Beleidsmatige ontwikkelingen

In dit hoofdstuk nemen we u mee in de ontwikkelingen die relevant zijn voor de programmabegroting 2025-2028. Per sub-programma geven we weer wat de beleidsontwikkelingen zijn die van belang zijn voor het opstelproces van de programmabegroting. Deze beleidsontwikkelingen zijn nog niet financieel vertaald, omdat deze nog onvoldoende concreet en/of niet bindend zijn. 

Programma 1 Werken

Terug naar navigatie - Programma 1 Werken

Sub-Programma 1.4 Arbeidsmarkt in balans 

Toekomstscenario Participatiewet en positie De Zuidhoek 

De afgelopen jaren gaven wij uitvoering aan de notitie 'Hoofdlijnen uitvoering Participatiewet' uit september 2019. Onderdeel daarvan was een transformatieplan voor De Zuidhoek. Deze notitie richt zich op 2024. In 2023 hebben wij opdracht gegeven voor een extern onderzoek, dat bureau Berenschot uitvoert. Op basis daarvan willen wij in 2024 komen tot een nieuw toekomstscenario voor een optimale uitvoering van de Participatiewet voor de komende jaren en de mogelijke passende taken en positie hierin voor De Zuidhoek. Daarbij hoort ook een (eind)evaluatie van de uitvoering door De Zuidhoek volgens de strategische koers in de afgelopen jaren. Wij verwachten dat het onderzoek ons voldoende handvatten biedt om tot een nieuw, meerjarig en financieel sluitend toekomstperspectief te komen. Met de behandeling van de Programmabegroting 2025-2028 is hier meer duidelijkheid over.

Programma 2 Wonen

Terug naar navigatie - Programma 2 Wonen

Sub-programma 2.1 Goed en realistisch voorzieningenniveau

Brogum

In de 2e financiële rapportage 2023 kondigden wij aan dat het investeringsbudget voor het nieuwe cultuurpodium naar verwachting (fors) hoger wordt dan de beschikbare € 3,3 miljoen. Dit vanwege prijsstijgingen (substantieel hoger dan de inflatie waarmee is gerekend), de in het haalbaarheidsonderzoek beperkt uitgewerkte basisvariant en het feit dat er voor de inrichting buitenruimte nog geen (schets)ontwerp en weinig budget beschikbaar is. Daarbij is de rente ten opzichte van 2021 sterk gestegen.

Naast de investering in het gebouw, maken we met de Stichting Brogum ook nadere afspraken over eigendom, onderhoud, organisatiemodel en exploitatie. Op basis van eerste verkenningen verwachten wij dat de eerder beschikbaar gestelde jaarlijkse budgetten voor onderhoud en exploitatie niet voldoende zijn om Brogum toekomstbestendig te maken in relatie tot het nieuwe gebouw en beoogde programmering. Wij streven naar een integraal raadsvoorstel in september 2024, zodat de jaarlijkse lasten die gepaard gaan met het nieuwe Brogum bij de behandeling van de Programmabegroting 2025-2028 integraal inzichtelijk zijn. 

Integraal huisvestingsprogramma (IHP) 

Meerjarig houden we rekening met grote investeringen in de onderwijshuisvesting van het basisonderwijs. Deze investeringen zijn voor een deel al in de begroting vastgelegd en beleidsmatig opgenomen in het ‘Meerjarenuitvoeringsplan en –programma 2020-2028'. In de lopende haalbaarheidsonderzoeken stelden wij samen met de schoolbesturen vast dat de bestaande kaders aan herziening toe zijn. In de commissie Samenleving en Bestuur van 12 oktober 2023 bood de raad ruimte om te komen tot een herziening van de bestaande kaders. De noodzaak tot herziening zit met name op het thema 'Omvang en spreiding'. Eerder gingen schoolbesturen Lithora en Obase uit van 225+-scholen en clustering van huidige locaties naar grotere regioscholen. Zij hebben ons college gemeld deze visie te herzien en doen dat graag parallel aan een herziening van het IHP. De herziening van de bestaande kaders betekent ook een herziening van de benodigde investeringen, mede afhankelijk van keuze en planning. Naar verwachting bieden wij het voorstel tot herziening van de kaders in het IHP eind 2024 / begin 2025 aan aan de raad. Op basis daarvan volgt een herziening van de benodigde investeringen.

Zwembad Dol-Fijn 

In 2018 nam de raad een besluit over zwembad Dol-Fijn. Hierbij besloot de raad om het zwembad voor de periode 2018-2028 onder een aantal voorwaarden te blijven subsidiëren en onderhouden. Eén van die voorwaarden is een investeringsplafond van € 150.000 en daarnaast een maximaal jaarlijks onderhoudsbudget van € 17.000. Ook besloot de raad dat er geen grote investeringen meer worden gedaan, zoals het vervangen van een CV-installatie, zwembadfolie of grote verduurzamingsinvesteringen. Het investeringsplafond begint te naderen en de verwachting is dat dit voor het einde van de overeenkomst is bereikt. Het zwembad wordt zo goed mogelijk onderhouden, maar het is niet te voorspellen wanneer een onverwacht grote investering nodig is voor het openhouden van het zwembad. Stichting Zwembad Dol-Fijn heeft, o.a. vanwege de hoge energielasten, de wens om het pand te (laten) verduurzamen. Het bestuur van Stichting Dol-Fijn heeft ook aangegeven dat zij na 2028 graag door willen gaan met het zwembad. Het is bij hen bekend dat de gemeente na deze periode in principe geen financiële ondersteuning meer biedt en dat de gemeente het gebouw misschien afstoot. De gemeente heeft aan de stichting gevraagd een toekomstplan op te stellen. 

Sub-programma 2.2 Wonen naar Wens

Opgaven vluchtelingen opvang

De gemeente heeft de afgelopen jaren een toenemende hoeveelheid taken gekregen met betrekking tot de opvang van vluchtelingen. Dit is nog niet voorbij. De prognose is zelfs dat de vluchtelingenstroom in de komende jaren nog groter wordt. Daardoor is ook de hoeveelheid statushouders die de gemeente verplicht van een huis moet voorzien toegenomen. Dit jaar moeten we 93 statushouders huisvesten.

Aan gemeenten is de afgelopen jaren verzocht om het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) te ontlasten in de opvang van asielzoekers. Dit is gebeurd in de vorm van crisisnoodopvang en tijdelijke gemeentelijke opvang. Ook onze gemeente heeft een crisisnoodopvang geopend. Vervolgens is op 1 februari 2024 de Spreidingswet in werking getreden. Hierdoor hebben gemeenten nu een wettelijke taak voor de opvang van asielzoekers. Onze gemeente moet volgens de Spreidingswet op 1 januari 2025 aan 197 asielzoekers opvang bieden. Uit de eerste prognose blijkt dat deze inschatting voor de komende jaren te laag is en gemeenten meer mensen moeten opvangen.

Om aan deze wettelijke taak te voldoen, is de gemeente in overleg met COA om een noodopvanglocatie voor 150 tot 250 personen te openen. De huidige crisisnoodopvang (50 personen) blijft in ieder geval open tot 1 januari 2025.

Daarnaast zijn gemeenten in 2022 gestart met de opvang van Oekraïense vluchtelingen. Ook hiervoor heeft de gemeente een inspanningsverplichting vanuit het Rijk gekregen. Onze gemeente moet op 1 januari 2025 462 Oekraïense vluchtelingen opvangen. Op dit moment vangt de gemeente ongeveer 350 mensen op.

Het is een grote opgave om aan al deze taakstellingen te voldoen. Het gebrek aan woonruimte en opvanglocaties zorgt ervoor dat het moeilijk haalbaar is. De Zeeuwse gemeenten bezien al deze losse opgaven gezamenlijk als een geheel. Als provincie proberen we gezamenlijk zo efficiënt mogelijk aan de taakstellingen te voldoen. Hierbij is onderlinge uitruil van taken mogelijk. Het Rijk financiert  alle opvangopgaven. Dit geldt niet voor de huisvesting van statushouders, dit bekostigen de statushouders zelf.

Wonen voor de doelgroepen 
We hebben te maken met een krappe woningmarkt. Starters komen moeilijk aan een woning. Ouderen stromen moeizaam door naar een levensloopbestendige woning. Ook zijn er woningen nodig voor mensen die met spoed een huis nodig hebben. Daarnaast vangen we sinds april 2022 vluchtelingen uit Oekraïne op in opvanglocaties van de gemeente of bij particulieren. Duurzame, flexibele huisvestingsmogelijkheden voor genoemde doelgroepen zijn noodzakelijk. In samenwerking met Zeeuwland willen we twee modulaire woonconcepten realiseren in Zierikzee en Scharendijke, gericht op het bieden van een duurzame vorm van huisvesting voor starters, ouderen, spoedzoekers en opvang van vluchtelingen uit Oekraïne. Het betreft 90 (Zierikzee) en 60 (Scharendijk) sociale huurwoningen. Op dit moment is er nog onduidelijkheid over toekenning van enkele subsidieregelingen vanuit het Rijk. Wij komen in juni 2024 met een separaat voorstel over de financiële gevolgen van deze projecten en de dekkingsmogelijkheden. 

Ook zijn we aan de slag met gemeentelijke woningbouwprojecten in Ouwerkerk, Zonnemaire en Bruinisse om woningen te realiseren voor genoemde doelgroepen. Op het moment van schrijven van deze kadernota hebben we nog geen zicht op de financiële implicaties. Wel is duidelijk dat het realiseren van, met name, sociale huurwoningen niet kostendekkend mogelijk is. Dit betekent dat hier nog een financieel vraagpunt ligt dat aandacht vraagt. Eind van dit jaar verwachten wij uw raad nader te informeren. 

SMC Bruinisse 
De business case Stichting Multicultureel Centrum (SMC) Bruinisse is in 2023 uitgewerkt en in december 2023 besproken in de commissie Ruimte en Economie. Afspraak is dat wij het scenario sloop-nieuwbouw (dorpshuis en sporthal) inclusief het ontwikkelen van nieuwe woningen de komende periode verder uitwerken en dat de verdiepte business case daarna voor besluitvorming terugkomt in de commissie en raad (naar verwachting het 3e kwartaal 2024). Deze uitkomst betrekken wij bij de programmabegroting 2025-2028. Gezien de grote hoeveelheid lopende opgaven op het vlak van wonen, stads- en dorpsvernieuwing, mobiliteit en duurzaamheid is het inplannen van deze opgave nog wel een aandachtpunt.

Verhogen kwaliteit ingezamelde grondstoffen voor de VANG-doelstellingen 
Waar we in het verleden vanuit de VANG-doelstellingen (Van Afval Naar Grondstof) stuurden op het terugbrengen van restafval naar 100 kilo per inwoner, ligt de focus nu steeds meer op de kwaliteit van de ingezamelde grondstoffen. Met andere woorden: zo veel mogelijk afval scheiden om het weer te kunnen recyclen. Vanuit Europa hebben wij de verplichting om in 2025 minimaal 55% van ons afval te recyclen, oplopend tot minimaal 65% in 2035.

Uit de jaarlijkse sorteeranalyse van ons restafval, blijkt dat 80% van de aangeboden hoeveelheid restafval nog bestaat uit herbruikbaar en te recyclen materiaal. We zetten daarom in op nog betere scheiding van het restafval.  

Er is bovendien een Europese CO2-heffing per 2025 in het leven geroepen op ingezameld restafval. Ook hebben we te maken met een steeds verder stijgende kosten bij de verbrandingsovens, daar gaat het restaval naar toe. We weten nu nog niet wat de financiële consequenties zijn. Met de programmabegroting kunnen we hier meer inzicht over geven.

Realiseren van een inzamelsysteem voor wegwerpluiers en incontinentiemateriaal
Onze VANG-doelstelling is er op gericht restafval te minimaliseren. Van het afval dat we inzamelen op Schouwen-Duiveland bestaat 5% uit wegwerpluiers en incontinentiemateriaal. Dit is tegenwoordig goed te recyclen. Voorwaarde is wel dat we dit apart inzamelen. We weten nu nog niet wat de financiële consequenties zijn. Met de programmabegroting 2025-2028 kunnen we hier meer inzicht over geven.

Sub-programma 2.4 Goed en betaalbaar aanbod van zorg en welzijn

Doorontwikkeling / verbreden toegang in samenhang met de Hervormingsagenda

Dit betreft het vormen van integrale lokale teams, waarbij de gemeente samenwerkt met lokale zorg- en welzijnspartners. We zetten in op het versterken van de sociale basis. Het doel van sociale basis is het creëren van sterke gemeenschappen waarin bewoners naar elkaar omkijken en elkaar ondersteunen. De uitgaven en investeringen die nodig zijn om dit te realiseren zullen gedeeltelijk bekostigd kunnen worden uit de begroting jeugdhulp en Wmo door professionals naar de lokale teams te halen. We investeren op samenwerken, kennis en kunde van zowel onze medewerkers als onze zorg- en welzijnspartners. Daar waar het mogelijk is schalen we af naar een preventief aanbod. In 2025 werken we deze plannen verder uit. 

Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering

Complexe opgaven en zorgen over realisatiekracht 

We zien de opgaven groter en complexer worden, zowel in het sociale als in het fysieke domein. Complex in de zin van een grote diversiteit aan betrokken actoren en inhoudelijke complexiteit. De samenleving verandert in een hoog tempo en de afgelopen jaren hebben we te maken met ontwikkelingen zoals de opvang van ontheemden, de netcongestie en recentelijk ook het verdwijnen van de ziekenhuiszorg. We hebben echter ook zorgen over de realisatiekracht. Het vermogen effectief en efficiënt tot resultaten te komen in al die opgaven staat onder druk. Dit hangt samen met een aantal factoren:   

Juridificering 

De oplopende juridische procedures vragen zowel in het sociale als het fysieke domein veel inzet in tijd en geld en zorgen voor vertraging.  

Hogere eisen bedrijfsvoering  

De maatschappij en wetgever stellen steeds hogere eisen aan een sterke organisatie. Denk aan de dienstverlening, de financiën en op het gebied van rechtmatigheid, privacy, gegevensbescherming en bedrijfscontinuïteit. Gesterkt door het coalitieakkoord, werken we verder aan het professionaliseren van onze organisatie op de genoemde thema's. Dit vraagt inzet van alle medewerkers.   

Beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerd personeel nu en in de toekomst

Op verschillende vakgebieden is er nog altijd een klemmend tekort aan gekwalificeerd personeel. Dat tekort is er bij onze gemeente, maar we zien het ook bij de bureaus waar we soms noodgedwongen tijdelijk inhuren. Daarbij zijn we meer en meer genoodzaakt nieuwe medewerkers aan te stellen die niet uit het vakgebied komen en/of geen gemeentelijke ervaring hebben. Het inwerken is daardoor tijdrovend. Daarnaast zien we dat taken veranderen en dat er op sommige plekken een flinke uitstroom aanstaande is. Belangrijk om tijdig op in te spelen met een strategische personeelsplanning. Het genoemd tekort aan gekwalificeerd en ingewerkt personeel zet onze realisatiekracht, ondanks gerichte acties vanuit ons personeelsbeleid en de inzet van een recruiter, ernstig onder druk.  

Versterking arbeidsmarktpositie 

Mede vanuit het coalitieakkoord geven we een impuls aan ons personeels- en arbeidsmarktbeleid. Zo werken we aan een organisatie waar medewerkers graag blijven werken en potentiële medewerkers graag willen werken. Hiervoor zetten we in op een fijne werksfeer, goede arbeidsvoorwaarden en een stevige arbeidsmarktpositionering.  Als we kijken naar goede arbeidsvoorwaarden, is er niet één knop waar we aan kunnen draaien. Het gaat juist om het samenspel van arbeidsvoorwaarden dat ons aantrekkelijk maakt. Medewerkers vinden het steeds belangrijker om hun eigen arbeidsvoorwaarden te kiezen, afhankelijk van de persoon en levensfase. Daarom zetten we in op een breed personeelsbeleid waarin verschillende HR thema's een plek krijgen. Zo zetten we ook in op thema's als leren & ontwikkelen, HR-gesprekscyclus, strategische personeelsplanning, leiderschap en ons werkgeversmerk.  In het coalitieakkoord zijn hier extra middelen voor opgenomen. Daarbij is de afspraak gemaakt dat we terug zouden komen op moment dat de benodigde financiële middelen concreter waren uitgewerkt. Concreet werken we onder andere aan de volgende voorstellen met financiële consequenties: 

Beloning  

We optimaliseren onze beloningsinstrumenten om effectief en marktconform te kunnen belonen. Hiermee dragen we positief bij aan medewerker betrokkenheid en -behoud. De financiële gevolgen van het ontwikkelde voorstel zijn opgenomen in de uitbreidingsinvesteringen.

Vitaliteitsbeleid 

We ontwikkelen, implementeren en borgen een vitaliteitsbeleid dat iedereen de mogelijkheid biedt om in al hun levensfases hun vitaliteit te behouden of te verbeteren. Dit beleid is niet alleen een verplichting van uit de CAO maar is ook een belangrijk instrument in het aantrekken en behouden van medewerkers. Dit beleid vraagt om een structurele inbedding in onze organisatie. Eerste berekeningen van het benodigde bedrag zijn ongeveer € 400.000. We werken aan een concreet voorstel met financiële onderbouwing en betrekken deze bij de programmabegroting 2025-2028. 

Verhuiskostenregeling voor medewerkers van buiten het eiland 

Een groep potentiële medewerkers woont buiten ons eiland. Voor deze groep willen we het zo aantrekkelijk mogelijk maken om voor onze gemeente te komen werken. Eén van de instrumenten daarvoor is een verhuiskostenregeling, waarbij we een deel van de kosten voor de verhuizing naar ons eiland vergoeden. Een voorstel met financiële onderbouwing volgt. 

Doorontwikkeling secretariële functies 

Momenteel loopt een tweetal onderzoeken naar de doorontwikkeling van de secretariële functie in onze organisatie. Zo werken we toe naar een toekomstbestendig bestuurssecretariaat. Er volgt een voorstel voor de toekomstige inrichting. Daarnaast loopt de onderzoeksopdracht ‘toekomstige borging afdelingssecretaresses’. In deze opdracht brengen we de processen van dit team op orde en onderzoek we de borging van het secretaresseteam en wat er nodig is om de interne klant goed te ondersteunen. Sinds september 2023 ondersteunen de secretaresses naast 5 afdelingshoofden ook de 14 teammanagers/teamleiders. Een voorstel met verschillende scenario's volgt. 

Stads- en dorpsvisies

Terug naar navigatie - Stads- en dorpsvisies

Uitvoering visies kleine kernen 

Vanaf 2025 ondersteunen en faciliteren we, onder voorbehoud van beschikbaarheid van voldoende ambtelijke capaciteit, bij het opstellen van nieuwe dorpsvisies of uitvoeringsprogramma's, in lijn met een in juli 2023 aangenomen amendement bij de Kadernota voor de programmabegroting 2024-2027. Daarbij hanteren wij de volgende planning: 

  • Nieuwerkerk: visievorming in 2025, start uitvoering in 2026
  • Oosterland: visievorming in 2025, start uitvoering in 2026
  • Dreischor: visievorming in 2026, start uitvoering in 2027
  • Ouwerkerk: visievorming in 2026, start uitvoering in 2027
  • Schuddebeurs/Noordgouwe: visievorming in 2027, start uitvoering in 2028
  • Kerkwerve: visievorming in 2027, start uitvoering in 2028 

Of er sprake is van een visie of een uitvoeringsprogramma is afhankelijk van de omvang van de kern en/of de insteek van de betreffende dorpsraad. De uit de visies en/of programma’s voortkomende investeringen (vooral in openbare ruimte) bedragen naar verwachting circa € 20 miljoen. Conform de besluitvorming bij de kadernota 2024 betrekken wij het definitief benodigde investeringskrediet bij de Kadernota voor de programmabegroting 2026-2030. 

Voorstel 5:
Kennis te nemen van de beleidsmatige ontwikkelingen.