Indexeringspercentages en rentepercentages

Jaarlijks stelt uw raad via de kadernota vast met welke indexerings- en rentepercentages de budgetten in de begroting stijgen en met welk indexeringspercentage de tarieven voor de belastingen worden verhoogd. De basis voor deze percentages halen wij uit het Centraal Economisch Plan (CEP) dat het Centraal Planbureau ieder jaar in maart publiceert. Ook het Rijk maakt gebruik van deze percentages bij het vaststellen van de loon- en prijsbijstelling van de algemene uitkering. 

Wij stellen het volgende voor:

a.    In deze kadernota rekening te houden met het door het CPB geraamde prijsontwikkeling in maart 2023 voor het jaar 2024 van 3,9 % (prijs materiële overheidsconsumptie (IMOC);
b.    In deze kadernota rekening te houden met het door het CPB geraamde loonontwikkeling in maart 2023 voor het jaar 2024 van 5,2 % (Loonvoet sector overheid);
c.    Voor de raming van de jaren 2025-2027 de loon- en prijsontwikkelingen vanuit het CEP van maart 2023 aan te houden;
d.    Bij het aanbieden van de programmabegroting 2024-2027 eind september 2023 wordt uw raad geïnformeerd over de effecten van deze indexeringen in relatie tot de compensatie daarvan via de meicirculaire en de invloed daarvan op de budgettaire ruimte.

Voorstel 1a: In te stemmen met de in bijlage B opgenomen indexeringspercentages.

In de algemene bestuursvergadering van 14 december 2022 heeft de Vereniging van Zeeuwse Gemeenten (VZG) de richtlijn voor de begroting 2024 voor de gemeenschappelijke regelingen (GR’en) vastgesteld (zie bijlage C). De strikte richtlijn gaat uit van een toegestane inflatiecorrectie in de GR-begroting 2024 van 3,4%. De richtlijn is in overeenstemming met het rapport gebaseerd op de prognose van het percentage overheidsconsumptie beloning werknemers (3,9 %) en de prognose van het percentage overheidsconsumptie materieel (2,4 %) voor het jaar 2024. Deze is gepubliceerd in de septembercirculaire van het gemeentefonds 2022. Op basis van deze prognoses wordt het samengestelde percentage vastgesteld op basis van 2/3 van de looncomponent en 1/3 van de prijscomponent.

Tijdens de VGZ-vergadering van 14 maart 2023 is een aanvullend advies opgesteld over de correctie van 2023. In deze vergadering is besloten om de inflatiecorrectie voor de begroting 2023 van de GR-en te corrigeren met 4,5 % naar in totaal 7,2 %. Deze aanpassing heeft een structurele doorwerking met betrekking tot het opstellen van de GR begrotingen 2024 en verder.

De gevolgen van de pandemie en de oorlog in Oekraïne zorgen voor een verstoring in de economie, waardoor er inflatie optreedt. De ontwikkeling van de toekomstige inflatie is onzeker. Als de inflatie te hard oploopt, is het de taak van de Europese Centrale Bank (ECB) om haar monetair beleid aan te passen. Zij kan de rentetarieven verhogen om de inflatie af te remmen.  

In 2023 zien we de inflatie afnemen, dit is grotendeels door de dalende energieprijzen. Doel van de ECB is dat inflatie naar een niveau van 2% gaat. Rentestijgingen zijn naar verwachting nog niet voorbij. Dit heeft tot gevolg dat de investeringen van bedrijven worden afgeremd. Hierdoor loopt de economische groei naar verwachting terug. De groei wordt ook afgeremd door economische sancties tegen Rusland die landen hebben ingesteld.

Daarnaast kijkt de ECB naar de invloed van de Amerikaanse economie op ónze economie. Al deze verschillende factoren en de keuzes in het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank kunnen van invloed zijn op de renteontwikkeling. Gelet op deze ontwikkelingen is voor 2024 rekening gehouden met een rentestijging. De voor onze gemeente relevante rentepercentages vindt u terug in bijlage B. In deze bijlage zijn ook de rentepercentages opgenomen van de geldleningen die verstrekt zijn op grond van de Verordening Stimuleringslening Duurzaamheid Bedrijven en Verenigingen 2020 en de Verordening Lening Duurzaam en Langer Thuis 2022.

Voorstel 1b: In te stemmen met de in bijlage B opgenomen rentepercentages.