Prognose budgettaire ruimte 2024-2027

In deze paragraaf wordt een beeld gegeven van de budgettaire ruimte in voorbereiding op het samenstellen van de programmabegroting 2024-2027. De basis hiervoor is de besluitvorming tot het opstellen van deze kadernota. Vervolgens geven we een prognose van de algemene uitkering op basis van de in april verschenen voorjaarsnota van het Rijk. Tot slot verwerken we de ontwikkelingen met een verplichtend karakter uit deze kadernota. Zo ontstaat een totaalbeeld van de budgettaire ruimte die als startpunt dient voor het opstellen van de begroting programmabegroting 2024-2027. 

Budgettair beeld op basis van voorgaande besluitvorming

Onderstaand overzicht laat de actuele budgettaire ruimte zien na vaststelling door uw raad van de programmabegroting 2023-2025, inclusief aangenomen amendementen, en de verwerking van de door uw raad tot en met 1 mei 2023 vastgestelde begrotingswijzigingen vanuit de raadsvoorstellen. Ook het structurele saldo van de 1e financiële rapportage 2023, die uw raad behandelt in de raadsvergadering van 21 juni 2023, is in het overzicht opgenomen. Tot slot is de jaarschijf 2027 toegevoegd (x € 1.000):

Voorgaande besluitvorming (* € 1.000) 2024 2025 2026 2027
Budgettaire ruimte Programmabegroting 2023-2026 90 2.115 1.737 940
Raadsbesluiten tot en met 1 mei 2023 -20 -20 -20 -20
Financiële rapportage 2023-1 -1.598 -1.598 -1.598 -1.769
Totaal -1.528 497 119 -849

De 1e financiële rapportage 2023 geeft een fors negatief saldo vanwege de verwerking van de nieuw afgesloten CAO. De loonsverhoging is significant hoger dan waarmee rekening is gehouden in de begroting 2023-2026. Gemiddeld is sprake van een stijging van 9,1% waar in de jaarschijf 2023 rekening was gehouden met 3,6%. 

Prognose algemene uitkering op basis van de voorjaarsnota 2023
De voorjaarsnota 2023 is onlangs door de minister van Financiën aangeboden aan de Tweede Kamer. De Voorjaarsnota 2023 geeft een vooruitblik op de rijksbegroting voor de komende jaren. Over de gevolgen worden de gemeenten geïnformeerd via de meicirculaire 2023. De voorjaarsnota geeft een belangrijke indicatie van wat we in de meicirculaire kunnen verwachten. Op basis van de voorjaarsnota is een prognose gemaakt van de effecten voor de algemene uitkering zoals deze naar verwachting in de meicirculaire zullen worden opgenomen.

Structurele rijksbijdrage vanaf 2027
Vooruitlopend op een nieuwe financieringssystematiek vanaf 2026 heeft het kabinet in de septembercirculaire 2022 in 2026 eenmalig € 1 miljard beschikbaar gesteld. Op vrijdag 28 april jl. heeft het kabinet in de Voorjaarsnota 2023 aangekondigd dat dit bedrag vanaf 2027 structureel beschikbaar komt. Voor Schouwen-Duiveland is dat vanaf 2027 ongeveer een bedrag van € 1.700.000. We nemen dit bedrag op in onze prognose van het budgettaire beeld.

Volume accres op basis van het bruto binnenlands product
Vanaf 2026 wordt het gemeentefonds niet langer via de normeringssystematiek ‘samen de trap op en samen de trap af geïndexeerd. Er wordt alleen een LPO-accres (Loon Prijs Ontwikkeling) verstrekt, geen volume accres. Het huidige LPO-accres wordt, net als de jaren tot en met 2025, vanaf 2026 bijgesteld op basis van de jaarlijkse loon- en prijsontwikkeling zoals door CPB geraamd wordt. 

In de Voorjaarsnota 2023 is besloten om het gemeentefonds voor de volumeontwikkeling vanaf 2027 te indexeren op basis van de ontwikkeling van het bruto binnenlands product. In de nota is een beschrijving van de hoofdlijnen van een nieuwe financieringssystematiek opgenomen. Deze nieuwe financieringssystematiek houdt in dat het gemeentefonds vanaf 2027 wordt geïndexeerd op basis van de ontwikkeling van het bruto binnenlands product. Hiervoor is in de Voorjaarsnota 2023 een budget gereserveerd van € 150 miljoen in 2027 en € 300 miljoen in 2028. Dit zou voor Schouwen-Duiveland voor 2027 € 375.000 en voor 2028 € 750.000 betekenen. Er zijn hiervoor nog diverse scenario’s in onderzoek met een erg onzekere uitkomst. Daarom houden we hier nog geen rekening mee in de prognose van onze budgettaire ruimte.

Accres voor loon- en prijsontwikkeling
In de Najaarsnota 2022 heeft het kabinet aangekondigd een extra prijsbijstelling over 2022 uit te keren in verband met de uitzonderlijke prijsstijgingen voor 2022. Uit de voorjaarsnota blijkt dat het rijk minder uitkeert dan aangekondigd. Voor Schouwen-Duiveland is dat vanaf 2023 een bedrag van € 220.000 structureel. Naast het LPO-accres van 2022 is ook het LPO accress van 2023 bijgesteld. Dit levert ook een voordeel op van € 275.000. We nemen daarom het bedrag van € 495.000 structureel op in onze prognose van het budgettaire beeld.

De bijstellingen van de LPO accressen voor de jaren 2024 en 2027 nemen we niet mee in het budgettaire beeld aangezien de indexering van de begroting 2024 en latere jaren pas plaatsvindt, op basis van de in deze kadernota vast te stellen indexeringspercentages, bij het opstellen van de begroting 2024. 

Hervormingsagenda Jeugd
Het Rijk en de VNG hebben op 18 april dit jaar laten weten dat een financieel principeakkoord bereikt is voor de Hervormingsagenda Jeugd. Eén van de financiële afspraken in het principeakkoord is dat de huidige besparingsreeks van € 374 miljoen voor 2023, € 463 voor 2024, € 563 voor 2025 voor 2023 tot en met 2025 bevroren is op het niveau van € 374 miljoen. We verwerken voor de jaren 2024 en 2025 daarom het positieve effect van het bevriezen van de hervormingsagenda. Dit heeft overigens geen effect op onze budgettaire ruimte aangezien we hiermee de taakstelling in onze begroting verlagen.

Vrijval ‘stelposten’ algemene uitkering
In onze prognoses van de algemene uitkering wordt continu rekening gehouden met de onzekerheden middels een aantal stelposten. De volgende stelposten kunnen vrijvallen aangezien de betreffende onzekerheden inmiddels (grotendeels) zijn weggevallen.
-    Stelpost onderuitputting rijksuitgaven:
      de stelpost voor de onderuitputting van de rijksuitgaven kan vervallen aangezien de volumecomponent van het accres van de algemene uitkering vastgezet is op de stand van de meicirculaire 2022. 
-    Algemene uitkering: nieuwe normeringssystematiek:
Het landelijke beeld dat de algemene uitkering van 2025 naar 2026 daalt en vervolgens naar 2027 licht toeneemt is ook voor Schouwen-Duiveland van toepassing. De stelpost algemene uitkering: nieuwe normeringssystematiek is opgenomen uit voorzichtigheidsprincipe om de daling voor deze jaren op te vangen en kan vervallen. 

Bovenstaande ontwikkelingen leiden tot de volgende prognose van de meicirculaire:

Prognose meicirculaire (* € 1.000) 2023 2024 2025 2026 2027
Structurele rijksbijdrage 1.700
Volume accres PM PM PM PM PM
Accres voor loon- en prijsontwikkeling 2022 en 2023 495 495 495 495 495
Accres voor loon- en prijsontwikkeling 2024 en verder PM PM PM PM PM
Vrijval stelposten 980 1.200 1.000 1.394 1.394
Totaal 1.475 1.695 1.495 1.889 3.589

Het voordeel wat ontstaat in 2023 wordt in 2023 toegevoegd aan de algemene reserve en in 2024 benut om incidenteel het negatieve begrotingssaldo te dekken.

Ontwikkelingen met bindend karakter
In deze kadernota zijn de ontwikkelingen met een bindend karakter opgenomen. Met deze ontwikkelingen moet rekening worden gehouden in de presentatie van de budgettaire ruimte. Pas na het verwerken van deze ontwikkelingen ontstaat een beeld van de daadwerkelijke budgettaire ruimte voor nieuw beleid/ nieuwe initiatieven.

Prognose Ontwikkelingen (* € 1.000) 2024 2025 2026 2027
Ontwikkelingen kadernota verplichtend -1.738 -1.798 -1.798 -1.798
Totaal 1.738 1.798 1.798 1.798

Totaalbeeld budgettaire ruimte
Op basis van bovenstaande ingrediënten ontstaat het volgende totaalbeeld van de budgettaire ruimte:

Totaalbeeld budgettaire ruimte (* € 1.000) 2024 2025 2026 2027
Budgettaire ruimte Programmabegroting 2023-2026 90 2.115 1.737 940
Raadsbesluiten tot en met 1 mei 2023 -20 -20 -20 -20
Financiële rapportage 2023-1 -1.598 -1.598 -1.598 -1.769
AU: Structurele rijksbijdrage 1.700
AU: Volume accres PM PM PM PM
AU: Accres voor loon/prijsontwikkeling 2022 en 2023 495 495 495 495
AU: Accres voor loon/prijsontwikkeling 2024 e.v. PM PM PM PM
AU: Vrijval stelposten 1.200 1.000 1.394 1.394
Bindende ontwikkelingen kadernota -1.738 -1.798 -1.798 -1.798
Voordeel uit meicirculaire m.b.t. begrotingsjaar 2023 1.475
Totaal -96 194 210 942

Het negatieve saldo uit 2024 kan worden gedekt uit het verwachte extra accres over de jaren 2022 en 2023 en uit de vrijval van de stelpost onderuitputting rijksuitgaven van in totaal € 1.475.000, waardoor het begrotingssaldo 2024 -/- € 96.000 bedraagt. De overige jaren hebben een positief begrotingssaldo.

Afhankelijk van de definitieve uitkomsten van de meicirculaire ontstaat een beeld van de meerjarenbegroting die slechts beperkt ruimte geeft voor nieuw beleid. Dit zou ervoor kunnen zorgen dat er in het begrotingsproces nadrukkelijker keuzes gemaakt moeten worden of dat er bij nieuw beleid dekking gevonden zal moeten worden alvorens het nieuwe beleid in de begroting kan worden verwerkt. Na het uitkomen van de meicirculaire zal hierover meer duidelijkheid ontstaan.