de € 400.000 zijn. Op basis van vaste rekenmethodieken wordt de omvang bepaald en gevoed uit de exploitatie.
Verder is er een voorziening gevormd ter dekking van kwantificeerbare financiële risico’s binnen de bouwgrondexploitatie.

2.4 ONZE RISICO’S

Terug naar navigatie - 2.4 ONZE RISICO’S

Een risico is een mogelijke gebeurtenis met een gevolg voor de organisatie. Met behulp van een risicomanagementinformatiesysteem prioriteert, analyseert en beoordeelt de gemeentelijke organisatie risico's op systematische wijze. Op basis van de inventarisatie is een risicoprofiel opgesteld. Het onderstaande overzicht toont de tien grootste financiële risico's en de som van de overige risico’s. Onderaan de tabel is het totaalbedrag voor deze overige risico’s opgenomen.

Al ons bekende relevante risico's zijn opgetekend. Wij onderzochten wat de beheersmaatregelen zijn en wat vervolgens de restrisico's zijn (impact). De restrisico's zijn qua hoogte gecategoriseerd in vijf rubrieken:
5   > € 500.000
4    € 250.000 - ≤ € 500.000
3    € 100.000 -≤ € 250.000
2    € 25.000 -≤ € 100.000
1    < € 25.000
We hebben ons ook de vraag gesteld: hoe vaak kan zich het risico voordoen in een bepaalde periode (kans).

Verwachte frequentie dat het risico zich voordoet Kans
Risico doet zich minder dan 1 maal per 10 jaar voor 1
Risico doet zich 1 maal per 5-10 jaar voor 2
Risico doet zich 1 maal per 2-5 jaar voor 3
Risico doet zich 1 maal per 1-2 jaar voor 4
Risico doet zich 1 maal per jaar voor 5

Met deze twee parameters is de kans maal impact te berekenen en dus ook de hoogte van de totale risico's dat afgedekt moet worden met eigen vermogen. Om meer inzicht te krijgen in de spreiding van de risico’s naar kans, optreden en gevolg, gebruiken we de risicokaart (zie hieronder). De nummers geven de aantallen risico’s weer die zich in het desbetreffende vak van de risicokaart bevinden. Dit maakt inzichtelijk hoe de risico’s zijn verdeeld over het groene, oranje en rode gebied.

Risicomatrix
Risico Impact 5 - > € 500.000 4 2 1 2
4 - € 250.000 - = € 500.000 2 2
3 - € 100.000 - = € 250.000 1
2 - € 25.000 - = € 100.000 1
1 - < € 25.000 1
1 - Onwaarschijnlijk 2 - Mogelijk 3 - Aannemelijk 4 - Waarschijnlijk 5 - Zeker
Risico Waarschijnlijkheid

Een risicoscore in het groene gebied vormt geen direct gevaar voor de continuïteit van de organisatie. Risico’s die in het oranje gebied zitten vragen om aandacht. Ze vormen individueel nog geen reëel gevaar voor de continuïteit van de organisatie, maar naarmate de tijd vordert, kan het risico wel een bedreiging gaan vormen.  Risico's in het rode gebied hebben door de financiële omvang een grote impact.  Door beheersmaatregelen te treffen houden we zoveel als mogelijk grip op de risico's. 

Risico Waarschijnlijkheid Financieel gevolg in € Financieel gevolg weging in €
1 Schadeclaims nvt nvt 10.125.200
2 Als gevolg van incidenten zoals branden,ernstige ongelukken en infectieziekten is de kans dat de economische impact groot is doordat toeristen het eiland mijden en/of onze bedrijvigheid staakt. Als gevlg hiervan bestaat het risico dat de inkomsten van toeristenbelasting en parkeerheffingen dalen en de lasten van sociale uitkeringen in verband langdurige werkloosheid verhogen. 50% - Aannemelijk 1.750.000 875.000
3 Als gevolg van het niet betalen van rente en aflossing door woningeigenaren bestaat de kans dat de geldverstrekker ons aanspreekt uit hoofde van de garantstelling, waardoor wij gehouden zijn voor de betaling. 10% - Onwaarschijnlijk 7.631.000 763.100
4 Als gevolg van onvoldoende goede technische en organisatorische maatregelen, bestaat de kans dat een inbreuk op de bescherming van persoonsgegevens (datalek) (risico) ontstaat, waardoor schade onstaat voor de organisatie en betrokkenen. 70% - Waarschijnlijk 800.000 560.000
5 Als gevolg van de uit- en/of afstel renovatie van de Oude Haven te Zierikzee lopen we kans dat we niet kunnen voldoen aan voorwaarden van de verkregen rijkssubsidie, waardoor die subsidie mislopen. 30% - Mogelijk 1.700.000 510.000
6 Als gevolg van het instorten/doorzakken van rioolbuizen bestaat de kans dat het riool niet kan doorstromen én schade ontstaat aan de bovengrond (terrein, gebouwen e.d.), waardoor er herstelwerkzaamheden moeten gebeuren aan het riool en verplichting tot schadeherstel. 30% - Mogelijk 1.000.000 300.000
7 Als gevolg van de uitval van ICT, of het door onbevoegden kennisnemen of manipuleren van bepaalde informatie, is het risico dat wij gegevens verliezen. 10% - Onwaarschijnlijk 2.000.000 200.000
8 Als gevolg van het niet meer hebben van het vertrouwen van de raad bestaat de kans een burgemeester, één of meerdere wethouders of het gehele college moet aftreden, waardoor er een een wachtgeldverplichting ontstaat. 10% - Onwaarschijnlijk 1.586.000 158.600
9 Als gevolg conjunctuurwisselingen bestaat de kans dat opdrachten bij de Zuidhoek wegvallen, waardoor er een omzetverlies volgt met doorlopende kosten. Het gevolg is een negatief bedrijfsresultaat. 10% - Onwaarschijnlijk 1.000.000 100.000
10a Rest 1.180.000 200.000
11b Rest 281.750 28.175
 Totaal 13.820.075

Toelichting

1. Schadeclaims
Betreft verwachte en/of neergelegde schadeclaims, waaronder Brouwerseiland.

2. Rampen en incidenten
Elk incident kan zich elk moment voltrekken. Maatregelen zijn taken op het gebied van preventie, waaronder vergunningverlening en handhaving alsook bestrijding van infectieziekten (preventie/opsporing/inenten). Daarnaast is er planvorming crisisbeheersing en oefening.

3. Borg- en garantstellingen rente en aflossing leningen van woningeigenaren
De gemeente staat garant voor geldleningen van woningeigenaren ter bevordering van het eigen woningbezit. Het risico dat wij worden aangesproken is miniem, doordat eerst het Nationaal Hypotheek Garantie fonds worden aangesproken en pas daarna de gemeente.  

4. Datalekken
Het is niet uit te sluiten dat bijvoorbeeld met ransomware onze gegevens worden gegijzeld of dat informatie bij onbevoegden terecht komt of toegang geven tot informatiedragers. De schade kan materieel, immaterieel, juridisch, financieel zijn of betrekking hebben op imagoschade.
Een inbreuk op de bescherming van persoonsgegevens kan zijn: het onbedoeld inzien, het verwijderen, het verlies, het versturen en wijzigen van persoonsgegevens. Wij proberen het risico steeds meer te verkleinen met technische maatregelen en organisatorische maatregelen, waaronder beschreven werkprocessen, beleidsdocumenten, administratie, scholing, bewustwording en de procedures over het melden van incidenten en datalekken (met alle vervolgacties die dat met zich meebrengt).

5. Onderhoud oude haven Zierikzee
Door uit- en/of afstel renovatie van de Oude Haven kunnen we de rijkssubsidie voor het onderhoud mislopen omdat we niet voldoen aan de voorwaarden. We zijn in overleg met het Rijk om de voorwaarden in ons voordeel te veranderen.

6. Onderhoud rioleringen
Ondanks preventie-onderzoeken 1x per 8 jaar kan er inzakkingen bestaan. Deze extra lasten zijn niet voorzien in de gevormde financiële voorziening en vormt een financieel risico. De gemeente is verantwoordelijk voor een goed functionerend gemeentelijk riool. Als zij het onderhoud daarvan laat afweten, of als de riolering beschadigd raakt door bijvoorbeeld werkzaamheden of verzakkingen, dan kan de gemeente aansprakelijk gesteld worden voor gevolgschade.  Deze laatste schade is niet verzekerd.

7.  Bescherming gegevens
Het is niet uit te sluiten dat bijvoorbeeld met ransomware onze gegevens worden gegijzeld. De kosten van een soortgelijke aanval en werking van ransomware kunnen oplopen tot € 2 miljoen. We nemen maatregelen die volgen uit de zelfevaluatie Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) en door opvolging van de aanbevelingen van de externe audits volgens de Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENSIA) op de informatie-uitwisseling DigiD, Suwinet, BRP en reisdocumenten en Geobasisadministraties.

8. Wachtgeldverplichtingen dagelijks bestuur
De kans is dat het hele bestuur door de raad wordt weggestuurd of op eigen initiatief opstapt, is klein. Naast een wachtgeldverplichting verlamt dit wel de voortgang van de werkzaamheden van de gemeente door een bestuursvacuüm. 

9. Orderportefeuille De Zuidhoek 
We vermijden dit risico door een continue acquisitie plus het ophogen re-integratie-activiteiten om het volume-verlies (verminderd aantal SW-medewerkers) te compenseren.  De Zuidhoek houdt een risicoreserve aan van € 1 miljoen om schommelingen in de omzet op te vangen.

10. Overige risico's  
Onder deze categorie zijn het veelal risico's van ondergeschikte aard, die we wel monitoren en maatregelen voor treffen om het risico te verkleinen.

Ten opzichte van de meest recente risico-inventarisatie (jaarrekening 2021) is de totale impact van de financiële risico's een fractie toegenomen van € 13,6 miljoen naar € 13,8 miljoen. 

Het aantal risico's hebben we sterk gereduceerd.  De risico's die we niet meer volgen zijn veelal kleiner dan € 25.000. Deze lasten kunnen opgevangen worden in de lopende programmabegroting en leggen geen beslag op het weerstandsvermogen.
Als alle risico's zich gelijktijdig in hun volle omvang zouden voordoen zou een nadeel optreden van € 13,8 miljoen. Het reserveren van een dergelijk groot bedrag als buffer voor alle risico's is echter ongewenst, omdat het niet waarschijnlijk is dat alle risico's zich in 2023 gelijktijdig en in hun maximale omvang voordoen. Daarom is op basis van de ingevoerde risico's een extra weging gedaan op 90%. Het resultaat is dat met een benodigde weerstandscapaciteit van € 12,4 miljoen het voor 90% zeker is dat alle risico's die in 2023-2026 zouden kunnen optreden kunnen worden afgedekt. De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald door alle risico's waarvoor geen of onvoldoende beheersmaatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.

2.5 BESCHIKBARE WEERSTANDSCAPACITEIT

Terug naar navigatie - 2.5 BESCHIKBARE WEERSTANDSCAPACITEIT

De beschikbare weerstandscapaciteit is de verzamelterm van alle middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om financiële tegenvallers te dekken. Het gaat om buffers in het eigen vermogen respectievelijk in de exploitatie. Buffers die we vrij kunnen maken dan wel beschikbaar laten komen om niet-begrote kosten die substantieel zijn te dekken, zonder dat dit gevolgen heeft voor het beleid en de uitvoering van taken.

De weerstandscapaciteit is eind 2023 als volgt:

Weerstandscapaciteit Bedragen in €
Resterende belastingcapaciteit:
·         Onroerende-zaakbelastingen 2.280.000
·         (Water)toeristenbelasting 0
·         Forensenbelasting 0
·         Lijkbezorgingsrechten 196.000
·         Parkeerbelasting 0
·         Scheepvaartrechten 702.000
·         Leges 0
Totale resterende belastingcapaciteit 3.178.000
Vrij aanwendbare reserves:
·         Algemene reserve 19.403.000
·         Uitvoering strategische visie 3.451.000
·         Algemene reserve De Zuidhoek 571.000
·         Egalisatiereserve algemene uitkering 2.000.000
·         Algemene reserve Ontwikkelingsbedrijf 3.335.000
Totaal weerstandscapaciteit vermogen 28.760.000
Totale weerstandscapaciteit 31.938.000

Toelichting weerstandscapaciteit

Resterende belastingcapaciteit

Belastingcapaciteit is de ruimte om de belastingen en heffingen te verhogen of in te voeren. Voor de heffingen gelden regels: de tarieven mogen maximaal kostendekkend zijn.

Voor de onroerende-zaakbelastingen (OZB) hanteert het Rijk de zogenaamde artikel 12-norm (voor financieel armlastige gemeenten). Dit is het tarief dat een gemeente moet hanteren als zij voor een eventuele aanvullende uitkering uit het gemeentefonds in aanmerking wil komen.  Bij deze berekening is de resterende belastingcapaciteit OZB € 2.280.000.

Voor de (water-)toeristenbelasting en forensenbelasting gelden geen maximum- of normtarieven. Voor de overige heffingen verwijzen wij u naar de Paragraaf lokale heffingen, onderdeel 1.5 (Kostenonderbouwing heffingen).

Vrij aanwendbare reserves

Algemene reserve

De algemene reserve dient primair als buffer om in jaren waarin een sluitende begroting niet mogelijk is bij te springen en ter opvanging voor negatieve jaarresultaten. Hiervoor geldt een minimumbedrag van € 4 miljoen. Alles boven dit bedrag (inclusief het geoormerkte deel voor het uitvoeringsprogramma strategische visie) is in principe vrij aanwendbaar en beschikbaar voor de weerstandscapaciteit. Hier valt ook de € 2 miljoen onder als buffer om de ongewisse risico's vanwege de COVID-19 pandemie op te vangen.

Op 11 november 2011 besloot de raad bij amendement € 12 miljoen in de algemene reserve te oormerken voor uitvoering van de Strategische Visie. De komende jaren staan voor de uitvoering van de strategische visie nog diverse plannen met uit deze reserve beschikbaar gestelde budgetten op de agenda. Ultimo 2026 is het verwachte saldo van de reserve strategische visie € 4,7 miljoen.

Egalisatiereserve algemene uitkering

Deze reserve zetten we in om mutaties vanuit het gemeentefonds op te vangen. De reserve bedraagt eind 2023 € 2 miljoen. Het plafond is ook € 2 miljoen.

Reserves Ontwikkelingsbedrijf

De algemene reserve van het ontwikkelingsbedrijf, waarbij onze grondexploitatie is ondergebracht, is betrokken bij het weerstandsvermogen.

2.6 WEERSTANDSVERMOGEN

Terug naar navigatie - 2.6 WEERSTANDSVERMOGEN

Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, moet de relatie worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij horende benodigde weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide componenten wordt in onderstaande figuur weergegeven.

Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit = 31.938.000 = 2,6
Benodigde weerstandscapaciteit                                                                  12.400.000

Wij streven een weerstandsvermogen na dat tenminste ruim voldoende is. Dit vereist een ratio weerstandsvermogen dat gelijk is of hoger is dan 1,5.

2.7 RATIO’S EN KENGETALLEN

Terug naar navigatie - 2.7 RATIO’S EN KENGETALLEN

Deze paragraaf bevat op basis van wettelijke verantwoordingsregels de eerste vijf financiële kengetallen. De zesde is geen verplicht kengetal, maar vloeit voort uit de eigen Kadernota risicomanagement. De kengetallen geven inzicht in de financiële positie van de gemeente.

Kengetallen Realisatie 2021 Begroting 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026
1a Netto schuldquote 55,0% 64,4% 47,2% 49,5% 49,9% 51,5%
1b Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 50,6% 60,0% 40,8% 42,8% 43,4% 44,8%
2 Solvabiliteitsratio 24,2% 19,0% 20,2% 21,4% 23,3% 24,0%
3 Structurele exploitatieruimte 1,4% 2,2% 8,4% 8,8% 7,9% 4,1%
4 Grondexploitatie 3,4% 2,1% 1,7% 1,1% 1,2% 1,0%
5 Belastingcapaciteit 119,1% 120,1% 110,7% 110,3% 110,0% 109,7%
6 Weerstandsratio 2,6 2,5 2,6 2,5 2,7 2,7

Netto schuldquote

De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast ten opzichte van baten. Het geeft een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Op deze manier wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en ook wat dat betekent voor de schuldenlast. 

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

Dit kengetal geeft inzicht in hoeverre er sprake is van doorlenen en geeft de netto schuldquote, zowel in- als exclusief doorgeleende gelden, weer. Hieruit blijkt het aandeel van de verstrekte leningen en wat dit betekent voor de schuldenlast.

Solvabiliteitsrisico

Dit is de verhouding tussen het eigen vermogen en het totale vermogen. Het zegt iets over het vermogen om zowel de kortlopende alsook de langlopende schulden te kunnen terugbetalen en is daarmee een indicator over “de financiële gezondheid” van de gemeente. Hoe hoger de verhouding eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen (solvabiliteitsratio), hoe financieel gezonder de gemeente.

Structurele exploitatieruimte

Dit geeft een beeld of de begroting en meerjarenraming structureel en reëel in evenwicht zijn. Dit cijfer helpt mee om te beoordelen welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is.

Grondexploitatie

Dit is de verhouding van de grondwaarde tot de totale baten. De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van onze gemeente. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend. De gronden zijn tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs dan wel lagere marktwaarde opgenomen. Dit kengetal geeft aan hoe groot de grondpositie (boekwaarde) is ten opzichte van de jaarlijkse baten. Hoe lager de ratio is, hoe beter.

Belastingcapaciteit

Dit geeft inzicht in de belastingdruk ten opzichte van het landelijk gemiddelde. De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk van de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Hierbij is een percentage van 100% precies gelijk aan het landelijk gemiddelde. Bij gemeenten zijn hierin de OZB-lasten, rioolheffing, afvalstoffenheffing en een eventuele heffingskorting betrokken.

Weerstandsratio

Dit geeft de verhouding aan tussen het bedrag waarover we risico’s lopen en de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet-voorziene financiële tegenvallers te bekostigen. Het gaat om buffers in het eigen vermogen en exploitatie. 

Beoordeling van de kengetallen

Bij de beoordeling van de waarde van de financiële kengetallen sluiten we aan bij de zogeheten ‘signaleringswaarden’ die afkomstig zijn uit onder meer de stresstest voor 100.000+ gemeenten en die zijn afgesproken door alle provinciale toezichthouders in het Vakberaad Gemeentefinanciën. Daarnaast heeft de raad met de vaststelling van de Kadernota risicomanagement bepaald dat de minimale omvang van het weerstandsvermogen 1,5 moet zijn.

In de tabel hieronder is te zien welke waarden bij welke categorie (A, B of C) behoren, waarbij categorie A het meest financieel gezond is en categorie C het minst.

Kengetal Waarde kengetal Categorie A Waarde kengetal Categorie B Waarde kengetal Categorie C
1.   Netto schuldquote <90% 90-130% >130%
2.   Solvabiliteitsratio >50% 20-50% <20%
3.   Structurele exploitatieruimte Begroting èn meerjarenbegroting Begroting of meerjarenbegroting Begroting en meerjarenbegroting
> 0% > 0% < 0%
4.   Grondexploitatie <20% 20-35% >35%
5.   Belastingcapaciteit <95% 95-105% >105%
6.   Weerstandsratio >1,5 <1,5 <1,5

In de Kadernota Risicomanagement heeft de raad voor de bepaling van de financiële gezondheid van onze gemeenten de volgende kaders vastgelegd:

Onze gemeente is financieel gezond als:

  • Kengetal structurele exploitatieruimte (meerjaren-)begroting in categorie A zit, en
  • Drie van de overige kengetallen zitten in categorie A, of
  • Twee kengetallen zitten in categorie A en twee in categorie B.

Onze gemeente is matig financieel gezond als:

  • Drie kengetallen in categorie A gecombineerd met structurele exploitatieruimte (begroting en meerjarenraming) en weerstandsvermogen beide in B of
  • Drie kengetallen zitten in categorie B of
  • Eén kengetal in categorie B en één in categorie C.

Onze gemeente is financieel ongezond als:

  • Twee of meer kengetallen zitten in categorie C.

De volgende tabel geeft weer in welke categorie onze kengetallen vallen:

Kengetallen Realisatie 2021 Begroting 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026
Netto schuldquote A A A A A A
Solvabiliteitsratio B C B B B B
Structurele exploitatieruimte A A A A A A
Grondexploitatie A A A A A A
Belastingcapaciteit C C C C C C
Weerstandsratio A A A A A A

2.8 CONCLUSIES

Terug naar navigatie - 2.8 CONCLUSIES

De paragraaf weerstandsvermogen is direct verbonden met alle programma’s en de gehele bedrijfsvoering van de gemeente. Feitelijk is deze paragraaf hiervan een dwarsdoorsnede. De confrontatie tussen het weerstandsvermogen en de risico’s geeft een positief getal, in die zin dat de weerstandsratio boven de 1,5 ligt. Omdat van de financiële kengetallen er een score is in de categorie B en in de categorie C, is de gemeente Schouwen-Duiveland, conform de vastgestelde Kadernota risicomanagement, matig financieel gezond. Om financieel gezond te worden is inzet nodig om de vaste schulden en de belastingdruk te verlagen. 

Naast de genoemde gekwantifeerde risico's die de normale bedrijfsvoering kunnen beïnvloeden,  is ook van belang te noemen dat het behalen van onze doelen afhankelijk zijn van voldoende beschikbare menskracht (intern als extern), grondstoffen en energie. Daarbij speelt dat schaarste op deze fronten eveneens de prijzen opdrijven. 

 

Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen

3.1 OVERZICHT BEHEERPLANNEN

Terug naar navigatie - 3.1 OVERZICHT BEHEERPLANNEN

Onderstaand overzicht geeft een beeld van de wijze waarop onze kapitaalgoederen zijn ondergebracht in beheerplannen en zijn vertaald in de begroting.

Beheerplannen/MJOP Door de raad vastgesteld in Looptijd Financiële vertaling in de begroting Achterstallig onderhoud
Wegen 2017 Tot en met 2021 Ja Ja
Riolering 2022 Tot en met 2026 Ja Nee
Groen Niet van toepassing Niet van toepassing Ja Nee
Speeltoestellen 2017 Tot en met 2026 Ja Nee
Gebouwen 2019 Tot en met 2030 Ja Nee
Openbare verlichting 2019 Tot en met 2023 Ja Nee
Kunstwerken en overige elementen Niet van toepassing Niet van toepassing Ja Ja
Havens en waterwegen 2019 Tot en met 2028 Ja Nee
Baggerbeheerplan 2019 Tot en met 2028 Ja Nee

Algemene inleiding

Het afgelopen jaar is veel energie gestoken in het bouwen aan het onderdeel Beheer het Ingenieursbureau, afdeling Openbare Werken. Er is hard aan de weg getimmerd om data op orde te krijgen en te houden, voor zowel boven als onder de grond. Een opgave die nooit af is, maar inmiddels een goed eind op weg is. Beheer wordt de spil voor intern opdrachtgeverschap richting de projectleiders. 

Voor het onderdeel wegen gaven wij in de jaarrekening 2021 aan dat de ingeboekte  bezuinigingsopgave van € 400.000 door verlaging van het kwaliteitsniveau op termijn een risico is op achterstallig onderhoud. Dit achterstallig onderhoud komt voort uit de degeneratie, welke we niet voor kunnen blijven.  Op dit moment werken we aan een nieuw Beheer- en Beleidsplan Wegen 2023-2027. In dit beleidsplan gaan we onder andere verder in op het achterstallig onderhoud en de consequenties.

Het beheerplan Riolering vindt zijn basis in het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan.  Dit plan  stelde de raad in 2022 vast met een looptijd van vijf jaar.  In dit vGRP zijn ook financiële middelen opgenomen om klimaat-adaptieve maatregelen toe te passen.  In 2022 is de nota aansluitverordening herzien en vastgesteld. 

Om onze bomen, gazons en hagen etc. op orde te houden, stellen we eind 2022 / begin 2023 een nieuw Beheerplan Groen 2023-2026 op.

Voor kunstwerken en overige elementen starten we in 2023 met de inventarisatie.  Bij deze inventarisatie kijken we naar de totale kwaliteits- en onderhoudsstaat. In 2024 gebruiken we de uitkomsten van deze inspecties voor het opstellen van een meerjarenonderhoudsprogramma kunstwerken. 

Voor het onderhoud van de havens en het baggeren stelde de raad in 2019 de Meerjarenonderhoudsplanning (MJOP) infra havens vast voor een periode van tien jaar.

 

In de volgende hoofdstukken gaan we nader in op de beheerplannen:

3.2 WEGEN

Terug naar navigatie - 3.2 WEGEN

Algemeen

Wegbeheerders hebben vanuit de Wegenwet de zorgplicht voor wegverhardingen. Dit betekent dat wij als wegbeheerder altijd verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit (onderhoudstoestand) van de verhardingen die de gemeente in beheer heeft. Deze zorgplicht moet waarborgen dat het gebruik van de wegen veilig plaats kan vinden en schades en/of ongevallen door gebreken aan de wegverharding zoveel mogelijk worden voorkomen. Verreweg het grootste deel van de gemeentelijke wegverhardingen ligt binnen de bebouwde kom van de kernen.

In 2022 startten we met het opstellen van het Beheer- en Beleidsplan Wegen 2023 – 2027. Dit plan geeft in hoofdlijnen het kwalitatieve en financiële niveau aan waarop het college haar taak als wegbeherende instantie wenst uit te voeren. Daarnaast kijkt het beleidsplan vooruit en is het bepalend voor het stellen van prioriteiten en het beschikbaar stellen van budgetten. Het Beheer- en Beleidsplan Wegen 2023 – 2027 geeft ook inzicht in de gevolgen van de, bij de besluitvorming van de Bestuursopdracht budgettaire ruimte, in 2020 ingeboekte bezuiniging van € 400.000 door verlaging van het kwaliteitsniveau.

Uitvoeringsplannen

In het kader van integraal werken combineren we de uitvoeringsplannen zoveel mogelijk met rioolvervanging en groenonderhoud. Groot onderhoud aan wegen die binnen de Masterplannen stads- en dorpsvisies vallen stellen we uit tot uitvoering in het kader van de Masterplannen stads- dorpsvisies aan de orde is. Tot die tijd onderhouden we deze wegen dusdanig dat de veiligheid is gewaarborgd. Veelal betekent dit dat we alleen klein onderhoud uitvoeren. 

In het nieuw op te stellen wegenbeheerplan borgen we het budget voor onderhoud voor het areaal binnen onze gemeente. De uitvoeringsplannen van de Masterplannen stads- en dorpsvisies betrekken we hierbij. 

Wortelopdruk

De afgelopen jaren hadden we enorm veel overlast van wortelopdruk. Door onder andere de droge zomers gingen veel wortels onder de bestrating op zoek naar vocht. Ook voor 2023 verwachten we veel overlast door wortelopdruk bij bestaande bomen. Het streven is om inzicht te krijgen in de werking van wortelopdruk bij bestaande bomen en de mogelijkheden om hierop preventief op in te reageren. Bij het plaatsen van nieuwe bomen anticiperen we op eventuele latere wortelopdruk. 

Kwaliteit

Het wegbeheer voeren we uit volgens de CROW-methodiek. Vanaf 2022 vindt de inspectie van de in beheer zijnde verhardingen iedere twee jaar plaats en verkrijgen we een actueel beeld van de conditie van het wegennet. 

Financiën

In 2022 stellen we het nieuwe Beheer- en Beleidsplan wegen op voor de periode 2023-2027.  Zoals we in paragraaf 3.1 onder de tabel vermelden, is de bezuinigingsopgave van €400.000 niet realistisch.  Voor het nieuwe beheer- en beleidsplan stellen we via de lijst te honoreren prioriteiten 2023-2026 dan ook voor om de bezuinigingsopgave van € 400.000 te laten vervallen.  Daarnaast is er in het plan sprake van achterstallig onderhoud. Hiervoor moeten we in 2022 al een voorziening vormen. 

In 2022 is opdracht gegeven voor het actualiseren van de wegenlegger. Een wegenlegger is een boekwerk waarin staat vermeld wie verantwoordelijk is voor het onderhoud van een openbare weg. De Wegenwet bepaalt dat elke gemeente verplicht is om een wegenlegger op te stellen. De wegenlegger geeft juridische duidelijkheid over de openbaarheid van de weg en de onderhoudsplichtige. De provincie stelt de wegenlegger naar verwachting in 2023 vast.

Risico’s

Er blijft altijd een risico dat door niet tijdig gesignaleerde gebreken aan de weg schades of ongevallen kunnen ontstaan. Dit neemt de afgelopen sterk toe als gevolg van de klimaatverandering. Het risico op schades en ongevallen door gebreken aan de verhardingen ondervangen we zoveel mogelijk door het uitvoeren van jaarlijkse weginspecties, waarbij schadebeelden worden vastgelegd. Gebreken van ernstige aard verhelpen we uiteraard direct. 

3.3 RIOLERING

Terug naar navigatie - 3.3 RIOLERING

Algemeen

De zorg voor de gemeentelijke riolering is vastgelegd in de wet Milieubeheer. In het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) is het beleid met betrekking tot onderhoud, uitbreiding en verbetering van het rioleringsstelsel vastgelegd en beschrijven we de gewenste situatie met betrekking tot de toestand en het functioneren van het gemeentelijk rioolstelsel. De kosten voor aanleg van nieuwe riolering en aanpassingen als gevolg van uitbreidingen van woonwijken of bedrijventerreinen komen ten laste van de betreffende grondexploitaties. Daarna worden de rioleringen via een areaaluitbreiding overgedragen aan beheer.

In 2022 trad het  vGRP 2022-2026 in werking. 

Uitvoeringsplannen

De geplande activiteiten in het begrotingsjaar 2023 zijn:

  • Definiëren en uitvoeren van maatregelen voor onderhoud, reparatie of vervanging van hoofdriolen op basis van de inspectieresultaten en vastgesteld beleid;
  • Afstemmen van het vervangingsplan voor de binnenstad van Zierikzee op overige ontwerptaken/beleidsstukken, zoals het Programmaplan Zierikzee, diverse stads- en dorpsvisies, het uitvoeringsprogramma Tij van de Toekomst, de Visie Openbare Ruimte Zierikzee en diverse herstructureringsopgaven van Zeeuwland;
  • We zetten in op een beheersbaar riool voor de binnenstad Zierikzee. In overleg met de bewoners verzorgen we, met name voor riolering op particulier terrein, desnoods een oplossing op maat;
  • Opstellen van een uitvoeringsplan tot 2028, waarbij riolering de initiatiefnemer is. 

Kwaliteit

We inspecteren jaarlijks een tiende gedeelte van het totale areaal. Op basis van deze inspectie maken we een uitvoerings- en vervangingsplanning . Voor de planperiode 2023-2028 is er een piek in de onderhoudsopgave. 

Ontwikkelingen

Samenwerking Afvalwaterketen Zeeland + (SAZ+)
Eén van de belangrijkste speerpunten van de SAZ+ is vroegtijdige afstemming tussen alle Zeeuwse gemeenten, Enduris en Evides. We streven naar uitbreiding van het aantal partijen (disciplines) die hieraan deelnemen, zoeken naar verbeteringen in de (proces-)afspraken en bepalen in hoeverre we dit in gezamenlijkheid voortzetten.

Financiën

Voorziening groot onderhoud riolering
Binnen de voorziening groot onderhoud riolering ramen we voor de begrotingsjaren de volgende mutaties:

Bedragen in € 2023 2024 2025 2026
Toevoeging 500.132 509.135 519.063 529.185
Geraamde lasten binnen voorziening 519.800 532.795 546.114 556.764

Voorziening riool vervangingsinvesteringen
Binnen de voorziening vervangingsinvesteringen riolering ramen we voor de begrotingsjaren de volgende mutaties:

Bedragen in € 2023 2024 2025 2026
Toevoeging 3.178.539 3.235.753 3.298.850 3.363.178
Geraamde lasten binnen voorziening 2.584.516 2.845.058 2.890.787 2.865.968

Deze cijfers komen uit de kostenopstelling van het vGRP 2022-2027 dat is vastgesteld in de raad van 23 december 2021.

Beide voorzieningen zijn meerjarig toereikend. 

Risico’s

De risico’s zijn te overzien. Er blijven echter onzekerheden met betrekking tot de oude gewelf-riolen in de binnenstad van Zierikzee, die ook nog vaak in de achtertuinen van particulieren gelegen zijn.  

Daarbij is een andere onzekerheid de klimatologische ontwikkelingen. Hierbij bestaat het risico op wateroverlast, ondanks de theoretische berekeningen met neerslagintensiteiten op grond waarvan het stelsel in theorie voldoende afvoercapaciteit moet hebben.

3.4 GROEN EN SPEELTOESTELLEN

Terug naar navigatie - 3.4 GROEN EN SPEELTOESTELLEN

Algemeen

Het openbaar groen is ons natuurlijk kapitaal. Groen kleedt de buitenruimte aan en zorgt ervoor dat we ons buiten prettig voelen. Wetenschappelijk is aangetoond dat groen in de openbare ruimte effect heeft op het welbevinden en de gezondheid van mensen. Ook is groen een belangrijk instrument in de klimaatadaptatie, bijvoorbeeld in wateropvang en –berging en het tegengaan van hittestress. Openbaar groen speelt ook een rol in het streven naar een grotere biodiversiteit, wat noodzakelijk is om een evenwichtige en veerkrachtige leefomgeving voor mens en dier te realiseren.

Kwaliteit

Vanuit de visie Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR) werken we aan een duurzame en veilige omgeving. We werken volgens de gouden driehoek inrichting, beheer en gebruik. Voor het openbaar groen betekent dit, dat we het onderhoud in centra en accenten op kwaliteitsniveau A uitvoeren (volgens de CROW-kwaliteitscatalogus). In de woon- en verblijfsgebieden hanteren we kwaliteitsniveau B.  In nauw overleg met onze groenpartners en met behulp van intensieve kwaliteitsmetingen houden we de vinger aan de pols wat betreft beeldkwaliteit en bepalen we of we ons ambitieniveau halen.  

Uitvoeringsplannen

Groen

Zoals verwoord in de visie Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR) werken we zoveel mogelijk integraal. Werkzaamheden in de openbare ruimte stemmen we op elkaar af. Hiermee voorkomen we overlast voor de inwoners en gaan we efficiënt om met de beschikbare middelen. We werken aan een efficiënt te beheren areaal, door een evenwicht te zoeken in dagelijks onderhoud en groot onderhoud. Wanneer regulier onderhoud niet langer effectief is, vervangen we het groen of vormen we het groen om, met als uitgangspunt kwaliteitsverbetering (groenactieplannen). Aanleiding kan zijn gebieds- en/of interdisciplinaire projecten of vervanging/renovatie in verband met niet functioneren, ziektes en plagen of leeftijd van de beplanting.

In vrijwel alle projecten die Openbare Werken oppakt zit een onderdeel groen. De aanleiding voor de gebiedsprojecten is in veel gevallen civiel (riolering en/of verharding). In deze projecten loopt groen mee in de onder Wegen en Riolering geplande projecten. Ook kan herinrichting onderdeel vormen van uitvoering van een masterplan stad- of dorpsvisie.

Speelruimtes

In 2023 voeren we een jaarfase van het speelruimtebeleid uit. Speelplekken worden omgevormd naar het streefbeeld, waarbij speeltoestellen vervangen worden. Niet langer functionerende speellocaties worden omgevormd naar groen.

Het speelruimtebeleid vormt ook het toetsingskader voor burgerinitiatieven, waarbij ruimte is voor cofinanciering. Vanuit de wettelijke zorgplicht en voor een veilig gebruik van onze speelvoorzieningen voeren we ook in 2023 twee keer per jaar een inspectie van de speeltoestellen uit.

Bomenbeleid

Het Bomenbeleidsplan, welke in 2009 is vastgesteld, wordt geactualiseerd. Dit plan, waarin we het beleid ten aanzien van ons bomenbestand aanscherpen, ronden we in 2023 af. Naast het behouden en ontwikkelen van groene (hoofd-)structuren is er aandacht voor bescherming van cultuurhistorisch waardevolle bomen, richtlijnen voor ontwerp, aanleg en beheer van bomen, veiligheid en zorgplicht, wet- en regelgeving, ziekten en plagen en de waarde van bomen in het kader van klimaatadaptatie en biodiversiteit.

Begraafplaatsen

Bomen en beplanting zijn belangrijk op een begraafplaats en vormen mede de sfeer. Op verschillende plekken op de diverse begraafplaatsen is de beplanting verouderd of niet functioneel meer. In 2023 stellen we een groenrenovatieplan begraafplaatsen op, waarmee we de kwaliteit van deze bijzondere groene voorzieningen opwaarderen.

Beheer oppervlaktewater bebouwd gebied

In de overeenkomst Beheer Oppervlaktewater Bebouwd gebied (BOB) tussen het waterschap en de Zeeuwse gemeenten is het baggerbeheer vastgelegd, inclusief de fasering van deze werkzaamheden. Het baggeren en in stand houden van de oevers is noodzakelijk voor een goed functionerend watersysteem. Het eiland is opgedeeld in acht delfblokken. Ieder jaar wordt er één blok gebaggerd, hiermee wordt achterstallig onderhoud voorkomen. In 2023 is het delfblok Nieuwerkerk aan de beurt.

Ontwikkelingen

Ziekten en plagen

Bomen en planten zijn levende organismen en als zodanig gevoelig voor ziekten en plagen. Onder andere door klimaatverandering veranderen de groeiomstandigheden van bomen en planten en kunnen ziekten en plagen zich sneller verspreiden. Niet elke soort kan zich aanpassen, waardoor de kans op aantasting toeneemt. Op Schouwen-Duiveland heeft ons bomenbestand de laatste jaren vooral last van essentaksterfte. Zieke bomen ruimen we op wanneer de veiligheid in het geding is. Bij herplant kiezen we voor andere of resistente soorten; meer variatie is bovendien positief voor de biodiversiteit. Ook andere boomsoorten vragen aandacht. Zo bedreigt de kastanjebloedingsziekte de kastanjebomen en brengt de eikenprocessierups overlast voor onder andere weggebruikers met zich mee.

Door meer extreme weersomstandigheden vraagt ons populierenbestand extra aandacht. In 2023 werken we beleid uit voor ons bomenbestand, rekening houdend met klimaatverandering en versterking van de biodiversiteit.

Biodiversiteit

We versterken de ecologische structuren en bevorderen de biodiversiteit door groen en natuur te beschermen, te ontwikkelen en te verbinden. Daartoe brachten we, in samenwerking met een brede groep betrokkenen, alle kansrijke locaties en maatregelen in beeld in de kansenkaart biodiversiteit. Een aantal projecten loopt al, zoals het akkerrandenproject, het dorpsboomgaardenproject en het vergroenen van schoolpleinen. Vanuit het onderschrijven van de Zeeuwse bijenstrategie ontwikkelen we kleinschalige biodiversiteitsprojecten in samenwerking met Zeeuwland en de imkervereniging Schouwen-Duiveland. Al deze genoemde projecten zijn samenwerkingsvormen met externe partijen. Als gemeente participeren, faciliteren en investeren we in deze projecten, die ook in 2023 doorlopen.

Biodiversiteit versterken kan ook gerealiseerd worden door aanpassingen in groenbeheer en -onderhoud. Door in de onderhoudsmaatregelen en in de tijdsplanning van de maatregelen meer rekening te houden met de natuurlijke ontwikkeling kan er biodiversiteitswinst geboekt worden. Binnen de bebouwde kom passen we meer bloemenmengsels en kruidenrijk gras toe. Naast meer variatie in soorten komt dit ook ten goede aan de vragen van inwoners om meer kleur in de wijk. Kansen liggen hierbij ook in ecologisch maaibeheer. In 2023 stellen we een plan Ecologisch groenbeheer op, gericht op versterking van de biodiversiteit, waarbij communicatie met inwoners een belangrijk onderdeel vormt.

Bewegen en ontmoeten

Groen in de leefomgeving en gezondheid komen op verschillende manieren bij elkaar. Ontmoeten en bewegen in de buitenruimte wordt een steeds belangrijker thema, dat onder andere de basis vormt in projecten als dorpsboomgaarden en groene schoolpleinen. Ontmoetingsplekken met beweegvoorzieningen zijn vaak burgerinitiatieven, die een plek kunnen krijgen in de buitenruimte. Jeu de boules banen, fitnesstoestellen of beweegtoestellen voor ouderen vragen een zorgvuldige inpassing en goede afspraken over gebruik en beheer. In 2023 focussen we op heldere afspraken in het beoordelen en realiseren van burgerinitiatieven.

Klimaatadaptatie

Groene ontwikkelingen in de buitenruimte hebben een rol in de klimaatadaptatie. Bomen en groen hebben een positief effect op de leefomgeving. Ze verbeteren de waterhuishouding, beperken opwarming en hittestress en dragen bij aan een betere luchtkwaliteit. Opvang en slim omgaan met regenwater vraagt minder verharding en meer groen. Onder andere met de actie Tegelwippen spelen we hierop in. Waar mogelijk kiezen we voor waterdoorlaatbare verharding, zoals op parkeerplaatsen. Met het strategisch planten van bomen kunnen we schaduwplekken of -routes creëren. Een meer robuuste groenstructuur met meer variatie is positief in het kader van klimaatadaptatie en biodiversiteit.

Droogte en hevige buien hebben ook invloed op het groenbeheer. Watergeven in langdurig droge periodes vraagt steeds meer tijd en geld. Met name op de natuursportvelden is dit door gebrek aan zoet water een probleem. In 2023 zoeken we verder naar alternatieve oplossingen om de velden wat betreft waterbalans in goede conditie te houden. De kwetsbaarheid van natuurgrasvelden leidt daarnaast tot een toenemende vraag naar kunstgrasvelden. Hierbij wordt steeds meer de nadruk gelegd op de betekenis van een sportcomplex voor de leefbaarheid van een kern. De ervaringen met de aanleg van nieuwe kunstgrasvelden in 2022 in Nieuwerkerk en Oosterland nemen we mee in nieuw beleid.

Financiën

Groen

We werken op dit moment voor het groenonderhoud met exploitatiebudgetten. De verdere vertaling vanuit het IBOR voor de benodigde budgetten op het gebied van groen, maken we definitief in het nieuwe beheerplan Groen 2023-2026. 

Speelruimtes

Binnen de voorziening speelruimtes zijn voor de begrotingsjaren de volgende mutaties geraamd:

Bedragen in € 2023 2024 2025 2026
Toevoeging 102.690 102.690 102.690 102.690
Geraamde lasten binnen voorziening 144.575 132.395 114.908 114.908

Dit zijn mutaties op basis van het vastgestelde beleid. De voorziening is meerjarig toereikend.

Risico’s

Risico’s in de openbare ruimte bestaan hoofdzakelijk uit aansprakelijkheid bij schade door gebreken aan elementen of objecten. Van belang is dat de gemeente voldoet aan haar wettelijke zorgplicht. Om hieraan te voldoen, keuren we de speeltoestellen en inspecteren we de bomen (BVC). Door het uitvoeren van inspecties en keuringen en het nemen van adequate maatregelen blijven de risico’s beperkt.

3.5 GEBOUWEN

Terug naar navigatie - 3.5 GEBOUWEN

Algemeen
Wij bezitten een relatief groot aantal gebouwen. Deze gebouwen moeten op een adequate manier worden beheerd, geëxploiteerd en onderhouden. Het complete beheer is gecentraliseerd, onder andere via TOPdesk. Het onderdeel Centrale Beheersorganisatie Gebouwen (CBG) van het Ingenieursbureau is hiervoor verantwoordelijk. Voor het onderhoud wordt gewerkt met een meerjarenonderhoudsplan (MJOP) per gebouw. 

Kwaliteit
De raad stelde met het vaststellen van de meerjarige onderhoudsplanning 2019-2028 het kwaliteitsniveau van het uit te voeren onderhoud vast. Het uitgangspunt hierbij is vervanging van het bestaande, sober en doelmatig. Dit houdt in dat we per gebouw bekijken welke onderhoudsactiviteiten uitgevoerd moeten worden om het huidige gebruik ongehinderd voortgang te laten vinden en geen achterstallig onderhoud te laten ontstaan.
Uiteraard doen we dat binnen deze kaders zo duurzaam mogelijk en kijken we bij geplande vervangingen naar de meest duurzame en energiezuinige oplossing die binnen de beschikbare financiële middelen mogelijk is. Ook proberen we door in de uitvoering verschillende zaken gecombineerd uit te laten voeren door onderdelen door te schuiven of juist naar voren te halen, zodat op het gebied van verduurzaming binnen de voorziening gebouwenonderhoud al zo veel mogelijk gerealiseerd kan worden.
Het hoofddoel binnen de voorziening gebouwenonderhoud blijft echter het onderhouden van de gebouwen die we in bezit hebben en verduurzamen via de routekaart verduurzaming gemeentelijk vastgoed.

Uitvoeringsplannen 
De uitvoeringsplannen in 2023 voor de meeste gebouwengroepen volgen uit het onderhoudsplan, de routekaart verduurzaming gemeentelijk vastgoed en het (toekomstige) gebruik. Het voldoen aan de minimale wettelijke kaders is daarin geborgd. Doordat de verantwoording voor het beheer nu is gecentraliseerd, kunnen we steeds beter kijken naar de optimale situatie per gebouw.

Bij de gebouwengroepen molens en stadhuismuseum (dislokatie Meelstraat) wijken we af van het in 2019 vastgestelde onderhoudsplan. Bij de molens is in het verleden een behoorlijke onderhoudsachterstand ontstaan.  In 2022 voeren we op molen de Haas in Zierikzee een noodzakelijke dakrenovatie uit. Voor de molens van Zonnemaire, Nieuwerkerk en de Hoop in Zierikzee gebruiken we het resterende beschikbare budget binnen de voorziening gebouwenonderhoud voor urgent noodzakelijk onderhoud. Verder gebruiken we het budget voor het op stellen van restauratieplannen als onderbouwing voor een aanvraag van restauratiesubsidie bij de provincie Zeeland. De hoogte van deze restauratiesubsidie bedraagt maximaal 70% van de totale restauratiekosten.  Afhankelijk van het wel of niet toekennen van subsidie en de hoogte van het toegekende bedrag vragen we via een separaat voorstel dekking voor het benodigde bedrag. 

Voor het stadhuismuseum stelde een extern adviesbureau een restauratieplan op met een raming van €420.000. Op basis van deze raming dienden wij bij de provincie Zeeland een aanvraag in voor een bijdrage van €370.000 restauratiesubsidie. Echter is er maar €112.000 beschikbaar en toegekend als maximale bijdrage, omdat daarmee het subsidieplafond voor 2022 was bereikt. Voorlopig hebben we deze toekenning geaccepteerd en loopt er separaat nog een aanvraag SIM-subsidie bij de rijksdienst voor cultureel erfgoed. De grootte van deze aanvraag bedraagt €181.000 over de jaren 2023-2028. Afhankelijk van een eventuele toekenning van de SIM-subsidie en de hoogte daarvan, komen we met een voorstel voor dekking van het resterende benodigde deel.  De verwachting is dat voor het stadhuismuseum de stand van de voorziening daarvan toereikend is.

Financiën
Binnen de voorziening Onderhoud gemeentelijke gebouwen zijn voor de begrotingsjaren de volgende mutaties geraamd:

Bedragen in € 2023 2024 2025 2026
Toevoeging 369.889 369.889 371.580 371.580
Geraamde lasten binnen voorziening 632.786 225.093 490.997 825.824

Deze cijfers zijn gebaseerd op de actualisatie van het gebouwenonderhoud over de periode 2019-2028. In het laatste kwartaal 2022 en het eerste kwartaal 2023 geeft het CBG prioriteit aan het actualiseren van de onderhoudsplannen, zowel technisch inhoudelijk als financieel. Ons streven is de raad bij de programmabegroting 2024-2027 separaat de actualisatie van het gebouwenonderhoud over de periode 2023-2032 te kunnen aanbieden. Door capaciteitsproblemen bij CGB is dit later opgepakt dan dat wij eerder aangaven.

 

Binnen de voorziening onderhoud gebouwen Reiniging zijn voor de begrotingsjaren de volgende mutaties geraamd:

Bedragen in € 2023 2024 2025 2026
Toevoeging 32.111 32.111 32.111 32.111
Geraamde lasten binnen voorziening 15.121 18.762 40.438 33.687

Beide voorzieningen zijn toereikend.

Risico’s

In afwachting op toekomstige gebruiksplannen voeren we voor sommige gebouwen alleen het hoogstnoodzakelijke onderhoud uit. Als er een behoorlijke periode te weinig onderhoud wordt uitgevoerd, bestaat het risico op achterstallig onderhoud en krijgt het gebouw een verpauperd uiterlijk. Dit kan vandalisme in de hand werken.

3.6 OPENBARE VERLICHTING

Terug naar navigatie - 3.6 OPENBARE VERLICHTING

Algemeen

De openbare verlichting heeft een belangrijke functie in de gemeente Schouwen-Duiveland. Wanneer de duisternis valt, gaat de verlichting aan om de verkeersveiligheid en sociale veiligheid van de openbare ruimte te waarborgen. De gemeente draagt als wegbeheerder de verantwoordelijkheid voor de openbare ruimte en heeft hier een zorgplicht over.  Hiermee is de gemeente tegelijkertijd aansprakelijk voor een gebrek aan de openbare weg wanneer het mis gaat met personen of schades.

In het Beheer- en Beleidsplan Openbare Verlichting 2019 - 2023 zijn onder andere de volgende uitgangspunten opgenomen:

  • Het in stand houden van de huidige openbare verlichting, waarbij vervanging plaats vindt op basis van inspectie. Alle masten die de technische levensduur van veertig jaar bereiken, worden iedere vijf jaar geïnspecteerd en indien afgekeurd vervangen;
  • De beleidsdoelstelling “Aanpassen van de openbare verlichting conform Richtlijn Openbare verlichting NPR 13201 op plaatsen waar projectmatige vervangingen worden uitgevoerd (renovaties, herinrichting en groot wegonderhoud)”, continueren. In bestaande situaties, waar nog geen openbare verlichting aanwezig is, plaatsen we geen lichtmasten. Uitzonderingen hierop zijn locaties waar het college of de raad dit noodzakelijk vinden, of de politie of de beleidsmedewerker Openbare Orde en Veiligheid nadrukkelijk verzoekt verlichting te plaatsen. 

Uitvoeringsplannen 

Uitvoering van onderhoud en aanpassingen gebeurt conform het vastgestelde beleid. In de lijst te honoreren prioriteiten 2023-2026 nemen wij het monumentenverlichtingplan 2023-2025 op.

Ontwikkelingen

Openbare verlichting

Het onderhoud van de openbare verlichting, uitgevoerd door het bedrijf Dynniq, werpt zijn vruchten af. Het aantal lampstoringen is beduidend minder dan in de voorgaande jaren en zijn vaak oude conventionele lampen. Een groot gedeelte van de storingen zit voor 25% in het netwerk van Enduris. De ontwikkeling in dynamische led-verlichting heeft daar mede aan bijgedragen en is standaard bij vervangingen. In 2023 stellen we het nieuwe Beheer- en Beleidsplan Openbare Verlichting 2024 - 2029 op. In dit plan zoeken we onder andere aansluiting met de uitgangspunten van de Lokale Inclusie Agenda "Schouwen-Duiveland Inclusief", welke in 2022 is vastgesteld.

Verlichting sportvelden

De bestaande sportveldverlichting is verouderd en binnen een aantal jaren niet meer leverbaar. In het kader van verduurzaming willen we vanaf 2023 en verder overgaan op led-verlichting voor de trainingsvelden. Bij de wedstrijdvelden zijn de masten en armaturen in beheer en onderhoud bij de verenigingen. In 2022 stelden we een meerjarenplan op om de bestaande verlichting op buitensportaccommodaties te vervangen. De financiële doorvertaling van dit meerjarenplan leggen we via een separaat voorstel aan de raad voor.

Kwaliteit

De huidige openbare verlichtingsinstallaties houden we bij op kwaliteitsniveau B, conform publicatie 380 van het CROW. Eventuele vervanging vindt plaats op basis van inspectie. Masten die de technische levensduur hebben bereikt maar nog in goede staat verkeren, worden niet vervangen. Energie onzuinige armaturen vervangen we door led. Deze leveren weer een energiebesparing op. De beschikbare middelen zijn afgestemd op het vastgelegde kwaliteitsniveau.

Financiën

Conform het Beheer- en Beleidsplan Openbare Verlichting 2019 - 2023 verantwoorden we alle lasten op het gebied van openbare verlichting op exploitatiebudgetten.

Risico’s

Op plaatsen waar geen openbare verlichting staat zijn altijd zekere risico’s ten aanzien van verkeersveiligheid en sociale veiligheid. In het beleid is hier voldoende aandacht voor.

3.7 KUNSTWERKEN EN OVERIGE ELEMENTEN

Terug naar navigatie - 3.7 KUNSTWERKEN EN OVERIGE ELEMENTEN

Algemeen

De grotere objecten in de openbare ruimte, zoals bruggen en steigers in binnenwateren, muren, trappen en hekwerken worden structureel geïnspecteerd en onderhouden.  Daar waar geen kwaliteitsniveau is vastgelegd, betreft het feitelijk het schoon, heel en veilig houden van de objecten. Alle (elektrische) installaties moeten voldoen aan de geldende NEN-normen.

Uitvoeringsplannen

Op basis van jaarlijkse inspecties vindt onderhoud plaats. Hierbij vervangen we bij diverse bruggen en steigers de slijtlagen, leuningen, dekplanken en dergelijke en voeren we schilderwerkzaamheden uit. Wanneer uit inspecties blijkt dat ingrijpende maatregelen noodzakelijk zijn, bedden we dat projectmatig in.

In 2021 begonnen we met een actualisatie van alle objecten in de openbare ruimte (vissteigers, bruggen, trappen, hekwerken en muren). In 2023 ronden wij dit af en volgt in 2024 een beleids- en uitvoeringsplan Kunstwerken.

Financiën

Op dit moment hebben we een exploitatiebudget voor het onderhoud in de begroting opgenomen. Of dit bedrag toereikend is, wordt duidelijk op basis van de hiervoor genoemde actualisatie. Naar verwachting is er sprake van achterstallig onderhoud.  Dit betrekken wij in het beleids- en uitvoeringsplan.

Risico’s

Het grootste risico zit in onverwachte gebreken en 

3.8 HAVENS EN WATERWEGEN (ONDERHOUD EN BAGGEREN)

Terug naar navigatie - 3.8 HAVENS EN WATERWEGEN (ONDERHOUD EN BAGGEREN)

Algemeen.

In het meerjarenperspectief is het onderhoud opgenomen om de havens op een adequaat niveau te houden aan de hand van een meerjarenonderhoudsplanning (MJOP) voor de periode 2020 tot en met 2040. Daarbij spelen we ook in op prioriteiten die vooral in een onderhoudsgevoelig gebied als havens voorkomen. Het dagelijks beheer van de havens berust bij de gemeentelijke havenmeesters, het reguliere onderhoud wordt uitgevoerd door een gespecialiseerde aannemer.

Uitvoeringsplannen

Het regulier onderhoud voeren we met onze partner Aquavia uit op basis van het beginsel en de resultaatafspraak schoon, heel en veilig.

In 2023 vinden de volgende projecten plaats:
•    (Zuidelijke) Glooiing Vluchthaven te Bruinisse.

•    Renovatie twee steigers aan zuidelijke strekdam Vluchthaven te Bruinisse.

•    Renovatie houten kademuur haven ’t Sas -Zuidhavenpoort. 

•    Restauratie van de kademuren van de Oude Haven.

Baggeren

Op basis van het beheerplan Baggeren zijn we in 2022 begonnen met het baggeren en ronden we dit in 2023 af.

Ontwikkelingen

We participeren als gemeente in een project inzake de kansen van het toepassen van kathodische bescherming op stalen damwanden. Het doel is de levensduur van de stalen damwanden te verlengen en deze ervaringen in ons eigen areaal toe te passen.

Het Plan van aanpak (PVA) voor het beheer en onderhoud aan de glooiingen in onze havens wordt in het eerste kwartaal van 2023 ter besluitvorming aangeboden. Hieruit volgen de maatregelen voor herstel en de financiële consequenties. Het eerste project op basis van dit PVA, is de (zuidelijke) glooiing in de Vluchthaven te Bruinisse

Financiën

Havens

We verantwoorden het onderhoud sinds 2020 op de exploitatiebudgetten van de verschillende havens. In 2019 stelde de raad het investeringsplan vast en stelde investeringskredieten beschikbaar voor een periode van tien jaar. 

Baggeren

Binnen de voorziening baggerbeheerplan zijn voor de begrotingsjaren de volgende mutaties geraamd:

Bedragen in € 2023 2024 2025 2026
Toevoeging 535.761 535.761 535.761 535.761
Geraamde lasten binnen voorziening 193.227 928.949 293.575 247.503

De voorziening is meerjarig toereikend. Actualisatie heeft plaatsgevonden via het advies onderhoud havens en baggeren dat in de raad van december 2019 is vastgesteld.

Risico’s

Er blijft altijd een klein risico dat door niet tijdig gesignaleerde gebreken in de havens schades of ongevallen kunnen ontstaan. Het risico op schades en ongevallen door gebreken in de havens wordt zoveel mogelijk ondervangen door controle van de havenmeesters en Aquavia op eventuele calamiteiten. 

Paragraaf 4 Financiering

4.1 RENTERISICOBEHEER

Terug naar navigatie - 4.1 RENTERISICOBEHEER

Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet is ingesteld als instrument om de renterisico’s bij de vlottende schuld te beheersen. Het Rijk stelt een maximum bij het gebruik van korte financiering (looptijd maximaal één jaar). De wettelijke toegestane omvang bedraagt 8,5% van de jaarbegroting bij aanvang van het dienstjaar.

Berekening van de kasgeldlimiet begrotingsjaar 2023 (x € 1.000):

Toegestane kasgeldlimiet
a) Begrotingstotaal 2023 137.848
b) Vastgestelde percentage 8,5%
c) Kasgeldlimiet a x b 9.812

Renterisiconorm

Het uitgangspunt van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico’s op langlopende schulden. Dit gebeurt door het aanbrengen van spreiding in de looptijden van de leningen. Hiermee wordt voorkomen dat een groot deel van de leningen tegelijk opnieuw moeten worden afgesloten met het risico van snel oplopende rentelasten.

De renterisiconorm houdt in dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Binnen de Wet Financiering decentrale overheden (Fido) is een bindend kader vastgesteld om bij een overschrijding van de renterisiconorm maatregelen te treffen.

Onderstaande tabel geeft aan dat de renterisiconorm in de periode 2023 tot en met 2026 niet wordt overschreden. Bedragen x € 1.000:

Stap Variabelen 2023 2024 2025 2026
1 Renteherzieningen - - - -
2 Aflossingen 6.749 6.756 6.763 6.770
3 Renterisico (1+2) 6.749 6.756 6.763 6.770
4 Bepaling renterisiconorm:
4a Begrotingstotaal 137.848 132.238 136.827 132.154
4b % in de regeling 20 20 20 20
4 = (4ax4b/100) Renterisiconorm 27.570 26.448 27.365 26.431
5a=(4>3) Ruimte onder renterisiconorm 20.821 19.692 20.602 19.661

4.2 KOERSRISICOBEHEER

Terug naar navigatie - 4.2 KOERSRISICOBEHEER

Koersrisico is het risico dat de financiële vaste activa (aandelen en obligaties) van de gemeente in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen. Op basis van artikel 6 van het Treasurystatuut van onze gemeente wordt dit risico beperkt doordat alle uitzettingen een hoofdsomgarantie aan het einde van de looptijd en vastrentende waarde hebben.

4.3 KREDIETRISICOBEHEER

Terug naar navigatie - 4.3 KREDIETRISICOBEHEER

Kredietrisico is het risico op een waardedaling van een vordering door het niet (tijdig) na komen van de verplichtingen door financiële instellingen. Op basis van artikel 7 van het Treasurystatuut wordt dit risico beperkt doordat alle financiële instellingen zijn gevestigd in een lidstaat met ten minste een AA-rating en doordat alle uitzettingen ten minste AA-minus rating hebben. De leningen uit de huidige portefeuille zijn volledig afgesloten bij instellingen in Nederland.

4.4 FINANCIERINGSPOSITIE

Terug naar navigatie - 4.4 FINANCIERINGSPOSITIE

De financieringspositie geeft inzicht in de ontwikkeling van de financieringsbehoefte, rekening houdend met de investeringen en beschikbare interne en externe middelen. Voor het bepalen van de werkelijke financieringsbehoefte gaat het om de verwachte toekomstige investeringen en de omvang van de eigen beschikbare liquide middelen en ontvangsten vanuit het Rijk.

In 2023 verwachten wij € 19 miljoen aan investeringsuitgaven.  Hierin zijn voor een groot deel de investeringen in de Masterplannen, nieuwbouw van de brandweerkazerne in Zierikzee en groot onderhoudsvoorzieningen opgenomen. Wij verwijzen u hiervoor verder naar het 'overzicht vervangingsinvesteringen 2021-2025', het 'overzicht reeds lopende uitbreidingsinvesteringen 2021-2025' en de het overzicht 'te honoreren prioriteiten 2023-2026'.   Door de oplopende rente in het voorjaar van 2022 maakten wij bij het aantrekken van de lening voor de financieringsbehoefte in 2022 reeds een doorkijk naar 2023. Rekening houdend met de omvang van de liquide middelen, die ruimer was dan gepland door uitgestelde investeringsplannen, trokken wij in 2022 een geldlening aan van € 16 miljoen. Wij verwachten dat dit bedrag voldoende zal zijn voor de investeringsbehoefte tot en met 2023.  In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing is het effect  van de toename van de geldleningen op de kengetallen opgenomen.

Leningenportefeuille

De onderhandse leningen vormen een belangrijk deel van het totale vreemd vermogen van de gemeente. Bedragen x € 1.000:

Mutaties in de leningenportefeuille (*) Bedrag Gemiddelde rente
Stand per 1 januari 2023 106.034 1,63%
Nieuwe lening
Reguliere aflossingen -6.749
Vervroegde aflossingen
Renteaanpassingen (oud %)
Renteaanpassingen (nieuw %)
Stand per 31 december 2023 * inclusief lening Zuidhoek 99.285 1,79%

4.5 RENTESCHEMA

Terug naar navigatie - 4.5 RENTESCHEMA

Conform de vereisten in het BBV nemen we het onderstaand renteschema op. Hiermee geven we inzicht in de rentelasten, de financieringsbehoefte en de wijze waarop rente aan investeringen, grondexploitaties en taakvelden wordt toegerekend. Tevens is het verplicht, dat de rentekosten aan de desbetreffende taakvelden moeten worden toegerekend met behulp van een (rente) omslagpercentage. Bedragen x € 1.000:

Renteschema Bedrag Bedrag
a. Rentelasten korte en lange financiering 1.852
b. Externe rentebaten -30
Totaal door te rekenen externe rente 1.822
c1. Rente die aan de grondexploitatie wordt doorgerekend -16
c2. Rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld wordt toegerekend -796
Saldo totaal door te rekenen externe rente 1.010
d1. Rente over eigen vermogen en voorzieningen 1.542
Aan taakvelden toe te rekenen rente 2.552
e. Werkelijk aan taakvelden toegerekende rente 2.570
Renteresultaat op taakveld Treasury 18

Ad c1 en c2.
Er mag geen rente over het eigen vermogen en voorzieningen worden toegerekend aan grondexploitaties en investeringen waarbij sprake is van projectfinanciering.

Ad d1.
Het rentepercentage over het eigen vermogen en de voorzieningen is in de kadernota 2023- 2026 vastgesteld op 2,7 %.

Ad e.
De boekwaarde van de totale activa per 1 januari 2023 is € 150 mln. Hiervan belasten we € 34  mln met een vast rentepercentage door aan taakvelden. Voor de overige activa die aan de taakvelden worden toegerekend, is gerekend met een renteomslag van 2,18 %

De notitie rente van de BBV stelt dat het niet is toegestaan om op taakvelden te differentiëren in het toe te rekenen rentepercentage (behalve aan bouwgronden en investeringen die met projectfinanciering zijn gefinancierd). Aan deze uitspraak voldoen wij.

4.7 INFORMATIEVOORZIENING

Terug naar navigatie - 4.7 INFORMATIEVOORZIENING

Aan de toezichthouder (provincie Zeeland) wordt verantwoordingsinformatie over de treasuryactiviteiten verstrekt:

  1. Bij overschrijding van de kasgeldlimiet in drie achtereenvolgende kwartaalrapportages (Staat A)
  2. jaarlijks bij de begroting en de jaarstukken via de paragraaf Financiering.

Paragraaf 5 Bedrijfsvoering

5.1 INLEIDING

Terug naar navigatie - 5.1 INLEIDING

De doelen die de gemeente op tal van terreinen wil bereiken, staan beschreven in de vier programma’s en de daaronder hangende sub-programma’s van de programmabegroting. Om deze doelen en te leveren producten te verwezenlijken, is interne ondersteuning en facilitering nodig. De bedrijfsvoeringprocessen in onze gemeente ondersteunen de uitvoering van de programma’s en dragen in belangrijke mate bij aan de continuïteit en de kwaliteit van de organisatie.

De traditionele bedrijfsvoering was veelal intern gericht. In deze tijd worden echter aan gemeenten andere eisen gesteld, waardoor de bedrijfsvoering meer extern gericht moet zijn. Zo verwachten de inwoners, ondernemers, samenwerkingspartners en gasten terecht dat de gemeente rechtmatig handelt, dat de financiële middelen doelmatig en doeltreffend worden besteed en dat de gemeente betrokken, betrouwbaar, duidelijk en daadkrachtig is. Die eisen vragen een bepaalde cultuur, competenties, organisatiestructuur en niveau van informatisering.

In deze bedrijfsvoeringparagraaf verschaffen we informatie over de wijze waarop we een adequate bedrijfsvoering willen bereiken en waarborgen. 

5.2 ORGANISATIEONTWIKKELING

Terug naar navigatie - 5.2 ORGANISATIEONTWIKKELING

Basis voor de ontwikkeling van de organisatie is een visie. Deze organisatievisie voor de jaren 2022-2025 is grondig opgefrist en door het MT vastgesteld. De organisatievisie geeft een antwoord op de vraag wat nodig is om de Strategische Visie ‘Tij van de toekomst’ te realiseren. Het is onze ambitie om een professionele dienstverlener te zijn voor de inwoners, ondernemers en de bezoekers van ons eiland. Daarbij staan op strategisch niveau de doelen werken, wonen en verblijven centraal. Met de Strategische visie als ons kompas, zetten we ons in voor een Schouwen-Duiveland waar we met uitdagingen om weten te gaan en tegen een stootje kunnen.

We werken de komende jaren aan de uitvoering van de organisatievisie en stellen deze op gezette tijden bij waar nodig.  Dit betekent dat we de organisatievisie uitdragen en dat we ervoor zorgen dat in de gehele organisatie wordt gehandeld vanuit het gedachtengoed van deze visie.

De opgaven voor gemeenten worden steeds complexer. Dit vraagt meer van de raad en het college, maar ook van onze ambtelijke organisatie die de taken moet uitvoeren. We zetten daarom in op een hogere waardering voor bestuurders, raadsleden en organisatie. Daarvoor is een verzoek tot opclassificatie nodig bij de Provincie Zeeland; verschillende buurgemeenten hebben dit al eerder succesvol gedaan. Investeren in de bedrijfsvoering is nodig om de slagkracht van ons personeel te vergroten, om ‘samen koers te houden’ op de uitvoering van de lopende en nieuwe ambities. Door onvoldoende ontwikkelcapaciteit en de steeds sneller gaande digitale ontwikkeling, zien we een stagnering in de slagkracht om onze bedrijfsvoering op een hoger plan te brengen. Om hier voortvarend mee aan de slag te gaan nemen we op de lijst te honoreren prioriteiten 2023-2026 voor 3 jaar een ontwikkelbudget op van € 150.000 per jaar.  

5.3 MONITORING

Terug naar navigatie - 5.3 MONITORING

Vanuit hun verschillende verantwoordelijkheden beschikken raad, college, gemeentesecretaris en management over diverse instrumenten om vast te stellen in hoeverre voldaan wordt een adequate bedrijfsvoering. We zetten in op het ontwikkelen van een integraal 'dashboard'.

De raad heeft, naast een kaderstellende rol, ook een controlerende rol. In deze rol heeft u de beschikking over de volgende ‘instrumenten’: De Rekenkamer, de accountant en de onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid als bedoeld in artikel 213a Gemeentewet. De raad stelde ook een auditcommissie in, die in dit kader een ondersteunende en adviserende rol vervult.

5.4 STRUCTUUR EN INRICHTING

Terug naar navigatie - 5.4 STRUCTUUR EN INRICHTING

 Als overheidsorganisatie zoeken we constant naar mogelijkheden om onze organisatie structureel in evenwicht te houden, met enerzijds de taken waar we voor staan en anderzijds de kosten voor onze inwoners. Om de plannen en dynamiek van ondernemende en actieve inwoners in Schouwen-Duiveland optimaal te stimuleren en te ondersteunen, moet je immers voldoende toegerust zijn.

Het ambitieniveau van raad en college is hoog. Er is in de achterliggende jaren veel gerealiseerd en ook uit het Coalitieakkoord 2022-2026 'Samen Koers Houden' spreekt ambitie. Een belangrijk aandachtspunt is werkdruk en een op de ambitie afgestemde capaciteit. In deze programmabegroting is daarom op enkele punten structurele formatie-uitbreiding opgenomen. Dit betreft de volgende:

Verhoging personeelsbudget voor verlaging werkdruk

In het coalitieakkoord is aangegeven dat de werkdruk in de organisatie hoger dan wenselijk is. Die werkdruk verlagen we door het structurele personeelsbudget te verhogen. Hiervoor nemen wij op de lijst te honoreren prioriteiten 2023-2026 een structureel budget op van € 475.100. 

Klimaatregisseur (1 fte)

In het coalitieakkoord 2022-2026 namen we op dat we de ambtelijk formatie uitbreiden met een klimaatregisseur. Onder andere voor het vergroten van kennis en voor bewustwording aangaande klimaatvraagstukken. Hiervoor is structureel € 98.000 nodig, welke wij opnemen op de lijst te honoreren prioriteiten 2023-2026.

Klachtencoördinator (1 fte)

We maken een verbeterslag in de klachtenbehandeling door het creëren van een hiervoor vrijgesteld klachtencoördinator.  Het structureel hiervoor benodigde bedrag van € 51.400 nemen wij op de lijst te honoreren prioriteiten 2023-2026.

Terug naar navigatie - 5.4.1. Tabel salarislasten

Onderstaande tabel geeft de gemeentelijke salarislasten over 2022 en 2023 aan. Hierin zijn bovenstaande uitbreidingen nog niet verwerkt.

 Salarislasten Primitieve begroting 2022 in € Primitieve begroting 2023 in €
Salarislasten ambtelijke organisatie 24.010.500 25.946.264
Salarislasten college van B&W en raad 1.228.700 1.352.172

Voor 2023 hanteren we 3,6% als indexeringspercentage voor geprognosticeerde stijgingen van salarissen, pensioenen en sociale premies.

De totale salarislasten van de ambtelijke organisatie voor 2023 zijn ten opzichte van 2022 toegenomen met circa € 1.935.700. Dit wordt veroorzaakt door de indexering en toename van de formatie. De salarislasten voor college en raad zijn toegenomen met € 123.500. Deze toename wordt veroorzaakt door de indexering en uitbreiding van de formatie met een wethouder.

 

Vanuit de verplichting in het Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV) nemen wij de volgende beleidsindicatoren op:

Naam indicator Eenheid Waarde begroting 2022 Waarde begroting 2023
Formatie Aantal fte per 1.000 inwoners 9,98 fte 10,73 fte
Bezetting Aantal fte per 1.000 inwoners 9,98 fte 9,64 fte
Apparaatskosten Kosten per inwoner € 863 € 951
Externe inhuur Kosten als % van de totale loonsom 5,33% 5,78%
Externe inhuur Totale kosten inhuur externen € 1.279.300 € 1.390.000

Bezetting

De hierboven gepresenteerde bezetting van de formatie baseren wij op de huidige situatie in september 2022. Gelet op onze ervaring met het invullen van de vacatures, gezien de huidige krapte op de arbeidsmarkt, voorzien wij ook voor 2023 het moeizaam en niet volledig kunnen vervullen van onze vacatures.

Definitie Apparaatskosten

Apparaatskosten (ofwel organisatiekosten) zijn de noodzakelijke financiële middelen voor het inzetten van personeel (salarissen), huisvestings-, materieel-, automatiseringskosten e.d. voor de uitvoering van de organisatorische taken. Apparaatskosten zijn dus alle personele en materiële kosten die verbonden zijn aan het functioneren van de organisatie, exclusief griffie en bestuur.

In vergelijking met andere gemeenten kunnen de apparaatskosten per inwoner afwijken als gevolg van in- of uitbesteden van gemeentelijke taken, zoals gemeentelijke reiniging, afvalverwerking, en dergelijke. Wanneer deze taken zijn uitbesteed worden deze kosten niet meer meegeteld in de apparaatskosten, waardoor de apparaatskosten per inwoner lager worden gepresenteerd. In feite zitten deze kosten in de overige kosten opgenomen.

5.5 BELEID EN STRATEGIE

Terug naar navigatie - 5.5 BELEID EN STRATEGIE

Een belangrijk richtinggevend document voor onze strategie en beleid voor de komende jaren is de in 2011 tot stand gekomen Strategische Visie ‘Tij van de toekomst’. In 2023 pakken we een nieuwe actualisatie op. In juni 2022 is het Coalitieakkoord ‘Samen Koers Houden’ gepresenteerd en vastgesteld. In dit Coalitieakkoord zijn doelstellingen uit ‘Tij van de Toekomst’ vertaald naar te behalen resultaten voor de bestuursperiode 2022-2026. Daarmee ontstond een meerjarig uitvoeringsprogramma dat is vertaald in deze programmabegroting. Hierdoor is de uitvoering voor de korte- en middellange termijn geborgd en loopt de monitoring van de uitvoering mee in de reguliere planning & control-cyclus. Onze organisatievisie ondersteunt een goede uitvoering van deze programmabegroting, en daarmee ook de realisatie van onze Strategische Visie. In 2023 pakken we daartoe de volgende acties op:

Terug naar navigatie - 5.5.2. Doorontwikkeling organisatievisie

Doorontwikkeling organisatievisie

De organisatievisie geeft een beeld van de gemeentelijke organisatie over waar we op dit moment zijn, wat anders kan en hoe we als gemeente klaar zijn en blijven voor de toekomst (de wereld van morgen). Onze missie luidt: Samen werken we aan een mooi en krachtig Schouwen-Duiveland. Onze visie is: We zijn een professionele dienstverlener. We maken onze ambities waar aan de hand van onze kernwaarden: we zijn betrokken, betrouwbaar, duidelijk en daadkrachtig. 


De komende jaren werken we de bijbehorende strategie verder uit. We benoemen welke concrete acties we inzetten om onze ambities waar te maken. Het uitrollen van een campagne voor de implementatie en borging van ons organisatieverhaal maakt hier een belangrijk onderdeel van uit. Persoonlijke en inspirerende verhalen van medewerkers vormen de basis van deze campagne. En we betrekken daarbij de feedback van onze inwoners, ondernemers en stakeholders.

Terug naar navigatie - 5.5.4. Uitvoeringsprogramma’s

Borging uitvoering van en monitoring op Coalitieakkoord 

We borgen de uitvoering van en de monitoring op het Coalitieakkoord. Dit doen we via de planning & control-cyclus. We borgen eveneens de uitvoering van de organisatievisie. We ontwikkelen hiervoor een voortgangsmonitor, waarbij we nadrukkelijker de verbinding tussen de uitvoeringspraktijk, het Coalitieakkoord, de strategische visie en de organisatievisie leggen. Deze voortgangsmonitor (plan-do-check-act (PDCA)) ontwikkelen we blijvend, afgestemd op de informatiebehoefte van de raad. Hierbij betrekken we actief de auditcommissie. Deze monitor leggen we jaarlijks minimaal tweemaal aan de raad voor. 

5.6 MEDEWERKERS

Terug naar navigatie - 5.6 MEDEWERKERS

We zetten in op versterking van de arbeidsmarktpositie

Er is sprake van een krappe arbeidsmarkt. Dit betekent dat er meer vacatures dan werkzoekenden zijn. Het effect hiervan is, dat het steeds lastiger is om tijdig gekwalificeerd personeel te vinden voor de vacatures die binnen onze organisatie ontstaan. Dit leidt enerzijds tot (nog) meer werkdruk voor onze medewerkers, omdat zij steeds langer werkzaamheden moeten opvangen. Anderzijds komt er meer en meer druk te staan op de (steeds complexere) taken die we als gemeente moeten uitvoeren. Om hier een extra impuls aan te geven nemen wij op de lijst te honoreren prioriteiten 2023-2026 een structureel benodigd budget van €1.040.000 voor personeels- en arbeidsmarktbeleid. Daarnaast nemen we incidenteel in 2023 tot en met 2025 een budget op van €200.000 per jaar als flexibele schil om het moeilijk kunnen vervullen van vacatures op te kunnen vangen en zo blijvend uitvoering te kunnen geven aan onze ambities.

Het aantrekken en behouden van (het juiste) personeel is de komende jaren van groot belang. We zetten daarom in op aantrekkelijk werkgeverschap, waar potentiële medewerkers willen werken en bestaande medewerkers willen blijven werken. Door hierop in te zetten, zorgen we ervoor dat we de juiste mensen in huis hebben om onze taken uit te voeren en onze doelstellingen te realiseren. Zij vormen immers ons grootste kapitaal en bepalen de kwaliteit van onze dienstverlening. 

Aantrekkelijk werkgeverschap betekent voor iedere (potentiële) medewerker iets anders. Daarom investeren we de komende jaren in een modern personeelsbeleid, dat aansluit op de behoefte van onze (potentiële) medewerkers om prettig te kunnen werken. Daarbij is aandacht nodig voor materiële zaken (beloning) en immateriële zaken (secundaire arbeidsvoorwaarden en organisatiecultuur). 

Voor 2023 hebben we dit vertaald naar vijf thema’s waar we mee aan de slag gaan. Deze thema's worden hierna afzonderlijk toegelicht:

Arbeidsmarktpositionering
Voor het invullen van onze vacatures is het belangrijk dat potentiële medewerkers ons weten te vinden. Om ons als gemeente zichtbaarder te maken is in 2022 het project arbeidsmarktpositionering gestart met als doel de gemeente Schouwen-Duiveland als werkgever goed te positioneren in de arbeidsmarkt. Om hier in 2023 verdere uitvoering aan te kunnen geven, nemen wij op de lijst te honoreren prioriteiten 2023-2026 in 2023 een incidenteel budget op van € 50.000

In 2022 zijn we reeds gestart met het vormgeven van ons werkgeversmerk (wie zijn wij als werkgever?) en het bepalen van onze doelgroepen (wie zijn onze potentiële medewerkers?). In 2023 bepalen we onze wervingsstrategie en starten we een communicatie-/marketingcampagne om onze doelgroepen goed te bereiken. 

Beloning
We kennen binnen onze organisatie een uitgebreid beloningsbeleid. Dit beleid bestaat enerzijds uit vaste beloning (salaris en toelagen, zoals bepaald in onze cao), anderzijds uit variabele beloning (onder andere gratificaties en geschenken, zoals bepaald in lokaal beleid). Het beloningsbeleid is een belangrijk instrument voor het waarderen van onze medewerkers. En juist in een tijd, waarin het aantrekken en behouden van personeel belangrijk is, is (het ervaren van) waardering extra belangrijk. Het beloningsbeleid wordt echter niet altijd zo door medewerkers ervaren en we zien dat de variabele beloning slechts beperkt wordt ingezet. 

Daarom evalueren we ons variabele beloningsbeleid in 2023. Op basis van de uitkomsten van deze evaluatie (wat gaat goed en wat kan beter) maken we met elkaar afspraken over de optimale toepassing van dit beleid. Waar nodig kan dit ook tot een aanpassing in ons beleid leiden. 

HR (Gesprekken) cyclus
Het is belangrijk dat we onze medewerkers zo goed mogelijk faciliteren, zodat zij vervolgens optimaal kunnen presteren. Een belangrijke basis daarvoor is gelegen in de HR (Gesprekken)cyclus. In verband met de doorontwikkeling van de organisatie is het noodzakelijk om de huidige HR-cyclus te herzien. 

Daarom zijn we in 2022 reeds gestart met het voeren van gesprekken om inzicht te krijgen in de wensen en behoeften van de mensen binnen onze organisatie. In 2023 vertalen we deze wensen en behoeften door naar een visie op gespreksvoering; een nieuwe gesprekkencyclus. Daarbij kijken we ook naar een ondersteunend HR-systeem voor medewerkers en leidinggevenden. Naar verwachting vindt de implementatie van deze nieuwe gesprekkencyclus plaats in de tweede helft van 2023 met een uitloop naar begin 2024. 

Leren & Ontwikkelen
Om te zorgen dat onze medewerkers hun werk goed kunnen en blijven doen, is continue ontwikkeling essentieel. Daarnaast is de mogelijkheid voor medewerkers om te leren en zich te ontwikkelen de afgelopen jaren een steeds belangrijkere arbeidsvoorwaarde geworden. Als organisatie streven we er daarom naar medewerkers een omgeving te bieden waar ontwikkeling mogelijk is, die gestimuleerd en gefaciliteerd wordt. 

Ons opleidingsproces willen we met dat doel voor ogen (nog) beter inrichten. Daarom actualiseren we in 2023 ons opleidingsbeleid en zijn we voornemens een leerplatform voor onze medewerkers op te zetten; een Leer Management Systeem. Dit platform biedt dé plek voor ontwikkelactiviteiten, zoals e-learnings, filmpjes, interessante stukken en online/fysieke trainingen. 

Daarmee professionaliseren we ons opleidingsproces, maken we ontwikkeling toegankelijker voor medewerkers en zijn we in staat efficiënter en gerichter op te leiden. 

Vitaliteit
Om onze taken en verantwoordelijkheden goed te kunnen uitvoeren zijn vitale medewerkers van cruciaal belang. Medewerkers die lekker in hun vel zitten, fit zijn, op de juiste plek zitten én hun vaardigheden optimaal kunnen inzetten. Dit resulteert in meer werkplezier en betere prestaties. En om dit te kunnen realiseren is aandacht voor dit onderwerp en praktische ondersteuning van onze medewerkers nodig.  

We willen de komende jaren, onder andere in samenhang met de andere vier genoemde thema’s, beter inzetten op vitaliteit. Daarom formuleren we in 2023 een visie op vitaliteit voor onze organisatie en stellen we vervolgens middelen beschikbaar om medewerkers in hun vitaliteit te ondersteunen. 

5.7 INFORMATIE

Terug naar navigatie - 5.7 INFORMATIE

Informatie en Communicatietechnologie (ICT)

Om onze organisatievisie te ondersteunen zijn goede en stabiel functionerende informatie- en automatiseringsvoorzieningen een onmisbare component. Deze informatie- en automatiseringsvoorzieningen ondersteunen de processen die nodig zijn voor het nemen van de juiste beleidsbeslissingen en het leveren van de kwaliteit van onze gewenste dienstverlening. Parallel daaraan speelt de juiste zorg en aandacht voor onze ICT-veiligheid tevens een belangrijke rol.

In 2023 gaan we de vervanging van onze ICT-infrastructuur afronden. Daarbij maken we gebruik van de slimme mogelijkheden die marktpartijen ons bieden.  We gaan minder zelf investeren en minder zelf onderhouden en beheren. Op het gebied van software gaan we de komende periode steeds vaker de SaaS mogelijkheden benutten. SaaS staat daarbij voor Software as a Service, wat betekent dat we de software niet meer zelf kopen, installeren en onderhouden, maar dit als dienst vanuit de markt afnemen.

Informatieveiligheid is de laatste jaren steeds belangrijker geworden. De informatie die we beheren over (en voor) onze inwoners en ondernemers willen en moeten we goed beveiligen en daar horen bepaalde afspraken en werkwijzen bij. Wij verantwoorden ons elk jaar naar de raad over de kwaliteit van de informatieveiligheid van informatiesystemen en werkwijzen. Dit gebeurt via ENSIA: Eenduidige Normatiek Single Information Audit. Om te blijven voldoen aan het kwaliteitsniveau van informatieveiligheid zoals we dat in VNG-verband hebben afgesproken, is voortdurende aandacht, bewustwording, kennis en investering in techniek, mensen en processen noodzakelijk. Het wordt voor onze gemeente steeds moeilijker om deze complexe materie 7x24 zelf te beheren en toe te passen. 

In 2023 passen we data gedreven werken verder toe. Onze eerste toepassing lag op het Sociaal Domein. Aan de hand van data uit onze eigen organisatie en van externe partijen, brachten we via dashboards in beeld waar we staan in onze beleidsuitvoering en wat de effecten zijn van beleidsaanpassingen. In 2023 passen we deze werkwijze ook toe op andere beleidsterreinen. Met de resultaten daarvan kunnen we onze processen en onze dienstverlening verder optimaliseren. 

Veilige ICT-systemen, bewustwording en gedrag

In de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) zijn afspraken vastgelegd waaraan een overheidsinstelling moet voldoen om verantwoord om te gaan met informatie. In 2022 laten wij een onderzoek uitvoeren naar de inrichting en het beheer van onze ICT-omgeving. Met dit onderzoek bekijken we wat er nodig is om te voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen. Resultaten van dit onderzoek presenteren wij u in 2023.

Om een doorlopende en risico gestuurde aanpak van informatiebeveiliging in de organisatie te verankeren, zijn we in 2022 begonnen met de implementatie van een Informatiebeveiligingsmanagementsysteem (ISMS). In 2023 zullen we dit systeem verder inrichten en uitbreiden.

ICT-systemen van de overheid zijn steeds vaker doelwit voor internetcriminelen. Omdat de meeste fouten voortkomen uit menselijk gedrag, blijven we ook in 2023 inzetten op bewustwording. Dit doen we met behulp van een bewustwordingscampagne en trainingen voor medewerkers. In 2023 zetten we naast de generieke terugkerende trainingen, in op trainingen gericht op specifieke doelgroepen. Daarnaast bereiden we ons beter voor op eventuele (cyber)incidenten door mogelijke scenario’s uit te werken en te oefenen.

Terug naar navigatie - 5.7.2. Risicomanagement en governance

Rechtmatigheidsverantwoording

De Tweede Kamer stemde in juni 2022 in met de wetswijziging die bepaalt dat burgemeester en wethouders zelf de rechtmatigheidsverantwoording afgeven aan de raad.  Naar verwachting zal ook de Eerste Kamer in het najaar instemmen, zodat de wet per 1 januari 2023 ingaat. De rechtmatigheidsverantwoording is een onderdeel van de jaarrekening. Aangezien de accountant ook de rechtmatigheidsverantwoording in de oordeelsvorming. De accountant verklaart in de nieuwe situatie dat de jaarrekening getrouw is, dat wil zeggen een volledig en juist beeld geeft. Hiermee is ook verklaard dat de rechtmatigheidsverantwoording getrouw is. Deze uitspraak wordt gedaan aan de hand van het normenkader en de verantwoordingsgrens zoals vastgesteld door de raad. De accountant stelt vast of de rechtmatigheidsverantwoording conform deze normen is opgesteld. Op deze manier verantwoorden we dan voor het eerst zelf over het dienstjaar 2023. Hiermee vervalt de rechtmatigheidsverklaring van de accountant.  

Het uitstel van eerst 2021 naar nu 2023 gaf en geeft ons wel de mogelijkheid de interne beheersing goed op te zetten.  We kijken hierbij hoe we onze controles inzetten (proces- of gegevensgericht). Dit vindt plaats in overleg met de accountant. 

Om de verklaring te kunnen afgeven richten wij een applicatie in: het KeyControlDashboard. De aangekochte software helpt ons om de operationele en strategische risico’s beter te benoemen, beheersen en monitoren. Hiermee kunnen we ook de opzet van de interne controle en de verbijzonderde interne controle verder verbeteren. 

Terug naar navigatie - 5.7.3 Horizontaal toezicht

Doorontwikkeling Horizontaal toezicht

De Belastingdienst ontwikkelt het Horizontaal Toezicht verder door. Bij Horizontaal Toezicht is samenwerking tussen de belastingdienst en de gemeente het sleutelwoord. Uit een analyse die we daarop hebben gemaakt blijkt dat we nog wel stappen moeten zetten in de verbetering van de interne fiscale beheersing.  Vergelijkbaar met de aanpak die we momenteel doen op de financiële rechtmatigheid vanuit het risicomanagement. Als overheidsorganisatie hebben we op dit punt naar onze mening een voorbeeldfunctie. Voor het verbeteren van onze interne fiscale beheersing hebben we een plan van aanpak opgesteld. Hiermee kunnen we naar verwachting ook voldoen aan de nieuwe strengere eisen van de Belastingdienst.  Om dit te realiseren hebben we op diverse punten externe ondersteuning nodig. Dit betreft onder andere de volgende onderdelen; risicoanalyse, kennisinventarisatie, opzet monitoring, planning & control en het uitvoeren van feitelijke controles. We verwachten de interne beheersing op onze fiscale processen in de loop van 2023 voldoende op orde te hebben.

5.8 PROCESSEN

Terug naar navigatie - 5.8 PROCESSEN

Leanmanagement

Het hulpmiddel voor procesoptimalisatie, leanmanagement, herintroduceerden we in 2021 vanuit een behoefte om de gevoelde werkdruk in de organisatie te verminderen. We stemden daarbij de aanpak af op de actuele inzichten en ontwikkelingen. Ook in 2023 investeren we in deze nieuwe aanpak en optimaliseren die op basis van ervaringen in de praktijk.

Terug naar navigatie - 5.8.2. Digitalisering en aansluiting e-depot

Aansluiting e-depot

Het archief van de gemeente wordt digitaal gevormd. Digitaal archief is zonder goede beheersmaatregelen kwetsbaar en vluchtig. Digitaal gevormd archief dat voor langdurige bewaring is bestemd, dient digitaal duurzaam opgeslagen te worden. Binnen Zeeland is hiervoor een digitale archiefbewaarplaats, een e-depot, ontwikkeld in samenwerking met de Zeeuwse overheden. Dit e-depot is in beheer bij het Zeeuws Archief. In 2019 is onze gemeente volgens plan aangesloten op dit e-depot. Samen met het Zeeuws Archief wordt de komende jaren gewerkt aan het gereed maken van ons digitale archief. Dit betekent alle informatiehuishoudelijke, organisatorische en technische maatregelen treffen om de overbrenging van digitale informatie-objecten te realiseren.

5.9 Wet open overheid (WOO)

Terug naar navigatie - 5.9 Wet open overheid (WOO)

De WOO is op 1 mei 2022 in werking getreden en is de opvolger van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Op grond van de WOO kunnen burgers nog steeds verzoeken om documenten openbaar te maken. Verder verplicht de WOO  ons op den duur meer documenten actief openbaar te maken. Wanneer die verplichting ingaat, is nog niet bekend. 

Paragraaf 6 Verbonden partijen

6.1 ALGEMEEN

Terug naar navigatie - 6.1 ALGEMEEN

Een verbonden partij is een instelling buiten de eigen organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft.  Het is één van de vormen voor de gemeente om haar taken uit te (laten) voeren: eigen activiteiten, door een commerciële partij of door een verbonden partij.

Verbonden partijen zijn in elk geval alle gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente deelneemt en alle NV’s en BV’s waarvan ze aandeelhouder is. 

 Indien er structureel sprake is van een overwegende bekostiging van (activiteiten van) de organisatie gezien het maatschappelijk of algemeen belang in combinatie met een bestuurlijk belang, dan is de vermelding van deze organisatie in de paragraaf verbonden partijen ook op zijn plaats.

Verbonden partijen leveren soms bestuurlijk complexe verhoudingen op, omdat de gemeentebestuurder en klant is. Bovendien doen meestal meerdere partijen mee aan de verbonden partij. Wij  zijn dan niet de enige bestuurder en niet de enige klant. Wij moeten onze bestuurlijke doelen en wensen afstemmen met die van de andere deelnemers. Dit maakt de aansturing soms complex.

Voordelen van verbonden partijen zijn de grotere schaal en de regionale aanpak van een regionaal onderwerp. Volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) nemen we informatie over een verbonden partij op bij het sub-programma waaraan de verbonden partij bijdraagt. In deze paragraaf leest u het totaaloverzicht van de verbonden partijen.

In deze paragraaf benoemen we ook de risico’s die wij lopen. Zijn die er niet, dan worden ze hier niet benoemd. Indien de risico’s substantieel en financieel van belang zijn, benoemen we die ook de Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.

6.2 VISIE EN BELEID GEMEENTE

Terug naar navigatie - 6.2 VISIE EN BELEID GEMEENTE

Op 1 juni 2021 stemde de Tweede kamer in met de wetswijziging van de Wet op de gemeenschappelijke regelingen. Het wetsvoorstel beoogt de democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen te versterken. Het gaat daarbij om de kaderstellende en controlerende rol van gemeenteraden, provinciale staten en algemene besturen van waterschappen bij de uitvoering van taken in gemeenschappelijke regelingen. Om de versterking te bereiken, wordt een aantal bestaande instrumenten van de volksvertegenwoordiging aangepast en aangevuld. Daarnaast richt het wetsvoorstel zich op het vergroten van participatiemogelijkheden van burgers en belanghebbenden bij de besluitvorming in gemeenschappelijke regelingen. De wijziging op de wet moet nog door de Eerste kamer worden vastgesteld, waarna wij de gevolgen hiervan kunnen beoordelen en waar nodig implementeren.

In navolging van de Tweede Kamer heeft de Eerste Kamer op 14 december 2021 het wetsvoorstel 'Versterken van de democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen' aangenomen. Deze wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) per 1 juli 2022 richt zich onder andere op een betere positie voor raadsleden, een meer actieve informatieplicht aan de raad, een versterkende controlerende rol voor de raad en verankering van de burgerparticipatie.  Een provinciale werkgroep stelt een plan van aanpak op hoe deze wetswijzing kan worden geïmplementeerd. De implementatie moet uiterlijk 1 juli 2024 zijn afgerond.

 

6.3 OVERZICHT VERBONDEN PARTIJEN

Terug naar navigatie - 6.3 OVERZICHT VERBONDEN PARTIJEN

Er zijn vier verplichte categorieën om verbonden partijen te onderscheiden: gemeenschappelijke regelingen, vennootschappen en coöperaties, stichtingen en verenigingen en overige verbonden partijen. Daarnaast is een vijfde categorie: organisaties met een bestuurlijk belang en een maatschappelijk of algemeen belang. Per partij geven we het publieke, bestuurlijke en financiële belang aan.

Terug naar navigatie - 01 Regionaal bureau leerplicht (RBL)
Regionaal Bureau Leerplicht (RBL)
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam)
Vestigingsplaats Goes
Doelstelling en openbaar belang Jongeren maximale kansen bieden op een zelfstandige positie op de arbeidsmarkt en een zelfredzame toekomst in de maatschappij door uitvoering van de Leerplichtwet en de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC) om zo voortijdige schooluitval terug te dringen en te voorkomen.
Sub-Programma 2.1 Goed en realistisch voorzieningenniveau.
Deelnemende partijen Gemeenten Goes, Borsele, Kapelle, Noord-Beveland, Schouwen-Duiveland en Tholen.
Bestuurlijk belang De wethouder onderwijs is lid van het algemeen bestuur.
Financieel belang De gemeente betaalt jaarlijks een bijdrage.
Bijdragen

Werkelijk jaarrekening 2021: € 84.981,00
Begroot begroting 2022: € 106.125,00
Begroot begroting 2023: € 108.991,00

Eigen vermogen Per 01-01-2023: € 0,00
Per 31-12-2023: € 0,00
Vreemd vermogen  Per 01-01-2023: € 0,00
Per 31-12-2023: € 0,00
Financieel resultaat Begroting 2023: € 0,00
Risico’s  
Ontwikkelingen Alle leerlingen uit de Oosterschelderegio in beeld en alle leerplichtige leerlingen die spijbelen, dreigen uit te vallen of uitgevallen zijn, bieden we begeleiding met als doel het succesvol (ver)volgen van hun schoolcarrière. 
Terug naar navigatie - 02 GR de Zeeuwse Muziekschool (ZMS)
De Zeeuwse Muziekschool (ZMS)
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam)
Vestigingsplaats Middelburg
Doelstelling en openbaar belang Bevordering van de kunstzinnige vorming in de ruimste zin.
Sub-Programma 2.1 Goed en realistisch voorzieningenniveau.
Deelnemende partijen Alle Zeeuwse gemeenten, behalve Sluis, Terneuzen en Vlissingen.
Bestuurlijk belang De gemeente heeft zitting in het algemeen en dagelijks bestuur.
Financieel belang Deels een bedrag per inwoner en deels variabel in verband met overeengekomen budget (aantal leseenheden).
Bijdragen

Werkelijk jaarrekening 2021: € 234.675
Begroot begroting 2022: 236.787
Begroot begroting 2023: 248.241

Eigen vermogen

Per 01-01-2023: € -15.916
Per 31-12-2023: € -15.916

Vreemd vermogen 

Per 01-01-2023: € 1.189.454 (per 31 december 2021)
Per 31-12-2023: € 1.189.454  (per 31 december 2021)

Financieel resultaat Begroting 2023: € 0
Risico’s

Het jaar 2021 is afgesloten met een negatief resultaat van € € 274.000. Het Algemeen Bestuur van de ZMS verwacht dat het negatieve vermogen in de komende jaren weer aangevuld kan worden. Lukt dat niet, dan moeten de aangesloten gemeenten bijpassen.

Ontwikkelingen

De begroting 2023 is opgesteld op basis van de nieuwe programma-indeling. De nieuwe programma-indeling bestaat uit de drie pijlers van de organisatie:
1. Vrije Tijds onderwijs, Talent Academy, Vooropleiding Conservatorium
2. Primair Onderwijs en Voortgezet Onderwijs,
3.  Ouderenparticipatie en zorg

Voor 2023 zijn de belangrijkste doelstellingen:

• Vergroting van het bereik met muziekprojecten op de basisscholen met daarbij speciale aandacht voor het speciaal onderwijs

• Uitvoering geven aan Proeftuin Muziekeducatie, Meer muziek in de Klas en Radio Geluk

• Uitbreiding van productontwikkeling zoals integratieprojecten en samenwerkingsprojecten tussen muziekschool, basisscholen en muziekverenigingen

• Vergroten van het bereik naar andere zorggroepen

• Inzetten van muziekprojecten als brug tussen verschillende doelgroepen

• Samenwerking met de verschillende partners uitbreiden

Terug naar navigatie - 03 GR Gemeenschappelijke gezondheidsdienst Zeeland (GGD)
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zeeland (GGD)
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam)
Vestigingsplaats Goes
Doelstelling en openbaar belang De GGD voert taken uit die de Wet publieke gezondheid, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet aan de gemeente opdragen. Het gaat om de volgende taken:
a.  Publieke gezondheid: het bevorderen en beschermen van de gezondheid van de burgers van Zeeland door middel van het verkrijgen van inzicht in de gezondheidssituatie en het voorkomen van ziekten (waaronder infectie- en welvaartsziekten), het treffen van maatregelen om uitbreiding te voorkomen en het bevorderen van een gezonde levensstijl.
b.  Jeugdgezondheidszorg: het bevorderen en veiligstellen van een gezonde lichamelijke, geestelijke en sociale ontwikkeling van 0- tot 19-jarigen zodat het kind een optimaal niveau van individueel en maatschappelijk functioneren kan bereiken. Hierbij wordt uitgegaan van de eigen verantwoordelijkheid van de ouders of verzorgers van het kind.
c.  Veilig Thuis: de integrale aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling door één meldpunt te hebben voor burgers en professionals en waarbij wordt uitgegaan van één gezin, één plan.
d.  Inkoop Jeugdhulp Zeeland: het contracteren en subsidiëren van aanbieders van jeugdhulp, -reclassering en –beschermingsmaatregelen, de monitoring en advisering.
Sub-Programma 2.4 Goed en betaalbaar aanbod zorg en welzijn.
Deelnemende partijen Alle Zeeuwse gemeenten.
Bestuurlijk belang De wethouder welzijn en volksgezondheid is lid van het algemeen bestuur.
Financieel belang Een bijdrage in de exploitatielasten voor gezondheidsdiensten op basis van het inwoneraantal (totaal & 0-19-jarigen). De lasten van de jeugdhulp worden 100% doorberekend.
Bijdragen

Werkelijk jaarrekening 2021: € 9.950.766
Begroot begroting 2022: € 8.884.996
Begroot begroting 2023: € 8.703.923

Eigen vermogen Per 01-01-2023: € 2.534.000
Per 31-12-2023: € 2.534.000
Vreemd vermogen  Per 01-01-2023: € 20.713.000
Per 31-12-2023: € 20.713.000
Financieel resultaat Begroting 2023: € 0
Risico’s De GGD heeft de structuur van zelforganisatie losgelaten en kan door structurele bezuiningen het hoofd niet meer boven water houden. De GGD komt eind september 2022 met een voorstel naar de gemeenten om haar budget drastisch te verhogen. 
Ontwikkelingen

De GGD draagt bij aan ons gezondheidspreventiebeleid, dat zich richt op:
- een gezonde leefomgeving
- het verkleinen van gezondheidsachterstanden
- mentale gezondheid voor jeugdigen en jongvolwassenen
- vitaal ouder worden.

Verder levert de GGD inspanningen om het tekort aan artsen in Zeeland op te lossen, gaat ze verder met de implementatie van de zelforganisatie en haar eigen bezuinigingsmaatregel en met het doorbreken van de trendmatige stijging van de uitgaven van de jeugdhulp (samen met gemeenteninitiatieven opstarten) .

GGD Zeeland, RUD Zeeland en Veiligheidsregio Zeeland verkennen de praktische en inhoudelijke samenwerking tussen de genoemde partijen. 

Terug naar navigatie - 04 GR Veiligheidsregio Zeeland (VRZ)

Veiligheidsregio Zeeland (VRZ)
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam)
Vestigingsplaats Middelburg
Doelstelling en openbaar belang Het inrichten en in stand houden van een regionale crisisorganisatie en brandweerzorg.
Sub-Programma 2.1 Goed en realistisch voorzieningenniveau.
Deelnemende partijen Alle Zeeuwse gemeenten.
Bestuurlijk belang Elke gemeente heeft één zetel in het algemeen bestuur, bezet door de burgemeester.
Financieel belang De belangrijkste inkomstenbron van de veiligheidsregio is de gemeentelijke bijdrage.
De verdeelsleutel voor de gemeentelijke bijdrage is gebaseerd op de uitkeringsmaatstaf Veiligheid in het Gemeentefonds.
Bijdragen Werkelijk jaarrekening 2021:  €  2.834.100   
Begroot begroting 2022: € 2.895.197
Begroot begroting 2023: €  2.834.100,00    
Eigen vermogen Per 01-01-2023: € 2.315.262
Per 31-12-2023: € 1.887.462
Vreemd vermogen  Per 01-01-2023: € 26.089.380
Per 31-12-2023: € 28.699.949
Financieel resultaat Begroting 2023: € 0
Risico’s Op 1 januari 2020 is de Wet Normalisering Rechtspositie Ambtenaren (Wnra) in werking getreden. Deze wet heeft als uitgangspunt de arbeidsverhoudingen tussen ambtenaren en werknemers te harmoniseren. De brandweervrijwilligers hebben momenteel een ambtelijke aanstelling, maar onderscheiden zich van andere ambtenaren, doordat ze een eigen rechtspositie hebben en onder aparte wettelijke bepalingen vallen. 
Een ander mogelijk effect van de invoering van WNRA kan zijn dat er minder belangstelling is voor het vak van brandweervrijwilliger omdat het vrijwillig karakter plaats maakt voor een arbeidsovereenkomst. De werving van voldoende vrijwilligers is onder de huidige afspraken nog steeds een punt van zorg. 
Ontwikkelingen In het proces voor de realisatie van de nieuwe kazerne Zierikzee zijn we bezig met het verwerven van de grond.  

Terug naar navigatie - 05 GR Openbaar Lichaam Afvalstoffenverwijdering Zeeland (OLAZ)

Openbaar Lichaam Afvalstoffenverwijdering Zeeland (OLAZ)
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam)
Vestigingsplaats Borssele
Doelstelling en openbaar belang Behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemers op het gebied van de afvalstoffenverwijdering, waaronder de zorg voor verwijdering van afvalstoffen en het inrichten en beheren van installaties voor inzameling, overslag en transport van afvalstoffen.
Sub-Programma 2.2 Wonen naar wens.
Deelnemende partijen Alle Zeeuwse gemeenten.
Bestuurlijk belang De gemeente heeft zitting in het dagelijks bestuur.
Financieel belang De kosten worden verdeeld naar rato van het aantal inwoners en verwerking van de afvalstroom in tonnages.
Bijdragen Werkelijk jaarrekening 2021: € 1.993,566
Begroot begroting 2022: € 1.928.618
Begroot begroting 2023: € 1.844 922
Eigen vermogen Per 01-01-2023: € 481.940
Per 31-12-2023: € 481.940
Vreemd vermogen  Per 01-01-2023: € 11.941.458
Per 31-12-2023: € 11.941.458
Financieel resultaat Begroting 2023: € 0
Risico’s  
Ontwikkelingen
  •  Implementatie Governance regeling (OLAZ en ZRD): Uitvoering gemeenschappelijke regeling OLAZ en hierbinnen afstemming tussen de Zeeuwse gemeenten laten plaatsvinden over het te voeren beleid van de afvalverwijdering. Verwerkingscontracten van huishoudelijk afval via de OLAZ laten lopen.
  • Opstellen nieuw regionaal beleidsplan milieustraten.
  • Er is in 2020 door het bureau Royal Haskoning een onderzoek gedaan naar hoe de toekomstige milieustraten eruit moeten komen te zien.  Dit omdat er op de milieustraten steeds meer afvalstromen moeten worden gescheiden om de VANG-doelstelling te halen en te voldoen aan de   landelijke wetgeving. De aanbevelingen in het rapport om al te starten met toegangscontrole op de milieu straten is opgestart.
  • Uitvoering geven aan de ketenovereenkomst verpakkingen 2020-2029.

Terug naar navigatie - 06 GR Samenwerkingsverband Welzijnszorg Oosterschelderegio (SWVO)

Samenwerkingsverband Welzijnszorg Oosterschelderegio (SWVO)
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam)
Vestigingsplaats Goes
Doelstelling en openbaar belang Het Samenwerkingsverband Welzijnszorg Oosterschelderegio (SWVO) is een Gemeenschappelijke Regeling en voert beleids- en uitvoeringstaken uit op het terrein van zorg, jeugd, maatschappelijke ondersteuning, cultuur- en volwasseneducatie. Het SWVO heeft bovendien een overleg- en adviesfunctie op andere en nieuwe terreinen van welzijn en zorg.
Sub-Programma 2.4 Goed en betaalbaar aanbod zorg en welzijn.
Deelnemende partijen De gemeenten Borsele, Kapelle, Reimerswaal, Tholen, Goes, Noord-Beveland en Schouwen-
Duiveland.
Bestuurlijk belang De wethouder Sociaal Domein heeft zitting in het algemeen bestuur.
Financieel belang Bijdrage in de kosten van het secretariaat, beleidscapaciteit en de kosten van uitvoering van een aantal werksoorten. De lasten van de maatwerkvoorzieningen voor ondersteuning worden voor 100% doorberekend.
Bijdragen Werkelijk jaarrekening 2021: € 8.942.902
Begroot begroting 2022: € 9.348.375
Begroot begroting 2023: € 9.152.277
Eigen vermogen Per 01-01-2023: € 874.000
Per 31-12-2023: € 788.000
Vreemd vermogen  Per 01-01-2023: € 8.960.000
Per 31-12-2023: € 8.966.000
Financieel resultaat Begroting 2023: € 0
Risico’s Voor wat betreft de uitvoering van de inkoop van zorg in het kader van de maatschappelijke ondersteuning is er sprake van een open-einde-regeling.
Ontwikkelingen

Binnen het SWVO werken de gemeenten samen aan de gewenste transformatie van de samenleving. Bij initiatieven die bijdragen aan vernieuwing in het sociaal domein kan SWVO een ondersteunende rol spelen.

Vanuit de Zeeuwse samenwerking Sociaal Domein (SWVO, CZW en GGD inclusief Inkoop Jeugdzorg kunnen zowel inhoudelijke, organisatorische als financiële wijzigingen voor SWVO komen. Hierover is op dit moment nog niets bekend. Berenschot presenteerde in mei 2020 het rapport: ‘Naar een werkende samenwerking in het sociale domein, voor goede, bereikbare en betaalbare zorg in Zeeland’. Deze rapportage ligt nu ter advisering bij de ambtelijke gremia in Zeeland met het doel beslissingen te nemen wat te doen met het rapport en hoe te implementeren. De gemeenteraden zullen in eind 2022/begin 2023 een besluit nemen over een toekomstig model met betrekking tot een integrale inkoop van maatschappelijke - en jeugdzorg, inclusief Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang en Vrouwen Opvang.  Het toekomstige model heeft invloed op bestaande samenwerkingsverbanden zoals het SWVO, de Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland, het CZW-bureau en de GGD Zeeland. 

 

Terug naar navigatie - 07 Bureau College Zorg en Welzijn (CZW-bureau)

Bureau College Zorg en Welzijn (CZW-bureau) 
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam)
Vestigingsplaats Goes
Doelstelling en openbaar belang

Het CZW Bureau voert de gezamenlijke beleidsvoorbereiding en -uitvoering uit voor alle 13 Zeeuwse gemeenten. Het gaat om de invulling van: 

  • De gemeentelijke Anti Discriminatie Voorziening: Anti Discriminatie Bureau Zeeland.
  • Huiselijk Geweld/ Huisverbod.
  • Project Laat Ze Niet Verzuipen Zeeland: aanpak jeugd en alcohol.
  • Maatschappelijke Opvang, Beschermd Wonen en Vrouwenopvang (in opdracht van de centrumgemeente Vlissingen).
Sub-Programma 2.4 Goed en betaalbaar aanbod zorg en welzijn.
Deelnemende partijen Alle Zeeuwse gemeenten.
Bestuurlijk belang De gemeente wordt vertegenwoordigd in de Stuurgroep College Zorg en Welzijn door een wethouder binnen de Oosterschelderegio.
Financieel belang Bijdrage in de kosten van het secretariaat en bijdragen in de kosten van uitvoering van de werksoorten.
Bijdragen Werkelijk jaarrekening 2021: € 115.831
Begroot begroting 2022: € 116.733
Begroot begroting 2023: € 116.733 (2022)
Eigen vermogen Per 01-01-2023: € onbekend
Per 31-12-2023: € onbekend
Vreemd vermogen  Per 01-01-2023: € onbekend
Per 31-12-2023: € onbekend
Financieel resultaat Begroting 2023: € onbekend
Risico’s  
Ontwikkelingen

Rijk en gemeenten spraken af om in tien jaar tijd te komen tot de doordecentralisatie van Beschermd Wonen. Vanaf 1-1-2023 is er een nieuwe financiële verdeling over gemeenten en is het woonplaatsbeginsel ingevoerd. Dit heeft een relatie met de taken die tot nu toe worden uitgevoerd door het CZW-bureau in opdracht van de centrumgemeente Vlissingen. Om deze reden zijn er gesprekken over een passende governancestructuur.

Vanuit de Zeeuwse samenwerking Sociaal Domein (SWVO, CZW en GGD inclusief Inkoop Jeugdzorg kunnen zowel inhoudelijke, organisatorische als financiële wijzigingen voor het CZW komen. Hierover is op dit moment nog niets bekend. Berenschot presenteerde in mei 2020 het rapport: ‘Naar een werkende samenwerking in het sociale domein, voor goede, bereikbare en betaalbare zorg in Zeeland’. Deze rapportage ligt nu ter advisering bij de ambtelijke gremia in Zeeland met het doel beslissingen te nemen wat te doen met het rapport en hoe te implementeren. De gemeenteraden zullen in eind 2022/begin 2023 een besluit nemen over een toekomstig model met betrekking tot een integrale inkoop van maatschappelijke  en jeugdzorg, inclusief Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang en Vrouwen Opvang.  Het toekomstige model heeft invloed op bestaande samenwerkingsverbanden zoals het SWVO, de Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland, het CZW-bureau en de GGD Zeeland.  

Terug naar navigatie - 08 GR Regionale Uitvoeringsdienst (RUD)
Regionale Uitvoeringsdienst (RUD)
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam)
Vestigingsplaats Terneuzen
Doelstelling en openbaar belang

De RUD voert de wettelijke taken voortvloeiende uit de Wet Vergunningverlening, toezicht en handhaving (Wth) van de milieu-inrichtingen uit.

Sub-Programma

2.2 Wonen naar wens.

Deelnemende partijen

Alle Zeeuwse gemeenten, de provincie Zeeland en het waterschap Scheldestromen.

Bestuurlijk belang

De gemeente heeft zitting in het algemeen bestuur. Daarnaast zijn wij regiovertegenwoordiger in het dagelijks bestuur.

Financieel belang

De randvoorwaarden waren nog niet rond om in 2021 te starten met de betaling voor het product via P*Q. De invoeringsdatum is nog onderdeel van het onderzoek.

Bijdragen Werkelijk jaarrekening 2021: € 702.800
Begroot begroting 2022: € 687.900
Begroot begroting 2023: € 753.500
Eigen vermogen Per 01-01-2023: € 840.000
Per 31-12-2023: € 840.000
Vreemd vermogen  Per 01-01-2023: € 1.000.000
Per 31-12-2023: € 1.000.000
Financieel resultaat  Begroting 2023: € 0
Risico’s

De RUD kent een hoog aantal risico’s van structureel ruim € 3 miljoen per jaar. Volgens de VZG-richtlijn mogen zij 5% van de omzet (is € 0,5 miljoen) als algemene reserve aanhouden.
De RUD is in overleg gegaan met de VZG om een passende norm af te spreken.

Ontwikkelingen
  • De RUD past bij de advisering over handhaving de Landelijke Sanctiestrategie toe en voert taken uit conform de landelijk vastgelegde kwaliteitscriteria.
  • De RUD werkt conform het VTH-beleid Zeeland.
  • GGD Zeeland, RUD Zeeland en Veiligheidsregio Zeeland verkennen de praktische en inhoudelijke samenwerking tussen de genoemde partijen. 

 

Terug naar navigatie - 09 N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)

 

N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
Rechtsvorm Vennootschappen/Coöperaties
Vestigingsplaats

Den Haag

Doelstelling en openbaar belang

BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. De gemeente heeft de BNG als huisbankier.

Toelichting: het eigenaarschap van gemeenten, provincies en de Staat, alsmede het door de statuten beperkte werkterrein van de bank, bieden financiers het vertrouwen dat het risico van kredietverlening aan dit instituut zeer beperkt is. BNG Bank bundelt de uiteenlopende vraag van klanten tot een beroep op de financiële markten dat aansluit op de behoefte van beleggers wat betreft volume, liquiditeit en looptijd. Door de combinatie van beide elementen heeft de bank een uitstekende toegang tot financieringsmiddelen tegen zeer scherpe prijzen, die weer worden doorgegeven aan decentrale overheden en aan instellingen voor het maatschappelijk belang. Dat leidt voor de burger uiteindelijk tot lagere kosten voor tal van voorzieningen.

Sub-Programma A.1 Algemene dekkingsmiddelen.
Deelnemende partijen De Rijksoverheid, gemeenten en andere publiekrechtelijke lichamen.
Bestuurlijk belang De gemeente heeft geen zetel in het bestuur van de BNG. De gemeente heeft als aandeelhouder wel stemrecht in de algemene Vergadering van Aandeelhouders.
Financieel belang De gemeente bezit 0,04271806% van aandelen, zijnde 23.790 aandelen van € 2,50 per aandeel. 
Bijdragen Werkelijk jaarrekening 2021: € 0
Begroot begroting 2022: € 0
Begroot begroting 2023: € 0
Eigen vermogen Per 01-01-2023: € jaarcijfers 2021: € 5.097 miljoen
Per 31-12-2023: € jaarcijfers 2021: € 5.062 miljoen
Vreemd vermogen  Per 01-01-2023: € jaarcijfers 2021: €155.262 miljoen
Per 31-12-2023: € jaarcijfers 2021: € 143.995 miljoen
Financieel resultaat Begroting 2023: jaarcijfers 2021: 236 miljoen
Risico’s De bank licht in haar jaarverslag de risico's toe. Daarbij gaat het om kredietrisico, marktrisico, liquiditeits- of herfinancieringsrisico en operationeel risico.
Ontwikkelingen
  • De bank wil haar sterke liquiditeitsprofiel continueren door het aantrekken van funding met relatief lange looptijden.
  • In 2020 heeft BNG Bank gereflecteerd op haar 'purpose' en kernactiviteiten. Hieruit is 'Ons Kompas Naar Impact' ontstaan, de koers die BNG Bank de komende jaren gaat volgen. Het versterken van de klantrelatie vanuit meer focus en het vergroten van klantpartnerschap en de daarvoor benodigde optimale interne organisatie, bepalen de koers van BNG Bank de komende jaren.  BNG Bank is een publieke bank die aantoonbaar bijdraagt aan maatschappelijke impact en wordt door haar klanten en stakeholders gezien als een natuurlijke partner voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken.

Terug naar navigatie - 10 PZEM N.V.

PZEM N.V.
Rechtsvorm Vennootschappen/Coöperaties
Vestigingsplaats Middelburg
Doelstelling en openbaar belang Werkzaam zijn op het gebied van de openbare gas-, elektriciteits- en warmtevoorziening.
Sub-Programma 1.1 Economie sterk water gerelateerd.
Deelnemende partijen Alle Zeeuwse gemeenten, gemeente Bergen op Zoom, Woensdrecht, Goeree-Overflakkee en de provincies Zeeland, Noord-Brabant en Zuid-Holland.
Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in de Algemene vergadering van Aandeelhouders.
Financieel belang De gemeente bezit 597 van de in totaal 15.280 volgestorte aandelen. 
Bijdragen Werkelijk jaarrekening 2023: € 0
Begroot begroting 2023: € 0
Begroot begroting 2024: € 0
Eigen vermogen Per 01-01-2022: € 1.376.990.000
Per 31-12-2022: € 1.376.990.000
Vreemd vermogen  Per 01-01-2022: € 850.039.000
Per 31-12-2022: € 850.039.000
Financieel resultaat Begroting 2023: onbekend 
Risico’s

De gemeente bezit aandelen met een nominale waarde van € 270.000. De intrinsieke waarde bedraagt € 54 miljoen. Het risico bestaat dat dit bedrag verloren gaat. Dit kan het geval zijn wanneer het gehele vermogen van de PZEM moet worden ingezet voor de ontmanteling van de kerncentrale. PZEM moet hiervoor de benodigde gelden reserveren en heeft hiertoe conform de richtlijnen van het Rijk een fonds ingesteld. In het afgelopen jaar is de situatie op de energiemarkt aanzienlijk veranderd. Ontmanteling van de kerncentrale is waarschijnlijk voorlopig niet aan de orde. De lijn wordt naar alle waarschijnlijkheid verlenging van de levensduur en mogelijk een rol voor PZEM in het bouwen van één of twee kleinere kerncentrales zoals neergelegd in de energieparagraaf van het Regeerakkoord.

De in de afgelopen jaren ontstane trend is dat de energiemarkt weer aantrekt. PZEM beschikt in dit verband over een gunstige productmix, waardoor zij hiervan extra kan profiteren. In het afgelopen jaar heeft PZEM hier extra van kunnen profiteren. Dat betekent dat een aantal bedrijfsonderdelen weer meer in de belangstelling van marktpartijen om over te nemen zoals bijvoorbeeld Wholesale. De prognose in 2020 was dat het nettoresultaat van PZEM de ontvlechting van Evides vanaf 2022 negatief wordt beïnvloed. In de huidige energiemarkt is daar geen sprak van. Hoe dit effect er structureel uit gaat zien is nu nog niet goed aan te geven maar het is waarschijnlijk dat dit een langere tijd aan blijft houden tot het moment dat voldoende wind, zon en aanvullend niet fossiele energiebronnen voor de structureel toenemende elektriciteitsvraag zijn gerealiseerd. Dit betekent ook dat er zicht is op structurele dividenduitkering. 

Ontwikkelingen Het beleid is gericht op het financieel gezond houden van het bedrijf. De doelstellingen van PZEM zijn om de energieproductie zo duurzaam mogelijk te laten verlopen en zo mogelijk maatschappelijk verantwoord over te dragen.
De eigendom van Evides is per 2022 afgesplitst en nu ondergebracht in GBE Aqua. De gemeente Schouwen-Duiveland is  hierin aandeelhouder voor het proportionele deel van ha