In de programma’s worden baten en lasten opgenomen en toegelicht die een direct verband hebben met die programma’s. Binnen onze gemeente komen baten en lasten voor welke niet aan een programma zijn toe te rekenen. Conform het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) presenteren we deze in dit afzonderlijk Overzicht van de algemene dekkingsmiddelen. Dit betreft de volgende baten en lasten:
Overzicht van de algemene dekkingsmiddelen
Lokale heffingen
Terug naar navigatie - Lokale heffingenDe volgende lokale heffingen worden verantwoord onder de algemene dekkingsmiddelen:
- onroerende zaakbelastingen
- forensenbelasting
- toeristenbelasting
- precariobelasting
Tot de algemene dekkingsmiddelen behoren niet de rioolheffing en de afvalstoffenheffing, omdat deze een vastgesteld bestedingsdoel hebben. Voor een toelichting op de lokale heffingen verwijzen we naar de gelijknamige paragraaf.
Algemene uitkering uit het gemeentefonds en integratie uitkeringen sociaal domein
Terug naar navigatie - Algemene uitkering uit het gemeentefonds en integratie uitkeringen sociaal domeinDe ramingen in deze programmabegroting zijn gebaseerd op de uitkomsten van de meicirculaire 2022 (vast te stellen door de raad op 29 september 2022). De ramingen van de algemene uitkering zijn in lopende prijzen.
Herijking gemeentefonds
In de meicirculaire 2022 zijn de uitkomsten van de herijking van het gemeentefonds definitief verwerkt. De financiële impact van de herijking is voor onze gemeente voordelig. Het ingroeipad waarmee de gemeenten naar de nieuwe verdeling ingroeien is beperkt tot 3 jaar. Het maximale positieve effect is in 2023 € 7,50 per inwoner, in 2024 € 22,50 per inwoner en in 2025 € 37,50 per inwoner. Omdat het herverdeeleffect voor onze gemeente hoger lag, is onze algemene uitkering met dit ingroeipad toegenomen.
Accressen
Via de normeringsystematiek ‘samen trap op en samen de trap af’ wordt de algemene uitkering van het gemeentefonds geïndexeerd en op volume bijgesteld, ook wel het accres genoemd. De accressen in de meicirculaire 2022 zijn hoger dan eerder gemeld in de Maartbrief 2022 en de vandaaruit opgenomen bedragen in de Kadernota voor de programmabegroting 2023-2026. Dit komt door de koppeling aan de rijksuitgaven. Ook is het accres opwaarts bijgesteld als gevolg van een hogere loon- en prijsontwikkeling dan tot nu toe aangenomen. Als in de komende jaren het Rijk niet tot volledige benutting van haar begroting komt, wordt aan het gemeentefonds ook navenant minder volume toegevoegd. Wij namen vanuit het voorzichtigheidsprincipe een stelpost op voor deze mogelijke onderuitputting, om te voorkomen dat deze middelen een structurele bestemming krijgen.
Opschalingskorting
Sinds 2015 worden gemeenten geconfronteerd met een korting op het gemeentefonds, die oploopt tot € 975 miljoen in 2025. Deze opschalingskorting was opgelegd omdat gemeenten door gedwongen opschaling kosten zouden besparen. De gedwongen opschaling is vervallen, echter de korting is blijven bestaan. Voor de duur van de kabinetsperiode heeft het Rijk de oploop van de opschalingskorting geschrapt. Dit leidt dit in 2023 tot en met 2025 derhalve tot incidentele voordelen. Vanaf 2026 blijft de landelijke opschalingskorting van € 975 miljoen intact. Met deze korting hielden wij in onze begroting reeds rekening.
Compensatiemiddelen Jeugdwet
Het Rijk en de VNG werken op dit moment aan de Hervormingsagenda jeugdzorg. Vooruitlopend hierop zijn voor de jaren 2022 en 2023 via de meicirculaire 2022 reeds aanvullende, incidentele middelen voor de Jeugdzorg toegevoegd aan het gemeentefonds. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) en de portefeuillehouders financieel toezicht van de provincies erkennen de noodzaak om op de ontwikkelingen rondom de hervormingsagenda te anticiperen en daarom aanvullende afspraken te maken over het structureel opnemen van de middelen die het Rijk voor de Jeugdzorg heeft gereserveerd. De afspraken zijn tevens afgestemd met de VNG.
In de programmabegroting 2022-2026 hielden wij reeds voor 75% structureel rekening met de middelen voor jeugdzorg. De provincie staat nu, op grond van de hiervoor genoemde afspraken, toe om de raming voor 100% te baseren op de door het Rijk structureel gereserveerde middelen. Dit hebben wij in de programmabegroting 2023-2026 verwerkt.
Btw-compensatiefonds
Een eventueel overschot in het BTW-compensatiefonds (BCF) wordt toegevoegd aan het gemeentefonds en na afloop van het jaar uitgekeerd aan gemeenten. Wij houden in de begroting geen rekening met een mogelijk overschot in het BCF.
Dividend
Terug naar navigatie - DividendDe gemeente bezit aandelen in diverse naamloze vennootschappen, die als het bedrijfseconomische resultaat het toelaat, dividend uitkeren. Met ingang van 2022 begroten we structureel dividendopbrengsten van GBE Aqua, die we toevoegen aan de reserve Strategische visie.
Bespaarde rente
Terug naar navigatie - Bespaarde renteOnder de algemene dekkingsmiddelen wordt de bespaarde rente geraamd. Dit is de rente die wordt gerekend over de eigen financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen). De bespaarde rente vormt een structurele inkomstenpost in de begroting. Doordat de rente is gestegen en de eigen financieringsmiddelen zijn toegenomen is de bespaarde rente toegenomen.
Saldo van de financieringsfunctie
Terug naar navigatie - Saldo van de financieringsfunctieOp het taakveld treasury budgetteren wij de rentelasten van de langlopende geldleningen en de rentebaten. Conform de vereisten van het BBV worden deze rentelasten toegerekend aan de betreffende taakvelden waar de investeringen voor plaatsvinden. Dit gebeurt via een rente-omslagpercentage en via directe rentetoerekening in het geval van projectfinanciering. Na deze doorbelasting resteert er een klein saldo op het taakveld treasury. Deze afwijking ontstaat, omdat na de berekening van het rente-omslagpercentage nog mutaties plaatsvinden binnen de investeringskredieten. Wij verwijzen u hiervoor ook naar de paragraaf Financiering.
Indexering
Terug naar navigatie - IndexeringDe ramingen in de programmabegroting zijn geïndexeerd met de bij de in de Kadernota 2023-2026 vastgestelde indexeringspercentages. De indexering voor 2023 is in de programma’s verwerkt. Het vanaf 2024 hiervoor geraamde bedrag nemen wij centraal bij de algemene dekkingsmiddelen op.
Voor een nadere toelichting op hoe wij omgaan met de hoge inflatie en de consequenties daarvan voor de budgettaire ruimte, verwijzen wij u naar het onderdeel Uiteenzetting van de financiële positie.
Overige algemene dekkingsmiddelen
Terug naar navigatie - Overige algemene dekkingsmiddelenHieronder vallen onder andere:
- de post onvoorzien, die wordt gebruikt als dekking voor lasten die niet in de begroting opgenomen zijn;
- nog niet verdeeld bedrag voor inhuur van derden;
- lasten van heffing en invordering lokale heffingen;
- gereserveerde middelen voor cofinanciering InterBestuurlijk Programma (IBP);
- overige algemene baten en lasten.
Financiƫn algemene dekkingsmiddelen
Terug naar navigatie - Financiƫn algemene dekkingsmiddelenExploitatie | Realisatie 2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 | Begroting 2026 |
---|---|---|---|---|---|---|
Algemene uitkering | -66.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Dividend | -1.516 | -1.465 | -2.453 | -2.453 | -2.453 | -2.453 |
Financieringsfunctie | 20.127 | 22.595 | -11.070 | 169.366 | 294.880 | 473.756 |
Lokale Heffingen | -723.574 | -853.161 | -883.285 | -883.285 | -883.285 | -883.285 |
Overige algemene dekkingsmiddelen | -1.001.347 | 162.956 | -739.599 | -1.759.206 | -3.630.165 | -4.592.984 |
Totaal lasten | -1.772.310 | -669.075 | -1.636.407 | -2.475.578 | -4.221.023 | -5.004.966 |
Algemene uitkering | 53.794.650 | 59.512.933 | 60.684.112 | 64.603.608 | 68.011.892 | 63.255.036 |
Bespaarde rente | 548.398 | 604.664 | 1.541.713 | 1.541.713 | 1.541.713 | 1.541.713 |
Dividend | 53.060 | 27.500 | 27.500 | 27.500 | 27.500 | 27.500 |
Financieringsfunctie | 15.838 | 29.437 | 29.578 | 29.718 | 29.859 | 30.000 |
Lokale Heffingen | 21.576.734 | 23.608.952 | 24.857.339 | 24.961.209 | 25.065.867 | 25.138.084 |
Overige algemene dekkingsmiddelen | 36.847 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitkering deelfonds sociaal domein | 6.180.010 | 4.347.938 | 4.209.801 | 4.098.318 | 4.057.089 | 3.964.387 |
Totaal baten | 82.205.537 | 88.131.424 | 91.350.043 | 95.262.066 | 98.733.920 | 93.956.720 |
Geraamd totaal saldo lasten en baten | 80.433.226 | 87.462.349 | 89.713.636 | 92.786.488 | 94.512.897 | 88.951.754 |
Stortingen | -13.995.556 | -8.777.910 | -4.640.859 | -2.431.958 | -485.028 | -496.967 |
Onttrekkingen | 11.958.576 | 12.213.110 | 3.795.718 | 1.249.790 | 871.294 | 868.563 |
Mutaties in reserves | -2.036.980 | 3.435.200 | -845.141 | -1.182.168 | 386.266 | 371.596 |
Geraamd resultaat | 78.396.246 | 90.897.549 | 88.868.495 | 91.604.320 | 94.899.163 | 89.323.350 |