Voorjaarsnota Rijk 2024
Op 15 april 2024 bood de minister van Financiën de Tweede Kamer de Voorjaarsnota 2024 aan. In de voorjaarsnota geeft de minister een vooruitblik op de Rijksbegroting voor de komende jaren. De VNG heeft in meerdere intensieve gesprekken met het demissionaire kabinet gestreden voor een goede financiële positie voor gemeenten in de komende jaren. De resultaten hiervan zijn in de Voorjaarsnota opgenomen:
- De oploop van de opschalingskorting van € 675 miljoen wordt structureel geschrapt;
- Rechtvaardige risicoverdeling Wmo door heldere afspraken over objectieve indexering en aparte fondsvorming;
- Indexering zorgkosten: € 75 miljoen in 2026 oplopend tot 300 miljoen in 2029;
- Het beperken van het aantal specifieke uitkeringen (SPUK’s).
Het demissionair kabinet vraagt hiervoor helaas wel een prijs: in 2025 wordt het gemeentefonds eenmalig € 675 miljoen lager vastgesteld.
Daarnaast stelt het Rijk het gemeentefonds bij naar de lagere index volgens het CEP. Deze index is gedaald ten opzichte van de verwachting die er was bij de septembercirculaire 2023. Dit geeft voor ons een forse min op het gemeentefonds.
In de Voorjaarsnota is toegelicht dat het Rijk en gemeenten werken aan de beheersbaarheid van de uitgaven van gemeenten en de wettelijke zorgtaken Wmo. De verwachting is dat in de toekomst (een nader te bepalen deel van de) Wmo niet langer via de algemene uitkering van het gemeentefonds gaat, maar via een aparte financiering. Vooruitlopend op de gekozen bekostigingsvorm wordt onderzoek gedaan naar een passende geobjectiveerde indexering, die ook rekening houdt met kostenontwikkeling en demografie/vergrijzing. Het Rijk heeft in de Voorjaarsnota alvast een reservering opgenomen voor een aanvullende indexering voor demografie bovenop de financieringssystematiek van de prijs-bruto-binnenlands-product (pbbp-systematiek). Vanaf 2026 is een reservering opgenomen van € 75 miljoen oplopend tot € 300 miljoen in 2029. Het streven is dat er met ingang van 2026 nadere afspraken zijn over de financiering van de WMO. In de meicirculaire 2024 wordt deze reservering nog niet verwerkt. Deze post is dus nog te onzeker om aanspraak op te kunnen maken.
Het financiële probleem van gemeenten is hiermee niet opgelost. Op basis van deze resultaten vervolgt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) haar inzet richting de formatietafel voor een goede balans tussen taken en middelen. De leden van de VNG bereidden hiervoor een resolutie voor, die met grote meerderheid is aangenomen tijdens de Algemene ledenvergadering van de VNG 24 mei j.l..
Onderzoek overige eigen middelen: toeristen- en forensenbelasting
Onderzoeksbureau Cebeon voert in opdracht van het Rijk onderzoek uit naar de overige eigen middelen (OEM) van gemeenten. Een mogelijke uitkomst van dit onderzoek kan zijn dat het Rijk besluit tot een verevening van de verschillende OEM-componenten in het gemeentefonds. Dat kan betekenen dat het Rijk onze uitkering vanuit het gemeentefonds verlaagt. De OZB is hierop uitgezonderd, maar de toeristen- en forensenbelasting liggen in dit onderzoek onder een vergrootglas. Met een opbrengst van € 10 miljoen aan toeristenbelasting is dit een groot risico binnen onze begroting. Anticiperend hierop maken wij de komende periode inzichtelijk welke kosten wij als recreatieve gemeente maken, en hoe deze zich verhouden tot de opbrengsten die wij vanuit de toeristen- en forensenbelasting genereren.
VNG Begrotingsadvies
In haar ledenbrief van 1 maart 2024 (bijlage A bij raadsvoorstel Kadernota) geeft de VNG een begrotingsadvies voor de programmabegroting 2025-2028. Het begrotingsadvies bestaat uit 2 delen: het eerste deel geeft de VNG via de ledenbrief van 1 maart 2024 en het tweede deel volgt op na de meicirculaire 2024.
Het advies betreft in het kort:
- Bereid ombuigingen voor waartoe in uw gemeente besloten wordt indien de korting van € 3 miljard vanaf 2026 niet wordt teruggedraaid of verzacht. Breng deze zo goed mogelijk in kaart, maar zet ze nog niet in gang;
- Presenteer deze gevolgen financieel én inhoudelijk zo scherp mogelijk;
- Betrek daarbij het advies van de Taskforce Taken en Middelen, die aangeven vooral te focussen op taken in medebewind. We realiseren ons dat dit voor elke gemeente een eigen afweging vraagt, die tot andere keuzes kan leiden;
- Beschrijf in ieder geval de 5 meest significante ombuigingsmaatregelen, hun consequenties en het taakveld dat daarmee geraakt wordt.
Zoals hiervoor beschreven, besloot het demissionair kabinet inmiddels bij het vaststellen van de Voorjaarsnota 2024 de korting van € 3 miljoen te verminderen met het schrappen van de opschalingskorting van € 675 miljoen. Desalniettemin blijven er zorgen rondom de gemeentefinanciën. In de Programmabegroting 2025-2028 werken wij dit advies verder uit.