Paragrafen

Paragraaf 1 Lokale heffingen

1.2 GEMEENTELIJK BELEID 2026-2029

Terug naar navigatie - Paragraaf 1 Lokale heffingen - 1.2 GEMEENTELIJK BELEID 2026-2029

Jaarlijks stelt de raad via de Kadernota programmabegroting vast met welk indexeringspercentage de tarieven voor de belastingen worden verhoogd. Op grond van de door u op 3 juli 2025 vastgestelde Kadernota programmabegroting 2026 - 2029 is de stijging van de tarieven voor belastingen en rechten bepaald op 2,05%. De indexatie van de tarieven rioolheffingen volgen uit het Gemeentelijk rioleringsplan (vGRP) 2022 – 2026 (1,9%). 

1.3 GERAAMDE INKOMSTEN

Terug naar navigatie - Paragraaf 1 Lokale heffingen - 1.3 GERAAMDE INKOMSTEN

In meerjarig perspectief zien de geraamde belastingopbrengsten er als volgt uit.

Belastingopbrengsten (in €) Realisatie 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028 Begroting 2029
Onroerende-zaakbelastingen 11.652.850 12.098.748 12.339.039 12.887.175 13.400.450 13.960.384
Afvalstoffenheffing/ Reinigingsrecht 4.925.547 5.522.276 5.444.607 5.643.335 5.823.922 6.021.935
Rioolheffing 7.481.409 7.565.694 7.712.696 7.859.237 8.008.563 8.160.725
Landtoeristenbelasting 9.474.184 10.047.403 10.253.375 10.627.623 10.967.707 11.340.609
Watertoeristen-belasting 347.257 355.749 363.042 376.293 388.334 401.538
Forensenbelasting 4.051.467 3.819.692 3.998.996 4.040.273 4.169.562 4.311.327
Parkeerbelasting 2.585.112 2.421.265 2.432.262 2.521.040 2.601.713 2.690.174
Bedrijfsinvesteringszone (BIZ) 352.395 361.302 135.163 63.888 0 0
Precariobelasting 86.398 162.704 166.039 172.099 177.607 183.645
Totaal: 40.956.619 42.354.833 42.845.219 44.190.963 45.537.858 47.070.337

1.4 BELEIDSVOORNEMENS PER HEFFING

Terug naar navigatie - Paragraaf 1 Lokale heffingen - 1.4 BELEIDSVOORNEMENS PER HEFFING

In dit onderdeel geven wij een toelichting op de belangrijkste (tarief)aanpassingen voor de begrotingscyclus 2026 - 2029. De lokale lasten worden in 2026 in basis dus met 2,05 % verhoogd. Hierop zijn een aantal uitzonderingen,  te weten de tarieven rioolheffing gebruiker en parkeerbelasting.  De tarieven (water)toeristenbelasting zijn bij de behandeling van de Kadernota 2026 - 2029 vastgesteld. Voor de tarieven van de OZB en de forensenbelasting geldt dat deze afhankelijk zijn van de WOZ waarde. Na het gereedkomen van de herwaardering WOZ stelt de raad de tarieven in de raadsvergadering van 11 december 2025 definitief vast. 

Hieronder een tabel met de ontwikkeling van de belangrijkste belastingtarieven.

Afvalstoffenheffing
Tarieven (in €) 2023 2024 2025 2026
Eenpersoonshuishouden 188,61 197,19 225,50 230,12
Meerpersoonshuishouden 239,82 250,73 286,70 292,58
Bedrag per lediging van de rolcontainer 6,37 6,66 7,62 7,78
Bedrag per aanbieding ondergrondse container 1,59 1,66 1,89 1,93
Rioolheffing
Tarieven (in €) 2023 2024 2025 2026
Zakelijk recht (per eigendom) 184,25 187,75 191,32 194,95
Gebruiker 72,54 73,92 73,92 75,32
+ per m3 boven 200m3 2,54 2,59 2,59 2,64
Onroerende-zaakbelastingen
Tarieven (in % van de WOZ-waarde) 2023 2024 2025 2026
Zakelijk recht woningen 0,1050 0,0985 0,0948 0,0967
Zakelijk recht niet-woningen 0,2375 0,2443 0,2442 0,2492
Gebruik niet-woningen 0,1913 0,1967 0,1966 0,2006
Forensenbelasting
Tarieven (in €) 2023 2024 2025 2026
Tarief 0,3242% 0,3072% 0,3024% 0,3086%
(Water)toeristenbelasting
Tarieven (in € ) 2023 2024 2025 2026
Per persoon per nacht hoogseizoen 2,04 2,04 2,02 2,06
Per persoon per nacht laagseizoen 1,83 1,83 2,02 2,06
Per persoon per nacht minicamping 1,57 1,57 1,79 2,06
Vaste jaar- of seizoenplaats 363,81 363,81 371,68 379,04
Vaste jaar- of seizoenplaats minicamping 288,88 288,88 329,36 379,04
Voorseizoenarrangement 158,67 158,67 165,64 168,92
Voorseizoenarrangement minicamping 128,74 128,74 146,78 168,92
Naseizoenarrangement 117,12 117,12 129,28 131,84
Naseizoenarrangement minicamping 100,48 100,48 114,56 131,84
Maandarrangement juni 51,41 51,41 50,90 51,91
Maandarrangement september 46,12 46,12 50,90 51,91
Maandarrangement juni minicamping 39,56 39,56 45,11 51,91
Maandarrangement september minicamping 39,56 39,56 45,11 51,91
Vaartuig 4 - 7 meter op vaste ligplaats 65,22 65,22 77,56 79,10
Vaartuig 7,01 - 12 meter op vaste ligplaats 98,85 98,85 104,00 105,47
Vaartuig langer dan 12 meter op vaste ligplaats 150,21 150,21 129,68 131,84
Parkeerbelasting
Tarieven (in €) 2023 2024 2025 2026
Tarief 1 2,65 2,65 2,85 2,85
Tarief 2 2,00 2,00 2,15 2,15
Bezoekersvergunning 32,05 33,50 34,60 35,30

Onroerende-zaakbelastingen (OZB) 
Uitgangspunt voor de OZB is dat alleen de tarieven worden geïndexeerd.  De definitieve tarieven zijn pas eind dit jaar bekend vanwege de herwaardering van de WOZ-waarde. Daarbij is bestendig beleid dat de tarieven worden bijgesteld op basis van de uitkomsten.

Toeristenbelasting 
Bij de behandeling van de Kadernota 2026 - 2029 zijn de verordeningen toeristenbelasting en watertoeristenbelasting reeds vastgesteld. Vanaf 2026 wordt geen onderscheid in de tarieven meer gemaakt tussen min-campings en overige verblijfsaccommodaties. 

Forensenbelasting 
Voor deze heffing indexeren we alleen het tarief. Het definitieve tarief maken we pas eind dit jaar bekend vanwege de herwaardering van de WOZ-waarde. Conform ons bestendige beleid stellen we dit tarief bij aan de hand van de uitkomsten daarvan.In deze begroting rekenen we met een structurele meeropbrengst van € 101.000. Deze ontstaat doordat de WOZ-waarde sterker steeg dan we de afgelopen twee jaar verwachtten bij het bijstellen van de tarieven.Deze meeropbrengst valt lager uit dan de € 182.000 die we opnamen in de Kadernota 2026-2029. Dat bedrag baseerden we op het ingeschatte bedrag voor forensenverhuur dat we volgens de jaarrekening 2024 nog zouden ontvangen. Toen we de definitieve aanslagen oplegden over 2024, viel de opbrengst echter lager uit.

Parkeerbelasting 
In deze begroting gaan voor 2026 uit van een indexatie van 2,05%.  Dit percentage is gebaseerd op het reguliere indexatiepercentage voor belastingen van 2026. Zowel de parkeertarieven als de parkeervergunningen worden met dit percentage verhoogd. Uitzondering hierop zijn de parkeervignetten, deze worden niet geïndexeerd. 

Precariobelasting 
Geen bijzonderheden.

Rioolheffing
Op basis van het vigerende vGRP (verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan) worden de tarieven geïndexeerd met 1,9%. In 2025 zijn alleen de tarieven voor Rioolheffing eigendom geïndexeerd, de gebruiker tarieven zijn gelijk gebleven. In 2026 worden beide tarieven verhoogd met het indexcijfer. 

Afvalstoffenheffing / reinigingsrechten
Geen bijzonderheden.

1.5 KOSTENONDERBOUWING HEFFINGEN

Terug naar navigatie - Paragraaf 1 Lokale heffingen - 1.5 KOSTENONDERBOUWING HEFFINGEN

Op grond van het bepaalde in het Besluit begroting en verantwoording (Bbv) is het verplicht in de paragraaf lokale heffingen een overzicht op hoofdlijnen op te nemen van de diverse heffingen. Hierin moet duidelijk worden hoe de tarieven van heffingen worden berekend. Deze tarieven mogen niet hoger zijn dan de kosten (de toets aan de opbrengstlimiet van artikel 229b  Gemeentewet). Ook moet worden uitgelegd welke beleidsuitgangspunten aan de berekeningen ten grondslag liggen en hoe deze uitgangspunten zijn toegepast bij het vaststellen van de tarieven.  Bij onze gemeente gaat het om de volgende heffingen: 

•    Scheepvaartrechten 
•    Rioolheffingen 
•    Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 
•    Lijkbezorgingsrechten
•    Leges

Hieronder vindt u per heffing een kostenonderbouwing. Waar nodig, geven wij u een korte tekstuele toelichting.  

Scheepvaartrechten

De gemeente Schouwen-Duiveland beheert een aantal havens. Dit brengt een veelheid aan kosten met zich mee. De voornaamste zijn de salarissen van de havenmeesters, onderhoudskosten en kapitaallasten. Daartegenover staan vooral baten uit scheepvaartrechten en vergoedingen voor nutsvoorzieningen.

De opbrengsten zijn exclusief de privaatrechtelijke baten vanuit vaste ligplaatsen. Als we deze meerekenen komt het dekkingspercentage uit op 77% . Daarnaast maken verhuurde en verpachte gedeelten van havens geen onderdeel uit van de fiscale kostendekkendheid. Daarom zijn deze cijfers onvergelijkbaar met overzichten die bijvoorbeeld te relateren zijn aan de Wet Markt en Overheid.

Kostenonderbouwing scheepvaartrechten 2026 Bedragen in €
Baten 566.513
Lasten taakvelden:
2.3 Recreatieve havens 757.326
2.4 Economische havens en waterwegen 201.540
5.7 Openbaar groen-(openlucht) recreatie 275.507
Netto lasten taakvelden 1.234.373
Toe te rekenen kosten:
Overhead 58.734
Totale lasten 1.293.107
Dekkingspercentage 44%

Rioolheffingen

Op grond van het vGRP (verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan) worden de lasten en baten voor riolering budgettair neutraal verwerkt. Dit betekent dat sprake is van een kostendekkendheid van 100%. 

Kostenonderbouwing rioolheffingen 2026 Bedragen in €
Opbrengst heffingen 7.712.696
Lasten taakvelden:
2.1 Verkeer en vervoer 321.808
6.3 Inkomensregelingen 40.690
7.2 Riolering 6.532.841
Netto lasten taakvelden 6.895.339
Toe te rekenen kosten:
Overhead 411.339
BTW 1.257.324
Onttrekking voorziening -851.306
Totale lasten 7.712.696
Dekkingspercentage 100%

Afvalstoffenheffing / reinigingsrechten

De lasten en baten voor gemeentereiniging verwerken we budgettair neutraal via de voorziening vuilverwerking. 

Kostenonderbouwing afvalstoffenheffing 2026 Bedragen in €
Opbrengst heffingen 5.213.114
Lasten taakvelden:
6.3 Inkomensregelingen 138.116
7.3 Afval 4.330.235
Netto lasten taakvelden 4.468.351
Toe te rekenen kosten:
Overhead 498.276
BTW 420.745
Onttrekking voorziening -174.258
Totale lasten 5.213.114
Dekkingspercentage 100%
Kostenonderbouwing reinigingsrechten 2026 Bedragen in €
Opbrengst heffingen 231.493
Lasten taakvelden:
7.3 Afval 199.419
Netto lasten taakvelden 199.419
Toe te rekenen kosten:
Overhead 19.328
BTW 12.746
Mutatie voorziening 0
Totale lasten 231.493
Dekkingspercentage 100%

Lijkbezorgingsrechten

In 2016 stelde de raad het begraafplaatsenbeleid vast. Als onderdeel daarvan werd ingestemd met een jaarlijkse verhoging van de leges van 1,0% over een periode van 10 jaar, boven op de inflatiecorrectie om over 10 jaar een kostendekking van tenminste 70% te hebben. Uit onderstaande berekening blijkt een kostendekkendheidspercentage van 68% voor 2025.

Kostenonderbouwing lijkbezorgingsrechten 2026 Bedragen in €
Baten 596.627
Lasten taakvelden:
7.5 Begraafplaatsen en crematoria 768.997
Netto lasten taakvelden 768.997
Toe te rekenen kosten:
Overhead 193.964
Totale lasten 962.961
Dekkingspercentage 62%

Leges 
Leges worden over tal van producten geheven. In onderstaande tabel presenteren wij de kostendekking per paragraaf in de legesverordening. In de daaropvolgende tabel is het gemiddelde kostendekkingspercentage aangegeven. We hanteren bij de leges de toegestane regels van kruissubsidiëring. Daarmee wordt bedoeld dat voor het berekenen van de opbrengstlimiet de leges tezamen mogen worden genomen. Dit wordt ook wel kruissubsidiëring genoemd. Kruissubsidiëring is niet toegestaan bij de vergunningstelsels in hoofdstuk 3 van de tarieventabel. Dit komt door de werking van de Europese dienstenrichtlijn. In die zin dat de tarieven in hoofdstuk 3 per paragraaf meer dan kostendekkend mogen worden vastgesteld ter compensatie van andere, niet-kostendekkende tarieven in de verordening. Voor de toets aan de opbrengstlimiet blijven de op basis van alle vastgestelde tarieven de totaal geraamde baten en lasten van belang (toets op verordeningniveau). Vigerend beleid is het uitgangspunt van 100% kostendekking bij de leges, waarbij een risicomarge van 5% wordt gehanteerd. Dit volgt uit uw besluiten van 21 september 2020 en 12 december 2024.

Na de kritische doorlichting van de kostentoerekening in 2024 hebben we voor 2026 opnieuw een zorgvuldige analyse uitgevoerd. Op basis van alle onderliggende berekeningen concluderen we een kostendekking van 95% op verordeningniveau. Dit sluit perfect aan bij de door u vastgestelde risicomarge van 5%, wat betekent dat we het gewenste niveau van 100% kostendekking minus de buffer hebben bereikt. De huidige tariefstructuur voor 2025, zoals vastgesteld in december 2024, blijkt adequaat te zijn om dit kostendekkingsniveau te handhaven.  Behalve de inflatoire correctie is er daarom geen noodzaak tot wijziging van de tarieven voor 2026.

Kostendekkenonderbouwing leges 2026 microniveau
Onderwerp legesverordening Loonkosten Directe kosten Overhead Opbrengsten Kostendek-kendheid
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening 312.009 605.710 140.404 962.267 91%
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand 51.056 14.662 22.975 95.316 107%
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart 137.334 447.882 61.800 572.514 88%
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen 51.387 76.971 23.124 170.120 112%
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens 15.172 3.015 6.827 9.627 38%
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken - - - - -
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken 2.597 13.210 1.169 18.478 109%
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten 48.778 49.970 21.950 87.309 72%
Paragraaf 1.10 Diversen 5.686 - 2.559 8.903 108%
Hoofdstuk 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving omgevingsvergunning 1.732.820 242.641 779.769 2.789.899 101%
Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2 169.893 - 76.452 92.445 38%
Paragraaf 3.1 Horeca 39.494 - 17.773 27.952 49%
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven - - - - -
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt 130.399 - 58.679 64.493 34%
Paragraaf 3.5 Standplaatsen - - - - -
Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014 - - - - -
Paragraaf 3.8 Niet benoemd besluit op aanvraag - - - - -
Totaal 2.214.722 848.351 996.625 3.844.611 95%
Kostenonderbouwing leges 2026 Bedragen in €
Baten 3.844.611
Lasten:
Loonkosten 2.214.722
Directe kosten 848.351
Netto lasten 3.063.073
Toe te rekenen kosten:
Overhead 996.625
Mutatie voorziening -
Totale lasten 4.059.698
Dekkingspercentage 95%

1.6 VERGELIJKEND OVERZICHT WOONLASTEN

Terug naar navigatie - Paragraaf 1 Lokale heffingen - 1.6 VERGELIJKEND OVERZICHT WOONLASTEN

De gemiddelde woonlasten van een éénpersoonshuishouden met een eigen woning:

De gemiddelde woonlasten van een meerpersoonshuishouden met een eigen woning:

De gemiddelde woonlasten van een éénpersoonshuishouden met een huurwoning:

De gemiddelde woonlasten van een meerpersoonshuishoudens met een huurwoning:

Bovenstaande belastingtarieven zijn op basis van de huidige opbrengsten in deze begroting tot stand gekomen. 

1.7 KWIJTSCHELDINGSBELEID

Terug naar navigatie - Paragraaf 1 Lokale heffingen - 1.7 KWIJTSCHELDINGSBELEID

Op grond van de Invorderingswet 1990 kunnen gemeenten kwijtschelding verlenen voor gemeentelijke heffingen. Zij kunnen zelf beslissen voor welke heffingen kwijtschelding mogelijk is. De voorwaarden waarbinnen dat mag zijn echter door het Rijk nauw omschreven. 

Kwijtschelding kan voor de volgende belastingen worden verleend: 
•    Afvalstoffenheffing, behalve op extra aangevraagde emmers;
•    Rioolheffing gebruikersdeel, behoudens op extra afgenomen kubieke meters water.

Een deel van de kwijtscheldingsaanvragen worden geautomatiseerd beoordeeld. Dit gebeurt bij de Stichting Inlichtingenbureau, opgericht door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De overige verzoeken worden handmatig beoordeeld.

De uitgaven als gevolg van kwijtschelding zijn voor onze gemeente meerjarig begroot op € 178.806 per jaar. 

Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

2.1 BEGRIPPEN, PROVINCIAAL TOEZICHT EN REGELGEVING

Terug naar navigatie - Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing - 2.1 BEGRIPPEN, PROVINCIAAL TOEZICHT EN REGELGEVING

De paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing bestaat uit:

  • Het gemeentelijke beleid over de weerstandscapaciteit en de risico’s;
  • Een overzicht van reserves en voorzieningen om risico’s af te wenden;
  • Een inventarisatie van de weerstandscapaciteit;
  • Een inventarisatie van de risico’s.

In deze paragraaf van de begroting gaan we in op de ontwikkelingen over deze vier punten.

2.2 ONS BELEID

Terug naar navigatie - Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing - 2.2 ONS BELEID

In juli 2019 stelde de raad de Kadernota 2019-2023 Risicomanagement & Rechtmatigheidsverantwoording (hierna genoemd Kadernota) vast. Deze Kadernota beperkt zich niet tot financiële risico’s. Het gaat ook over niet-financiële risico’s zoals bestuurlijke en juridische risico’s, imago- en frauderisico’s en risico’s in de bedrijfsvoering op het gebied van personeel en informatie- en communicatietechnologie.  In de Kadernota ligt het gemeentelijk risicoprofiel vast, als ook de normen voor de weerstandsratio en streefwaarden voor financiële kengetallen, aan de hand waarvan wij kunnen monitoren dat we als gemeente financieel gezond blijven.  

We constateren dat er nog geen actualisering van de Kadernota heeft plaatsgevonden. We baseren deze paragraaf daarom nog op de Kadernota 2019-2023. 

Uitgangspunt voor de ontwikkeling en invoering van risicomanagement is om niet alleen de mogelijke risico’s te analyseren en in kaart te brengen, maar om ook de methodiek van risicomanagement in te voeren. 

2.3 VOORZIENING OM RISICO’S AF TE WENDEN

Terug naar navigatie - Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing - 2.3 VOORZIENING OM RISICO’S AF TE WENDEN

We voorzien risico’s in het niet ontvangen van betalingen voor geleverde diensten, belastingen en andere baten of terugbetalingen van uitkeringen voor bijvoorbeeld levensonderhoud. Hiervoor zijn twee financiële voorzieningen gevormd die gezamenlijk rond de € 400.000 zijn. Op basis van vaste rekenmethodieken wordt de omvang bepaald en gevoed uit de exploitatie. Ook is een reserve gevormd voor tekorten bij de Zuidhoek.
Verder is er een voorziening gevormd ter dekking van kwantificeerbare financiële risico’s binnen de bouwgrondexploitatie.

2.4 ONZE RISICO’S

Terug naar navigatie - Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing - 2.4 ONZE RISICO’S

Een risico is een mogelijke gebeurtenis met een gevolg voor de organisatie. Met behulp van een risicomanagementinformatiesysteem prioriteert, analyseert en beoordeelt de gemeentelijke organisatie risico's op systematische wijze. Op basis van de inventarisatie is een risicoprofiel opgesteld. Het onderstaande overzicht toont de tien grootste financiële risico's en de som van de overige risico’s. Onderaan de tabel is het totaalbedrag voor deze overige risico’s opgenomen.

Alle voor ons bekende relevante risico's zijn opgetekend. Wij onderzochten wat de beheersmaatregelen zijn en wat vervolgens de restrisico's zijn (impact). De restrisico's zijn qua hoogte gecategoriseerd in vijf rubrieken:
5   > € 500.000
4    € 250.000 - ≤ € 500.000
3    € 100.000 -≤ € 250.000
2    € 25.000 -≤ € 100.000
1    < € 25.000
We hebben ons ook de vraag gesteld hoe vaak kan zich het risico voordoen in een bepaalde periode (kans).

Verwachte frequentie dat het risico zich voordoet Kans
Risico doet zich minder dan 1 maal per 10 jaar voor 1
Risico doet zich 1 maal per 5-10 jaar voor 2
Risico doet zich 1 maal per 2-5 jaar voor 3
Risico doet zich 1 maal per 1-2 jaar voor 4
Risico doet zich 1 maal per jaar voor 5

Met deze twee parameters is de kans maal impact te berekenen en dus ook de hoogte van de totale risico's dat afgedekt moet worden met eigen vermogen. Om meer inzicht te krijgen in de spreiding van de risico’s naar kans, optreden en gevolg, gebruiken we de risicokaart (zie hieronder). De nummers geven de aantallen risico’s weer die zich in het desbetreffende vak van de risicokaart bevinden. Dit maakt inzichtelijk hoe de risico’s zijn verdeeld over het groene, oranje en rode gebied.

Risicomatrix
Risico Impact 5 - > € 500.000 1 1 1
4 - € 250.000 - ≤ € 500.000 1
3 - € 100.000 - ≤ € 250.000 2
2 - € 25.000 - ≤ € 100.000 4 2
1 - < € 25.000 8 2
1 - Onwaarschijnlijk 2 - Mogelijk 3 - Aannemelijk 4 - Waarschijnlijk 5 - Zeker
Risico Waarschijnlijkheid

Een risicoscore in het groene gebied vormt geen direct gevaar voor de continuïteit van de organisatie. Risico’s die in het oranje gebied zitten vragen om aandacht. Ze vormen individueel nog geen reëel gevaar voor de continuïteit van de organisatie, maar naarmate de tijd vordert, kan het risico wel een bedreiging gaan vormen.  Risico's in het rode gebied hebben door de financiële omvang een grote impact.  Door beheersmaatregelen te treffen houden we zoveel als mogelijk grip op de risico's. 

Risico Waarschijnlijkheid Financieel gevolg in € Financieel gevolg weging in €
1 Schadeclaims nvt nvt 1.112.000
2 Als gevolg van incidenten zoals branden,wateroverlast, ernstige ongelukken en infectieziekten is de kans dat de economische impact groot is doordat toeristen het eiland mijden en/of onze bedrijvigheid staakt. Als gevolg hiervan bestaat het risico dat de inkomsten van toeristenbelasting en parkeerheffingen dalen en de lasten van sociale uitkeringen in verband langdurige werkloosheid verhogen. 50% - Aannemelijk 2.276.000 1.138.000
3 Als gevolg van het niet betalen van rente en aflossing door woningeigenaren bestaat de kans dat de geldverstrekker ons aanspreekt uit hoofde van de garantstelling, waardoor wij gehouden zijn voor de betaling. 10% - Onwaarschijnlijk 6.970.000 697.000
4 Als gevolg van onvoldoende goede technische en organisatorische maatregelen, bestaat de kans dat een inbreuk op de bescherming van persoonsgegevens (datalek) (risico) ontstaat, waardoor schade onstaat voor de organisatie en betrokkenen. 70% - Waarschijnlijk 800.000 560.000
5 Als gevolg van het instorten/doorzakken van rioolbuizen bestaat de kans dat het riool niet kan doorstromen én schade ontstaat aan de bovengrond (terrein, gebouwen e.d.), waardoor er herstelwerkzaamheden moeten gebeuren aan het riool en verplichting tot schadeherstel. 30% - Mogelijk 1.000.000 300.000
6 Als gevolg van de uitval van ICT, of het door onbevoegden kennisnemen of manipuleren van bepaalde informatie, is het risico dat wij gegevens verliezen. 10% - Onwaarschijnlijk 2.000.000 200.000
7 Als gevolg van het niet meer hebben van het vertrouwen van de raad bestaat de kans een burgemeester, één of meerdere wethouders of het gehele college moet aftreden, waardoor er een een wachtgeldverplichting ontstaat. 10% - Onwaarschijnlijk 1.240.000 124.000
8 Als gevolg conjunctuurwisselingen bestaat de kans dat opdrachten bij de Zuidhoek wegvallen, waardoor er een omzetverlies volgt met doorlopende kosten. Het gevolg is een negatief bedrijfsresultaat. 10% - Onwaarschijnlijk 1.000.000 100.000
9 Als gevolg van incidenten zoals branden, ernstige ongelukken en infectieziekten is er kans dat er buitengewone inzet nodig is van brandweer, de Veiligheidsregio, de GGD en overige gemeentelijke diensten waardoor er meer kosten gemaakt worden voor bestrijding en nazorg. 30% - Mogelijk 277.000 83.000
10 Rest 1.935.000 238.000
 Totaal 4.552.000

Toelichting

1. Schadeclaims
Betreft verwachte en/of neergelegde schadeclaims.

2. Rampen en incidenten
Elk incident kan zich elk moment voltrekken. Maatregelen zijn taken op het gebied van preventie, waaronder vergunningverlening en handhaving alsook bestrijding van infectieziekten (preventie/opsporing/inenten). Daarnaast is er planvorming crisisbeheersing en oefening.

3. Borg- en garantstellingen rente en aflossing leningen van woningeigenaren
De gemeente staat garant voor geldleningen van woningeigenaren om het eigen woningbezit te bevorderen. Het risico dat wij worden aangesproken is miniem, omdat eerst het Nationaal Hypotheek Garantie fonds worden aangesproken en pas daarna de gemeente.  

4. Datalekken
Het is niet uit te sluiten dat bijvoorbeeld met ransomware onze gegevens worden gegijzeld of dat informatie bij onbevoegden terecht komt of toegang geven tot informatiedragers. De schade kan materieel, immaterieel, juridisch, financieel zijn of betrekking hebben op imagoschade.
Een inbreuk op de bescherming van persoonsgegevens kan zijn: het onbedoeld inzien, het verwijderen, het verlies, het versturen en wijzigen van persoonsgegevens. Wij proberen het risico steeds meer te verkleinen met technische en organisatorische maatregelen, waaronder beschreven werkprocessen, beleidsdocumenten, administratie, scholing, bewustwording en de procedures over het melden van incidenten en datalekken (met alle vervolgacties die dat met zich meebrengt).

5. Onderhoud rioleringen
Ondanks preventie-onderzoeken, die om de 8 jaar plaatshebben,  kunnen er inzakkingen ontstaan. Deze extra lasten zijn niet voorzien in de gevormde financiële voorziening en vormt een financieel risico. De gemeente is verantwoordelijk voor een goed functionerend gemeentelijk riool. Als zij het onderhoud daarvan laat afweten, of als de riolering beschadigd raakt door bijvoorbeeld werkzaamheden of verzakkingen, dan kan de gemeente aansprakelijk gesteld worden voor gevolgschade.  Deze laatste schade is niet verzekerd.

6.  Bescherming gegevens
Het is niet uit te sluiten dat bijvoorbeeld met ransomware onze gegevens worden gegijzeld. De kosten van een soortgelijke aanval en werking van ransomware kunnen oplopen tot € 2 miljoen. We nemen maatregelen die volgen uit de zelfevaluatie Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) en door opvolging van de aanbevelingen van de externe audits volgens de Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENSIA) op de informatie-uitwisseling DigiD, Suwinet, BRP en reisdocumenten en Geobasisadministraties.

7. Wachtgeldverplichtingen dagelijks bestuur
De kans dat het hele bestuur door de raad wordt weggestuurd of op eigen initiatief opstapt, is klein. Naast een wachtgeldverplichting verlamt dit wel de voortgang van de werkzaamheden van de gemeente door een bestuursvacuüm. 

8. Orderportefeuille De Zuidhoek 
We vermijden dit risico door een continue acquisitie plus het ophogen re-integratie-activiteiten om het volume-verlies (verminderd aantal SW-medewerkers) te compenseren.  De Zuidhoek houdt een risicoreserve aan van € 1 miljoen om schommelingen in de omzet op te vangen.

9. Gevolgschades bij incidenten
Als gevolg van incidenten zoals branden, ernstige ongelukken en infectieziekten bestaat de kans dat er buitengewone inzet nodig  is van brandweer, de Veiligheidsregio, de GGD en overige gemeentelijke diensten, waardoor er meer kosten gemaakt worden voor bestrijding en nazorg.

10. Overige risico's  
Onder deze categorie zijn het veelal risico's van ondergeschikte aard, die we wel monitoren en maatregelen voor treffen om het risico te verkleinen.

Ten opzichte van de meest recente risico-inventarisatie (jaarrekening 2024) is de totale impact van de financiële risico's licht gestegen met € 156.000. 

Als alle risico's zich gelijktijdig in hun volle omvang zouden voordoen zou een nadeel optreden van € 4,6 miljoen. Het reserveren van een dergelijk groot bedrag als buffer voor alle risico's is echter ongewenst, omdat het niet waarschijnlijk is dat alle risico's zich gelijktijdig en in hun maximale omvang voordoen. Daarom is op basis van de ingevoerde risico's een extra weging gedaan op 90%. Het resultaat is dat met een benodigde weerstandscapaciteit van € 4,1 miljoen het voor 90% zeker is dat alle risico's die in 2026-2029 zouden kunnen optreden zijn afgedekt. De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald door alle risico's waarvoor geen of onvoldoende beheersmaatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn.

2.5 BESCHIKBARE WEERSTANDSCAPACITEIT

Terug naar navigatie - Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing - 2.5 BESCHIKBARE WEERSTANDSCAPACITEIT

De beschikbare weerstandscapaciteit is de verzamelterm van alle middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om financiële tegenvallers te dekken. Het gaat om buffers in het eigen vermogen respectievelijk in de exploitatie. Buffers die we vrij kunnen maken dan wel beschikbaar laten komen om niet-begrote kosten die substantieel zijn te dekken, zonder dat dit gevolgen heeft voor het beleid en de uitvoering van taken.

De weerstandscapaciteit is eind 2026 als volgt:

Weerstandscapaciteit Bedragen in €
Resterende belastingcapaciteit:
·         Onroerende-zaakbelastingen 3.937.000
·         (Water)toeristenbelasting p.m.
·         Forensenbelasting p.m.
·         Lijkbezorgingsrechten 172.000
·         Parkeerbelasting p.m.
·         Scheepvaartrechten 668.000
·         Leges 215.000
Totale resterende belastingcapaciteit 4.992.000
Vrij aanwendbare reserves:
·         Algemene reserve 21.699.000
·         Uitvoering strategische visie 27.339.000
·         Algemene reserve De Zuidhoek 661.000
·         Egalisatiereserve algemene uitkering 1.489.000
·         Algemene reserve Ontwikkelingsbedrijf 4.058.000
·         Kabels en leidingen 743.000
·         GBE Aqua 12.798.000
Totaal weerstandscapaciteit vermogen 68.787.000
Totale weerstandscapaciteit 73.779.000

Toelichting weerstandscapaciteit
Resterende belastingcapaciteit
Belastingcapaciteit is de ruimte om de belastingen en heffingen te verhogen of in te voeren. Voor de heffingen gelden regels: de tarieven mogen maximaal kostendekkend zijn.

Voor de onroerende-zaakbelastingen (OZB) hanteert het Rijk de zogenaamde artikel 12-norm (voor financieel armlastige gemeenten). Dit is het tarief dat een gemeente moet hanteren als zij voor een eventuele aanvullende uitkering uit het gemeentefonds in aanmerking wil komen. 

Voor de (water-)toeristenbelasting en forensenbelasting gelden geen maximum- of normtarieven. Voor de overige heffingen verwijzen wij u naar de Paragraaf lokale heffingen, onderdeel 1.5 (Kostenonderbouwing heffingen).

Vrij aanwendbare reserves
Algemene reserve
De algemene reserve dient primair als buffer om in jaren waarin een sluitende begroting niet mogelijk is bij te springen en negatieve jaarresultaten op te vangen. Hiervoor geldt een minimumbedrag van € 4 miljoen. Alles boven dit bedrag (inclusief het geoormerkte deel voor het uitvoeringsprogramma strategische visie) is in principe vrij aanwendbaar en beschikbaar voor de weerstandscapaciteit. 

Op 11 november 2011 besloot de raad bij amendement € 12 miljoen in de algemene reserve te oormerken voor uitvoering van de Strategische Visie. De komende jaren staan voor de uitvoering van de strategische visie nog diverse plannen met uit deze reserve beschikbaar gestelde budgetten op de agenda. Ultimo 2026 is het verwachte saldo van de reserve strategische visie € 27,3 miljoen.

Egalisatiereserve algemene uitkering
Deze reserve zetten we in om mutaties vanuit het gemeentefonds op te vangen. De reserve bedraagt eind 2026 € 1,5 miljoen. 

Reserves Ontwikkelingsbedrijf
De algemene reserve van het ontwikkelingsbedrijf, waarbij onze grondexploitatie is ondergebracht, is betrokken bij het weerstandsvermogen.

Kabels en leidingen
De reserve wordt via Project Koopkracht ingezet om bestaande en nieuwe voorzieningen te faciliteren en te financieren die zorgen voor behoud van koopkracht voor onze inwoners. 

De reserve wordt ingezet voor nog nader te onderzoeken maatregelen ter compensatie aan inwoners en bedrijven als gevolg van de hoge inflatie: Project Koopkracht. 

GBE Aqua
Deze bestemmingsreserve is vrij besteedbaar, gevormd vanuit dividenden van het PZEM N.V. en ZEH N.V.

2.6 WEERSTANDSVERMOGEN

Terug naar navigatie - Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing - 2.6 WEERSTANDSVERMOGEN

Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, moet de relatie worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij horende benodigde weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide componenten wordt in onderstaande figuur weergegeven.

      Ratio weerstandsvermogen          =      Beschikbare weerstandscapaciteit        =         73.779.000         =     18,0
                                                                                         Benodigde weerstandscapaciteit                        4.097.000

Wij streven een weerstandsvermogen na dat tenminste ruim voldoende is. Dit vereist een ratio weerstandsvermogen dat gelijk is aan of hoger is dan 1,5.

2.7 RATIO’S EN KENGETALLEN

Terug naar navigatie - Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing - 2.7 RATIO’S EN KENGETALLEN

Deze paragraaf bevat op basis van wettelijke verantwoordingsregels de eerste vijf financiële kengetallen. Het zesde kengetal is geen verplicht kengetal, maar vloeit voort uit de eigen Kadernota risicomanagement. De kengetallen geven inzicht in de financiële positie van de gemeente.

Kengetallen Realisatie 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028 Begroting 2029
1a Netto schuldquote 20,4% 37,8% 62,4% 74,2% 81,2% 76,8%
1b Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 16,9% 34,0% 57,0% 68,8% 75,6% 71,2%
2 Solvabiliteitsratio 37,5% 40,4% 37,4% 35,2% 34,5% 35,2%
3 Structurele exploitatieruimte 1,8% 6,1% 0,1% -1,0% -1,9% -1,7%
4 Grondexploitatie 1,6% 10,0% 1,8% 2,3% 2,2% 2,2%
5 Belastingcapaciteit 106,9% 107,8% 105,3% 106,5% 104,8% 104,5%
6 Weerstandsratio 18,5 10,8 18,0 18,0 18,0 18,0

Netto schuldquote
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast ten opzichte van baten. Het geeft een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Op deze manier wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en ook wat dat betekent voor de schuldenlast. 

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Dit kengetal geeft inzicht in hoeverre er sprake is van doorlenen en geeft de netto schuldquote, zowel in- als exclusief doorgeleende gelden, weer. Hieruit blijkt het aandeel van de verstrekte leningen en wat dit betekent voor de schuldenlast.

Solvabiliteitsrisico
Dit is de verhouding tussen het eigen vermogen en het totale vermogen. Het zegt iets over het vermogen om zowel de kortlopende als de langlopende schulden te kunnen terugbetalen en is daarmee een indicator over “de financiële gezondheid” van de gemeente. Hoe hoger de verhouding eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen (solvabiliteitsratio), hoe financieel gezonder de gemeente.

Structurele exploitatieruimte
Dit percentage dient ter beoordeling van welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. De structurele exploitatieruimte wordt berekend door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves te delen door de totale baten. Vanwege afwijkende definities is dit percentage onvergelijkbaar met het structureel begrotingssaldo zoals opgenomen in de toelichting op het overzicht van baten en lasten.

Grondexploitatie
Dit is de verhouding van de grondwaarde tot de totale baten. De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van onze gemeente. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend. De gronden zijn tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs dan wel lagere marktwaarde opgenomen. Dit kengetal geeft aan hoe groot de grondpositie (boekwaarde) is ten opzichte van de jaarlijkse baten. Hoe lager de ratio is, hoe beter.

Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk van de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Hierbij is een percentage van 100% precies gelijk aan het landelijk gemiddelde. Bij gemeenten zijn hierin de OZB-lasten, rioolheffing, afvalstoffenheffing en een eventuele heffingskorting betrokken.

Weerstandsratio
Dit geeft de verhouding aan tussen het bedrag waarover we risico’s lopen en de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet-voorziene financiële tegenvallers te bekostigen. Het gaat om buffers in het eigen vermogen en exploitatie. 

Beoordeling van de kengetallen
Bij de beoordeling van de waarde van de financiële kengetallen sluiten we aan bij de zogeheten ‘signaleringswaarden’ die afkomstig zijn uit onder meer de stresstest voor 100.000+ gemeenten en die zijn afgesproken door alle provinciale toezichthouders in het Vakberaad Gemeentefinanciën. Daarnaast heeft de raad met de vaststelling van de Kadernota risicomanagement bepaald dat de minimale omvang van het kengetal weerstandsvermogen 1,5 moet zijn.

In de tabel hieronder is te zien welke waarden bij welke categorie (A, B of C) behoren, waarbij categorie A het meest financieel gezond is en categorie C het minst.

Kengetal Waarde kengetal Categorie A Waarde kengetal Categorie B Waarde kengetal Categorie C
1.   Netto schuldquote <90% 90-130% >130%
2.   Solvabiliteitsratio >50% 20-50% <20%
3.   Structurele exploitatieruimte Begroting èn meerjarenbegroting Begroting of meerjarenbegroting Begroting en meerjarenbegroting
> 0% > 0% < 0%
4.   Grondexploitatie <20% 20-35% >35%
5.   Belastingcapaciteit <95% 95-105% >105%
6.   Weerstandsratio >1,5 <1,5 <1,5

In de Kadernota Risicomanagement heeft de raad voor de bepaling van de financiële gezondheid van onze gemeenten de volgende kaders vastgelegd:

Onze gemeente is financieel gezond als:
•    Kengetal structurele exploitatieruimte (meerjaren-)begroting in categorie A zit, en 
•    Drie van de overige kengetallen zitten in categorie A, of 
•    Twee kengetallen zitten in categorie A en twee in categorie B.

Onze gemeente is matig financieel gezond als:
•    Drie kengetallen in categorie A gecombineerd met structurele exploitatieruimte (begroting en meerjarenraming) en weerstandsvermogen beide in B of 
•    Drie kengetallen zitten in categorie B of 
•    Eén kengetal in categorie B en één in categorie C.

Onze gemeente is financieel ongezond als:
•    Twee of meer kengetallen zitten in categorie C.

De volgende tabel geeft weer in welke categorie onze kengetallen vallen:

Kengetallen Realisatie 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028 Begroting 2029
Netto schuldquote A A A A A A
Solvabiliteitsratio B B B B B B
Structurele exploitatieruimte A A B C C C
Grondexploitatie A A A A A A
Belastingcapaciteit C C C C B B
Weerstandsratio A A A A A A

2.8 CONCLUSIES

Terug naar navigatie - Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing - 2.8 CONCLUSIES

De paragraaf weerstandsvermogen is direct verbonden met alle programma’s en de hele bedrijfsvoering van de gemeente. Feitelijk is deze paragraaf hiervan een dwarsdoorsnede. De confrontatie tussen het weerstandsvermogen en de risico’s geeft een positief getal, in die zin dat de weerstandsratio boven de 1,5 ligt. Omdat van de financiële kengetallen er een score is in de categorie B en in de categorie C, is de gemeente Schouwen-Duiveland, conform de Kadernota risicomanagement, matig financieel gezond. Om financieel gezond te worden is inzet nodig om de vaste schulden en de belastingdruk te verlagen. Daarnaast is het belangrijk om een sluitende meerjarenbegroting te krijgen.

Naast de genoemde gekwantificeerde risico's die de normale bedrijfsvoering kunnen beïnvloeden, is ook van belang te noemen dat het behalen van onze doelen afhankelijk is van voldoende beschikbare menskracht (intern als extern),  grondstoffen en electra (netwerkcongestie). Daarbij speelt dat de schaarste op deze fronten en op energie de prijzen opdrijven.  De hiermee gepaard gaande boeggolf van investeringen speelt ons parten en vraagt om scherpe keuzes te maken binnen de capacitaire mogelijkheden.

Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen

3.1 OVERZICHT BEHEERPLANNEN

Terug naar navigatie - Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen - 3.1 OVERZICHT BEHEERPLANNEN

Onderstaand overzicht geeft een beeld van de wijze waarop onze kapitaalgoederen zijn ondergebracht in beheerplannen en zijn vertaald in de begroting.

Beheerplannen/MJOP Door de raad vastgesteld in/vast te stellen Looptijd Financiële vertaling in de begroting Achterstallig onderhoud
Wegen 2023 Tot en met 2027 Ja Ja
Riolering 2026 Tot en met 2032 Ja Nee
Groen 2024 tot en met 2028 Ja Nee
Speeltoestellen 2026 Tot en met 2031 Ja Nee
Gebouwen 2026 Tot en met 2033 Ja Nee
Openbare verlichting 2024 Tot en met 2029 Ja Nee
Kunstwerken en overige elementen 2025 Tot en met 2030 Ja Nee
Havens en waterwegen 2019 Tot en met 2028 Ja Nee
Baggerbeheerplan 2024 Tot en met 2033 Ja Nee

Samenvatting
De fysieke leefomgeving is continue in beweging en veranderingen kunnen soms snel gaan. Om hier op in te kunnen spelen is samenwerken essentieel. Met dat in ons achterhoofd leggen we de focus op integrale  processen. Zowel binnen als buiten het ingenieursbureau is het belangrijk om alert te blijven in  de onderlinge samenwerking. Dat resulteert in de zogenaamde wijkgerichte of kerngerichte aanpak in de openbare ruimte,  waarin per gebied of kern alle aspecten van ondergrondse en bovengrondse infrastructuur, waterbeheer, groenbeheer tot en met klimaatadaptieve maatregelen een plaats hebben. Ook hergebruik van materiaal voor een meer duurzame en circulaire inzet bij restauratie of aanleg maakt hier onderdeel van uit.

De integrale aanpak zorgt voor een toekomstbestendige en meest kosteneffectieve buitenruimte. Dit resulteert in beheer- en beleidsplannen waarin we breder kijken naar ons areaal en waar we andere beleidsvelden raken de integraliteit bewaken.

We werken al samen met dertien Zeeuwse gemeenten en met nutsbedrijven, maar we gaan de samenwerking verder intensiveren.  Dit om de overlast voor burgers bij het aanleggen van kabels en leidingen zo veel mogelijk te beperken (doel is een straat zo min mogelijk open te breken). De afspraken zijn  overeengekomen in AZON (Afstemming Zeeuwse Overheden en Nutsbedrijven). Het resultaat van deze afspraken moet zorgdragen voor een betere afstemming bij uitvoeringsprojecten in de openbare ruimte. 

De nutsbedrijven hebben vanuit de  samenwerking AZON voorgesteld om kern- of wijkgericht te gaan werken. Invulling geven aan de grote opgaves aan de ondergrondse infra is alleen mogelijk wanneer een totaal plan per wijk of kern wordt opgesteld. Hiermee sluiten we ook aan op de programmalijn 3 van de Samenwerking afvalwaterketen Zeeland (SAZ+) van Toekomstbestendige Openbare Ruimte. Schouwen-Duiveland is ambtelijk trekker van deze programmalijn. De doelstelling is om faalkansen te verkleinen, efficiënt te werken in de uitvoering in de openbare ruimte en een integrale aanpak. 

De uitrol van glasvezel voor snel internet gaat door. Na de grote kernen is door Glasdraad in 2025 invulling gegeven aan het ontwerp van de aanleg van het glasvezel in de kleine kernen en buitengebied. De uitvoering start eind 2025 en loopt door in 2026. 

Onze aandacht blijft gevestigd op het op orde krijgen en houden van de areaalgegevens. We werken steeds meer datagestuurd en cruciaal is dan uiteraard accurate data. Ook dit vertaalt zich naar nog hogere kostenefficiëntie.

Beheerplannen/MJOP's

De volgende beheerplannen/MJOP's  worden herzien;

  • Voor onze kunstwerken zoals duikers en bruggen stellen we eind 2025 een een beheerplan vast. Dit beheerplan moet naast de huidige kwaliteit van de kustwerken ook inzicht geven in de benodigde middelen in relatie tot de gewenste kwaliteit. De financiële consequenties zijn als onontkoombare ontwikkeling in de begroting 2026-2029 opgenomen.
  • In 2025 zijn we gestart met een nieuw Gemeentelijk Rioleringsplan dat in 2026 bestuurlijk vastgesteld moet worden.
  • In 2026 ronden we de  herijking van de meerjarige onderhoudsprogramma's  (MJOP's) af voor onze gemeentelijke gebouwen, zodat deze weer actueel zijn. Hierin nemen we verduurzamingsopgave mee.
  • In 2026 herzien we het bestaande speelruimtebeleidsplan. Hierin geven we ook invulling aan de groeiende wens naar sport- en beweegtoestellen.

Al met al zijn er genoeg uitdagingen waar we gezamenlijk onze schouders onder moeten zetten om zo te voldoen aan de klimaatdoelstellingen en een bijdrage te leveren aan het verantwoord doorgeven van onze gemeente aan de volgende generatie.

3.2 WEGEN

Terug naar navigatie - Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen - 3.2 WEGEN

Algemeen
Het beheer van het gemeentelijke wegennet is een dynamisch proces waarin strategisch beheer en operationeel beheer elkaar versterken. Hoewel de gemeente momenteel al stappen zet in het beheren van het wegennet, wordt er nadrukkelijk gekeken naar de toekomst. Zo richt strategisch beheer zich op de lange termijn en de afstemming van middelen, terwijl het operationeel beheer zich bezig houdt met de uitvoering van het geplande onderhoud. Beide processen worden de komende jaren verder doorontwikkeld en geoptimaliseerd om te zorgen voor een effectief en toekomstbestendig wegbeheer.

Kwaliteit
Het wegbeheer voeren we uit volgens de CROW-methodiek (Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek). Het huidige door CROW bepaalde minimale niveau voor verantwoord wegbeheer “B” is op een aantal plaatsen lager. Het proces voor het inspecteren en bepalen van de maatregelen is in 2024  en 2025 sterk verbeterd.  Hierdoor zijn de geplande maatregelen verder vooruit te plannen en kan de afstemming met de andere beheersassets op de juiste wijze goed worden gelegd.

Speerpunten
Duurzaamheid en circulariteit
Duurzaamheid is het zorgen voor evenwicht tussen mens, milieu en economie om de aarde niet uit te putten. Voor nu en voor de komende generaties. Dit vraagt ook om een milieu verantwoord wegbeheer. We hebben als doelstelling een toekomstbestendige gemeente te worden en de landelijke klimaatdoelen, welke doelmatig zijn voor ons areaal, te bereiken. Bij uitwerking van duurzaamheid in beleid en plannen sluiten we aan bij de duurzaamheidsdoelen van de Verenigde Naties (Global Goals), welke doelmatig zijn voor ons areaal. Waar we de mogelijkheid hebben en het in balans is met de middelen, gaan we voor duurzame keuzes. Dat geldt ook voor het beheer en onderhoud van de wegen, waarbij veel materiaal nodig is en ook vrij komt. We streven daarbij naar duurzame inkoop, waarbij wij niet alleen naar de prijs kijken maar bijvoorbeeld ook naar hergebruik van materiaal. Daarnaast passen we duurzame materialen toe (bijvoorbeeld gebakken stenen in plaats van betonnen stenen) en verwijderen we teerhoudend asfalt uit de keten.

Wijkgerichte aanpak
Omdat onderhoud en/of rehabilitatie van ons wegennetwerk samenhangt met opgaven vanuit onder andere:
•    klimaat (we passen de labelsystematiek toe, dat wil zeggen we bepalen wat voor ons voldoende klimaatbestendig en waterrobuust is);
•    inclusie (Platform Toegankelijk Schouwen Duiveland ) en
•    netbeheerders (AZON, Afstemming Zeeuwse Ondergrondse Netwerken)
bekijken we integraal hoe we dit wijkgericht aan kunnen  pakken. 

Evaluatie beheerplan

Eind 2025 ronden we de tussentijdse evaluatie af van het “Beheer- en beleidsplan Wegen 2023- 2027” . In de afgelopen periode zijn de weginspecties uitgevoerd en  analyseren we of de genomen maatregelen het gewenste resultaat hebben opgeleverd. Dit heeft de benodigde inzichten voor de programmering vanaf 2026. 

Financiën
In het beheer- en beleidsplan wegen 2023-2027 is ervoor gekozen om voornamelijk met exploitatiebudgetten te werken. Herinrichtingsprojecten verwerken we via integrale afweging bij de begroting of bieden we aan via separate voorstellen.  In het nieuwe plan is een voorziening gevormd voor achterstallig onderhoud. 

Voorziening achterstallig onderhoud wegen
Bij de jaarrekening 2022 hebben we een voorziening achterstallig onderhoud wegen gevormd ter hoogte van € 375.000.  De verwachte uitgaven van de voorziening waren gepland in 2023 en 2024. Door langere benodigde voorbereidingstijden is het niet gelukt om deze voorziening in te zetten om de achterstand in te lopen. Hierdoor is de  planning bijgesteld om de achterstand weg te werken in de periode 2025 en 2026.

Risico’s
Er blijft altijd een risico dat door niet tijdig gesignaleerde gebreken aan de weg schade of ongevallen kunnen ontstaan. Dit neemt de afgelopen jaren sterk toe als gevolg van de klimaatverandering. Door klimaatverandering ontstaan er hevigere regenbuien en langere periodes van droogte die de kwaliteit van de wegen aantasten.  Het risico op schade en ongevallen door gebreken aan de verhardingen ondervangen we zoveel mogelijk door het uitvoeren van jaarlijkse weginspecties, waarbij schadebeelden worden vastgelegd. Gebreken van ernstige aard verhelpen we uiteraard direct. 

3.3 RIOLERING

Terug naar navigatie - Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen - 3.3 RIOLERING

Algemeen
Aandacht voor water hoort bij het inrichten van de fysieke leefomgeving en het borgen daarvan draagt bij aan de gezondheid van de inwoners van Schouwen-Duiveland. De zorgplicht voor stedelijk afvalwater is een gemeentelijke taak, vastgelegd in artikel 2.16, lid 1 van de Omgevingswet (voorheen de Wet milieubeheer). Vanuit de Wet milieubeheer lag de verplichting voor gemeenten om een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) op te stellen, waarin zij hun beleid voor de rioleringszorg vaststellen. Voor de gemeente Schouwen-Duiveland is deze in 2022 opgesteld voor de periode 2022 tot en met 2026. In dit  GRP beschrijft de gemeente hoe ze van 2022 t/m 2026 invulling geeft aan haar watertaken en een  onderbouwing van de rioolheffing.  In 2025 is gestart met het opstellen van een nieuw GRP welke in 2026 zal worden vastgesteld.

Speerpunten
Voor de komende jaren zijn de volgende thema's onze speerpunten:

Zoetwatervoorziening in relatie tot droogte
In de ruimtelijke planvorming dragen ontwikkelingen positief bij aan de hoeveelheid zoet water in het gebied. Droogte willen we bestrijden door het vasthouden van water binnen het gebied. Dat gaat uiteindelijk ook de verzilting van de grond tegen. Met het tot stand komen van het omgevingsplan, wordt met de hemelwaterverordening er ook meer verantwoording bij de inwoner gelegd om bij (nieuwe/her) ontwikkelingen zelf water te verwerken of te hergebruiken.

Extreme neerslag
Door klimaatverandering is naast droogte ook extreme neerslag een steeds vaker voorkomend probleem. Het riool kan de plotselinge extreme hoeveelheid water dan vaak niet meer aan. In het bebouwde gebied moet de komende 30 jaar stevig worden geïnvesteerd om Zeeland klimaatbestendig in te richten. Door aan te haken bij natuurlijke momenten zoals herstructurering, groot onderhoud en de wijkgerichte aanpak, blijven de kosten en inspanning zo laag mogelijk.
Uit de klimaatenquête van 2023 zijn een (beperkt) aantal urgente locaties naar boven gekomen in onder andere Nieuwerkerk waar in praktijk schade ontstaat door extreme neerslag en waar uitvoering van maatregelen op korte termijn prioriteit krijgt. 

Waterkwaliteit
Waar van toepassing houden wij samen met waterbeheerder waterschap Scheldestromen, bij ruimtelijke ontwikkelingen en planvorming rekening met de ecologische- en fysische waterkwaliteit, zodat deze bij voorkeur verbetert, maar minimaal gelijk blijft aan de bestaande situatie. We streven samen naar een goede waternatuur in daarvoor aangewezen wateren en een goede waterbeleving in de stad en het rondom aangewezen zwemwater.

Oude rioolgewelven Zierikzee
De oude gewelf-riolen in de binnenstad van Zierikzee liggen vaak onder de tuinen van particulieren en zijn daardoor moeilijk toegankelijk. Desondanks behoeven ze komende jaren onze bijzondere aandacht om de kwaliteit te kunnen waarborgen. In 2023 is begonnen om in de eerste deelgebieden in samenspraak met bewoners de situaties in kaart te brengen. De voorbereidingen zijn getroffen in 2024 en de eerste maatregelen in 2025 uitgevoerd. Ook zijn er in 2025 nieuwe deelgebieden in voorbereiding genomen waardoor er een continu proces loopt voor het verbeteren van de riolering in de binnenstad van Zierikzee in de komende planperiode.  

Klimaatadaptatie
Het proces van het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie (DPRA) omvat een aantal stappen die gemeenten cyclisch doorlopen om te komen tot een water-robuuste en klimaatbestendige inrichting van Nederland in 2050. Bij ieder project in de komende jaren beoordeelt de gemeente deze via een risicodialoog op de thema’s wateroverlast, hittestress, droogte en overstroming als ook of er klimaat adaptieve maatregelen noodzakelijk zijn. In het GRP is hiervoor budget opgenomen. Indien dit het geval is nemen we deze maatregelen, mits doelmatig, mee in het project.

Samenwerking Afvalwaterketen Zeeland + (SAZ+)
Hemel- en grondwater kennen geen (bestuurlijke) grenzen. Bij de gemeentelijke watertaken zijn vele partijen betrokken. Een voorwaarde voor effectief beheer is samenwerking met de partners in de waterketen. Dit wordt vormgegeven in de SAZ+ (Samenwerking Afvalwaterketen Zeeland, de plus staat voor Evides drinkwaterbedrijf). Hierin zijn alle Zeeuwse gemeenten, het waterschap Scheldestromen, de provincie Zeeland en Evides vertegenwoordigd. De visie van het SAZ+ is vastgelegd in de ‘Visie Waterketen Zeeland’ en gaat over het betrekken van inwoners, klimaat, duurzaamheid, demografie, kosten en kennis & capaciteit. ‘Water in Zeeland: betrouwbaar voor iedereen en overal’, is de missie die bij deze visie hoort. Schouwen-Duiveland is bestuurlijk en ambtelijk vertegenwoordigd in diverse gremia van SAZ+, omdat wij zien dat uitwisselen van data en kennis uiteindelijk leidt naar een kostenefficiëntere en toekomstbestendige aanpak van het omgaan met water in de gehele waterketen. 

Financiën
Voorziening groot onderhoud riolering

Binnen de voorziening groot onderhoud riolering ramen we voor de begrotingsjaren de volgende mutaties:

Bedragen in € 2026 2027 2028 2029
Toevoeging 529.185 539.504 550.024 550.024
Geraamde lasten binnen voorziening 778.324 789.181 702.249 578.689

Medio 2025 is opdracht verstrekt voor het relinen van ongeveer drie kilometer riolering. Die opdracht voeren we  in  het vierde kwartaal van 2025 uit.  We  treffen voorbereidingen voor de maatregelen in 2026. Daarmee  leggen we de basis voor de continuering  van de  werkzaamheden voor het relinen in de rest van de planperiode. 

De voorziening is meerjarig toereikend. 

Voorziening riool vervangingsinvesteringen
Binnen de voorziening vervangingsinvesteringen riolering ramen we voor de begrotingsjaren de volgende mutaties:

Bedragen in € 2026 2027 2028 2029
Toevoeging 3.363.178 3.428.760 3.495.621 3.495.621
Geraamde lasten binnen voorziening 3.181.518 3.182.147 2.453.392 2.490.097

Door beperkte personele capaciteit bij beheer en het ingenieursbureau alsmede de benodigde doorlooptijd voor de nutsbedrijven, zijn tot medio 2024 niet alle projecten tot uitvoering gekomen. Vanaf 2025 zijn er voor circa €2,0 miljoen euro uitgegeven aan het vervangen van diverse riolen.  De voorbereidingen zijn getroffen voor de in 2026 geplande maatregelen voor circa €3,0 miljoen euro aan rioolvervangingen. 

Naast de geplande werkzaamheden in de binnenstad van Zierikzee  zijn er integrale opgaves waarbij de riolering wordt vervangen, bijvoorbeeld "Dorpsvisie Oosterland"  Daarnaast worden er voor de planning van 2027 en 2028 nog maatregelen toegevoegd die voortkomen uit de rioolinspecties van 2026. 

De verwachting is dat we in deze begrotingsperiode meer projecten kunnen oppakken dan afgelopen periode en daarmee de geraamde budgetten in uitvoering kunnen brengen.

3.4 GROEN EN SPEELTOESTELLEN

Terug naar navigatie - Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen - 3.4 GROEN EN SPEELTOESTELLEN

Algemeen
De weersomstandigheden worden steeds extremer door de klimaatverandering. De scenario’s die nu bekend zijn laten een stijgende lijn zien. Groen was al een belangrijk onderdeel van de openbare ruimte maar door de stijgende temperaturen en hieraan gekoppeld de lange droge periodes komt de aandacht steeds meer te liggen op de vergroeiing en behoud van het bestaande groen. Bomen zijn de “airco’s” van de omgeving maar ook de “parasols”. Groen geeft beleving van de seizoenen, draagt bij aan de gezondheid van mensen en  geeft verkoeling en zorgt voor plekken met sociale ontmoeting. Al deze ambities zijn vastgelegd in het nieuwe groenbeleidsplan. Hieraan gaan we komende jaren met veel groene energie aan werken. 

Kwaliteit
Iedere maand wordt er een uitgebreide meting gedaan naar de kwaliteit van de openbare ruimte.  Voor het openbaar groen betekent dit, dat we het onderhoud in centra op kwaliteitsniveau A uitvoeren (volgens de CROW-kwaliteitscatalogus). In de woon- en verblijfsgebieden hanteren we kwaliteitsniveau B. Over het algemeen wordt het ambitieniveau gehaald. Dit geldt voor ons eigen uitvoeringsbedrijf / de aannemerscombinatie Trots en de Zuidhoek. Uiteraard moeten we alle partijen scherp houden en aanspreken als de kwaliteit niet wordt behaald. 

Speerpunten

Nieuw Maaibeleid
In 2025 is het nieuwe maaibeleid ingevoerd in de westzijde van het eiland, in het voorjaar 2026 gaan we het nieuwe maaibeleid op het gehele eiland invoeren. Dit wordt de komende jaren structureel gemonitord om te kijken of de biodiversiteit (soortenrijkdom) toeneemt.. Zodat we kunnen bepalen of we op het juiste spoor rijden. Via de gemeentelijke communicatiekanalen worden bewoners hierover structureel geïnformeerd. De actuele maaikaart is online te vinden op de gemeentelijke website. Aandachtspunt is ook welke maaimachnies worden ingezet. Hierin staan de ontwikkelingen ook niet stil en het uitgangspunt is om het klepelen (maaisel kapot slaan en laten liggen) helemaal niet meer toe te passen. Maar geleidelijk gaan we over om alles met een cirkelmaaier / schotelmaaiers te maaien. Deze maaimachines geven minder schade aan de flora en fauna. Deze wijziging van inzet in materiaal geeft wel financiële consequenties. Dit zullen we in 2026 in beeld brengen zodat we deze omslag geleidelijk kunnen maken.

Exoten
In 2026 willen we het nieuwe beleid invoeren en operationeel hebben. De focus ligt op de beheersing van de Japanse Duizendknoop (JDK) en de Reuzenberenklauw. Vooral de JDK is moeilijk te beheren en uit te roeien. Per locatie moet afgewogen worden wat de beste methode is. De financiële consequenties moet structureel worden meegenomen in de begroting. Zeker ook het onderdeel nazorg/ monitoring is een belangrijk onderdeel van de aanpak om dat de effecten van beheersing pas over een aantal jaren waarneembaar zijn. 

Renoveren groen
De komende jaren gaan we structureel slechte of matige plantvakken renoveren of omvormen. Hierbij is het uitgangspunt om te clusteren en combinaties te zoeken met vervangingsprojecten voor zowel riolering  / bestrating. Bij de herinrichting worden uitgangspunten gehanteerd zoals: goede start bodem (zonder wortelonkruiden), beplanting moet bijdrage leveren aan de biodiversiteit en doelmatig te onderhouden zijn. De financiële middelen zijn beschikbaar gesteld met het vaststellen van het groenbeleidsplan.

Onderhoud
Het onderhoud van het groenareaal heeft continue aandacht en verzorging nodig. Het maaien van gazons, bermen, knippen hagen, schonen van sloten en onkruidbeheersing op verharding is in een langdurig onderhoudscontract vastgelegd bij een externe partner. Dit zorgt de komende jaren voor stabiliteit en duidelijkheid om zo de openbare ruimte te onderhouden op basis van de vastgestelde onderhoudsniveaus. Ook ons eigen uitvoeringsbedrijf en de Zuidhoek staan voor deze kwaliteit aan de lat. Continuïteit van het personeelsbestand heeft de komende jaren de aandacht om het onderhoud de juiste aandacht te kunnen geven.     

Speelruimtes 
Het bestaande speelruimtebeleidsplan “Samen delen” uit 2017 is aan een update toe. In 2026 willen we een nieuw beleidsplan maken en laten vaststellen. Hierbij nemen we ook de groeiende wens mee naar sport- en beweegtoestellen. Voor deze onderdelen is nog geen beleid / visie ontwikkeld. 

Financiën
Met het vaststellen van het nieuwe groenbeleidsplan zijn de onderhouds- en vervangingsbudgetten goed verankerd. Bij het opstellen van het speelruimtebeleidsplan  in 2026 wordt ook een nieuwe financiële paragaaf gemaakt.

Binnen de voorziening speelruimtes zijn voor de begrotingsjaren de volgende mutaties geraamd:

Bedragen in € 2026 2027 2028 2029
Toevoeging 111.290 111.290 111.290 111.290
Geraamde lasten binnen voorziening 123.508 123.508 123.508 123.508

Dit zijn mutaties op basis van het vastgestelde beleid. De voorziening is meerjarig toereikend. 

Risico’s
Risico’s in de openbare ruimte bestaan hoofdzakelijk uit aansprakelijkheid bij schade door gebreken aan elementen of objecten. Van belang is dat de gemeente voldoet aan haar wettelijke zorgplicht. Om hieraan te voldoen, inspecteren we de speeltoestellen en inspecteren we de bomen (BVC). Door het uitvoeren van inspecties en keuringen en het nemen van adequate maatregelen blijven de risico’s beperkt.

3.5 GEBOUWEN

Terug naar navigatie - Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen - 3.5 GEBOUWEN

Algemeen
Wij bezitten een relatief groot aantal gebouwen. Deze gebouwen moeten op een adequate manier worden beheerd, geëxploiteerd en onderhouden. Het onderdeel Centrale Beheersorganisatie Gebouwen (CBG), onderdeel van het ingenieursbureau, is hiervoor verantwoordelijk. Voor het onderhoud werken we met een meerjarenonderhoudsplan (MJOP) per gebouw. Deze onderhoudsplannen gaan wij in 2026 actualiseren.

Kwaliteit
De raad bepaalde met het vaststellen van de meerjarige onderhoudsplanning 2019-2028 het kwaliteitsniveau van het uit te voeren onderhoud. Het uitgangspunt hierbij is vervanging van het bestaande, sober en doelmatig. Dit houdt in dat we per gebouw bekijken welke onderhoudsactiviteiten uitgevoerd moeten worden om het huidige gebruik ongehinderd voortgang te laten vinden en geen achterstallig onderhoud te laten ontstaan. Uiteraard doen we dat binnen deze kaders zo duurzaam mogelijk. Bij geplande  vervangingen kijken we naar de meest duurzame en energiezuinige oplossing die binnen de beschikbare financiële middelen mogelijk is. Ook voeren we zo veel mogelijk gecombineerd uit door onderdelen door te schuiven of juist naar voren te halen. 

Speerpunten

Meerjarenondehoudsplanning

In 2019 is ingestemd met de actualisering van de meerjarige onderhoudsplanning 2019-2028 en zijn de financiële consequenties daarvan betrokken bij de integrale begrotingsvoorbereiding 2020. Deze actualisering moet om de vijf jaar plaatsvinden en in 2024 hebben we hierin samenwerking met bouwbedrijf Boogert en Wish een aanvang mee gemaakt. Zoals eerder aangekondigd werken we in  2025 samen verder aan de actualisering van de voorziening onderhoud  en brengen we de consequenties in beeld voor de actualisatie van de meerjarige onderhoudsplanning 2027-2033, inclusief verduurzamen. Deze bieden we aan in 2026 voor de kadernota 2027.

Dak gemeentehuis

Vervanging van de dakranden en de dakbedekking op de overige daken van het gemeentehuis is noodzakelijk. De financiële consequenties zijn als te honoreren prioriteit in de begroting 2026-2029 opgenomen.

Financiën
Binnen de voorziening Onderhoud gemeentelijke gebouwen zijn voor de begrotingsjaren de volgende mutaties geraamd:

Bedragen in € 2026 2027 2028 2029
Toevoeging 397.716 446.724 446.724 446.724
Geraamde lasten binnen voorziening 825.824 613.765 613.765 613.765

Binnen de voorziening onderhoud gebouwen Reiniging zijn voor de begrotingsjaren de volgende mutaties geraamd:

Bedragen in € 2026 2027 2028 2029
Toevoeging 32.111 32.111 32.111 32.111
Geraamde lasten binnen voorziening 33.687 15.367 15.367 15.367

Beide voorzieningen zijn meerjarig toereikend. Zoals hiervoor gemeld komen we in 2026 nog met een actualisatie voor de periode 2027-2033.

Risico’s
In afwachting van plannen voor toekomstig gebruik voeren we voor sommige gebouwen alleen het hoogstnoodzakelijke onderhoud uit. Niets doen verhoogt het risico op achterstallig onderhoud en een verpauperd uiterlijk. Dit kan vandalisme in de hand werken. 

3.6 OPENBARE VERLICHTING

Terug naar navigatie - Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen - 3.6 OPENBARE VERLICHTING

Algemeen
De gemeente Schouwen-Duiveland heeft voor 2024–2033 een beleidsplan opgesteld voor de openbare verlichting. Dit plan fungeert als handboek en toetsingskader voor beslissingen en projecten en draagt bij aan landelijke en lokale doelstellingen zoals energiebesparing en het beperken van lichthinder. Gekozen is voor het scenario “Optimaal en Duurzaam”, dat een evenwicht biedt tussen kwaliteit, duurzaamheid en financiële haalbaarheid.

Kwaliteit
In de periode 2026-2029 gaat het vervangen van de armaturen naar LED door en is aan het einde van de periode het merendeel van de armaturen vervangen of aangepast , waardoor de beeldkwaliteit volgens de CROW-richtlijnen overal aantoonbaar wordt gehaald. Ook zijn meer gebieden voorzien van verlichting met de juiste kleurtemperatuur en kleurweergave, waardoor zowel het veiligheidsgevoel van inwoners als de beleving van toeristische gebieden verbeterd is. Daarnaast moet er een duidelijke afname merkbaar zijn van lichthinder en lichtvervuiling.

Speerpunten:

1.    Volledige overstap naar ledverlichting:
Door het vervangen van alle conventionele armaturen door LED wordt fors bespaard op energie en onderhoud, terwijl de kwaliteit van de verlichting toeneemt.
Doel : minimaal 95% van alle armaturen is uitgevoerd in led.

2.    Slimme verlichting en dimregimes:
Verlichting wordt aangepast aan gebruik en tijdstip, wat zorgt voor meer veiligheid en comfort én extra energiebesparing.
Doel : in alle woonwijken en hoofdwegen is dimverlichting standaard toegepast.

3.    “Licht waar het moet, donker waar het kan”:
In buitengebieden wordt verlichting alleen toegepast als dit echt noodzakelijk is, met aandacht voor natuur en het behoud van donkerte als kwaliteit van de regio.
Doel : nieuwe projecten in buitengebieden zijn in principe onverlicht, tenzij zwaarwegende redenen anders vereisen.

Verlichting sportvelden

In 2026 gaan we de oude halogeen-armaturen vervangen door LED-armaturen op het trainingsveld bij ZSC’62 te Scharendijke.

Financiën
Conform het beleidsplan Openbare Verlichting verantwoorden we alle lasten op het gebied van openbare verlichting op exploitatiebudgetten.

Risico’s
De belangrijkste risico’s die invloed hebben zijn sterk wisselende energieprijzen, snelle technologische ontwikkelingen rond slimme verlichting, strengere natuurwetgeving en operationele storingen of onderhoudspieken. Voor 2026 verwachten we dat energieprijzen nog steeds schommelen maar minder zwaar drukken door de inzet van led en dimregimes. Telemanagement is in opkomst, maar wordt nog beperkt toegepast. Daarnaast stellen natuurregels vaker grenzen aan waar verlichting mogelijk is, terwijl operationele risico’s vergelijkbaar blijven maar beter beheersbaar zijn door ervaring en voorbereiding. Bij de uitvoering van het beleid evalueren en beoordelen we op de effecten uit deze risico’s en of bijsturen in het proces nodig of wenselijk is.

 

3.7 KUNSTWERKEN EN OVERIGE ELEMENTEN

Terug naar navigatie - Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen - 3.7 KUNSTWERKEN EN OVERIGE ELEMENTEN

Beheer en beleidsplan civiele kunstwerken en inrichtingselementen

In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen van de begroting 2025 kondigden wij de uitwerking  van het beheer -en beleidsplan kunstwerken aan. Dit plan ligt voor ter besluitvorming in de raadsvergadering  van oktober 2025.  Het plan geeft richting aan het onderhoud en de vervanging van civiele kunstwerken, zoals bruggen, kades en beschoeiingen, en inrichtingselementen in de openbare ruimte. Bovendien is het een  handboek en toetsingskader voor keuzes in beheer en investeringen. Het doel is de veiligheid, functionaliteit en leefbaarheid van de openbare ruimte te waarborgen, met oog voor duurzaamheid en kostenbeheersing. 

Kwaliteit

We streven naar een kwaliteitsniveau waarbij objecten veilig, betrouwbaar en functioneel zijn, zonder onnodige kosten te maken. Voor het grootste deel van de objecten werken we met beeldkwaliteit B als basisniveau. Bij bijzondere locaties, zoals dorpscentra en toeristische plekken, houden we kwaliteitsniveau A aan. De kwaliteit wordt geborgd door periodieke inspecties en monitoring, zodat we tijdig onderhoud kunnen uitvoeren.

Speerpunten

Schouwen en inspecties

In 2026 richten we ons op het intensiever schouwen en inspecteren, zodat de onderhouds- en vervangingsbehoefte duidelijker wordt is en we een inventarisatie kunnen maken van geprioriteerde opgaves die in 2027 zullen worden uitgevoerd. 

Levensduurgericht beheer

Onderhoud en vervanging plannen we op basis van levensduur en risico’s, om kosten te spreiden en verrassingen te voorkomen.

Duurzaamheid en circulariteit

We zetten in op duurzame materialen en hergebruik, om milieubelasting te beperken en circulair te werken.

Samenwerking en integraliteit

Projecten combineren we zoveel mogelijk met andere werkzaamheden in de openbare ruimte, om efficiënt te werken en overlast te beperken.

Financiën

De financiële consequenties van het beheer- en beleidsplan  zijn als onontkoombare ontwikkeling vanuit bestaand beleid  in deze begroting opgenomen.  

Het onderhoud van de civiele kunstwerken en de inrichtingselementen  is wettelijk verplicht en raakt direct aan de veiligheid, leefbaarheid en toonbaarheid van de openbare ruimte. 

De onderbouwing van de verwachte en noodzakelijke uitgaven vanuit het plan legt een extra structureel beslag op de budgettaire ruimte van structureel  €113.000 vanaf 2027. Dit komt doordat met het opstellen van het nieuwe plan een vollediger inzicht is gekregen van de onderhoudsbehoefte van het areaal. 

Bovendien ramen we € 50.000 per jaar in de jaren 2026, 2027 en 2028 voor onderzoek naar constructieve veiligheid.  Dit is nodig om te voldoen aan de wettelijke zorgplicht op dit gebied. Deze incidentele lasten dekken we uit de algemene reserve. 

Risico’s

De voornaamste risico’s zijn onverwachte gebreken bij oudere kunstwerken, stijgende materiaal- en energieprijzen, en vertragingen door schaarste op de aannemersmarkt. Daarnaast kunnen klimaatverandering en strengere wet- en regelgeving zorgen voor extra maatregelen en kosten. Voor 2026 verwachten we dat deze risico’s nog beheersbaar zijn dankzij tijdige inspecties en het reserveren van voldoende middelen in de begroting. We houden nadrukkelijk rekening met deze risico’s, zodat we waar nodig kunnen bijsturen.

3.8 HAVENS EN WATERWEGEN (ONDERHOUD EN BAGGEREN)

Terug naar navigatie - Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen - 3.8 HAVENS EN WATERWEGEN (ONDERHOUD EN BAGGEREN)

Algemeen

Regulier onderhoud

Het reguliere onderhoud in de havens van de gemeente voeren wij uit samen met onze partner Aquavia. Hierbij hanteren wij het uitgangspunt én de resultaatafspraak: schoon, heel en veilig.
•    Schoon: kades, steigers en voorzieningen zijn vrij van vuil en afval.
•    Heel: objecten en installaties verkeren in goede staat en functioneren naar behoren.
•    Veilig: de havenomgeving is veilig voor gebruikers, bezoekers en personeel.

Het dagelijks beheer van de havens berust bij de gemeentelijke havenmeesters

Projectmatig onderhoud

Naast het reguliere onderhoud voeren wij projectmatig onderhoud uit op basis van een meerjarenonderhoudsplanning (MJOP).

•    Grote of specialistische werkzaamheden, zoals vervanging of renovatie van havenfaciliteiten, plannen we tijdig in.
•    Deze werkzaamheden zijn gericht op het duurzaam in stand houden en verbeteren van de havens.

Kathodische bescherming
We participeerden als gemeente in een project inzake de kansen van het toepassen van kathodische bescherming op stalen damwanden. Het doel is de levensduur van de stalen damwanden te verlengen. De resultaten hebben in samenwerking met de TU Delft tot een kansrijke oplossing geleid. Dit project is afgerond.

Glooiingen

Het Plan Van Aanpak Glooiingen is vastgesteld in 2024. Voor 26 glooiingen in de havens van Schouwen-Duiveland is de schade geïnventariseerd, oorzaken en gevolgen geanalyseerd en op basis van risico’s en omgevingsfactoren (zoals veiligheid, natuurwaarde en imago) geprioriteerd. Dit resulteerde in locatiespecifieke hersteladviezen voor zes havenlocaties, inclusief een koppeling aan beleids- en ontwikkelplannen. De uitvoeringsplanning is opgesteld door het cluster Beheer, waarbij de prioriteiten uit het onderzoek zijn getoetst aan vastgesteld beleid en afgestemd op korte- en langetermijnontwikkelingen. 

Baggeren

De gemeente is verantwoordelijk voor het op diepte houden van de vaarwegen, ligplaatsen en havenbekkens binnen haar beheergebied. Om deze verantwoordelijkheid gestructureerd en doelmatig uit te voeren, beschikken we over een baggerbeheerplan die in 2024 is herzien.

In dit plan staat:
•    Waar en wanneer gebaggerd wordt, op basis van inspecties en metingen.
•    Welke normen voor diepte en doorvaart gelden per locatie.
•    Hoe baggerwerkzaamheden worden uitgevoerd, met aandacht voor efficiëntie, veiligheid en het beperken van milieueffecten.

Het baggerbeheerplan helpt ons om:
•    De nautische toegankelijkheid te waarborgen.
•    De waterkwaliteit te behouden.
•    Kosten voor baggerwerkzaamheden te plannen en beheersen.

Door periodiek te baggeren volgens het plan zorgen we ervoor dat scheepvaart, recreatie en economische activiteiten in de havens en vaarwegen veilig en duurzaam kunnen plaatsvinden.

Financiën 
Havens
In 2019 stelde de raad het investeringsplan vast en stelde investeringskredieten beschikbaar voor een periode van tien jaar.  

Baggeren 
Binnen de voorziening baggerbeheerplan zijn voor de begrotingsjaren , als gevolg van de hiervoor genoemde actualisatie, de volgende bedragen geraamd:

Bedragen in € 2026 2027 2028 2029
Toevoeging 226.100 226.100 226.100 226.100
Geraamde lasten binnen voorziening 247.503 247.503 247.503 247.503

De voorziening is meerjarig toereikend. De actualisatie heeft plaatsgevonden via het advies Kostendekkendheid havens waarmee de raad in maart 2024 deels  heeft ingestemd. 

Risico’s
Er blijft altijd een klein risico dat door niet tijdig gesignaleerde gebreken in de havens schades of ongevallen kunnen ontstaan. Het risico op schades en ongevallen door gebreken in de havens ondervangen we zoveel mogelijk door controle van de havenmeesters en schouwronde door aannemer op eventuele calamiteiten. 

Conclusie

Terug naar navigatie - Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen - Conclusie

We zijn gestart met meer integraal werken, met als doel een wijk- of kerngerichte aanpak in de openbare ruimte. Dat  houdt in dat we steeds per wijk of kern de gehele opgave in de buitenruimte in één keer aanpakken. Van ondergrondse infrastructuur (riool, kabels- en leidingen) tot en met groenaanleg, klimaatadaptieve maatregelen en waterbeheer.  Deze aanpak vraagt de nodige gezamenlijke aanpak van beheerders, nutsbedrijven en civiele en groene projectleiders, maar heeft wat ons betreft de toekomst.  
Daarnaast actualiseren we waar nodig de beleidsplannen en actualiseren de areaaldata die steeds belangrijker worden voor een goed onderhoud van de buitenruimte. 

Paragraaf 4 Financiering

Terug naar navigatie - Paragraaf 4 Financiering - 4.0 Inleiding

De paragraaf Financiering is één van de verplichte paragrafen die het BBV voorschrijft en bevat de beleidsvoornemens voor het beheer van de financieringsportefeuille, het inzicht in de rentelasten, het renteresultaat, de wijze waarop rente aan de bedrijfsmiddelen en de taakvelden wordt toegerekend, alsmede de financieringsbehoefte voor het komende begrotingsjaar en het meerjarig perspectief.

4.1 RENTERISICOBEHEER

Terug naar navigatie - Paragraaf 4 Financiering - 4.1 RENTERISICOBEHEER

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet is ingesteld als instrument om de renterisico’s binnen de vlottende schulden te beheersen. Voor het rood staan op de bankrekeningen geldt een maximum bedrag. De wettelijke toegestane omvang bedraagt 8,5% van de jaarbegroting bij aanvang van het dienstjaar. Per kwartaal houden wij dit bij. Dit houdt in dat de gemeente bij overschrijding van de omvang na twee kwartalen een lening moet afsluiten. Tot op heden is er sprake van overliquiditeit hoeven we geen leningen aan te trekken.

Berekening van de kasgeldlimiet begrotingsjaar 2026:

Toegestane kasgeldlimiet
a) Begrotingstotaal 2026 169.258
b) Vastgestelde percentage 8,5%
c) Kasgeldlimiet a x b 14.387

Renterisiconorm
De renterisiconorm, eveneens geregeld in de Wet FIDO, geeft aan dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. De renterisiconorm kijkt vooruit en is direct gerelateerd aan het budgettaire risico. Het doel van de renterisiconorm is hoe meer de aflossing van de schuld in de tijd wordt gespreid, hoe minder gevoelig de begroting wordt voor renteschokken bij door te voeren renteherzieningen. Bij een overschrijding van de renterisiconorm moeten maatregelen worden getroffen om het budgettaire risico te voorkomen.

Door de consolidatie van twee leningen in 2025 zijn de aflossingen gedaald. De nieuwe lening voorziet in brede verspreiding van het budgettaire risico. Het risico is hierdoor beperkt. Verder ontstaat meer ruimte binnen de renterisiconorm. De gemeente blijft in de komende jaren binnen de norm.
Onderstaande tabel geeft aan dat binnen de renterisiconorm in de periode 2026 tot en met 2029 geen overschrijdingen plaatsvinden:

Stap Variabelen 2026 2027 2028 2029
1 Renteherzieningen - - - -
2 Aflossingen 6.763 6.770 5.734 5.741
3 Renterisico (1+2) 6.763 6.770 5.734 5.741
4 Bepaling renterisiconorm:
4a Begrotingstotaal 169.258 172.502 163.199 164.343
4b % in de regeling 20 20 20 20
4 = (4ax4b/100) Renterisiconorm 33.852 34.500 32.640 32.869
5a=(4>3) Ruimte onder renterisiconorm 27.953 29.039 27.170 27.392

4.2 KOERSRISICOBEHEER

Terug naar navigatie - Paragraaf 4 Financiering - 4.2 KOERSRISICOBEHEER

Koersrisico is aanwezig als de waarde van de financiële vaste activa (aandelen en obligaties) van de gemeente dalen door negatieve koersontwikkelingen. Het treasurystatuut bepaalt dat de gemeente geen gebruik mag maken van producten waarbij een koersrisico aanwezig is. Binnen de financiële activa doet dit zich niet voor.

4.3 KREDIETRISICOBEHEER

Terug naar navigatie - Paragraaf 4 Financiering - 4.3 KREDIETRISICOBEHEER

Kredietrisico is het risico op een waardedaling van een vordering door het niet (tijdig) na komen van de verplichtingen door financiële instellingen. Binnen het Treasurystatuut is dit risico beperkt doordat alle financiële instellingen onder het regime van de Nederlandse Bank moeten vallen of onder EER toezicht moeten staan en over ten minste een A-rating dienen te beschikken bij het aangaan van financiële verplichtingen. Ook is bepaald dat overtollige middelen eerst worden afgeroomd en worden uitgezet binnen ‘s Rijksschatkist. Daarnaast kan het risico worden beperkt door het stellen van zekerheden. Onze gemeente heeft dit niet gedaan. De uitgezette leningen zijn volledig afgesloten bij instellingen in Nederland.

4.4 FINANCIERINGSPOSITIE

Terug naar navigatie - Paragraaf 4 Financiering - 4.4 FINANCIERINGSPOSITIE

De financieringspositie geeft inzicht in de ontwikkeling van het wel of niet aangaan van leningen. Hierbij houden wij rekening met de investeringen en de beschikbare interne en externe liquide middelen. Voor het bepalen van de financieringsbehoefte gaan wij uit van de te verwachten investeringen en de realisatie daarvan, de omvang van de eigen liquide middelen en  met de beschikbare middelen vanuit het Rijk.

Liquiditeitspositie 
Onze gemeente heeft op dit moment een ruime liquiditeitspositie. Op basis van de overzichten vervangingsinvesteringen, de reeds lopende investeringen 2026-2029 en de investeringen uit de lijst te honoreren prioriteiten kunnen de uitgaven voorlopig worden gedaan op basis van interne financiering.

Voor het begrotingsjaar 2026 verwachten wij op dit moment geen nieuwe leningen aan te hoeven trekken. Dit blijft echter afhankelijk van de daadwerkelijke uitvoering van de voorgenomen investeringen en de daarmee samenhangende looptijd, beschikbare capaciteit en menskracht.

Bij volledige uitvoering van alle voorgenomen investeringen zal dit vanaf begrotingsjaar 2026 leiden tot lagere rentebaten uit 's Rijksschatkist en een toename van rentelasten als gevolg van het aantrekken van nieuwe leningen.
Als we alle voorgenomen investeringen conform planning uitvoeren, betekent dit een extra structurele last van € 0,7 miljoen in 2026 oplopend naar structureel € 1,1 miljoen vanaf 2027. Hierbij is rekening gehouden met de reeds opgenomen stelpost voor extra rentelasten.

Op basis van uitvoeringservaringen in de afgelopen jaren verwachten we dat de investeringen niet in hun geheel binnen de geplande termijnen zullen plaatsvinden. We kiezen er daarom voor deze potentiële extra rentelasten niet structureel in de meerjarenbegroting op te nemen en handhaven we tevens de via de Kadernota 2026-2029 geraamde renteopbrengst uit schatkistbankieren van €0,7 miljoen.

Leningportefeuille 
De leningportetefeuille bestaat op dit moment uit 13 verschillende leningen die bij diverse banken en provincies zijn afgesloten. De rente op deze leningen varieert van -/- 0,15% tot 4,09%. De rentelast is gemiddeld 1,72% en ten opzichte van de huidige rente op de financieringsmarkten laag te noemen.

Mutaties in de leningenportefeuille bedragen * € 1.000) Bedrag Gemiddelde rente
Stand per 1 januari 2026 86.722 1,72%
Nieuwe lening
Reguliere aflossingen 5.898
Vervroegde aflossingen
Renteaanpassingen (oud %)
Renteaanpassingen (nieuw %)
Stand per 31 december 2026 * inclusief lening Zuidhoek 80.823 1,72%

4.5 RENTESCHEMA

Terug naar navigatie - Paragraaf 4 Financiering - 4.5 RENTESCHEMA

Het renteschema is een verplicht onderdeel binnen de BBV en geeft inzicht in de wijze waarop de rentelasten aan investeringen, grondexploitaties en de taakvelden wordt toegerekend. Met behulp van onderstaande tabel is het (rente) omslagpercentage vastgesteld.

Renteschema bedragen * € 1.000 Bedrag Bedrag
a. Rentelasten korte en lange financiering 1468
b. Externe rentebaten -957
Totaal door te rekenen externe rente 511
c1. Rente die aan de grondexploitatie wordt doorgerekend 0
c2. Rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld wordt toegerekend -733
Subtotaal -733
Saldo totaal door te rekenen externe rente -222
d1. Rente over eigen vermogen en voorzieningen 1.522
Aan taakvelden toe te rekenen rente 1.300
e. Werkelijk aan taakvelden toegerekende rente 1.300
Renteresultaat op taakveld Treasury 0

Ad c1 en c2.
Er mag geen rente over het eigen vermogen en voorzieningen worden toegerekend aan grondexploitaties en investeringen waarbij sprake is van projectfinanciering.

Ad d1.
Het rentepercentage over het eigen vermogen en de voorzieningen is in de kadernota 2026- 2029 vastgesteld op 1,7 %. Met dit percentage is gerekend.

Ad e.
De toe te rekenen rente aan de projectfinanciering en de toerekening over de reserves en voorzieningen c1  en 2 geschiedt met afzonderlijke bedragen. Voor de rentetoerekening aan de overige activa en de taakvelden is gerekend met een renteomslag van 1,25%.
De notitie rente van de BBV stelt dat het niet is toegestaan om op taakvelden te differentiëren in het toe te rekenen rentepercentage (behalve aan bouwgronden en investeringen die met projectfinanciering zijn gefinancierd). Hier voldoen wij aan.

4.7 INFORMATIEVOORZIENING

Terug naar navigatie - Paragraaf 4 Financiering - 4.7 INFORMATIEVOORZIENING

De informatievoorziening met betrekking tot de activiteiten op het gebied van het Treasury beleid en de verantwoording daarover vindt plaats in de begroting, via begrotingswijzigingen en de jaarrekening. 
De provinciale toezichthouder (provincie Zeeland) ontvangt jaarlijks de verantwoordingsinformatie over de treasuryactiviteiten eveneens via de begroting en de jaarrekening en tussentijds indien sprake is van een overschrijding van de kasgeldlimiet en/of renterisiconorm.

Paragraaf 5 Bedrijfsvoering

Wat houdt de paragraaf in?

Terug naar navigatie - Paragraaf 5 Bedrijfsvoering - Wat houdt de paragraaf in?

INLEIDING
Strategische bedrijfsvoering is een belangrijke factor om de doelen op het gebied van Werken, Wonen en Verblijven te realiseren. Met een sterke bedrijfsvoering en goede dienstverlening zijn we een gemeente die maatschappelijk opgaven realiseert, die presteert, beloftes nakomt en in verbinding staat met de samenleving. 

We hebben als gemeente te maken met veel, grote en complexe uitdagingen waaraan we niet allemaal tegelijk kunnen voldoen vanwege fysieke ruimte, capaciteit en financiële middelen.  De spanning op hierop vraagt doorontwikkeling naar een wendbare en slagvaardige gemeente. Deze veranderopgaven vragen van ons: 

•    Focus aanbrengen, prioriteiten stellen en bestuurskracht vergroten.
•    Het doorontwikkelen naar  een  wendbare en slagvaardige organisatie.
•    De dienstverlening naar een hoger plan tillen.
•    Samenwerking met inwoners, ondernemers en SDW-raden en andere (sociaal-maatschappelijke) partijen.
•    Het zijn en blijven doorontwikkelen van een aantrekkelijke organisatie om voor te werken.

Om deze veranderopgave te ondersteunen stelden we een Organisatieprogramma 2022-2026 op. Hierin staan 5 ambities centraal:

1.    Sterke teams
2.    Sterke bedrijfsvoering
3.    Ruimte voor participatie
4.    Aantrekkelijke organisatie
5.    Goed bestuurlijk-ambtelijk samenspel

In de lijst te honoreren prioriteiten 2026-2029 nemen we voor de jaren 2026 en 2027 hiertoe een jaarlijks ontwikkelbudget op van € 150.000.

In deze paragraaf nemen wij u mee in hoe we in 2026 uitvoering geven aan deze ambities.

Wat gaan de inwoners, ondernemers en de raad hiervan merken?

We optimaliseren en meten de waardering van onze dienstverlening, waardoor inwoners en ondernemers zich gehoord en gezien voelen en zich door de gemeente betrokken voelen bij wat er in hun stad, dorp of wijk wordt aangepakt. Door in te zetten op deze veranderopgaven verbetert de kwaliteit van het besluitvormingsproces, de betrouwbaarheid van de stukken en wordt de lange termijn agenda van de raad steeds overzichtelijker. 

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Paragraaf 5 Bedrijfsvoering - Wat willen we bereiken?

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Paragraaf 5 Bedrijfsvoering - Wat willen we bereiken?

P.5.1 Ambitie Sterke teams: We verbeteren de resultaten en kwaliteit van de dienstverlening aan inwoners, bestuur en interne klant door het functioneren van de teams verder te versterken.

Terug naar navigatie - Paragraaf 5 Bedrijfsvoering - Wat willen we bereiken? - P.5.1 Ambitie Sterke teams: We verbeteren de resultaten en kwaliteit van de dienstverlening aan inwoners, bestuur en interne klant door het functioneren van de teams verder te versterken.

Wat gaan we daarvoor doen?

P.5.2 Ambitie Sterke bedrijfsvoering: We zijn aantoonbaar in control vanuit een datagedreven manier van werken en continue monitoring.

Terug naar navigatie - Paragraaf 5 Bedrijfsvoering - Wat willen we bereiken? - P.5.2 Ambitie Sterke bedrijfsvoering: We zijn aantoonbaar in control vanuit een datagedreven manier van werken en continue monitoring.

Wat gaan we daarvoor doen?

P.5.4 Ambitie Aantrekkelijke organisatie: We zijn een aantrekkelijke organisatie waar potentiële medewerkers willen werken en bestaande medewerkers willen blijven werken.

Terug naar navigatie - Paragraaf 5 Bedrijfsvoering - Wat willen we bereiken? - P.5.4 Ambitie Aantrekkelijke organisatie: We zijn een aantrekkelijke organisatie waar potentiële medewerkers willen werken en bestaande medewerkers willen blijven werken.

Wat gaan we daarvoor doen?

P.5.5 Ambitie Goed bestuurlijk-ambtelijk samenspel: We ervaren een goed afgestemde sturing op het realiseren van bestuurlijke prioriteiten.

Terug naar navigatie - Paragraaf 5 Bedrijfsvoering - Wat willen we bereiken? - P.5.5 Ambitie Goed bestuurlijk-ambtelijk samenspel: We ervaren een goed afgestemde sturing op het realiseren van bestuurlijke prioriteiten.

Wat gaan we daarvoor doen?

Kengetallen Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Paragraaf 5 Bedrijfsvoering - Kengetallen Bedrijfsvoering

Voor de bedrijfsvoering nemen wij de volgende verplichte beleidsindicatoren op.

Naam indicator Eenheid Begroting 2025 Begroting 2026
Formatie Aantal fte per 1000 inwoners 10,82 fte 11,21 fte
Bezetting Aantal fte per 1000 inwoners 10,25 fte 10,64 fte
Apparaatskosten Kosten per inwoner € 1.222 € 1.332
Externe inhuur Kosten als % van de totale loonsom 5,81% 4,83%
Externe inhuur Totale kosten inhuur externen € 1.966.087 € 1.690.790

Paragraaf 6 Verbonden partijen

6.1 ALGEMEEN

Terug naar navigatie - Paragraaf 6 Verbonden partijen - 6.1 ALGEMEEN

Een verbonden partij is een instelling buiten de eigen organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft.  Het is één van de vormen waarmee de gemeente haar taken uit kan (laten) voeren: eigen activiteiten, door een commerciële partij of door een verbonden partij.

Verbonden partijen zijn in elk geval alle gemeenschappelijke regelingen waaraan wij deelnemen en alle naamloze en besloten vennootschappen waar we aandeelhouder van zijn. 

Verbonden partijen leveren soms bestuurlijk complexe verhoudingen op, omdat de gemeente zowel bestuurder als klant is. Bovendien zijn meestal meerdere partijen onderdeel van de verbonden partij. Wij  zijn dan niet de enige bestuurder en niet de enige klant. Wij moeten onze bestuurlijke doelen en wensen afstemmen met die van de andere deelnemers. Dit maakt de aansturing soms complex.

Voordelen van verbonden partijen zijn de grotere schaal en de regionale aanpak van een regionaal onderwerp. In deze paragraaf leest u het totaaloverzicht van de verbonden partijen.

In deze paragraaf benoemen we ook de eventuele risico’s die wij lopen. Als de risico’s substantieel en financieel van belang zijn, benoemen we die ook de Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.

6.2 VISIE EN BELEID GEMEENTE

Terug naar navigatie - Paragraaf 6 Verbonden partijen - 6.2 VISIE EN BELEID GEMEENTE

De Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) is per 1 juli 2022 gewijzigd, met als doel de democratische legitimatie van samenwerkingsverbanden tussen decentrale overheden te versterken. De wetswijziging beoogt de kaderstellende en controlerende rol van gemeenteraden, provinciale staten en algemene besturen van waterschappen te vergroten bij de uitvoering van taken die zijn ondergebracht in gemeenschappelijke regelingen. Om de versterking te bereiken, wordt een aantal bestaande instrumenten van de volksvertegenwoordiging aangepast en uitgebreid.  De wetswijziging benadrukt het belang van een actieve rol van de gemeenteraad bij de kaderstelling en het toezicht op verbonden partijen. Gemeenteraden worden gestimuleerd om, waar mogelijk, gezamenlijk op te treden om de bestuurlijke sturing binnen samenwerkingsverbanden te versterken.

De Vereniging Zeeuwse Gemeenten (VZG) heeft een provinciale juridische werkgroep ingesteld ter ondersteuning van gemeenten, provincie en waterschap bij het actualiseren van de gemeenschappelijke regelingen in het kader van de gewijzigde Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). De wettelijke deadline voor het doorvoeren van deze aanpassingen was gesteld op 1 juli 2024. Op dit moment zijn nog niet alle regelingen aangepast met de gewijzigde wetgeving.

Terug naar navigatie - Paragraaf 6 Verbonden partijen - 01 Regionaal bureau leerplicht (RBL)
Regionaal Bureau Leerplicht (RBL)
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (centrumgemeente-constructie)
Vestigingsplaats Goes
Doelstelling en openbaar belang Jongeren maximale kansen bieden op een zelfstandige positie op de arbeidsmarkt en een zelfredzame toekomst in de maatschappij door uitvoering van de Leerplichtwet en de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC) om zo voortijdige schooluitval terug te dringen en te voorkomen.
Sub-Programma 2.1 Goed en realistisch voorzieningenniveau.
Deelnemende partijen Gemeenten Goes, Borsele, Kapelle, Noord-Beveland, Schouwen-Duiveland en Tholen.
Bestuurlijk belang De wethouder onderwijs is lid van het algemeen bestuur.
Financieel belang De gemeente betaalt jaarlijks een bijdrage.
Bijdragen

Werkelijk jaarrekening 2024: € 143.591
Begroot begroting 2025: €  149.625
Begroot begroting 2026: € 158.742

Eigen vermogen Per 01-01-2026: € 0
Per 31-12-2026: € 0
Vreemd vermogen 

Per 01-01-2026: € 0

Per 31-12-2026: € 0

Financieel resultaat Begroting 2026: € 0
Risico’s  
Ontwikkelingen

Vanaf 1 januari 2026 krijgt het Doorstroompunt een nieuwe taakstelling. Vanaf deze datum treedt het nieuwe wetsvoorstel ‘Van school naar duurzaam werk’ in werking. De doelgroep wordt hiermee uitgebreid van 23 naar 27 jaar. Daarnaast wordt de definitie van voortijdig schoolverlaten herijkt, hetgeen naar verwachting leidt tot een uitbreiding van de doelgroep. Onduidelijk is of de verhoging van de middelen voldoende is om de uitbreiding van de werkzaamheden te dekken. De  financiële scenario's worden daarom in opdracht van het AB onderzocht. 

Terug naar navigatie - Paragraaf 6 Verbonden partijen - 02 GR de Zeeuwse Muziekschool (ZMS)
De Zeeuwse Muziekschool (ZMS)
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam)
Vestigingsplaats Middelburg
Doelstelling en openbaar belang Bevordering van de kunstzinnige vorming in de ruimste zin.
Sub-Programma 2.1 Goed en realistisch voorzieningenniveau.
Deelnemende partijen Alle Zeeuwse gemeenten, behalve Sluis, Terneuzen en Vlissingen.
Bestuurlijk belang De wethouder cultuur heeft zitting in het algemeen bestuur.
Financieel belang Deels een bedrag per inwoner en deels variabel in verband met overeengekomen budget (aantal leseenheden).
Bijdragen

Werkelijk jaarrekening 2024: € 310.330
Begroot begroting 2025: € 278.378
Begroot begroting 2026: € 272.253

Eigen vermogen

Per 01-01-2026: € 14.146
Per 31-12-2026: € 2.867

Vreemd vermogen 

Per 01-01-2026: € 1.032.480
Per 31-12-2026: € 1.032.480

Financieel resultaat Begroting 2026: - € 11.279
Risico’s

n.v.t

Ontwikkelingen

Van de 13 Zeeuwse gemeenten nemen er anno 2025 nog 10 deel aan deze regeling. Op korte termijn worden dat er 8.

In april 2025 is er het rapport opgeleverd van een onafhankelijk onderzoek naar muziekonderwijs in Zeeland. In dit rapport wordt onder andere geadviseerd om de Gemeenschappelijke Regeling ZMS om te vormen naar een stichting. 
Het Algemeen Bestuur van de ZMS buigt zich op dit moment over de herziening van een organisatievorm. 

Terug naar navigatie - Paragraaf 6 Verbonden partijen - 03 GR Gemeenschappelijke gezondheidsdienst Zeeland (GGD)
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zeeland (GGD)
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam)
Vestigingsplaats Goes
Doelstelling en openbaar belang

De GGD voert taken uit die de Wet publieke gezondheid, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet aan de gemeente opdragen. Het gaat om de volgende taken:
a.  Publieke gezondheid: het bevorderen en beschermen van de gezondheid van de burgers van Zeeland door middel van het verkrijgen van inzicht in de gezondheidssituatie en het voorkomen van ziekten (waaronder infectie- en welvaartsziekten), het treffen van maatregelen om uitbreiding te voorkomen en het bevorderen van een gezonde levensstijl.
b.  Jeugdgezondheidszorg: het bevorderen en veiligstellen van een gezonde lichamelijke, geestelijke en sociale ontwikkeling van 0- tot 19-jarigen zodat het kind een optimaal niveau van individueel en maatschappelijk functioneren kan bereiken. Hierbij wordt uitgegaan van de eigen verantwoordelijkheid van de ouders of verzorgers van het kind.
c.  Veilig Thuis: de integrale aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling door één meldpunt te hebben voor burgers en professionals en waarbij wordt uitgegaan van één gezin, één plan.
d. Uitvoeren van taken die voortvloeien uit het Integraal Zorgakkoord (IZA; opgevolgd in 2026 als Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord, AZW). Dit betreft hoofdzakelijk de projectorganisatie en -ondersteuning van de vijf 'ketenaanpakken' binnen het IZA waarvoor de gemeenten verantwoordelijk zijn.

Sub-Programma 2.4 Goed en betaalbaar aanbod zorg en welzijn.
Deelnemende partijen Alle Zeeuwse gemeenten.
Bestuurlijk belang De wethouder welzijn en volksgezondheid is lid van het algemeen bestuur.
Financieel belang

Een bijdrage in de exploitatielasten voor gezondheidsdiensten op basis van het inwoneraantal (totaal & 0-19-jarigen).

In de begroting van de GGD worden tevens de apparaatskosten van IJZ (Inkooporganisatie jeugdhulp Zeeland) opgevoerd.

Bijdragen

Werkelijk jaarrekening 2024: € 2.095.829
Begroot begroting 2025: € 2.213.813
Begroot begroting 2026: € 2.084.704

Eigen vermogen Per 01-01-2026: €  4.820.000
Per 31-12-2026: €  4.404.000
Vreemd vermogen  Per 01-01-2026: € 31.663.000
Per 31-12-2026: €  31.663.000
Financieel resultaat Begroting 2026: €  0 (raming)
Risico’s  
Ontwikkelingen

De GGD draagt bij aan ons gezondheidspreventiebeleid, dat zich richt op een gezonde leefomgeving, het verkleinen van gezondheidsachterstanden, mentale gezondheid voor jeugdigen en jongvolwassenen en vitaal ouder worden.

De GGD heeft in de periode 2024-2026 een belangrijke rol in de uitvoering van het landelijke zorg- en welzijnsakkoord (AZWA) dat met ingang van 2026 het Integraal Zorgakkoord (IZA) vervangt. De GGD levert met name coördinatie en ondersteuning aan onze gemeente bij de zgn. 'ketenaanpakken' Jeugd Op Gezond Gewicht (JOGG) en valpreventie voor ouderen. De GGD ontvangt hiervoor uit het regionale zorgbudget extra middelen om personeel te kunnen aanwerven. 

Een aandachtspunt blijft de personeelsbezetting met de nodige vacatures. Onder andere bij de uitvoering van 'Veilig Thuis' leidt dit tot wachtlijsten bij de opvolging van meldingen, die moeilijk terug te dringen zijn. Op de langere termijn zijn er zorgen over het Kabinetsbesluit om te bezuinigen op de pandemische paraatheid.  We hebben kennisgenomen van een nieuw werkplan voor de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) dat er (vooral) op is gericht om op een meer eigentijdse manier ouders aan te spreken en te adviseren bij het opvoeden en opgroeien van kinderen. Specifiek regionale aandachtspunten zijn de teruglopende vaccinatiegraad en de Pfas-problematiek. Zorgen om het behoud van huisartsen en basisgezondheidszorg zijn niet weggenomen.   

De praktische en inhoudelijke samenwerking  tussen GGD en VRZ (Veiligheidsregio Zeeland) heeft inmiddels geleid tot bestuurlijke besluitvorming over gezamenlijke huisvesting en samenvoeging van de bedrijfsvoeringstaken van GGD en VRZ in Goes-West. Er is nog geen formeel besluit genomen over een bestuurlijke fusie tussen beide lichamen. 

 

Terug naar navigatie - Paragraaf 6 Verbonden partijen - 04 GR Veiligheidsregio Zeeland (VRZ)

Veiligheidsregio Zeeland (VRZ)
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam)
Vestigingsplaats Middelburg
Doelstelling en openbaar belang Het inrichten en in stand houden van een regionale crisisorganisatie en brandweerzorg.
Sub-Programma 2.1 Goed en realistisch voorzieningenniveau.
Deelnemende partijen Alle Zeeuwse gemeenten.
Bestuurlijk belang De burgemeester heeft zitting in het algemeen bestuur.
Financieel belang De belangrijkste inkomstenbron van de Veiligheidsregio is de gemeentelijke bijdrage. 
De verdeelsleutel voor de gemeentelijke bijdrage is gebaseerd op de uitkeringsmaatstaf Veiligheid in het Gemeentefonds.
Bijdragen Werkelijk jaarrekening 2024:  € 3.518.722
Begroot begroting 2025: € 3.552.986
Begroot begroting 2026: € 3.636.336
Eigen vermogen Per 01-01-2026: € 1.492.888
Per 31-12-2026: € 1.316.950
Vreemd vermogen  Per 01-01-2026: € 21.229.150
Per 31-12-2026: € 33.419.408
Financieel resultaat Begroting 2026: - €1.539.540
Risico’s Niet van toepassing
Ontwikkelingen

GGD Zeeland en Veiligheidsregio Zeeland maken een ontwerp gemeenschappelijke regeling voor beide organisaties en starten met de wijzigingsprocedure voor governance. Er wordt een concept ontwerp uitgewerkt voor nieuwbouw ten behoeve van gezamenlijke huisvesting voor Goes-West. Er wordt daarnaast gewerkt aan transitieplannen voor o.a. bedrijfsvoering

 

Terug naar navigatie - Paragraaf 6 Verbonden partijen - 05 GR Openbaar Lichaam Afvalstoffenverwijdering Zeeland (OLAZ)

Openbaar Lichaam Afvalstoffenverwijdering Zeeland (OLAZ)
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam)
Vestigingsplaats Borssele
Doelstelling en openbaar belang Behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemers op het gebied van de afvalstoffenverwijdering, waaronder de zorg voor verwijdering van afvalstoffen en het inrichten en beheren van installaties voor inzameling, overslag en transport van afvalstoffen.
Sub-Programma 2.2 Wonen naar wens.
Deelnemende partijen Alle Zeeuwse gemeenten.
Bestuurlijk belang De wethouder afvalstoffen heeft zitting in het dagelijks bestuur.
Financieel belang De kosten worden verdeeld naar rato van het aantal inwoners en verwerking van de afvalstroom in tonnages.
Bijdragen Werkelijk jaarrekening 2024: €1.849.022
Begroot begroting 2025: € 1.994.350
Begroot begroting 2026: € 2.123.780
Eigen vermogen Per 01-01-2026: € 1.759.144
Per 31-12-2026: € 1.759.144
Vreemd vermogen  Per 01-01-2026: € 21.291.100
Per 31-12-2026: € 21.129.100
Financieel resultaat Begroting 2026: € 0
Risico’s  
Ontwikkelingen De VZG norm van -2,2% wordt voor 2026 behaald. In de toekomst moeten mogelijk wel maatregelen worden getroffen. Mogelijke toekomstige maatregelen zijn bijvoorbeeld gewijzigde financiering van de toekomstig te realiseren Milieustraten Compleet Plus. Meer verregaande bezuinigingsopgaven zullen betrekking hebben op het (gedeeltelijk) sluiten van milieustraten, het beperken van openingstijden of aparte/aanvullende tarieven te hanteren voor het brengen van bepaalde afvalstromen bij de inwoners (toegangsbeperking). Deze maatregelen zijn voor de begroting 2026 nog niet nodig.
De ketenovereenkomst met Verpact voor PMD worden per 1-1-2026 vernieuwd. Hierdoor gaan de afspraken tussen Verpact en de gemeenten op het gebied van PMD-inzameling wijzigen. Onduidelijk is nog wat deze wijzigingen precies gaan zijn. Het heeft in elk geval betrekking op de relatie tussen de inzamelmethode van het PMD en de hoogte van de vergoeding, alsook de mate van de recyclebare waarde van het ingezamelde PMD-afval.
Steeds meer afvalstromen moeten op de milieustraten gescheiden worden ingezameld. Daarnaast wordt de inzameling aan strengere voorwaarden verbonden om afkeur te voorkomen en recycling beter mogelijk te maken. Deze ontwikkelingen zorgen voor steeds hogere kosten voor de milieustraten. Het Algemeen Bestuur van OLAZ heeft hierop geanticipeerd door te besluiten op de invoering van toegangscontrole op de milieustraten en voert haalbaarheidsonderzoeken uit tot het realiseren van circulaire ambachtscentra in de regio’s. Voor wat betreft het vereenvoudigen van de kleinere milieustraten (regionalisering milieustraten) is besloten om de data van de toegangscontrole af te wachten zodat gerichte planvorming kan plaatsvinden. Het in werking treden van de toegangscontrole op de milieustraten is vooralsnog gepland op 1-11-2025. Ten behoeve van mogelijke investeringen van voornoemde toekomstige ontwikkelingen " is vanaf 2024 structureel een bedrag van € 874.000,- in de OLAZ begroting opgenomen.
In 2021 is een CO2-heffing ingevoerd voor de verbranding van het restafval die kan worden doorberekend in de kostprijs voor het verbranden van restafval. Deze naar verwachting aanzienlijke CO2- heffing komt boven op de reeds bestaande verbrandingsbelasting op het restafval. Verwacht wordt dat deze CO2 – heffing vanaf 2028 bij O.L.A.Z. in rekening wordt gebracht.

Terug naar navigatie - Paragraaf 6 Verbonden partijen - 06 GR Samenwerkingsverband Welzijnszorg Oosterschelderegio (SWVO)

Samenwerkingsverband Welzijnszorg Oosterschelderegio (SWVO)
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam)
Vestigingsplaats Goes
Doelstelling en openbaar belang Het Samenwerkingsverband Welzijnszorg Oosterschelderegio (SWVO) is een Gemeenschappelijke Regeling en voert beleids- en uitvoeringstaken uit op het terrein van zorg, jeugd, maatschappelijke ondersteuning, cultuur- en volwasseneducatie. Het SWVO heeft bovendien een overleg- en adviesfunctie op andere en nieuwe terreinen van welzijn en zorg.
Sub-Programma 2.4 Goed en betaalbaar aanbod zorg en welzijn.
Deelnemende partijen De gemeenten Borsele, Kapelle, Reimerswaal, Tholen, Goes, Noord-Beveland en Schouwen-Duiveland.
Bestuurlijk belang De wethouder Sociaal Domein heeft zitting in het algemeen bestuur.
Financieel belang Bijdrage in de kosten van het secretariaat, beleidscapaciteit en de kosten van uitvoering van een aantal werksoorten. De lasten van het leerlingenvervoer worden voor 100% doorberekend. De lasten voor de overige maatwerkvoorzieningen vallen rechtstreeks in onze eigen jaarrekening.
Bijdragen Werkelijk jaarrekening 2024: € 1.211.847
Begroot begroting 2025: € 11.279.225
Begroot begroting 2026: € 1.269.160
Eigen vermogen Per 01-01-2026: € 975.000
Per 31-12-2026: € 869.000
Vreemd vermogen  Per 01-01-2026: € 13.739.000
Per 31-12-2026: € 13.810.000
Financieel resultaat Begroting 2026: €  -71.000
Risico’s Voor wat betreft de uitvoering van de inkoop van leerlingenvervoer in het kader van de maatschappelijke ondersteuning is er sprake van een open-einde-regeling.
Ontwikkelingen

Vanaf 1 mei 2024 geldt een nieuw inkoopkader. Onder andere is de overstap gemaakt van resultaatgerichte (lump-sum)financiering naar inspanningsgerichte afrekening (PxQ) en zijn de uurtarieven gestegen. Intern zijn maatregelen genomen om de prijsstijging het hoofd te bieden met als resultaat dat de kostenstijgingen beperkt zijn. Ook is er door de effectieve manier van indicatiestellingen slechts zeer beperkt sprake van een wachtlijst bij aanbieders. Hierdoor wordt het doel, het bieden van hulp aan de meest kwetsbare inwoners, behaald en verzekerd.  Duidelijk is daarnaast dat zonder maatregelen de begroting vanaf 2026 met ca. 20% zal stijgen voor de meest voorkomende vormen van huishoudelijke hulp en 15% voor begeleiding. Deze percentages zijn uitsluitend het gevolg van de nieuwe tarieven die volgen uit de PxQ financiering. Daarbovenop komen nog de volumestijging als gevolg van vergrijzing en de jaarlijkse indexatie.

 

Terug naar navigatie - Paragraaf 6 Verbonden partijen - 07 Bureau College Zorg en Welzijn (CZW-bureau)

Bureau College Zorg en Welzijn (CZW-bureau) 
Rechtsvorm Entiteit  van de gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats Goes
Doelstelling en openbaar belang

Het CZW Bureau voert de gezamenlijke beleidsvoorbereiding en -uitvoering uit voor alle 13 Zeeuwse gemeenten. Het gaat om de invulling van: 

  • De gemeentelijke Anti Discriminatie Voorziening: Anti Discriminatie Bureau Zeeland.
  • Huiselijk Geweld/ Huisverbod.
  • Maatschappelijke Opvang, Beschermd Wonen en Vrouwenopvang (in opdracht van de centrumgemeente Vlissingen).
  • uitvoering van de Zeeuwse organisatie voor fraudebestrijding in Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet.
  • aandeel in de uitvoering van domein overstijgend samenwerken zorg en veiligheid Zeeland.
Sub-Programma 2.4 Goed en betaalbaar aanbod zorg en welzijn.
Deelnemende partijen Alle Zeeuwse gemeenten.
Bestuurlijk belang

Het CZW-bureau is geen bestuurlijke entiteit en in het bestuur is onze gemeente niet rechtstreeks vertegenwoordigd. Administratief en bestuurlijk ressorteert het CZW-bureau onder de GR SWVO. De gemeente is deelnemer in het Overleg Zeeuwse Overheden, waar de stukken van het CZW-bureau worden behandeld.

Financieel belang Bijdrage in de kosten van het secretariaat en bijdragen in de kosten van uitvoering van de werksoorten.
Bijdragen

Werkelijk jaarrekening 2024: € 186.518
Begroot begroting 2025: €  151.642
Begroot begroting 2026: € onbekend

Eigen vermogen Per 01-01-2026: €  82.486
Per 31-12-2026: € 82.956
Vreemd vermogen  Per 01-01-2026: € 2.978.347
Per 31-12-2026: € 2.963.480
Financieel resultaat Begroting 2026: €  430
Risico’s  

Ontwikkelingen

 

De Zeeuwse gemeenten nemen naar verwachting in 2026 een besluit over de governance voor inkoop van jeugdhulp en de centrumgemeentetaken.  Ook in 2026  blijft  CZWbureau naast IJZ (inkoop jeugd) hiervoor de uitvoeringsorganisatie.  De Zeeuwse gemeenten dragen voor wat betreft de centrumgemeentetaken niet bij in de inkoop (bekostiging) maar wel in kosten van beleidsuitvoering en secretariaat, naar rato van inwoneraantal.

 Het personeel van CZWbureau is bij SWVO in dienst. 

Het CZWbureau zal dus blijven functioneren zoals tot nu toe gebruikelijk, met beleidsadviseurs die op onderdelen de beleidsontwikkeling en -uitvoering voor de Zeeuwse gemeenten ondersteunen, en via het centraal financieren van de onder 'openbaar belang' genoemde activiteiten ten dienste van de Zeeuwse gemeenten. 

Terug naar navigatie - Paragraaf 6 Verbonden partijen - 08 GR Regionale Uitvoeringsdienst (RUD)
Regionale Uitvoeringsdienst (RUD)
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam)
Vestigingsplaats Terneuzen
Doelstelling en openbaar belang

De omgevingsdienst RUD Zeeland voert de wettelijke taken voortvloeiende uit de Wet Vergunningverlening, toezicht en handhaving (Wth) van de milieu-inrichtingen uit.

Sub-Programma

2.2 Wonen naar wens.

Deelnemende partijen

Alle Zeeuwse gemeenten en  de provincie Zeeland.

Bestuurlijk belang

De wethouder milieu heeft zitting in het algemeen bestuur. Daarnaast is deze regiovertegenwoordiger en voorzitter in het dagelijks bestuur.

Financieel belang

Er wordt begroot op P*Q verrekend in uren. 

Bijdragen Werkelijk jaarrekening 2024: € 1.034.027
Begroot begroting 2025: €  916.100
Begroot begroting 2026: € 1.595.000 
Eigen vermogen Per 01-01-2026: € 771.000
Per 31-12-2026: € 771.000
Vreemd vermogen  Per 01-01-2026: € 4.000.000
Per 31-12-2026: € 4.000.000 
Financieel resultaat  Begroting 2026: € 0
Risico’s  
Ontwikkelingen

Als gevolg van het interbestuurlijk programma vergunning verlening, toezicht en handhaving (IBP-VTH) wordt gewerkt aan de versterking van de omgevingsdiensten in Nederland. Op 1 april 2026 moet de RUD Zeeland voldoen aan de robuustheidscriteria die hierbij horen, waaronder omvang werkprogramma, kwaliteit, innovatieagenda en informatie-gestuurd werken. In 2024 is het Plan van Aanpak Robuuste RUD Zeeland vastgesteld.

Beleid is niet meer VTH-beleid Zeeland, maar wordt opgevolgd door Uitvoerings- en handhavingsbeleid zeeland wat in 2025 wordt vastgesteld.

 

 

Terug naar navigatie - Paragraaf 6 Verbonden partijen - 09 N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)

N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
Rechtsvorm Vennootschappen/Coöperaties
Vestigingsplaats

Den Haag

Doelstelling en openbaar belang

BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
De gemeente heeft de BNG als huisbankier.

Sub-Programma A.1 Algemene dekkingsmiddelen.
Deelnemende partijen De Rijksoverheid, gemeenten en andere publiekrechtelijke lichamen.
Bestuurlijk belang De gemeente heeft geen zetel in het bestuur van de BNG. De gemeente heeft als aandeelhouder wel stemrecht in de algemene Vergadering van Aandeelhouders.
Financieel belang De gemeente bezit 0,04% van aandelen, zijnde 23.790 aandelen van € 2,50 per aandeel. 
Bijdragen Werkelijk jaarrekening 2024: € 0
Begroot begroting 2025: € 0
Begroot begroting 2026: € 0
Eigen vermogen Per 01-01-2026:  € 4.777 miljoen
Per 31-12-2026:   € 4.777 miljoen
Vreemd vermogen  Per 01-01-2026:  € 110.819 miljoen
Per 31-12-2026:  € 110.819 miljoen

Financieel resultaat

Begroting 2026:  € 0
Risico’s  
Ontwikkelingen

"De BNG is de bank voor de publieke sector. De BNG biedt concurrerende tarieven aan, investeert in duurzaamheid en onderscheid zich als een bank die zich inzet voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken, waaronder:
- duurzame steden en gemeenschappen;
- goede gezondheid en welzijn;
- kwaliteitsonderwijs;
- betaalbare en duurzame energie;
- klimaatactie.
De BNG kiest voor het vergroten van het klantpartnerschap. Zij gaat actief in gesprek met klanten en bespreken huidige en toekomstige behoeften. De BNG is hierin de drijvende kracht. Niet alleen met financieringen maar ook met kennis, betrokkenheid en met de overtuiging om gezamenlijk impact te maken op de maatschappelijke vraagstukken.

 

Terug naar navigatie - Paragraaf 6 Verbonden partijen - 10 De Zeeuwse Energie Houdstermaatschappij N.V.

Zeeuwse Energie Houdster Maatschappij (ZEH) N.V.
Rechtsvorm Vennootschappen/Coöperaties
Vestigingsplaats Middelburg
Doelstelling en openbaar belang Werkzaam zijn op het gebied van de openbare gas-, elektriciteits- en warmtevoorziening.
Sub-Programma 1.1 Economie sterk water gerelateerd.
Deelnemende partijen Alle Zeeuwse gemeenten, gemeente Bergen op Zoom, Woensdrecht, Goeree-Overflakkee en de provincies Zeeland, Noord-Brabant en Zuid-Holland.
Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in de Algemene vergadering van Aandeelhouders.
Financieel belang De gemeente bezit 3,9%  van de aandelen. 
Bijdragen Werkelijk jaarrekening 2024: € 0
Begroot begroting 2025: € 0
Begroot begroting 2026: € 0
Eigen vermogen Per 01-01-2026: €  onbekend
Per 31-12-2026: €  onbekend
Vreemd vermogen  Per 01-01-2026: € onbekend
Per 31-12-2026: € onbekend
Financieel resultaat Begroting 2026:  € onbekend
Risico Met de verkoop van de PZEM (Sloecentrale en Wholesale-activiteiten) is uitvoering gegeven aan de aandeelhoudersstrategie. De risico’s voor de gemeente zijn daarmee aanmerkelijk afgenomen. 
Ontwikkelingen De ZEH heeft verkennende gesprekken gevoerd met de Staat over een eventuele overdracht van het belang in de Kerncentrale Borssele (KCB). Naar aanleiding van de verkennende gesprekken heeft het kabinet een niet-bindend bod uitgebracht aan ZEH. Het niet-bindend bod is de eerste stap in de onderhandelingen tussen ZEH en de Rijksoverheid voor de  overname van de aandelen van EPZ, de exploitant van de kerncentrale Borssele. 

Terug naar navigatie - Paragraaf 6 Verbonden partijen - 11 Gemeenschappelijk Bezit Evides Aqua B.V
B.V. Gemeenschappelijk Bezit Evides 
Rechtsvorm Vennootschap
Vestigingsplaats Rotterdam
Doelstelling en openbaar belang Werkzaam zijn op het gebied van de openbare watervoorziening ten behoeve van drinkwater en industriewater. 
Sub-Programma 1.1 Economie sterk water gerelateerd
Deelnemende partijen Alle Zeeuwse gemeenten en provincie Zeeland
Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. 
Financieel belang De gemeente bezit 3,9% van de volgestorte aandelen. 
Bijdragen

Werkelijk jaarrekening 2024: € 0
Begroot begroting 2025: € 0
Begroot begroting 2026: € 0

Eigen vermogen Per 01-01-2026: €   onbekend
Per 31-12-2026: €    onbekend 
Vreemd vermogen  Per 01-01-2026: €  onbekend 
Per 31-12-2026: €  onbekend 
Financieel resultaat Begroting 2026: €  onbekend 
Risico’s De bedrijfsvoering betreft het leveren van drink- en proceswater. De waterbedrijven hebben voor de toekomst het signaal gegeven nu maatregelen te treffen voor de beschikbaarheid van voldoende water vanwege klimaatverandering. Vooralsnog is de bedrijfsvoering niet aan economische invloeden onderhevig.
Ontwikkelingen  
Terug naar navigatie - Paragraaf 6 Verbonden partijen - 11 Zuidhoek-Flex bv

Zuidhoek-Flex B.V.
Rechtsvorm Vennootschappen/Coöperaties
Vestigingsplaats Zierikzee
Doelstelling en openbaar belang Het al dan niet tijdelijk inzetten van arbeidskrachten, het aannemen en uitbesteden van werk voor derden, het (laten) uitvoeren van werkzaamheden, het werven en selecteren van arbeidskrachten. 
Sub-Programma 1.4 Arbeidsmarkt in balans.
Deelnemende partijen Gemeente Schouwen-Duiveland.
Bestuurlijk belang Het college van burgemeester en wethouders vormt de Algemene vergadering van aandeelhouders.
Financieel belang De gemeente is enig aandeelhouder.
Bijdragen Werkelijk jaarrekening 2024:  € 0
Begroot begroting 2025: € 0
Begroot begroting 2026: € 0
Eigen vermogen Per 01-01-2026: € 328.000
Per 31-12-2026: € 348.000
Vreemd vermogen  Per 01-01-2026: € 212.000
Per 31-12-2026: € 200.000
Financieel resultaat Begroting 2026: € 20.000
Risico’s N.v.t.
Ontwikkelingen

Deze B.V. treedt op als formeel werkgever van tijdelijk regulier personeel, welke uitgeleend worden aan De Zuidhoek en/of Zuidhoek Re-integratie B.V. De B.V. maakt deel uit van een groep met Zuidhoek Personeels B.V., waarvan de gemeente Schouwen-Duiveland (het college van B&W)  aan het hoofd staat.

 

Terug naar navigatie - Paragraaf 6 Verbonden partijen - 12 Zuidhoek-Reïntegratie bv

Zuidhoek-Reïntegratie B.V.
Rechtsvorm Vennootschappen/Coöperaties
Vestigingsplaats Zierikzee
Doelstelling en openbaar belang Het ontwikkelen en bevorderen van de re-integratie van uitkeringsgerechtigden naar zo regulier mogelijk werk en het verrichten van allerlei daarmee verband houdende werkzaamheden, zowel voor publiekrechtelijke als privaatrechtelijke instellingen en ondernemingen.
Sub-Programma 1.4 Arbeidsmarkt in balans.
Deelnemende partijen Gemeente Schouwen-Duiveland.
Bestuurlijk belang Het college van burgemeester en wethouders vormt de Algemene vergadering van aandeelhouders.
Financieel belang De gemeente is enig aandeelhouder.
Bijdragen Werkelijk jaarrekening 2024: €  186.000
Begroot begroting 2025: € 160.000
Begroot begroting 2026: € 161.000
Eigen vermogen Per 01-01-2026: € 210.000
Per 31-12-2026: € 185.000
Vreemd vermogen  Per 01-01-2026: € 260.000
Per 31-12-2026: € 250.000
Financieel resultaat Begroting 2026: € -/- 35.000
Risico’s N.v.t.
Ontwikkelingen

Met name de activiteiten van Startbloq en het project Werkinnovatie van de Zuidhoek vinden in deze B.V. plaats.

 

Terug naar navigatie - Paragraaf 6 Verbonden partijen - 13 Zuidhoek-Personeels bv

Zuidhoek-Personeels B.V.
Rechtsvorm Vennootschappen/Coöperaties
Vestigingsplaats Zierikzee
Doelstelling en openbaar belang Activiteiten bestaan voornamelijk uit het ontwikkelen en al dan niet tijdelijk inzetten van arbeidskrachten, welke uitgeleend worden aan de gelieerde maatschappijen De Zuidhoek, Zuidhoek-Reïntegratie B.V., de gemeente Schouwen-Duiveland en bij reguliere bedrijven en instellingen.
Sub-Programma 1.4 Arbeidsmarkt in balans.
Deelnemende partijen Gemeente Schouwen-Duiveland.
Bestuurlijk belang Het college van burgemeester en wethouders vormt de Algemene vergadering van aandeelhouders.
Financieel belang De gemeente is enig aandeelhouder.
Bijdragen

Werkelijk jaarrekening 2024: € 695.000
Begroot begroting 2025: € 772.000
Begroot begroting 2026: € 800.000

Eigen vermogen Per 01-01-2026: € 150.000
Per 31-12-2026: € 190.000
Vreemd vermogen  Per 01-01-2026: € 180.000
Per 31-12-2026: € 180.000
Financieel resultaat Begroting 2026: € 40.000
Risico’s N.v.t.
Ontwikkelingen

 

Terug naar navigatie - Paragraaf 6 Verbonden partijen - 14 NV Economische Impuls Zeeland (EIZ)

Economische Impuls Zeeland (EIZ)
Rechtsvorm Vennootschappen/Coöperaties
Vestigingsplaats Vlissingen
Doelstelling en openbaar belang Het vergroten van de dynamiek van de Zeeuwse economie, met groei van werkgelegenheid, door uitvoering van concrete structuurversterkende projecten, een betere instroming van de Zeeuwse beroepsbevolking in de kenniseconomie door acquisitie van bedrijven en investeringen van elders.
Sub-Programma 1.3 Florerende kleinschalige bedrijvigheid.
Deelnemende partijen Bemiddelde en gevestigde bedrijven, alle Zeeuwse gemeenten, Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA), provincie Zeeland, de regionale ontwikkelingsmaatschappij REWIN West-Brabant, Zeeland Seaports, dienstverleners, maatschappelijke organisaties, makelaars en ontwikkelaars.
Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in de Algemene vergadering van Aandeelhouders.
Financieel belang De jaarlijkse bijdrage is gerelateerd aan het aantal inwoners.
Bijdragen Werkelijk jaarrekening 2024: € 68.000
Begroot begroting 2025: €  74.000
Begroot begroting 2026: €  onbekend 
Eigen vermogen Per 01-01-2026: € onbekend 
Per 31-12-2026: € onbekend 
Vreemd vermogen  Per 01-01-2026: € onbekend 
Per 31-12-2026: € onbekend 
Financieel resultaat Begroting 2026: € onbekend 
Risico’s onbekend
Ontwikkelingen De Beleidsvoornemens zijn vastgelegd in een uitgebreid jaarprogramma. Impuls voert, vooral samen met het Kenniscentrum Kusttoerisme, Toeristisch Ondernemend Zeeland (TOZ, de provincie en gemeenten (Europese) projecten uit op het gebied van de Vrijetijdseconomie. Daarnaast begeleidt Impuls ondernemers in innovatietrajecten en innovatiefinancieringen, bijvoorbeeld op het gebied van circulaire economie en energieneutraal.

 

Terug naar navigatie - Paragraaf 6 Verbonden partijen - 19 Stedin
Stedin Holding NV
Rechtsvorm Vennootschappen/Coöperaties
Vestigingsplaats Rotterdam
Doelstelling en openbaar belang Het aanleggen, beheren en onderhouden van energienetten.
Sub-Programma 1.1 Economie sterk water gerelateerd.
Deelnemende partijen De Staat der Nederlanden, 2 provincies en 61 gemeenten in Nederland.
Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in de algemene Vergadering van Aandeelhouders.
Financieel belang De gemeente bezit aandelen ter waarde van € 450.000
Bijdragen Werkelijk jaarrekening 2024: € 0
Begroot begroting 2025: € 0
Werkelijk jaarrekening 2026: € 0
Eigen vermogen Per 01-01-2026: € onbekend
Per 31-12-2026: € onbekend
Vreemd vermogen Per 01-01-2026: € onbekend
Per 31-12-2026: € onbekend
Financieel resultaat Begroting 2026: €onbekend
Risico's De waarde van de aandelen kan verlagen. Dit ligt niet in de lijn der verwachting, want met het aandelenkapitaal vanuit overheden is Stedin in staat om de triple A statust te behouden voor het aantrekken van het benodigde vreemd vermogen voor de investeringen in uitbreiding van de energienetwerken. 
Ontwikkelingen  

 

Terug naar navigatie - Paragraaf 6 Verbonden partijen - 21 Stichting Sportbedrijf Schouwen-Duiveland

Stichting Sportbedrijf Schouwen-Duiveland
Rechtsvorm Stichting
Vestigingsplaats Zierikzee
Doelstelling en openbaar belang De stichting heeft onder meer ten doel gelegenheid te bieden voor bewegingsonderwijs en tegen maatschappelijk aanvaardbare prijzen, sport te beoefenen en het beheer en de exploitatie van sportfaciliteiten.
Sub-Programma 2.1 Goed en realistisch voorzieningenniveau.
Deelnemende partijen

De gemeente Schouwen-Duiveland en (in eerste instantie) de drie gebruikers van de nieuwe buitensportaccommodatie Lange Blokweg Zierikzee.
Momenteel is de hockeyvereniging nog de enige gebruiker van die accommodatie; korfbal- en handbalvereniging hebben de gebruikersovereenkomst opgezegd. 

Bestuurlijk belang Bestuurders worden benoemd (en geschorst) door burgemeester en wethouders. 
Financieel belang Aan de stichting is een lening verstrekt.
Bijdragen

Werkelijk jaarrekening 2024: € 20.000
Begroot begroting 2025: € 20.000
Begroot begroting 2026: € 25.000

Eigen vermogen Per 01-01-2026: € nog onbekend
Per 31-12-2026: € nog onbekend
Vreemd vermogen  Per 01-01-2026: € nog onbekend
Per 31-12-2026: € nog onbekend
Financieel resultaat Begroting 2026: € nog onbekend
Risico’s De stichting heeft ingeteerd op haar vermogen, omdat twee gebruikers hebben opgezegd, waardoor geen huur meer werd ontvangen. Dit terwijl de lasten van de huur, de aflossing en rente van de lening en de gemeentelijke lasten van het betreffende complex jaarlijks doorgaan. 
Ontwikkelingen  

 

Terug naar navigatie - Paragraaf 6 Verbonden partijen - 25 Regionaal Informatie en Expertise Centrum Zuid-West Nederland (RIEC)

Regionaal Informatie en Expertise Centrum Zeeland-West-Brabant (RIEC)
Rechtsvorm Organisatie met een maatschappelijk of algemeen belang.
Vestigingsplaats Tilburg
Doelstelling en openbaar belang Informatiedeling op gebied van BIBOB-zaken, witwaspraktijken en risicovolle criminele gedragingen voor lokaal bestuur. 
Sub-Programma 2.2 Wonen naar wens
Deelnemende partijen Alle partners in de (deel-) provincies Zeeland en West-Brabant.
Bestuurlijk belang Geen
Financieel belang Een bijdrage per inwoner.
Bijdragen Werkelijk jaarrekening 2024: € 30.053
Begroot begroting 2025: € niet bekend
Begroot begroting 2026: € niet bekend
Eigen vermogen Per 01-01-2026: € niet bekend
Per 31-12-2026: € niet bekend
Vreemd vermogen  Per 01-01-2026: € niet bekend
Per 31-12-2026: € niet bekend
Financieel resultaat Begroting 2026: € niet bekend
Risico’s Niet van toepassing
Ontwikkelingen

Beleidsmatige uitwerking van de aanpak van ondermijnende criminaliteit onder de nieuwe pijlers verstoren, verkennen en voorkomen. 

Terug naar navigatie - Paragraaf 6 Verbonden partijen - 27 Stichting Zorg- en Veiligheidshuis Zeeland

Stichting Zorg- en Veiligheidshuis Zeeland
Rechtsvorm Organisatie met een maatschappelijk of algemeen belang.
Vestigingsplaats

Middelburg

Doelstelling en openbaar belang De stichting koppelt de justitiële keten en de zorg- en welzijnsketen fysiek aan elkaar om op een zo effectief mogelijke wijze criminaliteit, recidive en overlast tegen te gaan en daarmee de (sociale) veiligheid in Zeeland te verhogen.
Sub-Programma 2.2 Wonen naar wens
Deelnemende partijen Alle 13 Zeeuwse gemeenten en andere relevante maatschappelijke partners.
Bestuurlijk belang Het bestuur van de stichting bestaat uit een afgevaardigde van het College Zorg en Welzijn (de twaalf wethouders Zorg van de provincie Zeeland), een afgevaardigde van het bestuurdersoverleg Integrale Veiligheid (de overlegstructuur van de twaalf burgemeesters van de provincie Zeeland), Politie Zeeland-West-Brabant en het Openbaar Ministerie.
Financieel belang

Bijdrage Zorg- en Veiligheidshuis en zorgcoördinatie mensenhandel een bedrag per inwoner. Bijdrage coördinatie re-integratie (nazorg) ex-gedetineerden op basis van de verdeelsleutel 50% en 50% van de uitstroom detentie.

Bijdragen

Werkelijk jaarrekening 2024: € 44.176
Begroot begroting 2025: €45.763
Begroot begroting 2026: niet bekend

Eigen vermogen

Per 01-01-2026: €niet bekend
Per 31-12-2026: € niet bekend

Vreemd vermogen  Per 01-01-2026: €niet bekend
Per 31-12-2026: €niet bekend
Financieel resultaat Begroting 2026: - €31.000
Risico’s Niet van toepassing
Ontwikkelingen

Het Zorg- en Veiligheidshuis Zeeland zet zich in op het verder versterken van de persoonsgerichte aanpak. Waar relevant gecombineerd met een systeem- of gebiedsgerichte benadering met aandacht voor de (lokale) omgeving van dader en slachtoffer(s) en in verbinding met de lokale teams.  

De zorgcoördinatie voor slachtoffers van mensenhandel wordt door ontwikkeld. 

 

Paragraaf 7 Grondbeleid

7.1 AANDUIDING VAN DE WIJZE WAAROP DE GEMEENTE HET GRONDBELEID UITVOERT

Terug naar navigatie - Paragraaf 7 Grondbeleid - 7.1 AANDUIDING VAN DE WIJZE WAAROP DE GEMEENTE HET GRONDBELEID UITVOERT

Op 12 december 2024 is de nota grondbeleid vastgesteld. De nieuwe nota grondbeleid is geschreven op basis van de nieuwe Omgevingswet en veranderingen in jurisprudentie en regelgeving.

Met de nota grondbeleid beogen wij:
•    Onze strategische ruimtelijke (en maatschappelijke) doelen te realiseren door;
a.    het gewenste ruimtegebruik te realiseren;
b.    de gewenste ruimtelijke kwaliteit te bevorderen;
•    Te zorgen voor een rechtvaardige verdeling van kosten en opbrengsten (tussen eigenaren, exploitanten, gebruikers en de gemeente);
•    De gemeentelijke financiële risico’s van ruimtelijke ontwikkelingen te beheersen.

Grondbeleid is in zowel juridisch als financieel opzicht instrumenteel van aard en is volgend ten aanzien van de doelstellingen, die de gemeente heeft gesteld met betrekking tot sectoraal gerichte beleidsvelden, zoals volkshuisvesting, werkgelegenheid en maatschappelijke ontwikkeling. Grondbeleid is ondersteunend aan de (ruimtelijke) ambities en doelstellingen van marktpartijen en particulieren, maar uiteraard ook aan de doelstellingen van de gemeente, zoals omschreven in gebiedsgerichte programma’s en beleidsnota’s.

Bij ruimtelijke ontwikkelingen zien we het als onze publieke taak om zoveel mogelijk regie te voeren, zodat we onze beleidsdoelstellingen zo goed mogelijk kunnen realiseren. Onze uitvoeringspraktijk laat zien dat we bij het voeren van ons grondbeleid kiezen voor flexibel maatwerk (dynamisch grondbeleid). Per project zoeken we naar de gewenste vorm van grondbeleid, actief, actief-faciliterend of facilitair, om verantwoord en gecontroleerd te kunnen sturen op de ruimtelijke ambities en beleidsdoelstellingen. Onze gemeente heeft als voorkeur een actieve houding voor een initiatief om haar beleid, visie of bestuurlijke ambities waar te maken. Als de markt een initiatief niet oppakt kan worden besloten grond en/of opstallen te verwerven. In dat geval zet de gemeente in op minnelijke verwerving waarbij op grond van de Omgevingswet een voorkeursrecht gevestigd kan worden. In het uiterste geval kan de gemeenteraad besluiten te onteigenen.

Wanneer we als gemeente facilitairoptreden beperkt onze rol zich meestal tot het doorlopen van de ruimtelijke procedure om de plannen mogelijk te maken en het verhalen van gemeentelijke kosten op de ontwikkelende partij. De afspraken tussen de ontwikkelende partij en onze gemeente worden vastgelegd in een anterieure overeenkomst.

Bij verkoop van vastgoed hanteren we marktconforme prijzen, die door taxatie worden onderbouwd volgens de residuele grondwaardebepaling en/of comparatieve methode.

7.2 EEN PROGNOSE VAN DE TE VERWACHTEN RESULTATEN VAN DE GRONDEXPLOITATIE

Terug naar navigatie - Paragraaf 7 Grondbeleid - 7.2 EEN PROGNOSE VAN DE TE VERWACHTEN RESULTATEN VAN DE GRONDEXPLOITATIE

Kosten- en opbrengststijging 
In de grondexploitaties houden we rekening met onderstaande kosten- en opbrengstenstijgingen zoals opgenomen in de Kadernota 2026-2029:

  • Kostenstijging 2026–2029: 2,0%
  • Opbrengst stijging 2026–2029: 1,0%

Rente 
Omdat wij de grondexploitaties 1 keer per jaar herzien (tijdens het opstellen van de jaarrekening) is voor de rente aangesloten bij het percentage zoals gebruikt bij de jaarrekening 2024, 1,7%. Bij de herziening van de grondexploitaties voor de jaarrekening 2025 hanteren wij de 2,7% die is opgenomen in de Kadernota 2026-2029. De disconteringsvoet voor de negatief sluitende plannen voor het bepalen van de hoogte van de verliesvoorziening bedraagt 2,0%, volgens de notitie grondbeleid van de Commissie Besluit Begroting en Verantwoording.

Grondprijzen 
De bouwgrondprijzen worden jaarlijks vastgesteld via de grondprijsbrief. De in de grondprijsbrief opgenomen prijzen toetsen we aan de huidige marktsituatie. Eind 2025 volgt het advies voor het vaststellen van de grondprijsbrief 2026.

Plancapaciteit woningbouw 
De nieuwe woningmarktafspraken met de provincie Zeeland bieden ruimte voor 1.615 te bouwen wooneenheden. Daarnaast is de afspraak gemaakt om 235 extra woningen te bouwen boven de regionale behoefte. Hiervoor geldt een sloopopgave. In 2022 is hiervoor invulling gegeven aan het transitiefonds. Het transitiefonds zetten we in voor het uit de markt halen van woningen waar (in de toekomst) geen vraag meer naar is.

In 2022 zijn diverse instrumenten geïntroduceerd in de structuurvisie wonen en de aangepaste huisvestingsverordening om verdringing van (jonge) inwoners op de woningmarkt te voorkomen. Voor het realiseren van woningen zetten we in op structuurversterkende plekken, waarvan de gronden in bezit zijn van de gemeente.

De Natura-2000 gebieden Kop van Schouwen, Voordelta, Oosterschelde en Grevelingen zijn waardevol, maar beperken tegelijkertijd diverse ontwikkelingen die onze gemeente en initiatiefnemers willen realiseren. Op 18 december 2024 heeft de Raad van State twee uitspraken gedaan waardoor de impact van stikstof op initiatieven, vooral op het westelijk deel van Schouwen-Duiveland, verder is toegenomen. Door de uitspraken is het toetsingskader voor intern salderen gewijzigd. Wij onderzoeken de (mogelijke) gevolgen voor de lopende (woningbouw)ontwikkelingen. 

Om zo efficiënt mogelijk te werken, proberen we bij aanvang van een project de stikstofproblematiek inzichtelijk te maken en zo nodig het overleg aan te gaan met het bevoegd gezag (provincie Zeeland) en deskundigen. Dit alles gericht op het zoveel mogelijk (laten) uitvoeren van diverse (woning)bouwprojecten, zonder regelgeving en geldende jurisprudentie uit het oog te verliezen. Al met al kosten de stikstofdossiers veel tijd, energie, creativiteit en financiële middelen.

Bedrijventerreinenprogramma 
Het in opdracht van de provincie Zeeland opgestelde rapport ‘prognose bedrijventerreinen Zeeland’ vormt de basis voor de uitgifte van onze bedrijfsgrond.  De prognose geeft een inschatting van de vraag aan bedrijventerreinen per regio en per sector in de periode 2019-2030. De uitbreidingsvraag voor Schouwen-Duiveland in de periode 2019–2030 is geraamd op 10 hectare (scenario laag) tot 19 hectare (scenario hoog) bedrijventerrein.

Voorzichtigheidshalve werd rekening gehouden met het laag berekende scenario van 10 hectare uitgeefbare bouwgrond over de periode 2019–2030.  Deze prognose blijkt te voorzichtig ingeschat. We verkochten beduidend meer grond dan destijds geprognosticeerd.

Met het project 150 kV station is, mede vanwege de verwachting op korte termijn alle bouwgrond te hebben verkocht, gestart met een onderzoek naar een uitbreiding van het bedrijventerrein ten zuiden van Zierikzee. Om uitbreiding van bedrijventerreinen mogelijk te maken is in 2025 een nieuw bedrijventerreinenprogramma voor onze gemeente vastgesteld.

Prognose STEC Scenario Laag in hectare Scenario Hoog in hectare
Bouw handel en reparatie 1 2
Consumentendiensten 2 4
ICT zakelijke dienstverlening -2 -1
Industrie Chemie 1 1
Industrie VGM 0 1
Industrie Overig 8 11
Logistiek en groothandel 0 1
Totaal 10 19

Prognose bedrijventerreinen 2019 tot en met 2030

Bouwgrond bedrijventerreinen in m2 Beschikbaar per 1-1-2019 Werkelijk uitgegeven t/m 2024 Uitgeefbaar per 1-1-2025 2025 2026 Totaal in m2
Bruinisse fase 3 14.183 14.183 -
Zierikzee Straalweg fase 2 59.396 50.333 9.063 9.063 9.063
Zierikzee Businesspark ZO 21.604 21.604 -
Zierikzee Businesspark NW 8.825 8.825 8.825 8.825
Zierikzee Gouwepoort 13.292 13.292 8.593 4.699 13.292
Totaal 117.300 86.120 31.180 17.656 13.524 31.180

Vennootschapsbelasting (Vpb)
Voor wat betreft de Vpb verwijzen wij u naar de algemene toelichting in de Beleidsbegroting. Hoewel we vanuit het cluster Ontwikkelingsbedrijf economische activiteiten ontplooien, is voor 2026 en verder geen begrote post te betalen vennootschapsbelasting opgenomen. Dit, omdat het erg lastig is voorspellingen hierover te doen. Niet alleen de gerealiseerde baten, maar ook de gerealiseerde lasten zijn daarbij bepalend. Het financiële risico dat wij hiermee lopen, is goed te overzien. Immers, een fiscale afdracht vindt plaats vanuit gerealiseerde winst.

Te verwachten resultaten grondexploitatie
De contante waarde van het resultaat van de in exploitatie genomen plannen per 1 januari 2026 (inclusief tussentijdse winstnemingen) bedraagt ongeveer € 61.300. Het geprognosticeerde resultaat is ongeveer € 567.200 lager dan de jaarrekening 2024. Het verschil wordt veroorzaakt doordat  in 2025 de grondexploitatie Haneweg Ouwerkerk in exploitatie is genomen.

In exploitatie begroting 2026 Boekwaarde 1-1-2025 Geraamde nog te maken kosten Geraamde nog te realiseren opbrengsten Geraamde tussentijdse winstneming/ verliesneming Geraamd eindresultaat (nominaal) Totaal geraamd eindresultaat (nominaal) Geraamd resultaat begroting 2026 (contant) 1-1-2026 Geraamd resultaat jaarrekening 2024 (contant) 1-1-2026 Verschil begroting 2026 rekening 2024 (contant) 1-1-2026
Irenestraat – Burgh-Haamstede 143.740 10.570 154.310 154.310 154.310 154.310 -
Sluispad - Burgh-Haamstede 331.060 14.902 345.962 345.962 345.962 345.962 -
Julianastraat - Burgh-Haamstede 83.770 215.511 -42.843 256.438 256.438 256.439 256.439 -
Emil Sandstromweg - Zierikzee 2.748.777 -2.764.561 -7.186 -8.598 -15.784 -15.640 -15.640 -
Elkerzeeseweg - Scharendijke 2.810.496 -2.499.263 311.233 311.233 305.130 305.130 -
Haneweg - Ouwerkerk 974.908 -384.840 590.068 590.068 567.155 567.155
Bedrijventerrein fase 3 – Bruinisse -125.440 105.153 -20.287 -20.287 -20.287 -20.288 1
Business park NW – Zierikzee 1.112.184 291.763 -1.437.106 -29.062 -4.097 -33.159 -32.473 -32.473 -
Business park ZO/centrum - Zierikzee -159.495 149.199 23.009 -33.305 -10.296 -9.013 -9.013 -
Bedrijventerrein Straalweg 2 - Zierikzee -997.171 894.384 -860.265 -554.377 -408.675 -963.052 -944.925 -944.925 -
Gouwepoort - Zierikzee 1.377.603 570.975 -1.498.008 450.570 450.570 433.072 433.072 -
Compensatielocatie Zoomgebied - Renesse 1.118.738 1.050.287 -3.147.411 -978.386 -978.386 -978.386 -978.386 -
Totaal in exploitatie 2.884.989 9.836.925 -12.634.297 -567.616 655.233 87.617 61.344 -505.812 567.156

7.2.1 In exploitatie genomen plannen

7.2.1.1 Woningbouw
Het programma van de gemeentelijke grondexploitaties is volledig opgenomen in het woningbouwprogramma. 

Woningbouw Burgh-Haamstede
Door woningbouwvereniging Zeeuwland zijn er binnen de grondexploitatiecomplexen Irenestraat, Sluispad en Julianastraat te Burgh-Haamstede in totaal 21 sociale huurwoningen gerealiseerd. Voor het tekort op deze grondexploitaties is een voorziening getroffen. De grondexploitaties worden eind 2025 afgesloten.

Modulaire woonconcepten
In 2024 is het grondccomplex Emil Sandstromweg te Zierikzee ingesteld en de grondexploitatie vastgesteld. Op de locatie van het voormalig verzorgingshuis Cornelia vindt een woningbouwontwikkeling plaats. In samenwerking met woningbouwvereniging Zeeuwland worden hier gefaseerd 90 duurzame modulaire sociale huurwoningen gerealiseerd. Een deel van de woningen wordt levensloopbestendig. De helft van de woningen is bestemd voor de doelgroep Oekraïense vluchtelingen en de andere helft van de woningen voor de doelgroepen starters, senioren en spoedzoekers. Met de bouw van de nieuwe woningen verwachten wij een flinke doorstroming in de bestaande woningvoorraad te realiseren. Wij verwachten dat de realisatie en grondverkoop start in 2026 in plaats van 2025. De financiële consequenties nemen wij mee in de herziening van de grondexploitatie bij de jaarrekening 2025. Het tekort op de grondexploitatie Emil Sandstromweg wordt via de gevormde voorziening gedekt uit de reserve woonconcepten.

In 2024 is ook het grondcomplex Elkerzeeseweg in Scharendijke ingesteld en de grondexploitatie vastgesteld. Op de landbouwgrond ten zuiden van de Elkerzeeseweg in Scharendijke vindt eveneens een woningbouwontwikkeling plaats. In samenwerking met woningbouwvereniging Zeeuwland worden hier 60 duurzame modulaire sociale huurwoningen gerealiseerd. Ook hier is het de bedoeling de helft van de woningen toe te wijzen aan Oekraïense vluchtelingen en de andere helft aan starters, senioren en spoedzoekers. Wij verwachten in 2025 te starten met de realisatie.

Haneweg Ouwerkerk
In 2025 is het grondexploitatiecomplex Haneweg Ouwerkerk vastgesteld. Op de locatie van de voormalige basisschool aan de Haneweg worden 14 sociale huurwoningen gerealiseerd door woningbouwvereniging Zeeuwland.

7.2.1.2 Bedrijven- en industriegronden
Zoals hiervoor aangegeven blijkt uit het laatste onderzoeksrapport dat de uitbreidingsvraag voor Schouwen-Duiveland in de periode 2019–2030 is geraamd op 10 hectare (scenario laag) tot 19 hectare (scenario hoog) bedrijventerrein.  

Bedrijventerrein (Bruinisse)
Alle bouwgrond op het bedrijventerrein Bruinisse is verkocht. Wij verwachten de werkzaamheden aan de openbare ruimte in het plangebied in 2025 af te ronden. 

Business Park NW (Zierikzee)
Business Park NW is, conform bestemmingsplanbepalingen, vooralsnog uitsluitend bestemd voor de realisatie van kantoren. De primaire doelgroep voor vestiging op deze kantorenlocatie zijn gevestigde ondernemers binnen de gemeente, die nieuwe huisvesting zoeken of op dit moment op een minder geschikte locatie zijn gevestigd

Voor het niet ingevulde deel van het plangebied hebben we een optie verleend voor een ondernemer met een huisvestingsvraagstuk om met elkaar te beoordelen of dit passend is, waarbij de huisvesting van deze onderneming passend is aan de nieuwe ontsluitingsweg richting de Stadsentree Havenpoort en bedrijventerrein Straalweg, als de invulling en uitstraling van de te vestigen onderneming voldoende kwaliteit biedt voor het naastgelegen kantoor/onderneming en omgeving.

Business Park ZO / Centrum (Zierikzee) en Straalweg 2 (Zierikzee)
Alle bouwgrond op het Businesspark Zuidoost-Centrum  en Straalweg 2 is uitgegeven. Na realisatie van de laatste bebouwing worden de grondexploitatie afgesloten. 

Gouwepoort (Zierikzee)
Met 2 ondernemers is een koopovereenkomst gesloten voor de realisatie van twee bedrijfspanden waarvan er1 in 2025 is geleverd. Wij verwachten dat de 2e levering in 2026 plaatsvindt. 

7.2.1.3 Recreatiegronden
Compensatielocatie Zoomgebied (Renesse)
Voor de beoogde kwaliteitsverbetering van camping De Oase is extra bouwgrond verkocht.  Met de extra grond kan de initiatiefnemer voldoen aan het beleid uit de Agenda Toerisme. De exploitatie- en verkoopovereenkomst is hierop aangepast. De levering van de grond vindt plaats, nadat het bestemmingsplan voor het aangepaste plan onherroepelijk is. Vanwege een beroepsprocedure bij de Raad van State is er nog geen zicht op een onherroepelijk plan. Wij verwachten dat de levering in 2026 plaats vindt als de Raad van State een positieve uitspraak doet.

7.2.1.4 Afzet bouwgrond 2025 – 2028 in exploitatie genomen plannen
Meerjarig zien de productiecijfers er als volgt uit:

Afzet 2025 2026 2027
Aantal bouwkavels (woningen) 150 14
Bedrijventerreinen in m2 17.656 13.524
Recreatie in m2 84.433
Omzet (bedragen in € miljoen)
Woningbouw 3,0 0,3
Bedrijfsterreinen 1,9 1,8
Recreatie 2,1

7.3 EEN ONDERBOUWING VAN DE WINSTNEMING

Terug naar navigatie - Paragraaf 7 Grondbeleid - 7.3 EEN ONDERBOUWING VAN DE WINSTNEMING

Tussentijdse winst
Voor de tussentijdse winstnemingen gebruiken we de Percentage of Completion (POC) methode. Voor zover gronden zijn verkocht en opbrengsten zijn gerealiseerd moet tussentijds naar rato van de voortgang van de grondexploitatie winst worden genomen. Daarmee moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:


•    Het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat;
•    De grond (of het deelperceel) moet zijn verkocht;
•    De kosten zijn gerealiseerd (winst wordt naar rato van de realisatie gerealiseerd).

Uit onderstaande tabel blijkt op welke momenten er middelen vrijkomen zijn uit de grondexploitaties of er eerder genomen winstnemingen gecorrigeerd moeten worden. Omdat de correcties in het huidige boekjaar moeten plaatsvinden kunnen er negatieve winstnemingen ontstaan.

Plan Winstneming/afsluiten 2025 2026 2027 2028
Burgh-Haamstede Irenestraat Afsluiten -154.310
Burgh-Haamstede Sluispad Afsluiten -345.962
Burgh-Haamstede Julianastraat Afsluiten -256.439
Zierikzee Emil Sandstromweg Winstneming 7.186
Afsluiten 8.598
Scharendijke Elkerzeeseweg Afsluiten -311.233
Ouwerkerk Haneweg Afsluiten -590.068
Bruinisse Bedrijventerrein fase 3 Afsluiten 20.288
Zierikzee Business Park NW Winstneming 257 28.694 110
Afsluiten 4.097
Zierikzee Bedrijventerrein Straalweg Fase 2 Winstneming 280.416 273.962
Afsluiten 408.675
Zierikzee Business Park ZO Winstneming -8.095 -8.220 -6.693
Afsluiten 33.304
Zierikzee Gouwepoort Afsluiten -450.568
Renesse Comp. Zoomgebied Afsluiten 978.386
Totaal -456.659 970.187 -638.544 37.401

Geprognosticeerd verlies
Volgens het Besluit Begroting en Verantwoording moet een geprognosticeerd verlies binnen een grondexploitatie afgeboekt te worden of moet er voor het verlies een voorziening getroffen te worden ten laste van de reserves. Wij kiezen ervoor om bij een geprognosticeerd verlies ten laste van de algemene reserve Ontwikkelingsbedrijf of de reserve woonconcepten een voorziening te treffen ter hoogte van het geprognosticeerde verlies op einddatum.

Onder hoofdstuk 7.4, ‘de beleidsuitgangspunten voor reserves voor grondzaken’ is het verloop van de voorziening bouwgrondexploitatie weergegeven.

De resultaten uit de grondexploitatie worden toegevoegd of onttrokken aan de algemene reserve Ontwikkelingsbedrijf. 

7.4 DE BELEIDSUITGANGSPUNTEN VOOR DE RESERVES VOOR GRONDZAKEN

Terug naar navigatie - Paragraaf 7 Grondbeleid - 7.4 DE BELEIDSUITGANGSPUNTEN VOOR DE RESERVES VOOR GRONDZAKEN

Algemene reserve OWB
De algemene reserve OWB vormen we voor verschillende doelen

a. Als financieel weerstandsvermogen voor het opvangen van onvoorziene tegenvallers in de exploitatie van bouwgrond. De reserve wordt gevoed door tussentijdse winstnemingen vanuit lopende grondexploitaties en exploitatieoverschotten van afgewikkelde plannen. Voor nadelige exploitatieresultaten vormen we ten laste van de reserve een voorziening.

b. Als buffer voor het eventueel afwaarderen van de boekwaarde van aangekocht strategisch vastgoed of (na het verliezen van de functie) af te stoten vastgoed indien de waarde op basis van de bestemming lager ligt dan de boekwaarde.

c. Als egalisatiefunctie voor de resultaten uit de exploitatie van gemeentelijk onroerend goed.

De algemene reserve OWB is bedoeld om tegenvallers in de grondexploitatie op te vangen. Deze reserve is vastgesteld op 5% van de omzet van de bouwgrondexploitatie per ultimo van een jaar. Met ‘omzet’ bedoelen we de boekwaarde op dat moment, plus de nog te verwachten kosten.  Voor de doelen die onder b) en c) zijn genoemd, mag de reserve OWB maximaal € 2,0 miljoen bedragen. Alles daarboven voegen we toe aan de algemene reserve van onze gemeente. 

Algemene reserve ontwikkelingsbedrijf Bedrag in €
Stand per 1-1-2025 2.006.000
Tussentijdse winst en afgesloten plannen bouwgrondexploitatie 300.100
Overheveling reserve regiovisie Schouwen West 504.700
Facilitair grondbeleid 954.300
Saldo beheer en exploitatie vastgoed -742.100
Dotatie voorziening bouwgrondexploitatie 0
Overheveling naar algemene reserve -789.700
Stand per 31-12-2025 2.233.300
Berekening benodigde reserve per ultimo 2025 Bedrag in €
Boekwaarde -799.300
Verwachte lasten 5.465.300
Totale “Omzet” 4.666.000
5% hierover is (minimale hoogte algemene reserve ontwikkelingsbedrijf) 233.300
Maximale buffer strategische aankopen en vastgoedexploitatie 2.000.000
Maximale hoogte algemene reserve ontwikkelingsbedrijf 2.233.300
Algemene reserve ontwikkelingsbedrijf Bedrag in €
Stand per 1-1-2026 2.233.300
Tussentijdse winst en afgesloten plannen bouwgrondexploitatie 1.281.500
Facilitair grondbeleid 34.200
Saldo beheer en exploitatie vastgoed -529.400
Dotatie voorziening bouwgrondexploitatie 0
Overheveling naar algemene reserve -974.000
Stand per 31-12-2026 2.045.600
Berekening benodigde reserve per ultimo 2026 Bedrag in €
Boekwaarde -203.100
Verwachte lasten 1.115.500
Totale “Omzet” 912.400
5% hierover is (minimale hoogte algemene reserve ontwikkelingsbedrijf) 45.600
Maximale buffer strategische aankopen en vastgoedexploitatie 2.000.000
Maximale hoogte algemene reserve ontwikkelingsbedrijf 2.045.600

Uit het financiële overzicht blijkt dat de maximale grens voor de algemene reserve OWB in 2025 en 2026 wordt overschreden, zodat er wordt overgeheveld naar de algemene reserve van het concern. Dit zijn voorlopige bedragen op basis van de ramingen op dit moment. Pas in de betreffende jaarrekeningen wordt het definitieve bedrag bekend en in de reserves verwerkt.

Voorziening bouwgrondexploitatie
De voorziening bouwgrondexploitatie wordt gevormd ter dekking van kwantificeerbare financiële risico’s binnen de bouwgrondexploitatie. De hoogte van de voorziening wordt jaarlijks opnieuw beoordeeld. Voeding van de voorziening vindt plaats via de algemene reserve OWB of de reserve woonconcepten. Een surplus wordt teruggestort in de betreffende reserve.  

Verloop voorziening bouwgrondexploitatie Bedrag in €
Stand per 1-1-2025 1.518.500
Van reserve woonconcepten 590.100
Stand per 31-12-2025 2.108.600
p.m.
Stand per 31-12-2026 2.108.600

De voorziening is gevormd voor het financiële risico van de onderstaande negatief sluitende grondexploitaties.

Naam grondexploitatie 1-1-2025 in € mutatie 2025 in € 31-12-2025 in € mutatie 2026 in € 31-12-2026 in €
Gouwepoort te Zierikzee 450.600 450.600 p.m. 450.600
Irenestraat te Burgh-Haamstede 154.300 154.300 p.m. 154.300
Sluispad te Burgh-Haamstede 346.000 346.000 p.m. 346.000
Julianastraat te Burgh-Haamstede 256.400 256.400 p.m. 256.400
Elkerzeeseweg te Scharendijke 311.200 311.200 p.m. 311.200
Haneweg te Ouwerkerk 590.100 590.100 p.m. 590.100
Totaal voorziening bouwgrondexploitatie 1.518.500 590.100 2.108.600 0 2.108.600

Reserve bovenwijkse voorzieningen
De reserve bovenwijkse voorzieningen dient ter realisatie van infrastructurele werken met een bestemmingsplan overschrijdende betekenis. De voeding van de reserve vindt plaats door het storten van een vast bedrag per verkochte m2 bouwgrond.

De bestaande grondexploitaties waarvoor de bijdrage aan de reserve bovenwijkse voorzieningen op een vast bedrag is berekend, blijven gehandhaafd. Voor grondexploitaties voor nieuwe (bestemmings)plannen passen we de systematiek van toerekening uit de nota kostenverhaal Schouwen-Duiveland toe.

Een onttrekking ten laste van de grondexploitatie aan de reserve bovenwijkse voorzieningen, waarbij niet aangetoond kan worden dat er sprake is van profijt of toerekenbaarheid, wordt gezien als een tussentijdse winstneming. Deze kan daarom niet eerder genomen worden dan nadat er sprake is van winst binnen een grondexploitatie. Voor de toevoeging aan de reserve gebruiken we daarom in die gevallen de criteria zoals die eveneens gelden voor het nemen van tussentijdse winst. Indien er geen sprake is van “gerealiseerde winst” schuift de onttrekking aan de grondexploitatie ten behoeve van de reserve bovenwijkse voorzieningen door naar het moment wanneer wel aan de criteria wordt voldaan.

Verloop reserve bovenwijkse voorzieningen Bedrag in €
Stand per 1-1-2025 256.500
Toevoegingen vanuit grondexploitaties 48.300
Stand per 31-12-2025 304.800
Toevoegingen vanuit grondexploitaties 45.400
Stand per 31-12-2026 350.200

Weerstandsvermogen
De vermogenspositie van de grondexploitatie drukken we uit in het begrip “weerstandsvermogen”. De algemene reserve Ontwikkelingsbedrijf is ook een buffer voor het opvangen van eventuele nadelige plansaldi. Hierbij kunnen zich meerdere risico’s voordoen waarvan de hoogte en het moment waarop zij zich naar verwachting aandienen, nu nog niet is in te schatten. Daarbij kan gedacht worden aan:

  • Ontwikkelingen op de onroerend goed markt:

Vanwege de grote vraag naar woningen en bedrijfsgrond verwachten wij op dit moment geen risico's in de uitgifte van bouwgrond.

  • Prijsontwikkelingen

De grondstoffen voor het bouw- en woonrijp maken zijn de laatste jaren sterk gestegen. Het lijkt erop dat de prijzen nu stabiliseren. Gelet op de hoogte van de reserve verwachten wij een stijging boven het gehanteerde indexcijfer op te kunnen vangen via de algemene reserve Ontwikkelingsbedrijf.

Paragraaf 8 Demografische ontwikkeling

8.1 DEMOGRAFISCHE VERANDERINGEN

Terug naar navigatie - Paragraaf 8 Demografische ontwikkeling - 8.1 DEMOGRAFISCHE VERANDERINGEN

Uit de jaarlijks rapportages van het CBS blijkt  dat de bevolkingsomvang in onze gemeente in 2025, na jaren van lichte groei, voor het eerst licht is afgenomen:

januari 2022: 34.148
januari 2023: 34.541
januari 2024: 34.633
januari 2025: 34.412

Een lichte afname van de bevolking op Schouwen-Duiveland ondanks de groei van het aantal inwoners in Nederland is opvallend.  De krimp is toe te schrijven aan verdergaande vergrijzing en ontgroening. In onze gemeentelijke inwonersamenstelling daalt het aantal kinderen en jongeren en neemt het aantal oudere één- en tweepersoonshuishoudens toe. Voor bijvoorbeeld de domeinen wonen, voorzieningen, zorg, mobiliteit en onderwijs levert dit specifieke vraagstukken op.  

Zowel het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) als provincie Zeeland hebben in 2023 nieuwe prognoses gepubliceerd over de voorziene bevolkingsontwikkeling. De verwachting is dat de natuurlijke aanwas van de Schouwen-Duivelandse bevolking negatief blijft. De negatieve natuurlijke aanwas wordt nauwelijks gecompenseerd door het binnenlandse en buitenlandse migratiesaldo. Het migratiesaldo was namelijk per 1 januari 2025 0,3 en is licht gegroeid naar 1,1 per 1 juni 2025. De vraag is of deze stijgende trend zich voortzet.  

In 2024 boden we aan 345 Oekraïners opvang. Oekraïners integreren snel, gaan naar school of hebben werk gevonden. Het lijkt erop dat een deel van deze mensen blijft, maar zeker niet alle vluchtelingen doen dat, al was het maar vanwege de familiebanden.  In navolging op een tweede onderzoek naar woonwensen van vluchtelingen, realiseren we mede voor de opvang van Oekraïners een modulair woonconcept. Er is een inspanningsverplichting voor de opvang van 392 Oekraïners.  Dit is afgesproken en vastgelegd in de Zeeuwse afspraken (met alle gemeenten en provincie voor de spreidingswet). We komen nog niet aan deze inspanningsverplichting

Sinds 2022 zijn er wettelijke taakstellingen voor het huisvesten van statushouders. Door het beperkte aandeel sociale huurwoningen en krapte op de woningmarkt is er een achterstand in deze taakstelling ontstaan. De opgave in 2025 is 54 en de achterstand is nog 66 mensen. Om de taakstelling en achterstand het hoofd te bieden, is een plan van aanpak gemaakt. 

(1)https://open.overheid.nl/documenten/ronl-d666257d-e7e1-4a75-9c55-94c0f66d9d54/pdf

8.2 LANDELIJKE BEELD

Terug naar navigatie - Paragraaf 8 Demografische ontwikkeling - 8.2 LANDELIJKE BEELD

Nederland is in de afgelopen decennia exponentieel gegroeid in inwoneraantal. Inmiddels leidt dat in de economische kerngebieden in de Randstad en rond Eindhoven tot grote druk op de woningmarkt, op de voorzieningen (wachttijden), de infrastructuur (auto’s, treinen, luchtvaart), natuur en milieu (stikstof), sociale vraagstukken en een gebrek aan ruimte.  
Grote delen van Zeeland zijn in diezelfde periode echter niet meegegroeid. Sterker nog, in de afgelopen 200 jaar zijn die ongeveer gelijk gebleven. In bepaalde delen van Zeeland is sprake van krimp, soms al jarenlang. Het Rijksbeleid, dat zich veelal op nationale of Europese indicatoren richt, is niet altijd toegesneden op regio’s als Zeeland. De specifieke omstandigheden rechtvaardigen ook specifiek beleid: de omstandigheden zijn hier nu eenmaal niet het landelijk gemiddelde. 
 
De lage bevolkingsdichtheid (ongeveer 10% van die van Zuid-Holland) heeft voordelen; ze biedt rust, ruimte en uitzicht op groen, horizon en water. Maar de keerzijde is grotere afstanden tot werk en voorzieningen oplevert. Het gevolg hiervan (zo blijkt uit de monitor Brede Welvaart en de evaluatie van de eerste Regio Deal) is dat Zeeland steeds indringender te maken heeft met:

  • bereikbaarheidsproblemen (intern en extern) en toenemende vervoersarmoede; 
  • ontgroening, tot driedubbele vergrijzing, en een afname van de beroepsbevolking;
  • toename van de zorgvraag (o.a. vanwege een lager gezondheidsprofiel, vergrijzing);
  • krapte op de arbeidsmarkt (met name binnen de zorg, het toerisme en de techniek). 

In aanvulling op bovenstaande blijkt ook uit de monitor Brede Welvaart ‘Leven in Zeeland’ (2024) een aantal belangrijke zorgpunten over de leefbaarheid. Namelijk rondom:  

  • sociale cohesie, eenzaamheid en gezondheidsproblemen;
  • bereikbaarheid en beschikbaarheid van voorzieningen;
  • mismatch arbeidsmarkt en weinig baankansen jongeren. 

Elke Regio Telt

Het rapport Elke Regio Telt schetst een spiraal van verschraling. Dat nemen we in heel Zeeland waar en met name in Zeeuws-Vlaanderen. Het speelt ook in het landelijk gebied van Zeeuwse gemeenten zoals Sluis en Hulst, maar ook Schouwen-Duivenland, Noord-Beveland en Tholen. Daardoor staat zowel welvaart als welzijn (brede welvaart) onder druk. In deze gebieden stagneert de woningmarkt en het aantal inwoners loopt terug. Dat leidt tot het wegvallen van voorzieningen en de aantasting van de sociale cohesie.

Inmiddels is het voorstel voor een Regio Deal Zeeuws-Vlaanderen en Zeeland "Vitale en veerkrachtige mensen, kernen en voorzieningen" door het Rijk geselecteerd. Dit betekent dat samen met het Rijk het voorstel verder wordt uitgewerkt tot een Regio Deal. Het gaat om het samenbrengen van kennis, kunde en expertise in een samenwerking tussen Rijk en Regio én om middelen die nodig zijn om oplossingen voor de urgente vraagstukken te versnellen en te implementeren. Het Rijk erkent hiermee de problematiek, die mede een gevolg is van de huidige beleids- en investeringslogica. Het doel is de regio een impuls te geven en bij te dragen aan het versterken van brede welvaart. Voor het voorstel Zeeuws-Vlaanderen en Zeeland "Vitale en veerkrachtige mensen, kernen en voorzieningen" is een bedrag gereserveerd van €13 miljoen (inclusief BTW) als Rijksbijdrage voor de te sluiten Regio Deal. Bij het sluiten van het convenant Regio Deal wordt de definitieve financiële bijdrage vastgesteld.  

Bevolkingsontwikkeling

Schouwen-Duiveland is sinds 2014 één van de elf anticipeerregio’s in Nederland. In 2019 zijn de krimp- en anticipeerregio’s opnieuw vastgesteld (1).  Kijken we naar de ontwikkeling van het aantal huishoudens in krimp- en anticipeerregio’s, dan blijkt dat het aantal huishoudens vrijwel in alle gebieden is toegenomen. Dit is toe te schrijven aan gezinsverdunning door het langer zelfstandig thuis wonen van ouderen en een groeiend aantal alleenstaanden al dan niet al gevolg van echtscheidingen. De verwachting is dat deze ontwikkelingen doorzetten.

Tegelijkertijd blijft de trek van inwoners uit de Randstad naar randgemeenten toenemen en naar verwachting aanhouden. Voor Zeeland is Schouwen-Duiveland een gemeente die na respectievelijk Noord-Beveland en Tholen het meest van deze trek uit de Randstad profiteert. 

(1)https://open.overheid.nl/documenten/ronl-d666257d-e7e1-4a75-9c55-94c0f66d9d54/pdf

(2)https://www.cbs.nl/nl-nl/visualisaties/dashboard-bevolking/regionaal/groei-en-krimp

8.3 WERKELIJKE CIJFERS VERSUS PROGNOSES

Terug naar navigatie - Paragraaf 8 Demografische ontwikkeling - 8.3 WERKELIJKE CIJFERS VERSUS PROGNOSES

De bevolkingsontwikkeling van onze gemeente loopt in de pas met de bevolkingsontwikkeling van de meeste Zeeuwse plattelandsgemeenten. 

Op grond van de provinciale bevolkings- en huishoudensprognose hebben Gedeputeerde Staten van Zeeland de zogenoemde “ladderruimte” per woningmarktregio verruimd.  In deze prognoses zijn meegenomen binnenlandse verhuizingen, buitenlandse instroom en de situatie op de woningmarkt. Voor woningmarktregio Schouwen-Duiveland betekent dit een verruiming van 1.025 huishoudens voor de periode 2022-2032. Dit is verder verruimd op grond van de woondeal uit 2023 https://www.zeeland.nl/sites/default/files/digitaalarchief/IB22_da3ef116.pdf). De verkoop van goedkopere huurwoningen door de woningbouwvereniging leid tot meer doorstroming op de woningmarkt. Het streven is een jaarlijkse toevoeging van ongeveer 160 woningen verdeeld over de gemeente. De verkoop van goedkopere huurwoningen door de woningbouwvereniging leidt tot meer doorstroming op de woningmarkt.

De prognoses van het CBS laten een neerwaartse trend zien van het aantal inwoners. De prognose voor 2026 is 34.412 inwoners en voor 2025 was de prognose 34.631 inwoners. De verwachting is dat het aantal ouderen (65 jaar en ouder) stijgt. Daarentegen is de verwachting dat de leeftijdscategorieën van 0-19 jaar en van 20-64 jaar afneemt.  Dit resulteert in een demografische druk voor Schouwen-Duiveland van 91,5%. Demografische druk is het aantal personen van 0 tot 20 jaar én 65 jaar of ouder per honderd personen van 20 tot 65 jaar. 

Het aantal inwoners, 34.412 op 1 januari 2025, is verdeeld over 16.060 huishoudens.  De prognose van de huishoudensgroei op Schouwen-Duiveland volgens waarstaatjegemeente.nl is een afname van -6,7 procent. 

De natuurlijke aanwas is sinds 2020 negatief tot -6,0 in 2024. Er worden dus minder kinderen geboren dan het aantal mensen dat overlijdt. De verwachting is dat deze trend zich voortzet. Het migratiesaldo (binnenlands plus buitenlands) liet in 2022 een piek (15,7) zien door de komst van Oekraïners, maar het migratiesaldo is afgenomen tot 0,3 per januari 2025. 

8.4 WAT GAAN WE HIERVOOR DOEN

Terug naar navigatie - Paragraaf 8 Demografische ontwikkeling - 8.4 WAT GAAN WE HIERVOOR DOEN

Het coalitieakkoord “Samen koers houden“ legt op grond van de gesignaleerde ontwikkelingen in hoofdstuk 2 van dit akkoord een hele hoge prioriteit bij de bouwopgave. We zetten conform het coalitieakkoord “alles op alles om woningen te realiseren”. Daarbij wordt, mede in het kader van de stikstofproblematiek, de twee sporenbenadering met de sporen “kansrijk” en “complex” gevolgd.  Verder gebruiken we de kernprofielen die voor alle kernen van Schouwen-Duiveland zijn opgesteld. Dit kernprofiel is een analyse van feitelijke gegevens over de kern (demografisch, sociaal en economisch) en relevant voor de lokale woningbouwopgave. Om onze kernen leefbaar, vitaal en toekomstbestendig te houden en tegemoet te komen aan de grote krapte op de woningmarkt blijven we bouwen. Het streven is om tot en met 2030 circa 1.120 woningen toe te voegen aan de voorraad. Dit is een bruto toevoeging en gaat dus alleen om nieuwbouwwoningen. Daarnaast zoeken we naar creatieve mogelijkheden om in de vraag naar woningen te voorzien, zoals het bieden van tijdelijke oplossingen in de vorm van tiny houses en modulaire woonconcepten. 

Een belangrijke onvoorziene verandering in deze collegeperiode is de huisvestingsopgave van Oekraïense, maar ook overige vluchtelingen. In deze nationale en regionale opgave dragen we ons aandeel naar vermogen bij. Daarbij proberen we ook zo goed mogelijk te voorzien in voorzieningen om te integreren zoals het slechten van taalbarrières, scholing, toeleiding naar werk en sociale activiteiten. 

In het kader van het landelijke programma Bevolkingsdaling blijven we input leveren en met voorstellen komen om de gevolgen van demografische ontwikkelingen voor met name plattelandsgebieden zo goed mogelijk op te vangen. Bijvoorbeeld op het gebied van behoud van voorzieningen, goede bereikbaarheid en mobiliteit en nieuwe sociaaleconomische perspectieven.  Momenteel brengen we via beleidsbeïnvloeding en lobby prominente vraagstukken zoals (digitale) bereikbaarheid, voorzieningenniveau, aanpak bestaande woningvoorraad, bereikbaarheid van onderwijs en zorg en (sociale) mobiliteit in. De ontwikkeling van Zeeland 2050 binnen het Overleg Zeeuwse Overheden sluit hierop aan.

In het kader van de subsidieregeling Aantrekkelijk vestigingsklimaat op basis van de Regiodealgelden en Zeeland in Stroomversnelling, stimuleren we organisaties en instellingen in onze gemeente om aanvragen in te dienen om de leefbaarheid en sociale cohesie in kernen te verbeteren. Daarnaast gaan we nadrukkelijk de mogelijkheden na die de minister biedt met de meer maatwerkgerichte aanpak en de daarbij mogelijke ondersteuning vanuit het Rijk. 

We volgen de uitrol van het 5G-netwerk en de verglazing van het kabelnetwerk om een zo hoog mogelijk dekkings- en aansluitpercentage voor onze inwoners en bedrijven te realiseren. Dit komt tegemoet aan het werken op afstand en de wensen op het gebied van wonen zoals meer aandacht voor rust, ruimte en omgevingskwaliteit.

Om te binden en te boeien, blijven we inzetten op de vernieuwende onderwijsvormen en kennisontwikkeling via Living Labs. De actiepunten uit “Onderwijs nabij” en het gesloten convenant tussen onderwijs, ondernemers en overheid zijn verder uitgewerkt. De resultaten zijn zichtbaar, zoals de opzet van bedrijfsscholen en toeristische opleidingen op locatie. Daarnaast is Hospitality Hub operationeel. We blijven in nauwe samenwerking met provincie Zeeland, Connexxion, lokale ondernemers en Pieter Zeeman Lyceum werken aan concepten om de scholen beter bereikbaar te maken en te houden. 

Aan de hand van de Regionale Mobiliteitsstrategie Zeeland zetten we in op een betere ontsluiting van de kernen en de toegang tot voorzieningen. Voor de kwaliteit van de verbinding met de Randstad maar ook die van de Midden-Zeeland route inclusief de Zeelandbrug blijven we ons inzetten. Dit geldt voor de infrastructuur maar ook voor de kwaliteit van het openbaar vervoer. 

In het coalitieakkoord wordt expliciet het ondersteunen van lokale initiatieven benoemd, die een sociaal of ander algemeen belang nastreven voor het behoud van de leefbaarheid. Door het opstellen en uitvoeren van dorpsvisies en masterplannen samen met inwoners, krijgen inwoners meer waardering voor de directe leefomgeving. Dit leidt tot sociale initiatieven waarbij omzien naar elkaar centraal staat. 

Tot slot blijven we ook in 2026 en volgende jaren inzetten op samenwerking met P10 en VNG, provincie Zeeland en andere Zeeuwse gemeenten. We werken samen om van elkaar te leren en om de problematiek van plattelandsgemeenten te agenderen bij het Rijk. De landelijke samenwerking levert voordelen op zoals het aansluiten bij de Greendeal Autodelen, het landelijk programma Ondernemersdienstverlening en het agenderen van plattelandsvraagstukken bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Dit is in lijn met de uitkomst van het plattelandsonderzoek P10. Hieruit blijkt dat het bevorderen van de leefbaarheid in de kernen en de onderlinge verbondenheid van de lokale samenleving in kernen een belangrijk antwoord is op het omgaan met demografische ontwikkelingen. De verdere uitwerking van de Kabinetsreactie "Elke regio telt" biedt handvatten met meer maatwerk voor de regio. De ontwikkeling van Zeeland 2050 binnen het Overleg Zeeuwse Overheden sluit hierop aan.

Paragraaf 9 Sociaal Domein

INLEIDING

Terug naar navigatie - Paragraaf 9 Sociaal Domein - INLEIDING

De afgelopen jaren hebben we de paragraaf sociaal domein gehanteerd om een overzicht te geven van wat er binnen het sociaal domein allemaal gebeurt. In eerste instantie gebeurde dit via voortgangrapportages, later dus als paragraaf in de begroting. Afgelopen jaren zijn heel veel activiteiten steeds meer een plek gaan krijgen in de programma’s zelf en is de paragraaf wat meer verworden tot een samenvatting op één plek van al deze activiteiten. Dit is logisch omdat het programma sociaal domein zich richtte op de landing van de decentralisaties in de organisatie en dit de afgelopen jaren ook gebeurt is. Nieuw beleid wordt bestaand beleid en mensen en activiteiten worden onderdeel van dagelijkse bedrijfsvoering. Om dit gegeven zichtbaar te maken is in de begroting van vorig jaar in de paragraaf sociaal domein aangegeven waar die onderdelen een plek hebben gekregen in de begroting.

Toekomstige rapportage sociaal domein

Terug naar navigatie - Paragraaf 9 Sociaal Domein - Toekomstige rapportage sociaal domein

In 2025 hebben we een nieuw kader voor het brede sociaal domein opgesteld. Omdat we het beleidskader ontwikkelden in samenhang met de geactualiseerde visie Tij van de Toekomst, was het doel om in een geactualiseerde begroting ook zoveel mogelijk binnen programma’s te rapporteren over de voortgang binnen het sociaal domein. De actualisatie van de begroting op basis van de geactualiseerde strategische visie is uitgesteld naar 2026. Dat is een goed moment om in samenspraak met uw gemeenteraad te bepalen op welke wijze informatievoorziening u helpt toezicht te houden op de uitvoering van dit kader. 

Onderwerp paragraaf sociaal domein Terug te vinden in programmabegroting
9.3 Wmo ·         2.4.2.2. We blijven op zoek naar mogelijkheden om kosten te besparen en ondersteuning efficiënter in te zetten
·         2.4.2.9. We stemmen vraag en aanbod in het zorglandschap op elkaar af
9.3 Beschermd Wonen ·         2.4.2.10. We richten onze taken op het gebied van beschermd wonen lokaal en regionaal in
9.3 Jeugdzorg ·         2.4.2.2. We blijven op zoek naar mogelijkheden om kosten te besparen en ondersteuning efficiënter in te zetten
·         2.4.4.9. We investeren in de ontwikkeling van jeugdigen voor de opgelopen ontwikkelachterstanden door corona
·         2.4.5.1. We stimuleren ontwikkeling en uitbreiding van voorliggende voorzieningen
9.3 Participatiewet ·         1.4.2.1. We breiden het werk-leeraanbod voor mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt uit
·         1.4.2.7. We werken samen aan een evenwichtige en inclusieve arbeidsmarkt
·         1.4.2.9. We voeren de participatiewet optimaal uit en bezien de positie van De Zuidhoek daarin'
9.3 Gezondheid en sport ·         2.4.3.3. We stellen een nieuw beleidsplan Schouwen-Duiveland Vitaal op met bijbehorend uitvoeringsprogramma
9.3 Onderwijs ·         2.4.4.3. We voeren het onderwijsachterstandenbeleid uit
·         2.1.6.14. We stellen een nieuw onderwijsakkoord op
9.3 Kunst, cultuur en erfgoed ·         3.1.3.14. We stellen cultuur- en museumbeleid op
·         3.1.3.11 We zetten in op het behoud en de ontwikkeling van het Erfgoed op Schouwen-Duiveland
9.3 Opvang van vluchtelingen en inburgering ·         2.2.1.14. We geven uitvoering aan het huisvesten van statushouders
·         2.2.1.47. Wat doen we in het kader van de opvang asielzoekers
·         2.2.1.46. We zorgen voor modulaire woningen om de grote vraag naar woningen, onder andere veroorzaakt door de toestroom van Oekraïense vluchtelingen, op te vangen
9.3 Schuldhulpverlening en minimabeleid ·         2.4.5.4. We zetten in op vroegsignalering financiële problematiek en het terugdringen van niet gebruik van minimaregelingen
·         2.4.4.2. We voeren het minimabeleid uit
·         2.4.4.10. We voeren de bestuursopdracht Project Koopkracht uit
9.4 Een (nog) betere kwaliteit van zorg en ondersteuning ·         2.4.1.1. We implementeren een integrale toegang voor het gehele sociale domein (fase 2)
9.4 Integraal samenwerken ·         2.4.6.1. We stellen een nieuwe strategische maatschappelijke agenda op voor de komende vier jaar
9.4 Grip op financiën ·         2.4.2.2. We blijven op zoek naar mogelijkheden om kosten te besparen en ondersteuning efficiënter in te zetten

Paragraaf 10 Stads- en dorpsvisies

Wat houdt de paragraaf in?

Terug naar navigatie - Paragraaf 10 Stads- en dorpsvisies - Wat houdt de paragraaf in?

Voor de periode 2019-2029 is voor de uitvoering van de masterplannen stad- en dorpsvisies investeringsruimte beschikbaar gesteld, met de daarbij behorende structurele budgetten voor de kapitaallasten die daaruit voortvloeien. In deze paragraaf geven wij per kern inzicht op de lopende projecten en een toelichting op de inzet van de investeringsruimte. In het schema hierna vindt u het financieel geactualiseerde overzicht.

Voor de uitvoering van stads- en dorpsvisies hanteren we een uniforme, standaard aanpak:

  • De uitvoering van stads- en dorpsvisies wordt per kern aangestuurd door een stuurgroep. De stuurgroep is opdrachtgever voor projecten en besluit over de advisering aan raad en college;
  • Projectgroep. De projectgroep is opdrachtnemer van de opdrachten vanuit de stuurgroep en heeft de dagelijkse leiding over projecten. In de projectgroep neemt in ieder geval een vertegenwoordiging van de stads- of dorpsraad en de ondernemersvereniging deel;
  • In een enkel geval is er in een kern een specifieke werkgroep actief, die adviezen geeft aan de projectgroep voor het betreffende project.

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Paragraaf 10 Stads- en dorpsvisies - Wat willen we bereiken?

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Paragraaf 10 Stads- en dorpsvisies - Wat willen we bereiken?

P10.1 We voeren de dorpsvisie Burgh-Haamstede uit

Terug naar navigatie - Paragraaf 10 Stads- en dorpsvisies - Wat willen we bereiken? - P10.1 We voeren de dorpsvisie Burgh-Haamstede uit

We geven uitvoering aan de in 2020 vastgestelde Dorpsvisie Burgh-Haamstede, een tijdloos dorp omringd door waardevolle landschappen. Dat doen we aan de hand van onder meer het procesvoorstel uitvoering Dorpsvisie Burgh-Haamstede en de door de raad opgestelde aanvullende ontwikkelkaders uit oktober 2021.

Wat gaan we daarvoor doen?

P10.4 We voeren het Masterplan Renesse uit

Terug naar navigatie - Paragraaf 10 Stads- en dorpsvisies - Wat willen we bereiken? - P10.4 We voeren het Masterplan Renesse uit

We geven uitvoering aan het Masterplan Renesse. Met het Masterplan zetten wij in op een forse kwaliteitsimpuls, zodat Renesse ook in de toekomst een bruisende badplaats met een onderscheidend karakter blijft.  

Wat gaan we daarvoor doen?

P10.5 We faciliteren en geven met stadsraad en de Ondernemersvereniging Brouwershaven uitvoering aan de stadsvisie Brouwershaven

Terug naar navigatie - Paragraaf 10 Stads- en dorpsvisies - Wat willen we bereiken? - P10.5 We faciliteren en geven met stadsraad en de Ondernemersvereniging Brouwershaven uitvoering aan de stadsvisie Brouwershaven

We geven uitvoering aan de in 2018 vastgestelde Stadvisie Brouwershaven, een combinatie van maritieme kwaliteiten, historische binnenstad en omgeven door water. De visie is opgesteld namens stadsraad en ondernemersvereniging met een bijbehorend uitvoeringsprogramma, waarbij kwaliteit, sociale samenhang en leefbaarheid van de smalstad in de toekomst goed blijft voor inwoners, ondernemers en bezoekers.

P10.6 We voeren het Programma Zierikzee / Structuurvisie Zierikzee 2030 uit

Terug naar navigatie - Paragraaf 10 Stads- en dorpsvisies - Wat willen we bereiken? - P10.6 We voeren het Programma Zierikzee / Structuurvisie Zierikzee 2030 uit

Het programma Zierikzee uit 2013 is verder verfijnd met aangepaste ambities en opgaven, welke zijn geformuleerd in de vastgestelde Structuurvisie Zierikzee 2030. Het programma Zierikzee / Structuurvisie kent een uitvoeringprogramma, met als doel de door de raad neergelegde ambities projectmatig te realiseren. De uitvoering van een groot aantal projecten is al ter hand genomen. Meerdere opgaven voor Zierikzee zijn complex en kunnen met een uitvoeringskader op een meer effectieve en efficiënte wijze het hoofd worden geboden. Op programmaniveau kan beter worden gestuurd op de doelstellingen en een doelmatige inzet van middelen.

Wat gaan we daarvoor doen?

P10.7 We verlenen maatwerk bij dorpsplannen van kleine kernen

Terug naar navigatie - Paragraaf 10 Stads- en dorpsvisies - Wat willen we bereiken? - P10.7 We verlenen maatwerk bij dorpsplannen van kleine kernen

In diverse kernen op Schouwen-Duiveland worden er al kleinere projecten uitgevoerd onder de vlag van de stads- en dorpsvisies. Voor Nieuwerkerk, Dreischor, Ouwerkerk, Noordgouwe en Zonnemaire geldt dat we vanaf 2026 en verder aan de slag gaan met het opstellen van een dorpsvisie (voor kernen met meer dan 1.500 inwoners) of maatwerk in de vorm van bijvoorbeeld een uitvoeringsprogramma of een concreet plan. De rol en taken/verantwoordelijkheden van de gemeente worden per kern nader bepaald. 

Wat gaan we daarvoor doen?

P10.8 We voeren de Dorpsvisie Oosterland uit

Terug naar navigatie - Paragraaf 10 Stads- en dorpsvisies - Wat willen we bereiken? - P10.8 We voeren de Dorpsvisie Oosterland uit

De Dorpsvisie Oosterland, inclusief uitvoeringsprogramma op hoofdlijnen, bieden we eind 2025 ter vaststelling aan de raad. In deze visie leggen we vast wat de kwaliteiten van het dorp zijn en schetsen we een toekomstbeeld. Oosterland moet een dorp zijn, waar het voor iedereen fijn wonen en prettig verblijven is in een veilige, gemoedelijke en groene omgeving. We zetten onder meer in op behoud en verbetering van het voorzieningenniveau, nieuwbouw van woningen, oplossing van verkeersknelpunten en verbetering van de openbare ruimte.

Wat gaan we daarvoor doen?

Financieel overzicht Masterplannen stads- en dorpsvisies

Terug naar navigatie - Financieel overzicht Masterplannen stads- en dorpsvisies - Financieel overzichten amendementen masterplannen stads- en dorpsvisies
Investeringskredieten Jaarrekening Begroting
< 2023 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 Totaal
Beschikbaar uit amendement begroting 2018 5.200.000 1.300.000 1.300.000 1.300.000 1.300.000 1.300.000 1.300.000 13.000.000
Beschikbaar uit amendement begroting 2019 2.800.000 700.000 700.000 700.000 700.000 700.000 700.000 7.000.000
Beschikbaar uit amendement begroting 2021 3.750.000 1.875.000 1.875.000 1.875.000 1.875.000 1.875.000 1.875.000 15.000.000
Beschikbaar uit kadernota 2025-2028 (prijsstijgingen) 562.500 562.500 562.500 562.500 2.250.000
Toevoeging vanuit reserve strategische visie (via reserve dekking afschrijvingslasten) 525.000 525.000
Dekking vanuit stelpost prijsstijgingen 283.333 283.333 283.333 850.000
Toevoeging vanuit Kadernota / Begroting 2026-2029 500.000 1.500.000 1.500.000 1.500.000 5.000.000
Totaal 11.750.000 3.875.000 4.158.333 5.245.833 5.220.833 5.937.500 5.937.500 1.500.000 43.625.000
Burgh-Haamstede:
Openbare ruimte Noordstraat/Ring/begin Weststraat Haamstede 82 199.530 1.219.744 2.455.354 375.000
Openbare ruimte Burghseweg, Burghse Ring, Kerkstraat, deel Hogeweg 78.564 785.643 1.143.443
Openbare ruimte Burghseweg/Weststraat 28.225 601.177 825.902
Hogeweg Burgh-Haamstede 184.857 1.848.571 2.634.571
Inprikker Burgh 3.440 198.889 451.165 550.000
Optimalisatie verkeersveiligheid Kloosterweg 104.900 1.286.156 1.711.739 1.000.000
Upgrade fietsenstalling nabij horecapleintje Westenschouwen inclusief oplaadplaats(en) voor elektrische fietsen 42.977
Herinrichting Torenweg 39.806 6.111 262.090
Quick win verfraaien rotondes en entrée's Burgh-Haamstede 260 184 5.000 10.146
Kruising Kloosterweg/Vertonsweg/Badweg (project in regie stuurgroep) 190.190
Bosplein en verkeersmaatregelen Kraaijensteinweg (project in regie stuurgroep) 229.741
Geluksmoment Burgh-Haamstede 7.328 77.910
Totaal Burgh-Haamstede 503.056 318.053 2.882.565 5.055.869 3.622.567 3.542.014 2.634.571 18.558.695
Scharendijke:
Dijktrap 42.502 173.036
Herinrichting Dorpsstraat 776.051
Aanvulling op uitvoering Recreatieverdeelweg 117.000
Herinrichting Bethlehemplein fase 2, inclusief beplanting en verlichting 667.332
Herinrichting Dijkstraat 897 272.826 476.975
Parkeerterrein Middelplaatstraat 40.000
Parkeren op voormalige gemeentewerf 8.509 644 304 180.544
Bethlehemplein; herinrichting kerktuin fase 1 253.312
Quickwin verbijzondering dorpsingang Akkerbloemstraat 19.240
Uitbreiding herinrichting Elkerzeeseweg met herinrichting kruising Putmeet 135.000
Totaal Scharendijke 2.058.946 174.577 273.130 657.519 0 0 0 3.164.172
Renesse
Hogezoom 1 tussen Kerkring en dorpspodium 505.241
Hogezoom 2 Watermeterplein en omgeving 603.370
Aanpassing kruising Hogezoom / Jan van Renesseweg 28.451
Aanvullend krediet Strandkerk en omgeving; Aanpassing Vroonweg, Kabbelaarsweg en Hoogenboomlaan 306.625 543.375
Aanpassing Roelandsweg 10.673
Hogezoom deel 3 471.604
Kerkring 1.508.847 41.239
Aanleg rotonde aansluiting Roelandsweg/ingang Transferium 1.014 4.342 245.481 501.572
Kruispunt Jan van Renesseweg en Zeeanemoonweg 34.437
Kruispunt Jan van Renesseweg en Oude Moolweg 37.057
Fietsenstalling hoek Jan van Renesseweg en Zeeanemoonweg 35.543
Uitvoering verkeersstudie centrum Renesse 2023 53.746 16.295 14.959
Uitvoering verkeersstudie centrum Renesse 2024 50.159
Uitvoering verkeersstudie centrum Renesse 2025 209.800
Herinrichting VKH Fase 2 689.712 791.398
Herinrichting parkeerterrein aan de Laone 308.453
Totaal Renesse 3.751.370 1.328.072 962.139 470.240 501.572 0 0 7.013.393
Bruinisse:
Inrichting omgeving Dreef inclusief bibliotheek 856.061
Aanvullend krediet aanpassing Deestraat 354.313 258.641 6.846
Herinrichting Nieuwstraat 174.618
Herinrichting Oudestraat 449.679 202.973
Grond nabij Dreef 12 3.071
Totaal Bruinisse 1.480.358 560.357 258.641 6.846 0 0 0 2.306.202
Brouwershaven:
Reconstructie parkeerterrein Haven zuidkant 171.085 192.415
Herinrichting Markt Brouwershaven (inclusief Haven Noord- en Haven Zuidzijde) 1.772.861 39.317
Bebording in kern eenduidig en actueel maken 28.750
Haventerras 27.119
Brug/loopplank over Sluis Nieuwe haven 304.945
Maritiem Greenpoint (gemeentelijk deel) 63.123
Totaal Brouwershaven 2.168.048 39.317 171.085 221.165 0 0 0 2.599.615
Zierikzee:
Herinrichting stadspark Zaagmolen 351.129
Herstel en Herinrichting Wegvak: Trambaan-Julianastraat 30.000 371.300
Herstel en Herinrichting Wegvak: 2e deel Calandweg - Kruising Scheepstimmersdijk 465.757
Herstel en Herinrichting Wegvak: Scheepstimmerdijk - Duiker 't Sas 470.761
Herinrichting omgeving Borrendamme 110.000
Herinrichting Poststraat 313.794
Herinrichting Schuithaven 266.048 150.000
Herinrichting Weststraat/Balie 1.556.522
Herinrichting Lange Nobelstraat 100.466 120.466
Optimaliseren gemeentelijke vervallen schuur en omgeving van de Schaapskooi 3.022 79.478
Totaal Zierikzee 313.794 0 3.022 219.478 3.481.517 250.466 120.466 4.388.743
Noordgouwe:
Herinrichting parkeervoorziening dorpshuis 42.685
Totaal Noordgouwe 42.685 0 0 0 0 0 0 42.685
Kerkwerve:
Verlichting oefenterrein SV WIK 55.835
Totaal Kerkwerve 55.835 0 0 0 0 0 0 55.835
Ellemeet:
Doorontwikkeling speelveld 22.556
Fase 2 sport en speelterrein 32.000
Totaal Ellemeet 22.556 0 0 32.000 0 0 0 54.556
Sirjansland:
Uitvoering werkzaamheden centrumgebied 0 100.000 727.330
Totaal Sirjansland 0 0 0 100.000 727.330 0 0 827.330
Zonnemaire:
Aanleg Buurtplek 36.685
Totaal Zonnemaire 36.685 0 0 0 0 0 0 36.685
Dreischor:
Herinrichting Ring 8.911 56.089
Totaal Dreischor 8.911 56.089 0 0 0 0 0 65.000
Oosterland:
Herinrichting openbare ruimte (Dorpsvisie Oosterland) 500.000 1.500.000 1.500.000 1.500.000
Totaal Oosterland 500.000 1.500.000 1.500.000 1.500.000 5.000.000
Totaal 10.442.244 2.476.465 4.550.582 6.763.117 8.832.986 5.292.480 4.255.037 1.500.000 44.112.911
Verschil 1.307.756 1.398.535 -392.249 -1.517.284 -3.612.153 645.020 1.682.463 0 -487.911
Terug naar navigatie - Financieel overzicht Masterplannen stads- en dorpsvisies - Masterplannen exploitatie
Explotatiebudgetten/ kapitaallasten Jaarrekening Begroting
< 2023 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029
Beschikbaar uit amendement begroting 2018 800.000 400.000 480.000 560.000 640.000 720.000 800.000 800.000
Beschikbaar uit amendement begroting 2019 258.000 172.000 215.000 258.000 301.000 344.000 387.000 430.000
Inzet lagere afschrijvingstermijn voor budgettaire ruimte -152.420 -157.495 -162.495 -162.495 -164.775 -164.775 -164.775 -164.775
Beschikbaar uit amendement begroting 2021 1.000.000 1.000.000 1.000.000 950.000 925.000 900.000 875.000 850.000
Inzet budgettaire ruimte ter dekking rentelasten 129.000 129.000 129.000
Beschikbaar uit kadernota 2025-2028 2.000 24.000 54.000 73.000 110.000
Toevoeging vanuit reserve strategische visie (via reserve dekking afschrijvingslasten) 30.009 30.009 30.009 30.009
Dekking vanuit stelpost prijsstijgingen 48.586 48.586 48.586 48.586
Totaal 1.905.580 1.414.505 1.532.505 1.607.505 1.803.820 2.060.820 2.177.820 2.232.820
Burgh-Haamstede:
Promotie en marketing kunst, cultuur en erfgoed 5.360
Opstellen verkeers(circulatie)plan Haamstede-Burgh-Westenschouwen 53.589
Stedenbouwkundig plan / beeldkwaliteitsplan centrum Burgh-Haamstede 89.320 30.633 21.366
Aanvullende onderzoeken dorpsvisie Burgh-Haamstede 86.072
Kruispunten Hogeweg 28.669
Voorbereidingskosten Kop Haamstede 750 14.250
BH Bestemmingspl entreegebied HS 35.000
Onderzoek inprikker Burgh 33.500
Onderzoek optimalisatie Kloosterweg 51.655 22.707
Externe projectmanager 58.200 61.082 48.704 56.332
Opstellen draaiboek en uitvoering participatievoorstel 42.820 9.180
Ondersteunend budget participatie Burgh Haamstede 8.624
Onderzoekskosten Noordstraat 34-36 8.221 13.274
Voorzichterschap en ondersteuning projecten kunst, cultuur en erfgoed 11.130 5.000 21.250 53.800
Pilot mobiliteitshub 25.948 578
Opfrisbeurt centrum Burg en centrum Haamstede voor aanvang seizoen 2022 15.388 11.614 4.803
Ondersteuning werkgroepen vormgeving participatieproces 23.000 30.000
Ondersteuning Ondernemersvereniging Burg-Haamstede voor uitvoering Dorpsvisie 15.000
Voorzitterschap 1.500 20.000
Diverse projecten uitvoering Programma Kunst, Cultuur en Erfgoed 20.000
Bijdrage dorpsraad participatie 7.500 7.500 7.500 7.500
Totaal Burgh-Haamstede 496.261 204.660 123.375 208.248 20.774 7.500 7.500 0
Scharendijke:
Aanpassen pand JOP 10.000
Onderzoek en verkenning fietsroute op de dijk 25.000
Onderzoek en planuitwerking Blauwe Boulevard 50.000
Totaal Scharendijke 10.000 0 0 75.000 0 0 0 0
Renesse
Opstellen verkeersplan 33.680
Verkeerstellingen na aanpassing Roelandsweg 6.902
Onderzoek aanleg rotonde aansluiting Roelandsweg/ingang Transferium 4.700 15.640
Ondersteunend budget participatie Renesse 14.946 16.297
Aanvullend onderzoek fietsstraat Laone 32.285
Totaal Renesse 45.282 14.946 64.222 0 0 0 0 0
Bruinisse:
Vervangen of verwijderen hekwerk en optimaliseren groen en bestrating rondom de Pul 4.475
Onderzoek gebruik OV halte Deltastraat 39.753
Aankleding havenplateau
Verkeersmaatregelen algemeen 11.695
Totaal Bruinisse 44.228 0 11.695 0 0 0 0 0
Brouwershaven:
Bedrijventerrein middels groenvoorziening vriendelijker uitstraling geven 34.900
Onderhoud en opknappen havenhoofd 18.000
Zichtbaar maken en opknappen wallen en redoutes 5.250
Ontwikkelperspectief Grote Kerk en omgeving 69.000
Totaal Brouwershaven 5.250 0 87.000 34.900 0 0 0 0
Zierikzee:
Marktverkenning- en concultatie stadspoorten 53.050
Totaal Zierikzee 0 0 0 53.050 0 0 0 0
Noordgouwe:
Onderzoek naar parkeren Ring 5.000
Opstellen uitvoeringsprogramma 28.165
Totaal Noordgouwe 0 0 0 0 0 28.165 5.000 0
Kerkwerve:
Voetbalkooi 4.602
Totaal Kerkwerve 4.602 0 0 0 0 0 0 0
Sirjansland:
Opstellen ontwerp centrumgebied 42
Right to challenge 26.993
Totaal Sirjansland 0 0 27.035 0 0 0 0 0
Oosterland:
Opstellen dorpsvisie 26.525
Totaal Oosterland 0 0 0 26.525 0 0 0 0
Ouwerkerk:
Onderzoek bestemming sportpark 't Eultje 6.415
Opstellen dorpsvisie 26.525
Cofinanciering aanvraag haalbaarheidsonderzoek Sportpark 't Eultje: Biodiversiteit & Energietransitie 5.000
Totaal Ouwerkerk 0 0 11.415 0 26.525 0 0 0
Zonnemaire:
Verkeersstudie 5.424 3.678 17.000
Totaal Zonnemaire 5.424 3.678 11.415 17.000 26.525 0 0 0
Dreischor:
Opstellen en realiseren verkeerscirculatie- en parkeerplan 10.590
Speeltoestellen De Klimop
Ondersteunen initiatief Kabouterbos 1.000
Ondersteunen inititatief Rondje Dreischor 1.000
Voetbalkooi schoolplein basisschool 4.380
Aanleg jeu de boulesbaan 0
Totaal Dreischor 16.970 0 0 0 0 0 0 0
Algemeen:
Het realiseren van dorpsboomgaarden 20.000 57.969
Externe kosten versterking advies-, stads-, dorps- en wijkraden 0 45.000
Totaal algemeen 0 20.000 57.969 45.000 0 0 0 0
Totale exploitatiekosten 628.017 243.284 394.126 459.723 73.824 35.665 12.500 0
Totale kapitaallasten investeringen 60.776 339.879 670.026 875.110 1.101.478 1.640.722 1.922.908 2.223.513
Totaal 688.793 583.163 1.064.152 1.334.833 1.175.302 1.676.387 1.935.408 2.223.513
Verschil 1.216.787 831.342 468.353 272.672 628.518 384.433 242.412 9.307

Paragraaf 11 Wet open overheid

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Paragraaf 11 Wet open overheid - Ontwikkelingen

De Wet open overheid (Woo) is op 1 mei 2022 in werking getreden als opvolger van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De Woo versterkt het recht op overheidsinformatie. Burgers kunnen nog steeds een Woo-verzoek indienen om documenten op te vragen (passieve openbaarmaking), maar de wet gaat verder: overheidsorganisaties worden ook verplicht om bepaalde informatiecategorieën uit eigen beweging openbaar te maken (actieve openbaarmaking).

Deze actieve openbaarmaking wordt stapsgewijs ingevoerd aan de hand van een landelijke tranche-indeling. Gemeente Schouwen-Duiveland voldoet sinds 1 november 2024 aan de verplichting om informatie uit de eerste tranche openbaar te maken. In 2025 lag de focus op de implementatie van de tweede tranche, met onder meer agenda’s en besluitenlijsten van bestuurscolleges, adviezen van adviescommissies en jaarstukken. De formele inwerkingtreding van deze tweede tranche wordt nog bij Koninklijk Besluit vastgesteld.  

In de periode 2026–2029 vervolgen we onze inzet op de structurele implementatie van de Wet open overheid (Woo), met specifieke aandacht voor de actieve openbaarmaking.  We brengen in kaart hoe eventuele aanvullende taken voortvloeiend uit de Woo, zoals de implementatie van de derde en vierde tranche en verdere professionalisering van publicatieprocessen, structureel kunnen worden belegd binnen onze gemeentelijke organisatie. Daarbij beoordelen we of deze taken binnen de bestaande capaciteit kunnen worden opgevangen, of dat aanvullende inzet noodzakelijk is.

De invoering van de Woo vraagt blijvende aandacht voor organisatiebrede bewustwording, technische ondersteuning en het waarborgen van een duurzame informatiehuishouding.

Financiën

Terug naar navigatie - Paragraaf 11 Wet open overheid - Financiën

Voor de implementatie stelt het Rijk structureel en incidenteel middelen beschikbaar. Daarbij zijn de in het verleden ontvangen Rijksmiddelen nog grotendeels beschikbaar.  

Het uitgangspunt is dat eventuele extra benodigde capaciteit in eerste instantie wordt opgevangen binnen de middelen die het Rijk beschikbaar stelt voor de uitvoering van de Woo.